Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat is dat in onze donkere dagen een vreemde taal geworden bij de overgrote massa en ook bij de machtigen der aarde, welke Jozua als de regent en leider van Israels volk eenmaal sprak toen hij tot dat volk zeide: „Heb ik het u niet bevolen? Wees sterk en heb goede moed, en verschrik niet en ontzet u niet; want de Heere, uw God, is met u alom, waar gij henengaat. Hij zal u niet begeven en zal u niet verlaten, indien gij in Zijn wegen wandelt en Zijn geboden onderhoudt.

Ach, hoe wordt het heil in onze dagen vrijwel algemeen ook door de regenten en leiders des volks verwacht van en gezocht bij de mens, bij diens wijsheid en inzicht; hoe ook in een gezamenlijk optreden van de mensen.

En wat geeft de uitkomst van dit beleid ons te aanschouwen? Instede dat er eendracht onder de mensen heerst, aanschouwen wij op allerlei terrein verdeeldheid, en instede dat door overleg en de rede van de mens, zoals de revolutionnair Rousseau dit stelde en velen met hem dat stellen, de vrede gediend en verkregen wordt, kunnen vn] zien hoe ieder het zijne zoekt en er op uit is om zijn macht uit te breiden en zijn belangen te dienen.

Wat hebben er al velen hoog gespannen verwachtingen gehad van de pogingen om louter met menselijke krachten de wereldvrede op aarde te stichten; wat ook al van de conferenties waarop de volken nader tot elkander zouden worden gefcracht.

De ene conferentie na de andere, zodat het een hele toer zal zijn om ze te tellen, die in de laatste jaren al gehouden zijn, is belegd en de volken zijn niet nader tot elkander gebracht maar veeleer nog in verbetenheid en allerlei twist van elkander verwijderd geraakt, met gevolg, dat de aarde weder met wrok en vwevel vervuld is, welke ons herinneren aan de dagen vóór de zondvloed, toen dit ook zo was en de mensheid daarhenen leefde in dubbele zin des vs'oords zonder God, slechts begerende en zoekende naar die dingen, welke het aardsgezinde, natuurlijke hart wenst.

De conferentie te Londen, welke naar de mode van onze tijd gehouden is, heeft, ook naar de verwachting, die de Amerikaanse minister Dulles en vele andere met hem er van hadden, de uitkomst niet gebracht. De commissie, onder voorzitterschap van de Australische ministerpresident Menzies, heeft aan president Nasser de beslissing dier conferentie medegedeeld, welke inhield, dat met voUe erkentenis van de souvereiniteit van Egypte het Suezkanaal onder internationaal beheer gesteld zou worden, mede opdat te allen tijde de vrije doorvaart door dat kanaal voor alle zeevarende volken verzekerd zou zijn; doch Nasser heeft deze beslissing hardnekkig afgewezen. Het gevolg er van is geweest, dat de twee partijen niet tot elkander gebracht zijn, maar schier nog vijandiger gezind dan tevoren tegenover elkander staan.

Nu is er te dezer zake een nieuw plan ontworpen. Het is van de Amerikaanse minister Dulles afkomstig. Dit heeft in, dat er een „Genootschap van gebruikers van het Suezkanaal" opgericht zal worden. Deze organisatie zal ondanks de naasting van deze waterweg door Egypte de doorvaart van schepen door het Suezkanaal op zich nemen. De Engelse minister-president Eden en ook zijn Franse ambtgenoot Mollet verklaarden, dat als president Nasser dit genootschap zal beletten zijn taak uit te voeren, door de doorvaart in het Suezlcanaal hindernissen in de weg te leggen of onmogelijk zal trachten te maken, Engeland en de andere betrokken landen vrij zouden zijn om hun rechten te handhaven, hetzij door middel van de Organisatie der Verenigde Naties, hetzij met andere middelen (welke dan, naar algemeen aangenomen wordt, zouden bestaan in het gebruik van wapengeweld of van economische sancties). Hierbij zou, naar de verklaring van de Engelse minister-president Eden, militaire actie van Engeland het laatste middel zijn, terwijl de Engelse en de Franse regering voorlopig de Organisatie der Verenigde Naties op de hoogte zouden stellen.

Het nieuwe plan van Ehüles bracht grote beroering teweeg. In Egypte werd er aanvankelijk met een soort van verbijstering kennis van genomen, doch het duurde niet lang of men was er de verbijstering te boven. Dit plan werd door gezaghebbende kringen „een versuikerde bedreiging met geweld" genoemd. Voorts noemde men het in Egyptische kringen een daad van provocatie, met de duidelijkste bedoeling een toestand te scheppen, welke naar gewapende agressie tegen Egypte en uiteindelijk naar oorlog zal leiden.

Aanvankehjk hield het plan van DuUes in, dat het Genootschap van de kanaalgebruikers gebruikt zou worden als een hulpmiddel om de weg door het Suezkanaal vrij te maken voor een definitieve oplossing der Suezkanaalkwestie. Zodra het genootschap geformeerd zal zijn — met welker formering men over drie weken klaar hoopt te zijn — zullen schepen der drie grote mogendheden, samen met die van kleinere staten, zich voor de ingang van het kanaal in konvooi verzamelen en Nasser vragen hun vrije doorvaart te verlenen. Weigert de Egyptische regering, dan zal de Organisatie der Verenigde Naties op de hoogte gesteld worden, dat de Egyptische regering opnieuw de overeenkomst (de Conventie) van 1888 op flagrante wijze heeft geschonden, en zullen de Franse en de Engelse regering, eventueel samen met die van andere mogendheden en onder toelating van de Organisatie der Verenigde Naties, het recht hebben wapengeweld toe te passen.

Naar latere verklaringen van het plan Dulles moet het niet in de bedoeling liggen om onmiddellijk tot het gebruik van wapengeweld over te gaan. De weigering van de Egyptische regering wil men het eerst beantwoorden met een boycot van het Suezkanaal, door de schepen de opdracht te geven om de Kaap te varen.

Ten aanzien van het gebruik van wapengeweld is wel enige wijziging gekomen sedert de Amerikaanse minister DuUej op een persconferentie verklaard heeft' „Wij zullen ons niet vechtende en al schietende een weg door het Suezkanaal banen, indien de Egyptische regering zou proberen de doorvaart van schepen die onder gezag van het voorgestelde „Genootschap" deze waterweg zouden willen passeren, te blokkeren".

Vlak voordat DuUes deze verklaring aflegde, had de Egyptische ambassadeur te Washington DuUes bezocht en hem gewaarschuwd, dat zijn plan betreffende het „Genootschap" een openlijke en duidelijke inbreuk op de Egyptische souvereiniteit, en dat de uitvoering er van ooilog zou betekenen. Indien — zo had de Egyptische ambassadeur tegen DuUes gezegd — de Amerikaanse regering oorlog wil voeren, dan moet zij dit plan steunen, doch indien zij aan de vreed2a. me oplossing van de Suezkanaalkwestie wil medewerken, dan moet zij dit plan opgeven.

Het heeft er dan ook thans alles van weg, dat de Amerikaanse regering beoogt door boycot van het Suezkanaal de Egyptische regering tot een meer toeschietelijke houding te nopen. DuUes verklaarde in dit verband op de persconferentie tevens: Andere landen, die als gevolg van ontwikkelingen in het Suezkanaal olie uit Amerika zouden moeten betrekken, of de financiële lasten van een vaart rond de Kaap niet zouden kunnen dragen, kunnen desgewenst doUarleningen van Amerika krijgen.

Hoewel de Amerikaanse regering in geen geval geweld wil en en zal gebruiken — aldus voegde Dulles er aan toe — zal zij, wanneer president Nasser weigert zijn verplichtingen, die uit de overeenkomst van 1888 voortvloeien, na te komen door schepen van het „Genootschap" gewelddadig tegen te houden, de daad van Nasser als een „daad van agressie" beschouwen.

Daarbij deed DuUes een beroep op de Egyptische regering, haar aanvankelijke verwerping van het plan van het „Genootschap der Gebruikers" opnieuw in overweging te nemen en het als „een voorlopige de facto werkovereenkomst tot een formeel accoord zou zijn bereikt" te beschouwen. De weigering van de Egyptische regering zou Amerika ei evenwel niet van afhouden met het plan voort te gaan.

Hierbij merkte DuUes op, dat in de week van 16 September stappen zullen worden gedaan om het genootschap te organiseren. Zelf zal hij zich daarvoor naar Londen begeven, waar alsdan een vergadering zal plaats vinden om deze aangelegenheid nader te regelen.

De Engelse regering heeft reeds aan 18 landen, die met het besluit van de Londense conferentie instemming betuigd hebben, uitnodigingen gezonden om op deze vergadering met haar gedelegeerden tegenwoordig te zijn. Volgens DuUes moet heel de Suezkanaalkwestie meer uit de politieke sfeer worden gehaald en bel probleem op de grondslag van technische aspecten worden behandeld. Daarbij kan hij niet zeggen hoe snel het „Genootschap" het noodzakelijke technische personeel zou kunnen aanvoeren. Hij was van oordeel, dat de economische situatie, welke uit het omleiden van os scheepvaart rond de Kaap zou voortvloeien, niet catastrofaal zou zijn of de macht van Amerika, om deze toestand de rbaas te worden, te boven zou gaan. . Aangaande het plan van het genootschap liet de Engelse minister-president Eden zich in een rede in het Engelse Lagerhuis als volgt uit: Alle landen, die van het Suezkanaal gebruik maken, kunnen zich bij het genootschap aansluiten. Het zal loodsen in zijn dienst nemen (waarschijnlijk de loodsen, die dienst gedaan hebljen in het Suezkanaal. Dezen heb- ben Egypte verlaten, tegen wier vertrek de Egyptisclie regering zich niet verzet beeft) en de verantwoordelijkheid nemen voor het beheer van het kanaal. De doorvaartgelden zullen worden uitgekeerd aan het genootschap, dat Egypte een nader vast te steUen vergoeding voor het gebruik van het kanaal zal uitkeren. Als de Egyptische regering weigert het genootschap, dat slechts een voorlopig karakter zal hebben, bij de uitoefening van zijn taak medewerking te verleneh, zal dit beschouwd worden als een nieuwe inbreuk op de ODnventie van 1888.'

De rede, welke Eden hield in het Lagerhuis, heeft onder nog al heel wat opwinding plaats gehad. Toen Eden in zijn rede sprak, dat, indien de Egyptische regering de uitoefening van de taak van bet genootschap belet, dit als een nieuwe inbreuk op de overeenkomst van 1888 beschouwd zal worden, klonken woedende kreten van de banken der sociahsten: , Dat is een provocatie!" „Dat is Eden, de vredestichter!"

Desniettemin weigerde Eden pertinent de door de sociahsten geëiste verzekering te geven dat hij niet tot het gebruiken van wapengeweld zou overgaan zonder de uitdrukkehjke toestemming van de Organisatie der Verenigde Naties. De leider der socialisten hield een rede, waarbij hij het optreden van Eden scherp veroordeelde. Dit belette echter niet, dat het Lagerhuis de motie van vertrouwen, weDce door de regering gesteld was, met een grote meerderheid van stemmen aannam. Deze meerderheid bedroeg 71 stemmen, waaronder er zelfs 2 van de 6 hberale afgevaardigden waren. Wat de huidige doorvaart in het Suezkanaal betreft, deze moest verminderd worden, ondanks het feit, dat, toen de Westerse loodsen vertrokken, er reeds Russische loodsen in Egypte gearriveerd waren.

Met dat al wordt er met spanning uitgezien naar de maatregelen, welke de vergadering van de leden van de Organisa^ tie van het Genootschap van de gebruikers van het Suezkanaal, die op Woensdag 19 September te Londen een aanvang zal nemen, nadat eerst op de daaraan voorafgaande Dinsdag de ministers van buitenlandse zaken van Amerika, Engeland en Frankrijk tezamen beraadslaagd hebben, zal treffen.

Ook verkreeg de motie van vertrouwen van de Engelse regering in het debat over Cyprus, dat later gehouden werd en op een kalme wijze gevoerd werd, de meerderheid van de stemmen van de leden van het Engelse Lagerhuis.

In het kort nog het navolgende. Heeft de Suezkanaalkwestie een grote beroering, onrust en verdeeldheid in de wereld verwekt, de toestand in het Midden-Oosten, zij het dan in veel mindere mate, doet dit ook.

Ondanks de wapenstilstand hebben daarin gedurig vechtpartijen tussen het leger van Israël en die van de Arabische volken plaats. Ook dezer dagen heeft er één van vrij ernstige aard plaats gegrepen.

Minstens 21 Jordaniërs zijn, volgens berichten uit Jordaanse kringen, om het leven gekomen bij een massale Israëlische aanval op een pohtiepost te Charandal. De aangevallen post, welke aanval naar Jordaanse schatting met duizend militairen geschiedde, was het hoofdkwartier van de mobiele woestijntroepen van het Arabische legioen. Volgens een protest, dat Jordanië bij de bestandsoommissie indiende, werd de post geheel vernietigd.

Deze overval is het ernstigste Palestijnse mcident, dat sedert de overvallen in de streek van Gaza plaats vond. Deze overvallen gaven er aanleiding toe, dat de secretaris-generaal van de Organisatie der Verenigde Naties, Dag Hammarskjoeld, zich in allerijl naar het Midden-Oosten begaf. De secretaris-generaal had heel kort tevoren Israël en de Arabische landen nog streng terecht gewezen wegens de vele grensincidenten van de laatste dagen. Deze terechtwijzing heeft echter, gezien de laatste overval, bitter weinig effect opgeleverd. Ook in deze steeds maar weer voorkomende aanvallen schuilt geen gering gevaar voor de wereldvrede.

In Indonesië zijn er al vrij scherpe aanvallen in de pers gedaan op Soekarno en over corruptie, waarbij hoge autoriteiten betrokken zijn.

De stafchef van de Indonesische landmacht heeft daartegen een noodbesluit afgekondigd, waarbij de pubhcatie van geschriften, foto's en pamfletten, die kritiek, insinuaties of 'beledigingen tegen president Soekarno, vice-president Hatta, rechterlijke instanties en in functie zijnde regeringsambtenaren bevatten, worden verboden. Overtreding van het besluit kan worden gestraft met een gevangenisstraf van een jaar, of een boete van 10.000 roepias. Het besluit is onmiddelhjk in werking getreden en geldt voor alle gebieden in Indonesië, waar de staat van 'beleg nog van kracht is, namelijk in West-Java, Zuid-Bomeo, Zuid-Celebes en Noord-Sumatra.

In een commentaar op dat besluit schrijft het onafhankehjke blad „Indonesia Raya", dat de regering in paniek schijnt geraakt te zijn. Het verbod is volgens genoemd blad een nieuwe poging om het volk het zwijgen op te leggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1956

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 september 1956

De Banier | 8 Pagina's