Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Het jaar 1956 is onherroejaelijk voorbij; een nieuw jaar zijn wij weder ingetreden. Wat dit jaar ons brengen zal, is alleen de Heere bekend, daar Hij het is, Die alles bestuurt naar de door Hem bepaalde raad. Zowel voorspoed als tegenspoed wordt ons uit Zijn hand toebeschikt. Hij is de Uitdeler van gaven en genade. Mochten wij vooral in die genade delen, waardoor het hart vernieuwd en God ons deel mocht worden voor tijd en eeuwigheid. Dit wensen wij alle neven en nichten met hun ouders en overige familieleden van harte voor 1957 toe. En voorts nog hartelijk dank voor de nieuwjaarswensen, welke wij mochten ontvangen, zowel in de brieven, als door middel van mooie nieuwjaarskaarten. Voordat wij nu overgaan tot het vermelden van de oplossii^en van de raadsels der opgaven 469 tot en met 472, roepen wij eerst nog een hartelijk welkom toe aan twee nieuwe nichten, namelijk Bets Bloed te Waverveen en Aukje Pompstra te Oudwoude (Fr.). We hopen, dat jullie de oplossingen bij leven en welzijn tot in lengte van jaren zult blijven inzenden.

Thans volgen de oplossingen der raadsels van de opgaven 469 tot en met 472.

OPGAVE 469

Jongeren:

1. De koning Belsazar maakte een grote maaltijd. (Zoar, Milka, Lodebar, Manasse, getij, Kenan, deeg, 2 x t). 2. Jonathan (Jozua, Omri, Nabal, Areopagus, Tarsen, Hilkia, Agrippa, Nazareth). 3. Want in Hem leven wij en bewegen wij ons.

Onderen:

1. Staat op de wegen en ziet toe en vraagt naar de oude paden, waar toch 'de goede weg zij. (Zacharias, Doëg, Petra, doop, ontdaan, tante, goud, ijveren, wezen, twee, degen, dag, e, a). 2. Mitsraïm. 3. Het zout is goed, maar indien het zout onzout gemaakt wordt, waarmede zult gij dat smakelijk maken?

OPGAVE 470

Jongeren:

1. Wie vader of moeder vloekt, die zal de dood sterven. (David, Zadok, nerf, Eli, Rome, Lot, vrede, woest, vee, do. Ede). 2. Herodes (Henoch, Eunice, Rebekka, Othniël, Darius, Ezau, Simeï). 3. Onze misdaden voeren ons weg als een wind (Jesaja 64 : 6).

Ouderen:

1. Ik ben verzekerd, dat het ook in u woont. 2. Benjamin. 3. En de vorsten werden zeer toornig op Jeremia en sloegen hem. (GomoiTa, Jizreël, Omri, geest, wens, roven, hond, Deen, pet, 2 x een).

OPGAVE 471

Jongeren:

1. En gij, Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? (Boaz, Ruth, Mirjam, zeven, 2 x hij­ gen, Zeeuw, Delft, ijlen, Ada, neen, koeien, 3 x d, tent). 2. Obadja (Oostzee, Benhadad, Achitofel, Drusilla, Juda, Alfeüs). 3. Het is mij beter te sterven dan te leven.

Ouderen:

1. Ik zal misbaar maken als de draken en 'treuren als de jonge struisen. (Jeruzalem, Ketura, Abiël, dralen, mais, geranium, Endor, Kades, steeds, kennis, n). 2. Is de Heere niet in het midden van ons? 3. David (Daniël, Jona, Vasthi, Isaï, Dan).

OPGAVE 472

Jongeren:

1. En Maria, opgestaan zijnde, in die dagen. (Mozes, Naïn, Ai, nijd, eng, pagina, eed, rat, drie). 2. Berechja (Beor, Eliëzer, Rehabeam, Ezechiël, Cyprus, Hiram, Jozef, Areopagus). 3. Hij heeft een krachtig werk gedaan.

Ouderen:

1. Uw vaderen hebben het manna gegeten. 2. Jona, de zoon van Amittai. (Amazia, Javan, noot, niet, do). 3. Efraïm, wat heb ik meer met de afgoden te doen? (Rafidim, Obed, 'gemeente, fa, koran, heet, wee, tam).

Het ligt in het voornemen de volgende maal de namen te vermelden van de neven en nichten, die een prijs behaald hebben, We gaan nu over tot het geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 476

Jongeren:

1. Een tekstgedeelte uit het boek Nahum bestaat uit vijftig letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende gegeven is? 48 33 48 24 16 12 10 37 45 is de naam van de koning, die Mordechai verhoogde en Haman liet ophangen. 1 31 5 49 17 10 48 is de naam van de vrouw van Mozes. 25 2 6 40 43 29 is de naam van een strijdbare held, aan wie de Engel des Heeren verscheen om hem tot richter over Israël aan te stellen. 9 46 47 42 is weerkaatsing van klanken. 14 4 39 36 is de naam van een machtige herder ten tijde van koning Saul. 8 18 21 28 13 zijn onmisbaar om te kunnen lopen. 22 32 15 11 dient om brood te bakken. 41 23 35 3 betekent een klein stuk. 26 39 20 27 is de naam van een prachtige lusthof. 30 7 34 13 is een Europeaan. 44 is de eerste letter van de naam van een vrouw, die veel goed voor de armen deed. 19 is gelijk 50 is de eerste letter van de naam van de geboorteplaats van Paulus.

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het derde hoofdstuk van het boek Habakuk. a. Ik, de Heere, worde niet veranderd. b. Wie zal ons het goede doen zien? c. Verwerp mij niet in de tijd des ouderdoms. d. Zij zullen zich de ganse dag verheugen. e. De Heere plaatste Adam in het Paradijs. f. Adam liet zich door zijn vrouw, en deze door de slang verleiden. 'g. Toen kwam de Heere God in de hof en Hij riep Adam, zeggende: Waar zijt gij? h. De Heere is het deel mijns bekers. i. Water scheppen met vreugde uit de fonteinen des heils. 3. Door een andere rangschikking der letters van

NIENMOER

kan men de naam krijgen van een volk, onder het welk Paulus gearbeid heeft.

Ouderen:

1. Een tekst uit één der Psalmen bestaat uit vijftig letters. Zoek deze tekst uit de volgende gegevens: 5 17 13 40 21 50 is iemand uit het geslacht van Aser. Zijn naam komt voor in het Nieuwe Testament. 48 23 20 4 2 1 33 is de naam van een koning van Juda, die door Nebucadnezars soldaten gevangen genomen werd en wiens zonen voor zijn ogen geslacht werden. 35 7 45 12 19 9 47 betekent aanhoudend over iets peinzen. 43 49 24 32 22 36 27 is een soort geweer. 25 34 44 26 8 is een kleur. 42 16 1 46 41 is de naam van de plaats, waar Jakob God van aangezicht tot aangezicht gezien heeft. 31 29 11 14 37 is een gedeelte van een spoortrein. 39 18 28 38 30 is een wijkplaats voor schepen. 3 10 6 15 is een dik stuk (brood bijvoorbeeld).

2. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zo, dat de woorden 'tezamen een tekstgedeelte geven uit de Openbaring van Johannes, tussen het 6e en 10e hoofdstuk. a. Gezegend zal zijn uw korf en uw baktrog. b. En de Heere uw God zal uw gevangenis wenden. c. Van daar zal u de Heere uw God vergaderen. d. Alle mensen moeten eens sterven. e. Die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. f. Van U, o mijn sterkte! zal ik psalmzingen. g. Zouden zij om hun ongerechtigheden vrijgaan? h. De ogen des Heeren doorlopen de ganse aarde. i. In deze zin ontbreekt het laatste woord van het gevraagde tekstgedeelte. Dit moet men dus zelf invullen.

3. Door één letter van de naam HISKIA te vervangen door een andere letter, kan men de naam krijgen van de vader van één der oud-testamentische profeten. Hoe heette deze vader?

De oplossingen van de raadsels der opgaven 473 tot en met 476 kunnen toegezonden worden aan het adres van Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht. Denk er om naam en adres in de brief en buiten op de achterzijde van de enveloppe te schrijven.

OOM K004

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 1957

De Banier | 8 Pagina's