Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kracht van het Koninkrijk Gods

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kracht van het Koninkrijk Gods

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want het Koninkrijk Gods is niet gelegen in woorden, maar in kracht. 1 Corinthe 4 : 20

Het vierde hoofdstuk van de eerste brief aan de Corinthiërs heeft als doel vooral te waarschuwen tegen de opgeblazenheid der zogenaamde Griekse filosofen, die zeer gesteld waren op menselijke wijsheid en welsprekendheid. Het gevaar was niet denkbeeldig, dat de gemeente van Corinthe zich zou laten verleiden door die ijdele filosofie, en dat stromingen en verdeeldheden, die er reeds waren, nog zeer zouden toenemen, tot verwoesting der gemeente. Paulus, voor zulk een verwoesting beducht zijnde, sprak onder meer ook bovenstaande woorden. Met het Koninkrijk Gods werd door hem bedoeld het Koninkrijk van Gods genade, hetwelk bereid van eeuwigheid, nabijgekomen was met de komst van Jezus Christus in het vlees als de Koning van dat Koninkrijk. Het werd een rijk genaamd, staande tegenover het rijk v£in de vorst der duisternis, zelfs tegenover die koninkrijken dezer aarde, die uitlopen op het rijk-van de antichrist in het laatste der dagen. Het is een geestelijk en hemels Koninkrijk, daarom ook genoemd het Koninkrijk der hemelen. Het is niet anders dan de kerk Gods van alle eeuwen, ten tijde van het Nieuwe Testament zeer bijzonder. Het is het werk Gods in de ware gelovigen, wier harten gemaakt zijn tot tempelen des HeiHgen Geestes.

Reeds onder het Oude Testament was Christus Koning in Sion en had Hij door alle eeuwen heen Zijn ware onderdanen, in wier harten Hij regeerde door Zijn Woord en Geest. Reeds toen gaf Hij Zijn wetten en schreef die op de tafelen huns harten, hen brengend tot 'n evangelische gehoorzaamheid, en gaf Hij aan Zijn volk vele voorrechten en leerde Hij hun de verborgenheden van Zijn Koninkrijk. Reeds toen zette Hij Zijn onderdanen in tot de heilige oorlog tegen satan en zijn rijk, maar vooral onder het Nieuwe Testament is dat Koninkrijk klaar en helder geopenbaard met de komst des Heeren en daarna met de uitstorting des Heiligen Geestes op de Pinksterdag.

Dat Koninkrijk Gods nu is niet gelegen in woorden, maar in kracht, betuigde de apostel Paulus. Al is de taal een machtig middel in de hand des Heeren om Zijn Koninkrijk te bouwen en uit te breiden, gelijk het oorspronkelijk Gods doel was, dat de mens door middel van de tong en de taal God zou verheerlijken, zo is er toch veel meer nodig dan de taal der woorden alleen. Al kan nimmer worden ontkend, dat door de taal als middel Gods volk kan worden gesticht, indien het slechts lippenwerk is, zal er weinig kracht van uitgaan; dan zal immers de gloed der overtuiging worden gemist. Dan zal de bezieling achterwege blijven, omdat men wel de woorden der zaken heeft, maar de zaken der woorden worden gemist. Daardoor worden soms anderen gesticht, maar de spreker zelf zal het geen nuttigheid geven. Al ware het, dat men de taal der engelen en der mensen sprak en men de liefde niet had, zo ware men een klinkend metaal of luidende schel geworden.

De taal is een machtig middel ten hemel, maar ook ter hel. Wanneer onder een schijn van waarheid en godzaligheid verderfelijke leringen bedekt worden ingevoerd, dan betekent dat zelfs een ze^.^ groot gevaar. Maar is het niet het doel om dat te doen, het komt er evenwel toch van als de Geest Cïods gemist wordt en men wel met vele woorden de belijdenis tracht vast te houden, maar in de grond der zaak de praktijk verloochent. Paulus wilde dus zeggen, dat het op de praktijk aankomt en op de bediening des Heiligen Geestes in het hart. Al heeft de mens de waarheid in het hoofd en op de lippen, als het niet in het hart wordt beleefd, als de kracht der waarheid niet wordt gekend tot nederwerping der sterkten, die zich verheffen tegen Christus' heerschappij, dan zal God er niet in verheerlijkt worden en de ziel er niet door behouden worden.

De kracht van het Koninkrijk Gods moet openbaar worden in de verlichting van het verstand, in de ware kennis Gods. Een God te belijden, die men nimmer leerde kennen, die voor de mens van nature een vreemde, onbekende God is, wat zijn het anders dan holle klanken? Een God te willen begrijpen met het verduisterd verstand, en door te wiUen dringen in de verborgenheden van het Koninkrijk Gods, terwajl het verstand toch nalaat de ware grond van het weldoen Gods op te merken, wat is het anders dan dwaasheid en vermetelheid? Daar zijn zo vele verborgenheden, die zeer ver uitgaan boven het eindige verstand van de nietige mens, dat men van de godsdienst geen begripszaak zou moeten maken, maar een geloofszaak. En daarom is het van het allergrootste belang, dat met een opgeklaard oordeel en met diepe, diepe eerbied over de zaken van Gods Koninkrijk gesproken wordt en tegen de vijanden van dat Koninkrijk gestreden wordt.

De oprechtheid, eigen aan het vernieuwde hart, zal dan ook geestledige gesprekken over God en Zijn dienst schuwen en liever doen zwijgen als er geen geestelijke drang tot getuigen is, dan maar altijd door, gelijk sommigen de gewoonte hebben, te redeneren over heihge zaken met ongeheiligde lippen. Met de woorden, die men spreekt, behoort zi'^h tt parer het vaste voornemen van QO wil om God te verheerlijken door een wandel overeenkomstig Gods Woord. Indien woord en hart samenstemmen, zullen ook woord en wandel niet met elkaar in strijd komen. Integendeel, dan zullen leer en leven elkaar mogen dekken, al blijft op aarde alles ten dele en al struikelt Gods volk zelfs dagelijks in vele.

Maar de consciëntie zal bevredigd zijn indien men naar die regel tracht te wandelen, dat waarheid en oprechtheid door de mens begeerd en zo veel mogelijk nagejaagd worden. Het kwade geweten is een lastige aanklager en zal bij duizenden de ware levensvreugde vergallen en uiteindelijk doen verzinken in verderf en ondergang. De wroeging zal niet minder, maar wel erger worden, naarmate het ogenblik naderbij komt, dat men moet verschijnen voor de Rechter der ganse aarde.

De oprechte daarentegen mag bij ogenblikken de ziel vervrolijken door de liefde Gods, uitgestort in het hart door de ^Tciligc Goest. Ea de vruchtsr. des Geestes zullen niet achterwege blijven, want God is voor Zijn volk geen land van uiterste donkerheid, noch een dorre woestijn. De vrede Gods, die alle verstand te boven gaat, zal hun harten en zinnen bewaren in Christus Jezus, en de vrede Gods zal doen afwijken van de strikken des doods, zijnde een springader des levens. Het afsterven van de wereld en de zonde zal de vreedzame vrucht zijn, maar gepaard gaan met een hartelijke vreugde in God door Christus. Hoe arm is dan toch het praatchristendom, dat nimmer iets wezenlijks van God ontving en dat zich met redeneren tracht te handhaven, zonder ooit te kunnen slagen om een naam te maken onder de ware oprechten. En moge men al slagen in het begeesteren van onkundige zielen, die gemoedelijk en goedgelovig zijn; bij de zakelijke kinderen Gods zullen zij spoedig in een kwade reuk staan, want die ontvangen ogen om te zien en oren om te horen, en die letten meer op de vruchten van het nieuwe leven, dan op schoonklinkende woorden, welke niet de minste afdruk geven in de ziel.

En eens zal het voor aller oog geopenbaard worden, wie oprecht waren in hun woorden en de praktijk er van hadden, en bij wie het slechts woorden waren zonder kracht. Mensen hebben slechts het oordeel der waarschijnlijkheid, maar Christus heeft het oordeel der onfeilbaarheid, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren met Zijn wan, en d© tarwe zal Hij verzamelen in Zijn hemelse voorraadschuren, maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden.

Wel mogen wij vragen: „Doorgrond mij en ken mijn hart; beproef mij en ken mijn gedachten; en zie of bij mij een schadelijke weg zij, en leid mij op de eeuwige weg". Als David dat moest bidden, hoeveel te meer wij dan, die het met zoveel minder licht en genade moeten doen.

Maar de Heere is getrouw en zal tot de Zijnen van vrede spreken.

R.Z. Ds. CHR. VAN DAM

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's

De kracht van het Koninkrijk Gods

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's