Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volharden in de leer der apostelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volharden in de leer der apostelen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. En zij waren volhardende in de leer der apostelen. Handelingen 2 : 42a

Een euvel, dat allerwege, waar measen zijn en werken, valt op te merken, is, dat wij een groot tekort hebben aan volharding, aan doorzettingsvermogen. Als wij met het één of ander beginnen met moed en lust, dan gaan wij zo Hcht verslappen als er allerlei moeilijkheden in de weg komen. Dan wordt het in zo menig geval: trage handen en slappe knieën. Wij vergeten zo gemakkelijk, dat de moeilijkheden er zijn, niet om ze te ontwijken, niet om de weg van de minste weerstand te kiezen, maar om ze met Gods hulp onder Zijn zegen te overwinnen. Niet volharden, verslappen, de moed opgeven, dat is een euvel, dat maar al te veel voorkomt, waar wij met inspanning van al onze krachten tegen strijden moeten in onszelf en in onze omgeving, vooral in uw gezin. Niet volharden, dat heeft al menigeen, die anders nog wel wat had kunnen bereiken, doen mislukken. Wij zien dat al op de scholen, vooral de hogere scholen. Het is openbaar in de strijd om het bestaan. Hoevelen geven de moed al bij betrekkelijk geringe moeilijkheden op. Wij zien het in de verenigingen. Bij de oprichting misschien veel leden, maar als er wat gewerkt moet worden, vooral onderzocht in de Heilige Schrift, dan tracht men zich daaraan te onttrekken, dan gaat men verzuimen, dan komt het tot bedanken. Het is wel droevig, vooral als er in onze jongens en meisjes zo weinig fut is, en daardoor zo weinig volharding. Dat is al de ondergang geweest van menige jeugdvereniging. Jongens en meisjes, vergeet het niet: „Der jongelingen sieraad is hun kracht"! Het funeste van te weinig volharding openbaart zich op elk levensterrein. In de kunst, veelbelovende talenten, die niet tot volle ontwikkeling komen doordat ze in een zweetdoek gewikkeld worden. In Qe litteratuur, schrijvers, die in hun eerste werk veel schenen te beloven, maar in hun latere werken beneden de verwachting blijven. Predikanten, van wie veel werd gehoopt, maar die, doordat zij niet graven in de goudmijn van Gods Woord, en niet de tijd nemen om het bestudeerde te overpeinzen, op den duur teleurstellen. Theologen, die een studiehoofd hebben, maar zich mee laten sleuren door de stroom van het kerkelijke leven en niet volharden op de studeerkamer.

Zo zouden wij door kunnen gaan en allerwege opmerken het jammere van dat niet volharden. Maar het wordt tijd om nu te wijzen op het euvel van het niet volharden in het geestelijke. Ik denk allereerst aan de tijdgelovigen. Van hen heeft de grote Profeet zo ernstig waarschuwend gezegd: „Maar die in steenachtige plaatsen bezaaid is, deze is degene, die het woord hoort en dat terstond met vreugde ontvangt; doch hij heeft ^een wortel in zichzelf, maar is voor een tijd, en als verdrukking of vervolging komt om des Woords wil, zo wordt hij terstond geërgerd" (Matth. 13 : 20—21). Wij denken allen ook aan wat wij lezen in Joh. 6 : 66: „Van toen af gingen velen Zijner discipelen terug en wandelden niet meer met Hem; want, zeiden zij, deze rede is hard, wie kan dezelve horen? " Het was toen al net als nu. En wie zou hier ook niet denken aan Demas, die de tegenwoordige wereld weer heeft liefgekregen? Wat een ernstige waarschuwingen toch! , , Die volharden zal tot het einde, die zal zalig worden". Maar nog moet ik verder gaan. Dat euvel van het niet volharden doet zelfs zoveel schade aan het geestelijk leven van degenen, die de Heere in waarheid vrezen. Natuurlijk zal de Heere Zijn werk in stand houden. Er is geen afval der heiligen.

De Heer' is zo getrouw als sterk; Hij zal Zijn werk Voor mij volenden.

Hij leert hen bidden en Hij verhoort die bede:

Verlaat niet wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.

Maar toch is er een verachteren in de genade, doordat het gebedsleven inzinkt, doordat het geloofsleven verzwakt, doordat de strijd tegen de zonde, wereld en duivel verflauwt. De verhoogde Heiland Zelf gaf Johannes op Patmos bevel, o.a. dit te schrijven aan de engel der gemeente van Efeze: „Maar Ik heb tegen u, dat gij uw eerste liefde verlaten hebt. Gedenk dan waarvan gij uitgevallen zijt en bekeer u, en doe de eerste werken; en zo niet. Ik zal u haastelijk bijkomen en zal uw kandelaar van zijn plaats weren, indien gij u niet bekeert" (Openb. 2 : 4—5). Vandaar dat er zo veel waarschuwingen en opwekkingen in Gods Woord voorkomen, en dat ons zulke afschrikwekken­ de voorbeelden, als van David en Simon Petrus, voor ogen gesteld worden. Maar gelukkig ook zulke tot jaloersheid verwekkende voorbeelden. Eén daarvan is wat wij lezen van de eerste christelijke gemeente: „En zij waren volhardende in de leer der apostelen, en in de breking des broods, en in den gebede". Daar hebt ge het: „En zij waren volhardende", volhardende in allerlei gewichtige zaken, volhardende, zoals in de eerste plaats gezegd wordt, in de leer. Nadat wij tot nu toe met elkander aandacht hebben geschonken aan de eerste woorden van Hand. 2 : 42, namelijk: „En zij waren volhardende", gaan \vij nu letten op de bepaald genoemde zaken, waarin de eerste christenen volhardende waren. De eerste van deze zaken is: „Zij waren volhardende in de leer der apostelen". Daaruit, dat dit vooropgesteld is door Lucas, geïnspireerd door de Heilige Geest, blijkt, dat wij niet geringschattend mogen spreken over de leer, zoals velen doen. Ik herinner mij, dat eens een bekend theoloog en prediker, die later ook nog is geweest een zeer gewaardeerd minister, heeft gezegd: „Leerstukken zijn stukken leer". Nu is het wel waar, dat wij er dat dikwijls van maken, taaie en onverteerbare stukken, maar dat zijn ze niet. De leer der apostelen is de leer der zaligheid. Het is de waarheid, waarin de grote Profeet Zijn discipelen heeft onderwezen; het is de verborgen raad en wil Gods aangaande onze verlossing. Het is het getrouwe en alle aanneming waardige Vv^oord, waarmede de kerk van Christus eeuwen lang, in de strijd tegen de leugen van de ketterijen, onder de leiding des Heiligen Geestes, geworsteld heeft, om haar zo getrouw en duidelijk mogelijk weer te geven.

Zeist

Ds. S. VAN DORP

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1957

De Banier | 8 Pagina's

Volharden in de leer der apostelen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1957

De Banier | 8 Pagina's