Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wij brengen onze jaren door als een gedachte, en wij vliegen daarhenen" — zo leert ons Gods Woord. In ieders leven worden deze uitspraken bewaarheid. Bij alle verschil van zienswijze en opvatting is men het daarover wel algemeen eens. Dit kan trouwens ook niet tegengesproken worden. Hoe ouder men wordt, hoe sneller het leven daar schijnt henen te gaan. De dagen zijn nog even lang, zij bevatten nog altijd 24 uren; ook de week heeft nog steeds zeven dagen. Doch alles schijnt bij het klimmen der jaren steeds sneller te gaan dan in de jeugd. Tot het twintigste jaar kan een uur zelfs nog zeer lang zijn, vooral wanneer men op de schoolbanken is gezeten. Maar is men eenmaal twintig jaar geworden, dan begint de trein des levens snel, steeds sneller te rijden. Is men eenmaal oud geworden, dan kan men het, zo men nog gezond is, maar moeilijk geloven, dat men al zo oud geworden is. Ziet men dan terug op de jaren, die men achter zich heeft, dan vraagt men: waar zijn die jaren toch gebleven? Dan zijn tooh de jaren doorgebracht als een gedachte, is heel het leven maar een snelle vlucht geweest, een damp, die een weinig tijds wordt gezien. Zo liggen dan ook thans weder achter ons de Kerstdagen, de Oudejaarsavond en zelfs de Nieuwjaarsdag. Heel het jaar 1957 behoort weder tot het verleden. Doch het blijft altijd voor een iegelijk men de grote vraag hoe hij het heeft doorgebracht. Hij zal toch eenmaal daarover ter verantwoording door de Rechter van hemel en aarde worden geroepen. Het is de mensen gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel. Om ons nu maar alleen bij de Kerstdagen, de Oudejaarsavond en de Nieuwjaarsdag te bepalen: hoe zijn zij doorgebracht? Wij hebben kunnen waarnemen, dat er hier en daar op en voor de Kerstdagen veel groen is aangebracht, kerstbomen, kleine en grote, zijn aangeschaft en geplaatst, vele lichten daaraan of anderszins zijn ontstoken, men veel ingenomenheid met die dagen heeft gehad, dewijl het vakantiedagen waren, dagen, waarop men ach nog eens extra te goed heeft gedaan aan spijs en drank, aan uitgaan en allerlei werelds vermaak. Wij hebben er zelfs kennis van kunnen nemen, dat er op deze dagen veel jubelzangen zijn aangeheven, veel kerstliederen zijn gezongen, doch hoe menig werf is zulks geschied zonder dat er plaats in het hart was voor Ohristus, Wiens geboorte op de Kerstdagen is herdacht, terwijl er tooh alleen reden voor blijdschap was indien, gelijk bij de herders, de heerlijkheid des Heeren ons omschenen heeft en wij met grote vrees gevreesd hebben en ook van Gods wege tot ons gezegd is: „ik verkondig u grote blijdschap". Ja, alsdan hebben viaj reden gehad om de Kerstdagen met grote blijdschap door te brengen, want alsdan is de geboren Christus ons tot Zaligmaker geworden. Maar wat al ijdele vreugd is er vaak op de Kerstdagen geweest en wat al ijdele vreugde al evenzeer op de Oudejaarsavond en de- 'Nieuwjaarsdag! Stellig, er was reden te over om deze dagen niet onopgemerkt voorbij te laten gaan. Het is immers wat groots, dat wij deze dagen nog hebben mogen beleven, dodh dit niet door eigen oppas of verdienste, maar het is alleen de goedertierenheid des Heeren, dat wij niet vernield zijn geworden. Doch het is de mens zo eigen deze goedertierenheid geheel voorbij te zien en alles, ook zijn gezondheid, toe te schrijven aan eigen werk, oppas en verdienste, en zijn leven te verzondigen, levende naar de inspraken van zijn hart. Al loopt dit steeds op ellende en teleurstelhng uit, nochtans zal hij daarin volharden en het zich niet laten gezeggen, zelfs niet al stond iemand uit de doden op. Het valt telkens en telkens weder waar te nemen, zowel in het leven van particuliere burgers en dat der volken, alsook in dat van de regeringsautoriteiten. Het is de mens, diens krachten en in­ zicht, van wie het heil verwacht wordt, van wie men ook de vrede op aarde verbeidt, in weerwil dat er twee wereldoorlogen in onze tijd hebben gewoed, en al de pogingen, om de vrede op aarde te brengen, de hooggeklommen spanning onder de volken te verminderen en de wedloop in de bewapening te beëindigen, althans te verkleinen, zoals dit nu al jaren achtereen na het einde van de tweede wereldoorlog door de machtigen der aarde beproefd is, op niets anders dan op mislukking en teleurstelling is uitgelopen.

Nu is er dan weder door de Russische regering een vredevoorstel gedaan. Het Russische ministerie van buitenlandse zaken heeft dezer dagen in een nota de ambassades en legaties te Moskou verzocht om het programma, dat tijdens een vergadering der opperste sovjet werd samengesteld, aan hun regeringen te willen doen toekomen. Deze nota bevat een nieuw Russisch voorstel. Daarin wordt voorgesteld een venbod van de H-bommen; met ingang van 1 januari een verbod van kemproeven; het instellen van een zone, waarin geen kernwapens worden opgesteld; vermindering van strijdkrachten; een overeenkomst tussen het iNoord-Atlantisch pact en het communistisch Warschauverdrag om elkander niet aan te vallen; een non-interventiepact voor het middenoosten; het beëindigen van de oorlogspropaganda en het bevorderen van culturele betrekkingen.

Chroestsjef heeft dit vredesvoorstel nog nader toegelicht en verdedigd. In een rede sprak hij uit, dat de Russische regering een verdere vermindering van de strijdkrachten ernstig overweegt, in de hoop, dat de regeringen van dg landen van het Noord-Atlantische pact hun belofte, af te zien van wapengeweld, gestand zullen doen. In de op de Parijse conferentie van de landen van het Noord-Atlantisch pact aangenomen resolutie — zo verklaarde Chroestsjef — wordt gezegd, dat besprekingen met de Sovjetunie noodzakelijk zijn, doch uit het resultaat van die conferentie zou men kunnen concluderen, dat de in het Noord- Atlantische pact leidende mogendheden van plan zijn om de gevaarlijke politiek van bewapening en koude oorlog voort te zetten.

Daarbij merkte hij voorts op, dat dank zij de wetenschappelijke en technische ontwikkeling van de Sovjet-Unie de kansen van het welslagen van het Russische vredesvoorstel gunstig zijn en dat het daardoor de Sovjet-Unie mogehjk is met minder kosten de veiligheid te verzeke-

In hoofdzaak bevat het Russische voorstel voorslagen, welke de Russische regering reeds bij herhaling heeft gedaan. Ook bhjkt uit Chroestsjefs rede, dat het Russische wantrouwen tegen de westelijke mogendheden niet weggenomen is. In Amerika hebben de regeringskringen over het Russische voorstel als hun oordeel uitgesproken, dat het zeer vaag was, maar nochtans zal het wel tot de één of andere conferentie of tot de één of andere samenspreking van de westelijke mogendheden met de Sovjet-Unie komen. De Amerikaanse minister Didles heeft-^zich daar niet meer tegen verklaard, gelijk hij dat nog zeer kort tevoren in krasse bewoordingen gedaan had. Doch van tevoren kan nu reeds wel gezegd worden, dat zulk een conferentie of samenspreking een resultaat zal opleveren als al de vorige conferenties en samensprekingen hebben opgeleverd. Het zal weder op teleurstelhng en mislukking uitlopen, zoals alles daarop uitloopt wat in eigen menselijke kracht en wijsheid ondernomen wordt. Het ziet er met zulk een conferentie of samenspreking zeer donker uit, als men let op de Aziatisch- Afrikaanse conferentie in Kairo. De vice- voorzitter van het sovjet-presidium, Arzoemanjan, heeft op de tweede plenaire vergadering van deze conferentie een rede gehouden, waaruit duidelijk blijkt, dat er in de vijandige gezindheid van de So^jet-Unie tegenover de westelijke mogendheden, en inzonderheid Amerika, niets veranderd is. Hij zeide daai-op toch, dat de landen van Afrika en Azië eco-' nomische hulp van de Sovjet-Unie kunnen ibckomen, waaraan geen voorwaarden verbonden zijn. Arzoemanjans rede, door de waarnemers de belangrijkste gebeurtenis van de dag genoemd, kreeg een overweldigend applaus van de gedelegeerden. De Amerikaanse regering kreeg in deze rede een geduchte steek onder water, waar hij zeide, dat de Amerikaanse regering een aantal landen economische hulp had gegeven, onder voorwaarde, dat deze landen zouden toetreden tot agressieve blokken.

De Syrische delegatie bracht een expresselijk voor de conferentie bestemd rapport over de ontwikkeling van de technische en economische samenwerking tussen de landen van Afrika en Azië uit. Daarin verklaart de Syrische delegatie — de beroving van de Nederlandse bedrijven in Indonesië heeft aanstekelig gewerkt en blijkt nagevolgd te willsn worden — dat de olie-overeenkomsten, welke gesloten zijn tussen de landen in Azië en Afrika enerzijds, en Frankrijk, Engeland en Amerika anderzijds, zullen moeten worden opgezegd. De olieconsessies toch, zo wordt in het rapport gezegd, die aan Amerikaanse, Engelse en Frans© maatschappijen in Azië en Afrika werden verleend, en de verdragen, die door de vorsten der Arabische staten aan de Perzische Golf werden gesloten, zijn onwettige overeenkomsten, omdat beide partijen niet op voet van gelijkheid zijn. Volgens het rapport 'hebben de volken het recht handelend op te treden om dergeHjke verdragen te doen herroepen, en zich te bevrijden van de verplichtingen, welke zij deze volken opleggen. Het rapport bepleitte en beval de nationalisatie van alle oliebelangen in Afrika en Azië onomwonden aan. Het wil het daarbij nog niet eens laten. Het bepleit todh de nationalisatie van alle belangrijke hulpbronnen en grot© belangen, welke nog door de buitenlandse monopolies en kapitalen gecontroleerd worden; dit als de eerste stap in de richting van Aziatische en Afrikaanse samenwerking. Als voorbeeld wordt in het rapport Egypte genoemd, dat groot voordeel heeft van de nationahsati© van het Suezkanaal. Van Egyptische zijde werd een voorstel ingediend, waarin zij door een Japanse gedelegeerde werd ondersteund, om tot eenheid van economisch© belangen van de landen van Afrika en Azië te geraken, welke eenheid als tegenwicht tegen de Euromarkt zeer wel zou kunnen dienen.

De toon, welke op deze conferentie heerste, was uitermate gekeerd tegen de westelijke mogendheden. Het moge alzo zijn, dat deze conferentie niet uitging van de regeringen, zoals die eertijds te Bandoeng, maar dit neemt niet weg, dat zij todh niet zonder betekenis is, omdat er afgevaardigden — particulieren — uit 38 landen tegenwoordig waren, waaronder de Sovjet-Unie, die deze conferentie benut om haar eigen doeleinden te verwezenlijken, en dat deze afgevaardigden niet na zullen laten om het op de conferentie te Kairo beslotene, besprokene en aangeprezene in hun eigen land te propageren, waarin zij bij velsn maar een al te genegen oor zullen vinden.

Het staat in elk geval wel vast, dat deze conferentie, evenmin als de andere, diende om de koude oorlog te beëindigen of zelfs om de spanning onder de volken te verminderen. In Indonesië heerst nog immer een chaos. De hongersnood dreigt er. Daarvan ge­ waagt de voormaHge vice^-president van Indonesië, Mohammed Hatta, in een open brief in de Indonesische kranten. Hij stelde het Nieuw-Guinea-comité verantwoordelijk voor de hongersnood, die Indonesië 'bedreigt als gevolg van de anti-iNederlandse campagne. Hatta schreef, dat het Nederland had moeten zijn, dat had moeten lijden voor zijn weigering om > Nieuw-Guinea af te staan, maar het thans Indonesië is, dat voor een economische ramp staat. Indien de Indonesische regering goede en concrete plannen had ontworpen, dan zou het volk niet lijden zoals het thans lijdt — zo wordt in Hatta's brief opgemerkt, waarin eveneens te lezen staat, dat de politiek van liquidatie van de Nederlandse economische macht in Indonesië niet moet worden gestaakt. De evacuatie van Nederlanders gaat door en in de beroving van de Nederlandse bedrijven is in het geheel geen wijziging gekomen.

Het staat dan nu volgens de berichten wel vast, dat president Soekarno voor het nemen van rust Indonesië in januari gaat verlaten. Nadat hij zijn rustperiode in India ten einde gebracht heeft, zal hij verschillende landen gaan bezoeken, en volgens geruchten, die niet verstommen, onder meer een samenspreking hebben met de Engelse minister-president Mac- Millan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1958

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1958

De Banier | 8 Pagina's