Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een zeldzaam voorrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een zeldzaam voorrecht

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

III.

Werd ik wakker, zo ben ik rwg bij U. Psalm 139 : 18b

Maar het heeft ook plaats, dat wij zouder aan God te denken onszelf maar neerleggen op onze legers. Soms vervult de gehele wereld ons hart, dat wij als het ware er onder bedolven liggen, dat er geen 'behoefte is aan en geen plaats voor hemelse dingen. Wij kunnen soms wel schrikken van onszelf bij het ontwae», dat wij misschien zeggen; O God, daar heb ik nu de gehele nacht maar neergelegen en geslapen, zonder enige uitgangen des harten. En wanneer wij dan zulke andere tijden gekend hebben, dan kan het ons zo aangrijpen en veroordelen, en dat toch de innerlijke toestand van ons hart niet verandert. O, wat komt de diepte van onze val in alles maar openbaar, want er zijn ook tijden, dat de ziel ver van God is, met allerlei vervuld, maar dat de rechte smart er over voor een tijd gemist wordt. En waiinfci wij dat nu alles samen nemen, dan kunt u er wel een weinig van begrijpen wat een zeldzaam voorrecht het i.s wanneer een kind van God een getuigenis mag geven gelijk hier David: Word ik wakker, zo ben ik nog bij U". Neen, dat heeft dat volk niet van zichzelf. Zij hebben zich verkocht om kwaad te doen en kunnen niet anders dan zich maar in de ellende storten. Maar nu die goedertieren gedachten, die dat lieve Wezen over Zijn volk heeft in Christus fezus, dat is zo onuitsprekelijk groot. De Heere Jezus reinigde in Zijn omwandeling op aarde de tempel. 'Hij dreef er alles uit. „De ijver van Uw huis'heeft Mij verteerd", is wel in Zijn handelen bevestigd geworden,

En de Heilige Geest is een Geest des Mrdeels en der uitbranding. Die door iijn onwederstandelijke kracht de zone en de wereld uitbant.

et is alles een eenzijdig werk Gods. He Van onszelf zijn wij zo onbekwaam om tot God op te klimmen. En daarbij, hoe lusteloos en behoefteloos gaan wij daarheen. Het is profijtelijker voor ons gewikkeld te worden in de zwaarste strijd, [lan te verkeren in een „doodse stand". Tooh, hoe verrassend komt de Heere ge- 3'irig tot de Zijnen. Het is toch steeds weer zo ongedacht en onverwacht, dat Hij hen bezoekt en vervult. Hij komt toch steeds als de deuren gesloten zijn, ? ii dan met geen verwijt, dat wij zouden ^nnnen verwachten, maar in liefde en barmhartigheid en genade. En dan cheldt Hij de vijand en verkwikt het lart Zijner grmstgenoten'.

O wat een wonder, uit onszelf en uit 'lies wat van beneden is uitgetrokken te worden en dan met God vervuld te worsen. Bij de Heere te mogen zijn; dierbare openbaringen te mogen ontvangen, ingeleid te worden in de verborgenheden van Gods wil, raad en verbond. Bij de Heere te mogen zijn; Christus door het geloof te mogen zien als God, boven alles te prijzen tot in der eeuwigheid, maar ook als de Sciioonste aller mensenkinderen, op Wiens lippen genade is uitgestort.

, , 'De Koning beeft mij gebracht in Zijn binnenkamer", en Zijn liefde is dan de banier over ons! Geen wonder, dat dan de dichter er van zegt: „Hier weidt mijn ziel met een verwond'rend oog". Dan bekennen zij de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, en worden zij gewaar, dat het land van Immanuël wijd van begrip is.

En dan dat zalig verlustigen in de Persoon en in het werk des Heiligen Geestes. Hij is met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God en gaat van de Vader en de Zoon uit. Gelijk Hij Zijn aandeel had en heeft in het werk der schepping en voorzienigheid, zo is Hij ook werkzaam in de toebereiding van de kerk tot de zaligheid.

Wanneer er iets van ontsloten wordt in het hart en wij mogen er mee bezet en vervuld worden, wat wordt er dan toch een zaligheid geproefd en gesmaakt. Dan is het in waarheid: „Doe de schoenen van uw voeten, want de plaats, waarop gij staat, is heilig land". Wat een Hefde en wat een eerbied vervullen dan het hart. Het is maar een stil bewonderen en verwonderen; een wegzakken en - zinken in esn drieënig God.

Dan mogen zij iets oefenen van dat oorspronkelijke leven in de staat der rechtheid; smaken, dat God de zaligheid is. Werkelijk, dan hebben zij meer vreugde dan ter tijd als der goddelozen koren en most vermenigvuldigd zijn.

Maar nu ook tenslotte dat wonder, dat David hier uitdrukt: „Word ik wakker, zo ben ik nog 'bij U".

Dat volk kent de tijden, dat zij met VTCde in hun ziel en onder zalige meditaties zich mochten nederleggen, maar dat bet in de nacht zo geheel anders werd. Ja, het heeft vaak plaats, dat zij biddende en zuchtende zich ter ruste mochten begeven, in zoete overdenkingen en alleenspraak met de Heere, maar dat zij door „de schrik des nachts" 's morgens zo geheel anders ontwaakten,

's Morgens soms alles in de war, bedroefd, veroordeeld, weggezonken in zichzelf, en zo veel meer, dat het van binnen weer een wildernis is. Opstand, vijandschap, twijfel, ongeloof en allerlei wangestalten, die de vrede des harten hebben geroofd.

Vanzelf, het omgekeerde is ook wel eens waar, dat zij 's avonds moesten zeggen: „Het is mij bang van alle zijden", of dat alles zo ingezonken is alsof het nooit .. - ^1 i.al veranderen, en daar opeens des ni.jïgens verandert God het alles zo, dat zij zich in God mogen verblijden.

Daarom is het voor dat volk des te groter wonder, dat zij 's morgens nog bij de Heere mogen zijn. Het zijn vaak zulke korte ogenblikjes, dat zij in de gemeenschap Gods mogen delen. Zij bederven en verzondigen het zelf zo gedurig. O, dat bedroeven van de Geest, wat staan zij er veel schuldig aan.

Maar ook acht de eeuwige Wijsheid het nodig, tot beproeving of om andere redenen, ons maar een korte wajle te doen delen in de bijzondere uitlatingen van Zijn liefde en gunst.

Gr.Rapids

Ds. W. C. LAMAIN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1958

De Banier | 8 Pagina's

Een zeldzaam voorrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1958

De Banier | 8 Pagina's