Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bezwaren tegen de Euromarkt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bezwaren tegen de Euromarkt

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Van verschillende zijden zijn ernstige bezwaren tegen deze markt ingebracht. En dit vooral uit de kringen, welke in nauw verband met ons bedrijfsleven staan. Dit verheugt ons, omdat uit de geopperde bezwaren blijkt, dat men zich in deze kringen niet overgeeft aan allerlei illusies, maar zich op de bodem der werkelijkheid stelt.

Aan het najagen van illusies heeft het vooral in de laatste tijd niet ontbroken. Ons land is dit steeds duur te staan gekomen. Daaraan heeft het meer dan genoeg ten offer gebracht!

Om een voorbeeld te noemen: hoe heeft men teir onzent al gedweept met de ontwapening! Zelfs toen Duitsland onder Hitler zich tot de tanden toe wapende, liepen velen in ons land te hoop voor ontwapening. Zó zeer verwachtte men daar de redding van, dat, toen het Duitse leger in 1940 ons land binnen viel, het ons land in een vrijwel ontwapende toestand aantrof. Zo ver hadden de ontwapenaars het met hun propaganda en ijver voor de ontwapening weten te brengen. In hun verblinde ijver hebben zij als triomf voor hun actie gebroken geweren in hun knoopsgaten gedragen. , , Nooit meer oorlog", zo maakten de ontwapenaars elkander diets, en dat door ontwapening.

Ja, met wat al illusies heeft men in de laatste tijd gedweept! De Volkenbond. . . . een illusie; de Organisatie der Verenigde Naties. . .'. een illusie. De goede verstandhouding, welke er volgens de voorstanders door de souvereiniteitsoverdracht tussen Nederland en Indonesië zou ontstaan een illusie; de Europese Defensie Gemeenschap, doordat Frankrijk het verdrag verwierp. . . . een illusie. Met dat al ging de grote meerderheid in het Nederlandse parlement destijds zó zeer in de illusie van deze gemeenschap op, dat het Nederlandse parlement van al de landen het eerst zijn goedkeuring aan dat verdrag hechtte. Doch waarvoor al die betoonde ijver, al die betrachte spoed, al die geestdrift. . . .? Voor een illusie, want die gemeenschap is niet anders dan een doodgeboren kind geweest.

Stellig zullen er ook thans wel personen met zulk een dweepzieke ijver vervuld zijn, dat zij zouden willen, dat ons parlement ook bij deze gelegenheid haantje de voorste zou zijn, maar al te grote kans bestaat daar toch niet op; wel daarop, dat het verdrag van de Euromarkt door de meerderheid van het parlement aanvaard zal worden.

Ook leeft men in de gedachte, dat dit het geval zal zijn in West-Duitsland, Italië en Frankrijk, waarin bij een voorbehandeling in het parlement zich daar reeds een meerderheid voor heeft uitgesproken, wat geen verwondering behoeft te baren, want het verdrag is voor Frankrijk gunstig, hetgeen niet ten aanzien van Nederland kan worden gezegd.

Een invloedrijke persoon. Mr. K. P. van der Mandele, voorzitter van de Kamer van Koophandel in Rotterdam, heeft het verdrag ten opzichte van Nederland „beneden de maat" genoemd. In een artikel in de , , Economisch-Statistische berichten" heeft hij het verdrag tevens als een sprong in het duister betiteld.

De tussen de zes landen bestaande handelsbelemmeringen worden — volgens hem — ook na de overgangsperiode niet volledig uit de weg geruimd. Op vitale punten komt geen gemeenschappelijke pohtiek tot stand, en daar waar deze wel tot stand zal worden gebracht, bestaat geen zekerheid, dat zij op de grondslag van gezonde economie zal rusten. De handelsbelemmeringen ten opzichte van derde landen worden verzwaard, enerzijds door hoge buitentarieven, anderzijds door preferentie van aankoop voor producten uit landen der gemeenschap — aldus oordeelt Mr. K. P. van de Mandele.

Voorts is als een bezwaar tegen de Euromarkt ingebracht, dat de landbouw en het transportwezen in het verdrag geen enkele garantie vinden, dat hun producten en diensten vrij over de gehele gemeenschappelijke markt kunnen worden geleverd, alsook dat Frankrijk voor zijn gehele handelsbeweging het beginsel van de douane-unie voor onbepaalde tijd opschort door de handhaving van een speciaal regime te verlangen.

Een andere zeer gewichtige vi-aag — zo stelt Mr. van der Mandele — is, hoe het verdrag de verhouding ten opzichte van landen buiten de gemeenschap zal regelen. Deze verhouding zal in de eerste plaats worden beheerst door de regeling, ontworpen voor het zogenaamde buitentarief. Dit gemeenschappelijke buitentarief zal in vele gevallen aanzienlijk hoger liggen dan de douanetarieven van de Benelux en Duitsland, waarbij de overeenkomst over het toetreden van de Franse overzeese gebiedsdelen de situatie nog heeft verscherpt, doordat is toegestemd in hoge buitentarieven voor producten als koffie, cacao, rubber, bananen en zuidvruchten.

Daarbij kan nog de vraag gesteld worden, of in het verdrag bepalingen zullen worden opgenomen, waardoor verzekerd is, dat ieder van de aangesloten landen een politiek zal voeren, welke gericht is op de gezondmaking van de economie van het land. Het gevaar dreigt hierbij, dat één van de landen, welke zich bij de Euromarkt hebben aangesloten, zich overgeeft aan het voeren van inflatoire monetaire politiek, welke daartoe zou lei­ den, dat de aangesloten Westelijke Europese landen, dus ook ons land, meegetrokken worden in een inflatie, wat tot gevolg zou hebben, dat onze gulden nog al meer van zijn waarde zou verliezen dan hij alreeds verloren heeft; hetgeen het leven van tal van 'Nederlanders nog duurder en moeilijker zou maken dan het nu al is. En het vormt ook geen gering bezwaar, dat Nederland kostenverhogingen te dragen zal krijgen tengevolge van de voorgestelde extra sociale inspanning, tengevolge van uit te oefenen preferenties voor producten uit de gemeenschap van de hogere buitentarieven bij invoer uit derde landen, welke voor al onze bedrijfstakken, maar voor bepaalde bedrijfstakken in het bijzonder, zeer bezwaarlijk zullen zijn. Daardoor zal ook de Nederlandse exportpositie in landen, welke niet tot de Euromarkt behoren, moeilijker worden. De Nederlandse exportpositie zal nog al ernstiger bedreigd worden als de afzetmogelijkheden van laatstgenoemde landen tengevolge van de hoge buitentarieven worden bemoeilijkt, terwijl het volstrekt niet zeker is, dat onze exportpositie naar de landen, welke zich bij de Euromarkt aangesloten zullen hebben, in die mate vergroot zal worden, dat onze export tenslotte geen schade beloopt.

In ons land heeft men ook van regeringswege het er op aangelegd om bij de grote bevolkingsaanwas ook voor de bevolking werk en een bestaansmogelijkheid te verschaffen door de industrie en de export te bevorderen. Wil dit slagen, dan heeft ons land nodig, dat het op al de markten in heel de wereld zijn waren kan afzetten, terwijl het een open vraag blijft, of dit ook bij onze aansluiting bij de Euromarkt zal kunnen plaats vinden. Ook in deze dreigt de Euromarkt een groot gevaar voor Nederland op te leveren.

Volgens de berichten in de pers is men ten aanzien van de internationale handel, de zeevaart en zeehavens beducht, , dat door de Euromarkt deze in een ongunstige positie zullen komen te verkeren.

Volgens een ander aan de pers ontleend bericht is men in de kringen van de metaalindustrie bezorgd over de Euromarkt. Binnenkort zullen, afgaande op dat bericht, vertegenwoordigers van de metaalindustrie een bespreking met minister professor Zijlstra voeren met het doel, dat voorkomen zal worden, dat deze industrialisatie in het bijzonder, en onze industrialisatie in het algemeen, niet door de bepalingen van de Euromarkt in gevaar zullen komen. In de kringen van de metaalindustrie is men toch ernstig verontrust over de bepalingen van het ontworpen verdrag van de Euromarkt. Men zal trachten de ogen van de regering en . het parlement alsnog te openen voor de funeste gevolgen, die het verdrag voor onze economie kan hebben.

De metaalindustrie is de belangrijkste tak van het bedrijfsleven, welke in de toekomst aan onze zo snel en sterk toenemende beroepsbevolking, naar de mens gesproken, werkgelegenheid en bestaan zal moeten verschaffen. Voor onze industrialisatie, in het bijzonder voor de metaalindustrie, is het derhalve van het allergrootste belang, dat zij vertrouwen heeft in de toekomst, waardoor zij bereid is en zal blijven tot nieuwe investeringen en uitbreidingen. Aan dit vertrouwen en deze bereidheid zal het ten enenmale ontbreken, wanneer het verdrag in zijn huidige vorm wordt aanvaard.

Van de export van de Nederlandse metaalindustrie wordt immers niet minder dan tweederde deel uitgevoerd naar landen, welke niet bij de Euromarkt zijn aangesloten. Hierbij komt nog, dat de metaalindustrie ook de volle last zal krijgen te dragen van de aanzienlijke kos­ tenstijging in het binnenland, welke het gevolg is van de optrekking van onsse sociale maatregelen naar het Franse peil en van andere verdragsbepalingen, terwijl Frankrijk zijn sociale maatregelen met het funeste middel van inflatie financiert.

Bovendien zal de verhoging van het buitentarief voor grondstoffen en halffabrikaten direct, maar vooral indirect een aanzienlijke verzwaring van lasten voor de metaalindustrie tengevolge hebben. Ook is men in de kringen van de metaalindustrie met vrees vervuld betreffende het derde deel van de export van de metaalnijverheid, dat in de landen, aangesloten bij het verdrag van de Euromarkt, wordt afgezet, en de productie, welke in ons land wordt verkocht. In landen als Duitsland en Frankrijk — zo wordt in de kringen van onze metaalindustrie be­ , toogd — zal het publiek, wanneer de prijs dezelfde of iets hoger is, immer de voorkeur geven aan het eigen product. In Nederland is dat juist andersom en wordt — zeer ten onrechte — het buitenlands product doorgaans het beste geacht.

Het feit, dat ons volk vaak de voorkeur geeft aan wat niet van eigen bodem is, maar uit den vreemde, uit het buitenland tot ons komt, heeft Mr. Groen van Prinsterer in zijn geschriften ook reeds geconstateerd en betreurd, gelijk het ook inderdaad te betreuren valt en vaak niet anders dan een schadelijke ert verderfelijke liefhebberij is. Daarbij heeft Mr. Groen van Prinsterer ter sprake gebracht de zucht van ons volk om vreemde zeden en modes na te volgen, inzonderheid de Franse, waardoor de oorspronkelijke eenvoud, die onder ons volk heerste, zeer geschaad werd en onder de hogere standen geheel teloor ging. De Franse lectuur, het gebruik van de Franse taal, het hebben van Franse gouvernantes, was daarin zeer in trek. Daaruit is het mede te verklaren, dat de theorieën van de Franse revolutie bij onze hogere standen zulk een gerede ingang vonden, en de leer der Reformatie daarin totaal verloochend werd.

Terugkerend tot onze bespreking van de bezwaren, welke in de kringen van de metaalindustrie tegen het verdrag van de Euromarkt naar voren gebracht zijn, hebben wij daar nog aan toe te voegen, dat ook daarom het verdrag deze industrie m_et zorg vervult, omdat de douanemuren binnen de kring van deze markt geslecht zullen worden. Daarin vreest men toch alsdan de concurrentie van het machtige industriële Roergebied, terwijl men daarin daarenboven weinig kans ziet om de export naar Europese landen te vergroten.

Hierbij komt voorts nog, dat de regeringen van alle landen, welke aan de Eiuromarkt deelnemen, op bepaalde gebieden een voorbehoud gemaakt hebben om hun belangen te beschermen. Alleen onze regering — zo oordeelt men in metaalkringen — heeft dit niet gedaan. Men vindt daarom daarin, dat dit alsnog ten aanzien van onze industrialisatie behoort te geschieden. Doch daarop zal stellig een heel moeilijke wijs gaan. In de bepalingen van het verdrag is nu alsnog moeilijk wijziging aan te brengen. Het zal wel daarop uitlopen, dat ons parlement straks als het het verdi'ag ter behandeling krijgt, niet anders zal overblijven dan óf het aan te nemen, óf het te verwerpen. Het valt stellig zeer te betreuren, dat er in ons parlement geen voorbehandeling van het verdrag heeft plaats gevonden. Dan hadden de bezwaren daartegen ter kennis van de regering gebracht kunnen worden en had er een zekere druk op de regering uitgeoefend kunnen worden. Heel het verdrag is er met een ontzettende haast doorgejaagd. Zelfs minister Luns heeft dit na de ondertekening ef van in Rome bij zijn terugkeer in ons land op Schiphol erkend, waaraan hij lachende toevoegde, dat hij alle artikelen «iet o, lezen had.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1957

De Banier | 8 Pagina's

Bezwaren tegen de Euromarkt

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 april 1957

De Banier | 8 Pagina's