Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

In Psalm 127 staat ons beschreven: „Zo de Heere het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden deszelfs bouwHeden daaraan; zo de Heere de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter".

Deze uitspraak, gelijk al de andere, door des Heeren mond gedaan, is door alle eeuwen bewaarheid geworden en zien , wij ook in onze dagen zo overtuigend mogelijk bewaarheid.

De vermetele hovaardij des mensen heeft het zich wel ingebeeld, dat men zonder de Allerhoogste en de Almachtige een ongekende welvaart en een eeuvidge wereldvrede zou kunnen scheppen, doch de uitkomst toont het wel hoe zeer en hoe jammerlijk het met dat hoogmoedige streven is vergaan.

Als nimmer tevoren in heel de wereldgeschiedenis is zo voor aller oog zichtbaar bewaarheid geworden wat Asaf in Psalm 73 omtrent diegenen zegt, die de hovaardij als een keten omringt, namelijk dat „de Heere hen zet op gladde plaatsen en doet vallen in verwoestingen. Hoe worden zij als in een ogenblik tot verwoesting, nemen een einde, worden teniet van verschrikkingen".

Het is toch aldus gesteld, dat de wereldwijzen, daarin bijgestaan en toegejuicht door de profeten en belijders van een eigenwiUige godsdienst, voorspeld hebben, dat, indien hun inzicht en wijsheid maar gevolgd werden, er een soort van paradijsstaat op aarde zou komen. Om daartoe te komen werden de volkenbond en de Organisatie der Verenigde Naties opgericht. Doch hoe gans anders is het in werkelijkheid verlopen! Het Woord des Heeren is ook thans weder vervuld, dat luidt: „Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan, en het verstand der verstandigen zal Ik teniet maken. Waar is de wijze? Waar is de Schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? "

Twee wereldoorlogen hebben wij reeds beleefd, en een derde kan nog zo gemakkelijk volgen, want er behoeft slechts een vonk in het kruitvat te vallen en heel de wereld staat weder in de lichte laaie van een wereldbrand; zo is de wereld ook thans weder als in de dagen van Noach met wrok en wrevel vervuld. Hierbij komt nog, dat er een Babylonische verwarring heerst en de verdeeldheid en de onenigheid tussen de volk©-, ren en temidden van één en hetzelfde volk schier geen grenzen kent.

Hoe is toch de wijsheid der wereldwijzen beschaamd gemaakt geworden en in welk een staat van nood en verschrikking bevinden zich thans duizenden en nog eens duizenden mensen!

Hongarije

Men denke maar eens aan hetgeen er in Hongarije is voorgevallen en nog voorvalt. Nog immer pogen daaruit Hongaren te vluchten. Het getal der Hongaren, dat met gevaar van eigen leven en veelal met verhes van al hun bezittingen, naar Oostenrijk is uitgeweken, heeft thans reeds de honderdduizend overschreden. Deze vlucht is de regering van Kadar een doom in het oog. Met behulp van de Russische troepen zoekt hij haar te keren. Dezen bewaken de grens, welke Hongarije van Oosterurijk scheidt, steeds intensiever. Zij hebben daarbij zelfs mijnenvelden in de buurt van de grens aangelegd om het vluchten onmogelijk te maken. En in weerwil van al die maatregelen houdt de stroom van vluchtelingen nog steeds maar aan. Wat al zeer begrijpelijk is, want anders lopen de Hongaren de kans om naar de Sovjetunie weggevoerd te worden, want het schrikbewind volgens de methode van Stalin heerst in Hongarije thans in al zijn gestrengheid. Dit blijkt hieruit wél, dat de Hongaren een speciale identiteitskaart nodig hebben, willen zij niet de kans belopen om gearresteerd en naar Rusland gezonden te worden. Zonder een dergelijke kaart staan zij bloot aan arrestatie en deportatie. Slechts aan betrouwbare communisten en aan arbeiders te Boedapest, die weer aan het werk gaan, worden zulke kaarten door de Russen gegeven, terwijl geen paspoorten meer worden uitgegeven en oude paspoorten van een nieuw geldigheidsstempel moeten voorzien zijn. De tyrannic, welke 'n ontzettende schrik onder de Hongaarse bevolking verwekt, wordt thans weer met niets en niemand ontziende middelen be- dreven. Daarbij gaan de deportaties naai Rusland nog maar steeds voort. üeTex dagen, om daar een voorbeeld van te geven, werd in Boedapest een muziekschool door Russische tanks omsingeld, vs'aarbij 30 jongens en meisjes tussen 14 en 17 jaar als gijzelaars werden weggevoerd, van wie men sindsdien niets meer gehoord heeft.

In weervwl van de uitgeoefende tyrannie houdt de arbeidersraad nog steeds voet bij stuk. Leden er van hebben te Boedapest een onderhoud met de Hongaarse minister-president Kadar gehad. Zij zeiden van hem eindelijk een definitief antwoord te willen hebben op drie punten van hun eisen, welke de volgende zijn:

a. Oprichting van arbeidersraden in elke onderneming om de leiding in handen te nemen. b. Opheldering over de verdvsdjning van de gewezen minister-president Nagy. c. Toestemming voor het uitgeven van een eigen dagblad.

Verder is er van de zijde van de arbeidersraad medegedeeld, dat zij hun eisen, welke zij indertijd aan Nagy gesteld hebben, handhaven, welke onder meer inhielden, dat de Russische troepen uit Hongarije teniggetrokken zouden worden en er vrije verkiezingen zouden plaats hebben, waaraan thans de eis werd toegevoegd, dat Nagy als ministerpresident opnieuw in functie zou treden. Ook het revolutionnaire comité van intellectuelen heeft soortgelijke eisen gesteld, daarbij heel het volk oproepende tot eendrachtig optreden tegen alle stalinistische krachten in het land. In een resolutie zegt het comité, dat het een democratisch Hongarije, dat het socialisme op eigen wijze zou opbouwen, voorstaat; terwijl het revolutionnaire comité van studenten zich al in dezelfde geest heeft uitgelaten.

Uit alles blijkt wel, dat de rust nog bij lange na niet in Hongarije is teruggekeerd, en dat de regering van Kadar zich alleen staande kan houden door de Russische bajonetten en tanks, wat toch wel heel wat anders is dan de heilstaat, welke de wereldwijzen in het verschiet zagen dagen.

Zijn de communisten en revolutionnairen in Hongarije verdeeld, daar buiten zijn zij het ook al. De communistische regeringen van Joego-Slavië en Polen steunen openlijk het verzet tegen de regering van Kadar, terwijl de Oostduitse door dik en dun zich een voorstandster van de stalinistische dvsdngelandij betoont. Hetzelfde is ook het geval met de communistische regering van Albanië, waarin ook al, evenals in alle vazalstaten van Rusland, bittere ontstemming en hevige onrust onder de bevolking heersen.

Daarin moeten kort geleden 20 personen zijn gedood tijdens een demonstratie voor meer brandstof, en door het gehele land arrestaties — wat in alle vazalstaten van de Sovjet-Unie aan de orde van de dag is — plaats vinden. De toestand in Albanië is van die aard, dat de communistisch© partijleider Hozha op de verjaardag van de Russische "Octoberrevolutie verklaarde, dat de toestand in Albanië „niet al te best" was.

Het zou er nu nog maar bij moeten komen, dat deze verklaard had, dat de toestand er best was, hetgeen ook nog wel mogelijk zou geweest zijn, want om een onwaarheid meer of minder te debiteren, komt het er bij de communisten niet op aan. Zo kan men met de klompen aan wel voelen, dat het een onwaarheid, zelfs een grove, is, als de Russische autoriteiten, en met hen Kadar, in koor verklaren, dat het verzet in Hongarije een bedrijf van de „fascisten" is.

Doch deze onwaarheid moet ook al dienen om te bedekken, dat het in Hongarije ook al „niet te best" is. Evenals het ook al zo gelegen is met een andere ver­ klaring van de Hongaarse minister-president Kadar.

Deze is nog steeds in gebreke gebleven om antwoord te geven op de eis en vraag van de secretaris-generaal van de Organisatie der Verenigde Naties Hammarskjoeld, om 'binnen 24 uur te verklaren of waarnemers van deze Organisatie al dan niet Hongarije mogen binnenkomen. Doch in het Russische blad „Pravda" heeft Kadar al een antwoord gegeven. Daarin heeft te lezen gestaan, dat het antwoord „neen" zal zijn, want dit zou volgens hem een inmenging-in de binnenlandse aangelegenheden van Hongarije ziji^ Hieraan voegde hij als reden voor de weigering nog toe: „Alle oproepen van de contra-revolutionnairen kwamen neer op één ding: „Houdt vol, de Amerikaanse troepen komen", of: „Houdt nog een beetje langer vol, de troepen van de Organisatie der Verenigde Naties komen".

Zodoende — aldus Kadar — is bij vele Hongaren het verschil tussen de Amerikaanse troepen en de troepen van de Organisatie der Verenigde Naties verdwenen. Daarom zou de komst van de waarnemers van de Organisatie der Verenigde Naties de Hongaren misschien in verwarring brengen.

Egypte

Zonder ons verder met de zo gezochte en onware verklaringen van Kadar in te laten, moet het ons toch uit de pen, dat er tussen de gedragswijze van de even tevoren genoemde Organisatie betreffende Hongarije en Egypte wel een heel groot verschil bestaat. Tegenover Hongarije heeft de Organisatie het bestaan met in haar Algemene Vergadering een paar resoluties aan te nemen, waarin gevraagd en geëist werd, dat er waarnemers van de Organisatie in Hongarije toegelaten zouden worden en dat de Russen hun troepen uit Hongarije terug zouden roepen. Dit alles heeft op de Hongaarse regering van Kadar zo weinig indruk gemaakt, dat zij zich tot dusver nog niet eens verwaardigd heeft om de secretaris-generaal Hammarskjoeld antwoord te geven of de waarnemers al dan niet in Hongarije toegelaten zullen worden, terwijl zij de spot met de Organisatie zelfs zó ver gedreven heeft, dat Kadar'zijn antwoord alreeds in de „Pravda" heeft laten afdrukken.

Doch wat Egypte betreft, heeft zij een geheel andere houding aangenomen. In haar Algemene Vergadering is de Engelsen en de Fransen als het ware het mes op de keel gezet. Daarin werd niet alleen Israël als de aanvaller aangewezen, die ten onrechte zich tegen Egypte verweerd had en alzo als de stokebrand van de onrust in het Midden-Oosten scherp de les gelezen werd, maar werd ook het zenden van Engelse en Franse troepen naar Egypte al even scherp als een minwaardige daad veroordeeld, ja zelfs de Engelse en Franse regeringen gelast hun troepen onmiddellijk uit Egypte, zeer ten genoegen van de Sovjet-Unie en Nasser, terug te trekken. En daaraan heeft de Amerikaanse regering medegedaan. Ook zij toch heeft haar steun verleend en haar stem gegeven aan de resolutie, waarin de onmiddellijke terugtocht der Engelse en Franse troepen uit Egypte werd geëist. Daarmede stelde zij zich aan de zijde van haar aartsvijandin, de Sovjet-Unie, en verloochende zij haar oude bondgenoten Engeland en Frankrijk, al zoekt men van de zijde der Amerikaanse regering deze zure en bittere pil wel te vergulden door te verklaren, dat Engeland en Frankrijk haar bondgenoten waren en bleven; maar dat waren maar woorden, welke in flagrante strijd met de daden waren.

Zo heeft men het ook in Engeland en Frankrijk aangevoeld, hetgeen teweegge­ bracht heeft, dat, niet het minst in Engeland — in Frankrijk bestond deze al sedert geruime tijd — een sterke anti-Amerikaanse gezindheid ontstaan is. Deze is zelfs niet weggenomen kunnen worden door de verklaring van de Amerikaanse gedelegeerde in de Algemene Vergadering van de Organisatie der Verenigde Naties, dat men het woord „onmiddellijk" niet had op te vatten alsof daarmede bedoeld zou worden, dat Engeland en Frankrijk hun troepen direct op slag en stoot uit Egypte zouden terug hebben te trekken, maar dat zij daartoe toch successievelijk zouden moeten overgaan. Hierbij heeft het niet het minst kwaad bloed in Engeland gezet, dat de Amerikaanse regering besloten had, dat zij niet eerder aan Engeland en Frankrijk olie zou leveren — weUce men in die landen zo dringend van node heeft, omdat men daarin door de versperring van het Suezkanaal uit het Midden-Oosten de toevoer daarvan mist — alvorens de Engelse en Franse troepen uit Egypte teruggetrokken zouden zijn. Dat was voor deze landen al een bijzonder hard gelag, niet minder dan een harde strafexpeditie, die wel heel in het bijzonder geschikt was om het Amerikaanse bondgenootschap met Engeland en Frankrijk radicaal te vernietigen. Dit besef is klaarblijkelijk ook in de Amerikaanse regering en bij president Eisenhower doorgedrongen. Daarvoor bestond ook alle reden, want — zoals de Australische premier Menzies terecht verklaarde — mede en wel in hoofdzaak door de Amerikaanse houding was Nasser uit de strijd als overwinnaar te voorschijn getreden en had de Amerikaanse regering heel braaf de Russische belangen gediend. De Amerikaanse regering heeft dan ook nu eindelijk een wijziging in haar houding aangebracht. Als reden daarvoor wordt vrij algemeen aangenomen, dat de Amerikaanse regering heeft ingezien, dat haar tot dusver aangenomen houding er stellig toe zou leiden, dat de samenwerking in het Noord-Atlantische pact finaal verbroken zou worden, en dat de Russische penetratie in het Midden-Oosten niet door de Engelse regering ten dienste vaji haar troepenzending in Egypte verzonnen was, maar dat dit in werkelijkheid het geval was, gelijk ook de Amerikaanse regering zelf heeft waargenomen, dat de leverantie van Russische wapens in Syrië nog maar steeds in grote massa doorgaat. Ook moet het de Amerikaanse regering stellig allerminst welkom zijn geweest, dat de Russen controle gekregen hebben op de olieleveranties in Europa, en dat zij reeds aan Frankrijk aangeboden hebben dit land oHe te leveren. De Amerikaanse regering heeft nu reeds direct een noodplan in werking gesteld, dat ten doel heeft, dat onverwijld olie aan Europa zal worden geleverd. Dit is geschied met toestemming van president Eisenhower. Hij heeft namelijk aan vijftien Amerikaanse oliemaatschappijen verlof gegeven — daarbij de Amerikaanse anti-trustwet tijdelijk buiten werking stellende — samen te werken om het ohetekort van West-Europa op t© heffen. En daarbij heeft de Amerikaanse regering het niet gelaten. Zij heeft een expresse verklaring de wereld ingezonden, dat elke bedreiging van het pact van Bagdad met de meeste ernst zal worden opgenomen; waarmede zij zich in feite gekeerd heeft tegen Syrië en de wapenleveranties van Rusland aan dat land. Ook zal de aangekondigde strenge maatregel van Nasser, dat de Joden Egypte hebben te verlaten, stelhg de Amerikaanse regering de ogen hebben geopend voor de zo gevaarlijke actie van de Sovjet-Unie, welke er op uit is om de Arabische landen tot haar vazalstaten te maJcen.

De Russische regering heeft nu in een radio-uitzending haar hevig misnoegen over de Amerikaanse verklaring geuit. Zij.heeft de Westelijke mogendheden er van beschuldigd een complot te smeden tegen de onafhankelijkheid van Syrië, Een complot, dat niet alleen, volgens de Russische regering, gericht is tegen Syrië, maar tegen alle Arabische volkeren, en dat gesmeed wordt onder het mom, dat de Russische regering van plan is de Arabische landen in haar machtssfeer te betrekken.

Soortgelijke verklaringen werden ook afgelegd door de Syrische minister van buitenlandse zaken, die behalve Engeland, Frankrijk en Israël, de landen van het Bagdadpact (Irak, Iran, Turkije en Pakistan) er van beschuldigde een atmosfeer te scheppen voor een nieuwe agressie in Syrië, welke de Syrische regering vast besloten is te weerstaan, daarbij, indien zulks nodig mocht blijken te zijn, de hulp van alle landen der wereld inroepende.

De toestand dn het Midden-Oosten is allerminst zonder gevaar. Deze is zelfs ernstig. Zij kan nog altijd aanleiding geven, dat er een derde wereldoorlog uitbreekt.

De Turkse regering gevoelt, dat haar land bedreigt wordt. Volgens de laatste berichten zou Rusland thans volledige controle hebben over de militaire macht, welke op het ogenblik naar het voorbeeld van Nasser Syrië regeert, en welke heeft toegelaten, dat de militaire bases in Syrië reeds in handen van de Russen zijn of spoedig zullen komen.

Ook de Jordaanse regering heeft de vriendschap met Engeland opgezegd, eisende, dat de Engelse troepen uit Jordanië zullen vertrekken.

De toestand in het Midden-Oosten is van die ernstige aard geworden, dat de Turkse regering een aantal reservisten onder de wapens geroepen heeft en dat zij medegedeeld heeft, dat binnen twee weken in Oost-en West-Turkije manoeuvres zullen worden gehouden. Daarbij heeft zij verklaard, dat, gelet op de huidige omstandigheden, de Turkse strijdkrachten waakzaam zijn en maatregelen nemen, waarbij zij nadrukkelijk heeft tegengesproken, dat zij troepen aan de grenzen van haar land samentrekt. Ook heeft haar waarnemende minister van buitenlandse zaken zich naar Londen begeven om in verband met de heersende toestand besprekingen te voeren met de Engelse ministers van buitenlandse zaken en oorlog.

Tevens is in Noord-Irak de staat van beleg afgekondigd in verband met de onrust in de vier Noordelijke provincies, waarin de Koerdenstammen door de Russische propaganda worden opgestookt. Onder deze omstandigheden is de Franse minister van buitenlandse zaken Pineau naar Londen vertrokken om aldaar besprekingen met zijn Engelse ambtgenoot te voeren.

Ongetwijfeld zullen de Egyptische kwestie, de houding van de Organisatie der Verenigde Naties, het al of niet terugtrekken van de Engelse en Franse troepen uit Egypte, het opruimen van de versperringen in het Suezkanaal, de toestand in het Midden-Oosten, Syrië, dat van lieverlede een bastion van en voor de Sovjet-Unie is geworden, daarin ter sprake worden gebracht. Wij zullen, wil „De Banier" op tijd verschijnen, op deze besprekingen niet nader kunnen ingaan, dewijl daarover pas Maandag 3 December een officieel communiqué, waarin de uitkomst dier besprekingen zal worden weergegeven, zal worden uitgegeven. Voor zover er op het ogenblik over te oordelen valt, zal afgaande op de verklaring van de minister van buitenlandse zaken, welke hij in het Engelse parlement aflegde, de terugtocht der Engelse en Franse troepen ui fasen geschieden, hetgeen bevestiging vindt in de laatst gedane verklaring van de Franse minister Pineau, die tijdens zijn verblijf in Lon- Jen ten stelligste de geruchten ontkend heeft, als zouden de Franse troepen onvoorwaardelijk uit Egypte worden teruggetrokken. Ook heeft het er alles van weg, dat de opruiming van de versperringen in het Sue2kanaal, ondanks het verzet van Nasser, krachtiger ter hand genomen zal vi'orden. De Organisatie der Verenigde Naties heeft L. Smit & Go's Internationale Sleepdienst te Rotterdam en de Deense bergingsmaatschappij Svitzer officieel opdracht gegeven maatlegelen te treffen tot het opruimen van de versperringen in het Suezkanaal, welke opdracht deze maatschappijen met bekwame spoed hebben te volvoeren en ook voornemens zijn te volvoeren, hetgeen ten aanzien van de olielevering een uitkomst kan brengen voor de West-Eui'opese landen, want ondanks de oHeuitvoer uit Amerika blijft er in die landen een tekort aan olie bestaan.

Alles bijeengenomen geeft ons de huidige benarde toestand te aanschouwen, dat het vergeefs is, dat de bouwlieden aan het huis werker, zo de Heere niet bouwt; alsook dat de Heere de wijsheid der wijzen doet vergaan en het verstand der verstandigen teniet maakt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1956

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 december 1956

De Banier | 8 Pagina's