Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De IsraëHsche regering heeft tenslotte het hoofd gebogen voor iets, waarvan zij meermalen betuigd heeft, het hoofd niet te willen en te zullen buigen. Zij heeft namelijk besloten haar troepen zowel uit het gebied van Gaza als uit de strook langs de Golf van Akaba te zullen terugtrekken. Zonder verzet, en protest van een deel der Israëlieten is dit niet gegaan. Er is tegen dit besluit in Jeruzalem en in andere plaatsen gedemonstreerd en er is een drietal moties daartegen in het parlement ingediend, welke echter alle drie met een grote meerderheid van stemmen zijn verworpen. De regering heeft alzo haar beslissing kunnen uitvoeren. Zelfs is het ministerie in haar geheel aan het bewind kunnen blijven. Er is toch niet gebeurd waarvoor aanvankelijk gevreesd werd, namelijk dat de twee oppositie-partijen elk twee van hun ministers uit de regering zouden terugnemen.

Dat de regering van Israël tenslotte toch overstag is gegaan, daartoe heeft de Amerikaanse regering in sterke mate bijgedragen. Het recht van de sterkste heeft in deze ook gezegevierd. Was de houding van de Amerikaanse regering van meet af een geheel andere geweest, dan had heel het verloop van deze kwestie een geheel andere geweest. Deze heeft er ongetvsdjfeld ook sterk de hand in gehad, dat Engeland en Frankrijk hun troepen uit Egypte hebben teruggetrokken, waarmede er al een hele wijziging ten gunste van Egypte plaats gevonden heeft, en ook ten aanzien van de zo grote ommekeer in Israels regering is dit stellig het geval.

Met deze ommekeer heeft de Israëlische regering Egypte en de Arabische landen de wind uit de zeilen genomen, in zoverre dat zij op grond van de aangenomen resolutie van de Algemene Vergadering der Verenigde Naties geen sancties tegen Israël konden inzetten.

Zonder enige toezegging van de zijde van de Amerikaanse regering en andere regeringen is de ommekeer van de regering van Ben Goerion stellig niet geschied. De Israëlische regering zijn van die zijde enige toezeggingen gedaan. Zo heeft de Amerikaanse minister Dulles de Israëlische regering toegezegd, dat zijn regering haar best zal doen om de vrije doorvaart door de Golf van Akaba te verzekeren en om de politietroepen van de Verenigde Naties in het gebied van Gaza te doen legeren, terwijl president Eisenhower op de Israëlische regering een beroep deed „te vertrouwen op de vast- 4 beslotenheid van alle vrienden van de rechtvaardigheid", en op 21 Februari uitsprak, dat de Organisatie der Verenigde Naties zich krachtig zal bezig houden met een eventuele schending door Israël van de bestandsovereenkomst of van andere internationale verphchtingen. Wat deze toezeggingen en zo vaag gedane beloften van de Amerikaanse regering en die van andere regeringen eigenlijk waard zijn, zal in de toekomst moeten blijken.

Er zijn, dat is wel zeker — nog heel wat moeilijkheden uit de weg te ruimen en geschillen op te lossen. Wat staat er te gebeuren als de regering van Nasser straks de terugtrekking van de politietroepen van haar grondgebied zal eisen, waartoe zij zelfs volgens een verklaring van de Canadese minister-president te allen tijde het recht heeft? Dit zal wis en zeker menige regering zelfs nog welgevallig zijn. De minister-president van Denemarken, H. O. Hanoen, heeft immers dezer dagen verklaard, dat de vier Scandinavische landen (Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland) van plan zijn binnen enkele maanden hun troepen uit de strijdkrachten van de Verenigde Naties terug te trekken. Deelneming aan het politieleger der Verenigde Naties betekent voor de kleinere landen volgens de Deense minister een grote financiële last, welke de grotere landen zullen moeten overnemen. Of deze daartoe genegen zijn, is echter een open vraag.

Wat staat, zo kan vervolgens gevraagd worden, te gebeuren als straks in de toekomst de regering van Nasser de terugkeer van Egyptische bestuursambtenaren in het gebied van Gaza zal eisen? Zal de Organisatie der Verenigde Naties dit toelaten, en ook toelaten, dat van daamit de zelfmoordenaarscommando's weer tegen Israël optreden?

Bovendien verkeert men nog in het onzekere of Egypte de vrije vaart in het Suezkanaal en door de Golf van Akaba zal toestaan. Wat de vrije doorvaart in de Golf van Akaba betreft, daarop bestaat heel weinig kans, als men afgaat op hetgeen de Egyptische radio, welke slechts door de regering goedgekeurde mededelingen kan rondzenden, daaromtrent heeft uitgezonden. Deze heeft toch "medegedeeld, dat de Golf van Akaba onder de souvereiniteit van Egypte valt; een mening, welke door alle Arabische landen wordt gedeeld. President Eisenhower daarentegen huldigt een andere opvatting. Hij heeft op een persconferentie verKjaata, aat üit riiöt net gevai is, maar daaraan toegevoegd, dat hij er zich bij neer zou leggen, indien het Internationale Gerechtshof te Den Haag uit zou maken, dat de Golf van Akaba inderdaad onder Egyptische souvereiniteit staat. Bij dit aUes bestaat er in deze aangelegenheid nog zo grote onzekerheid. De minister van staat van India, Krisja Menon, heeft bij zijn bezoek aan de Eg3/ptische regering in Kairo als zijn oordeel uitgesproken, dat de Golf van Akaba onder de Egyptische souvereiniteit staat, maar men verkeert in het onzekere omtrent wat Menon verder met president Nasser heeft afgesproken. Gelijk men ook in het onzekere verkeert omtrent de inhoud van president Eisenhowers laatste brief aan de Israëlische minister-president Ben Goerion, die de veronti-usting in Israël over de verklaringen van Cabot Lodge, als Amerikaans gedelegeerde in de Algemene Vergadering gedaan, en die van Dulles grotendeels heeft weggenomen.

Zo staat dan feitelijk ten aanzien van het Midden-Oosten alles nog op losse schroeven. President Eisenhower heeft wel verklaard, dat er ten opzichte van het Midden-Oosten een verbetering in de toestand aldaar valt te constateren, doch niet nagelaten daarbij tevens te verklaren, dat er nog tal van moeilijkheden bestaan en allerlei geschilpunten opgelost moeten worden. En dit is ontegenzeggelijk het geval.

De Israëlische regering heeft al haar troepen van het Egyptische grondgebied teruggetrokken. Gelet op de belofte van president Nasser, dat de opruimingswerkzaamheden in het 'Suezkanaal krachtig ter hand zouden worden genomen zodra dit geschied was, maakt de Egyptische regering met de opruimingswerkzaamheden nochtans geen haast. Ondanks alle optimistische berichten daaromtrent — de Amerikaanse minister Dulles heeft gezegd dat het Suezkanaal binnen tien dagen bevaarbaar zou zijn, hetgeen de Amerikaanse militaire autoriteit Wheeler, met het opruimen belast, heeft tegengesproken — hebben de opruimingstroepen van de Organisatie der Verenigde Naties geen aanvang kunnen maken met de opruiming van de laatste obstakels.

Voor zover er op dit ogenblik over te oordelen valt, heeft president Nasser nog ëen paar eisen op zijn program staan. Hij wil geen Israëlische schepen toelaten — ondanks het besluit van de Veiligheidsraad, dat deze blokkade moet eindigen. Voorts is officieus van Egyptische zijde medegedeeld, dat Engeland, Frankrijk en Israël nog een schadevergoeding moeten betalen. Daarbij komt dan nog, dat de regeling over de betaling van de tolgelden ook nog allerlei moeilijkheden kan opleveren.

Dat de moeilijkheden allerminst tot het verleden behoren, en de spanning in het Midden-Oosten niet is weggenomen, komt temeer vast te staan als men acht geeft op de verklaring van radio Moskou. Deze heeft verklaard, dat de terugtrekking van de Israëlische troepen van het Egyptisch grondgebied slechts een „manoeuvre" is, en de Amerikaanse regering gevaarlijke intriges tegen de Arabische staten ten laste gelegd. Terwijl deze regering — aldus radio Moskou — openlijk een beroep op de Israëlische regering doet om haar troepen terug te trekken, moedigt zij in feite Israels onwettige daden aan.

Volgens de allerlaatste berichten moet er thans aan gewerkt worden om het laatste grote obstakel, de sleepboot „Edgar Bonnet", welke de doorvaart in het Suezkanaal nog steeds belet, op te ruimen, terwijl een aantal Egyptische schoeners reeds aan de reis van Port Said naar Suez is begonnen. Volgens deze berichten moet door de Egyptisch© regering. a^ënSg niet officieel, toegezegd ^j; , dat alle schepen door het Suezkanaal gen varen, mits zij de tolgelden ju, Egypte betalen, waarbij later door ea Egyptische ambtenaar echter nog eej uitdrukkelijke uitzondering gemaakt voor de IsraëHsche schepen, welke vo]. gens hem de doorvaart door het kanaij geweigerd zal worden, terwijl ook bj, treffende de Engelse en Franse schepei bijzondere voorwaarden voor het gebrui van het Suezkanaal gesteld zullen den.

Uit dit alles blijkt wel, dat al hebbei de Israëlische troepen het Egypty grondgebied verlaten, en de politietroe pen van de Verenigde Naties zich ds thans gelegerd, het nog allesbehalve en vree in het Midden-Oosten is.

In het kort nog het navolgende. Overste Ventje Soemoeal, de militain commandant van Oost-Indonesië, zonder de regering van Soekarno er g te kennen, eigenmachtig een militair b» stuur over dat deel van de Indonesisolii archipel ingesteld en alle macht in den gelegd van een raad van 52 personen

Bovendien wordt in Djakarta gevTees^l dat ook Borneo en Atjeh zich aan de een. trale Indonesische regering zullen ojitrekken. Deze vrees vindt haar oorspronj in:

a. De mededeling van luitenant-kolonel Gaharve, militair commandant in Atjel, aan luitenant-kolonel Hoessein, opstaii' dig commandant in Midden-Sumatra, „de bevolking van Atjeh haar eigen i wil gaan".

b. Het beroep, dat de voorzitter van i reünie van de voormalige revolutionnai» Lamboen Magkoerat Divisie te Bandjet massin (Borneo), oud-majoor Hadji M bani, in een redevoering op zijn toehooi' ders deed, welke hij aanspoorde het stuur over Borneo in eigen handen te w men, zeggende: „Neem de verantwooidelijkheid voor de ontwikkeling van è provincie over

Als Borneo en Atjeh zich inderdaad aai het bestuur van Soekamo's regering zou den onttrekken, dan zou alleen Java noj onder het bewind van diens regering ven staan.

Door deze gang van zaken heeft presi dent Soekarno zich gedwongen geziei water in zijn wijn te doen. Hij heeft meiijk zijn plan om de communisten il de regering op te nemen, laten varen aldus hebben enkele hoge legerofficieren medegedeeld. De gang van zaken ei ook de druk, welke door het leger en 4 godsdienstige partijen uitgeoefend werJ heeft president Soekarno er toe gebra om af te zien van de opneming van communisten in de regering, doch ij moet er niet van af hebben willen ziei om de communisten op te nemen in df „nationale raad", welke hij wü vomiffl om het land te helpen besturen.

Aangaande een officiële beslissing vai Soekarno is echter nog niets bekend. De ze is hij voornemens op Woensdag M Maart af te leggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 1957

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 maart 1957

De Banier | 8 Pagina's