Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

cm.

Smaad en hoon over Groen en de zijnen. Betreurenswaardig geschrijf van Da Costa.

Het Adres der zeven Haagse heren, van wie Mr. Groen van Prinsterer de leidende figuur was, werd nog voordat de Synode in 1842 samenkwam, gepubliceerd, zodat het alom in het land bekendheid verkreeg. Hierdoor werd het mogelijk gemaakt, dat andere personen er hun instemming mede konden betuigen. Dit werd o.a. gedaan door een drietal leden der Ned. Herv. Kerk te Nijmegen, alsmede door de predikanten Engels te Nieuwolda, Ie Roy te Oude Tonge en van Schuylenburgh te Hellevoetsluis. Dat het Adres door de vijanden der waarheid allesbehalve gunstig onthaald werd, laat zich denken. Een storm van verontwaardiging steeg er in de kringen der kerkelijke liberalen over op. Smaad, hoon en verguizing waren 'het deel van Groen en zijn vrienden. Een der tegenstanders, Dr. Rutgers van der Loeft, greep naar de pen en plaatste als mederedacteur van het tijdschrift „Waarheid in Liefde" in dit blad een tegenadres, waarin hij de zeven Haagse heren een zevental beschuldigingen naar het hoofd slingerde. Hun aanklacht was volgens hem onwaar, sluw, onredelijk, onbetamelijk, onchristelijk, onprotestants en zelfs ongereformeerd. Vervolgens verzocht hij de Synode, op wie hij eerst een lofrede afgestoken had, geen gevolg te geven aan het verzoek der adressanten om over de leer, zoals deze in het zoeven genoemde tijdschrift uitgedragen werd, haar mening kenbaar te maken. De zeven adressanten kregen ecbter ook bijval en wel onder meer van de nog jeugdige maar zeer bekwame predikant Ds, Taats, Nd. Herv. predikant te Elspeet, die op verzoek van enigen zijner ambtgenoten een door hem gehouden voorlezing in druk gaf onder de titel: „Bijdrage tot verdediging van de leer der voldoening", waarin hij zich vooral richtte tegen het tijdschrift der Groninger richting: „Waarheid in Liefde". Wij zullen hierop niet dieper^ingaan, daar wij dan te ver van ons doel, namelijk het beschrijven van Groens aandeel in de kerkelijke strijd, zouden afwijken. Wel moeten wdj even stilstaan bij een ander persoon, die in vele opzichten met

Groen meeging, maar juist op het punt der Formulieren van Enigheid en Kerkherstel met Groen van mening verschilde, ja zelfs openlijk tegen hem inging, al behoorde hij allerminst tot de Groninger richting. Die persoon was de bekende dichter van de „Bezwaren tegen de geest der eeuw", Isaac da Costa. Deze gaf na het verschijnen van het Adres der zeven Haagse heren een geschrift in het licht, waaraan hij de titel gaf van: „Rekenschap van gevoelens bij gelegenheid van de strijd over het Adres aan de Hervormde Gemeente in 'Nederland". Uit dit geschrift bleek duidelijk, dat Da Costa tot andere denkbeelden was gekomen sedert een twintigtal jaren geleden, toen hij zijn „Bezwaren tegen de geest der eeuw" het licht deed zien. Stelde hij zich toen op het standpunt, dat genezing van kerk. staat, maatschappij en godgeleerdheid grotendeels gezocht moest worden in terugkeer tot de oude toestand van voorheen, in 1842 achtte hij die genezing alleen mogelijk door zich van het nieuwe in taal en vormen te bedienen, om daarmede het nieuwe van de mannen der Groninger richting te bestrijden. Indien zijn vrienden zich in hun Adres bepaald hadden tot de verklaring van eenstemmigheid met de grondwaarheden der Christelijke Hervormde Kerk en tot een protest tegen de ondermijning dezer waarheden door de Groninger richting, dan, zo verklaarde Da Costa, zou hij

gaarne zijn aandeel genomen hebben in de miskenning, ja smaad en verguizing, waarmede de adressanten, gelijk te voorzien was, door onverschilligen en tegenstanders zouden bejegend worden. De adressanten waren echter, aldus Da Costa, verder gegaan. Zij hadden die verklaring en dat protest in onafscheidelijk verband gebracht met een tegelijkertijd gevraagde handhaving van de Formulieren van Enigheid. En daartegen had Da Costa onoverkomenlijke bezwaren. Hij wenste een zodanige handhaving der waarheid, ook als kerkelijk middel tegen de krankheden der Nederlands Hervormde Kerk niet en hij wilde deze ook niet vorderen of bevorderen. Hij kon zich derhalve niet verenigen met de in het Adres der zeven Haagse heren gestelde eis, dat de predikanten, zoals dit vroeger plaats vond, de Formulieren van Enigheid oii-H voorwaardelijk behoorden te ondertekenen.

Da Costa deed daarbij geluiden horen] welke ook in onze dagen zo veelvuldig t( beluisteren vallen, als bijvoorbeeld dezel dat de kracht ener belijdenis in haai| versheid ligt; dat een belijdenis ÜOOJ- onze tijd ook van onze tijd moet zijn; tegenover het ingedrongen kwaad, tegenover nieuwe dwalingen, of zelfs tegen-p; over oude dwalingen in de vorm, waariii| onze tijd ze hult, geen acte van vereni ging met het geloof en de strijd van Calvijn. De Brés, Ursinus en de Dordtsi Kerkvergadering kan volstaan, maar leen een geheel verse, in de taal en vor men van onze tijd geuite verklaring, we' derlegging en handhaving.

De Formulieren mochten naar het gel voelen van Da Costa wel in de huizstl en harten in ere en in gebruik blijven als een schone banier uit de goede strijd door de vaderen gevoerd, maar voor difr zelfde strijd in onze tijd, zo schreef Di Costa, zou hun onvoorwaardelijke onder-j tekening en handhaving, wel verre vat een behoefte, veeleer een belemmeiins! zijn. Het enige nodige middel bij hei werk van opwekking en herleving in A gemeente des Heeren op aarde, h& twel ook hij verwachtte van Gods Geest, is zo schreef Da Costa, Gods Woord. Wij moesten bij dit geschrift van Di Costa wat langer stilstaan, omdat hel zulk een grote invloed uitoefende. ïoé. toch te begrijpen is, was dit geschrift to ren op de molen der Synode. Da' Cost; had de kracht der oppositie tegen de Sy node gebroken. Deze kon zich nu f makkelijk met een nietszeggende verklaring van het Adres afmaken.

(wordt vervolge

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's