Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de toestand in het buitenland is sedert wij het vorige overzicht schreven, geen belangrijke verandering ingetreden. De koude oorlog woedt nog steeds, de hoog gespannen verhoudingen tussen de volken duren nog onverzwakt voort. Hoe kan het ook anders? Er wordt wel gepoogd, en dat al sinds jaren, met allerlei middelen om daarin verbetering aan te brengen; doch zonder enig resultaat. De middelen immers, welke men daarvoor aanwendt, zijn niet deugdelijk. Zij zijn van de mens, berusten op menselijk inzicht en zijn van degenen, van wie de Heilige Schrift getuigt: „Vertrou-wt niet op prinsen, op des mensenkind, bij hetwelk geen heil is". En juist op datzelve wordt nu alle vertrouwen gesteld, daarvan wordt het heil verwacht, dat dit nooit ofte nimmer zal kunnen brengen, doch wel de verwarring en de ellende zal vermeerderen. Ook al omdat ieder het zijne daarbij zoekt en zich niet naar Gods geboden richt. In stede daarvan dient men zichzelf en jaagt men het eigen belang na. Zoals de geschiedenis aller eeuwen en niet het minst die van onze donkere eeuw ons dat te aanschouwen jeeft. Elk beoogt zijn eigen positie te versterken en dit ook al door het aangaan van bondgenootschappen, welke er thans in groten getale zijn. Het ene is »og niet opgericht, of men zint er op weer een nieuw te sluiten, zoals er dezer dagen weer oen nieuw gesloten is. Zaterdag 1 fobnjari kwam toch de unie tussen Egypte en Syrië tot stand. In Kairo zijn de Egyptische en Syrische regeringen begonnen met het proklameren van de staatkundige eenheid, in de hoop, dat de binnenlandse politiek, economie en het sociale stelsel op een later tijdstip met elkaar in overeenstemming gebracht kurmen en zullen worden. De Verenigde Arabische Republiek heeft vooralsnog hoofdzakelijk betekenis voor de buitenlandse politiek van Egypte en Syrië. Of deze unie ook grote veranderingen in het staatkundig leven van één der unielanden zal brengen, dient afgewaclit te worden. Daarin bestaat betreffende Egypte en Syrië nog wel een aanmerkelijk verïchil. In Egypte is de communistische partij tot dusverre verboden. Zal deze nu ook in Syrië verboden worden? Dit valt niet met enige zekerheid te zeggen. Wel is volgens een bericht in de pers in Sylië een besluit afgekondigd, waarbij alle partijen verboden en ontbonden verklaard zijn geworden en dannee dus ook de commimistische partij opgeheven is. Hel heeft er alzo alle schijn van, dat Syrië althans voor het oog der wereld het neutrale standpunt tussen de westelijke en oostelijke mogendheden zal gaan innemen, zoals Egypte zulks doet. In ieder geval is het zeker, dat de verbrokkeling van de Arabische Liga, welke in 1955 een aanvang nam, toen Irak en Turkije de grondslag legden voor het pakt van Bagdad, weder is toegenomen. De tekenen wijzen er toch op, dat de oprichting van de Egyptisch-Syrische unie tengevolge zal hebben, dat er de één of andere unie tussen Irak, Saoedi-Arabië on Jordanië zal opgericht worden. Daarvoor schijnen door Jordanië pogingen te worden aangewend. Syrië en Egypte worden van elkaar gescheiden door de staten Libanon, Israël en Jordanië. In Libanon is het vrij rustig; Israël heeft een sterke strijdkracht; in Jordanië echter gist het nogal, hetgeen in hoofdzaak het gevolg is van de aanwezigheid van ciroa een miljoen Palestijnse Arabieren, van wie de helft vluchtelingen zijn. Gelukt het ten gunste van Egypte en Syrië in de regering van Jordanië een omwenteling tot stand te brengen, dan zouden Egypte en Syrië over land zich met elkander kunnen verbinden. Dat hun regeringen dit gaarne zouden zien en daarvoor in de weer zijn, behoeft niet betwijfeld te worden.

Hoe het in deze verder zal verlopen, is niet met volstrekte zekerheid te zeggen, maar in elk geval is het op het ogenblik aldus ge.steld, dat de unie van Egypte en Syrië de eenheid onder de Arabische staten allerminst bevorderd heeft, maar integendeel er toe bijgedragen heeft, dat deze verbrokkeld is. Er is toch stellig kans op, dat 'Saoedi-Arabië, Irak en Jordanië een unie tegen de Egyptisch-Syrische unie zullen oprichten, zodat de onrust in het midden-oosten nog toegenomen is, waarbij niet uit het oog verloren moet worden, dat de mogelijkheid bestaat, dat Arabische staten het eens zullen worden, wat de onrust in het midden-oosten niet weg zou nemen, want dan is het niet ondenkbaar, dat zij gezamenlijk tegen de staat Israël zullen optrekken en het op een oorlog zal uitlopen. De staat Israël is tooh een doom in het oog van alle Arabieren, die, hoe verdeeld ook onderling, op het punt dat de staat Israël van de kaart moet verdwijnen, allen het eens zijn. Wel inzonderheid woedt in het middenoosten de koude oorlog en bestaan er de spanningen door het streven van de Sovjet-Unie om aldaar haar machtssfeet t» vestigen en uit te breiden, en door de bemoeieni.s.sen der Amerikaanse regering om dit tegen te gaan.

Ten aanzien van deze wedijver, welke zo veel onrust verwekt, valt niet de minste verbetering te constateren. Niet in hel midden-oosten en ook overal elders niet. Op allerlei gebied duurt deze onverzwakt voort. Hij treedt ook betreffende de topconferentie aan de dag. De Russische regering blijft nog maar steeds ijveren voor het houden van een zogenaamde topconferentie. Daar heeft zij het bepaald op gezet. Zij is daarop zó gesteld, dat zij er in heeft toegestemd, dat deze op een latere tijd zal plaats vinden dan zij aanvankelijk gewenst had. Doch ondanks deze toestemming is het nog allesbehalve zeker, dat zij zal plaats vinden. Van de zijde der westelijke mogendheden wü men voorkomen, dat de topconferentie ontaarden zal in een samenkomst, waarop de Russen volop propaganda voor zichzelf en hun doeleinden zullen kunnen voeren, zoals dat door de Russen op meer dan één conferentie gedaan is, zonder dat men het over enige belangrijke zaak eens is kunnen worden, waarbij dan de Russen de westelijke mogendheden voor het forum van heel de wereld brandmerkten als degenen, aan wie de mislukking van de conferentie te wijten was.

Boelganin heeft met het doel, dat de topconferentie toch maar gehouden zal worden, nog eens weer een brief aan president Eisenhower gezonden, waarin • vrijwel niets nieuws te lezen stond, dewijl hij vrijwel niets anders bevatte dan de reeds overbekende Russische voorstellen.

De Amerikaanse regering betoont zich echter nog altijd weinig belust op het houden van een topconferentie. Zij wenst deze terdege voorbereid door een voorafgaande bespreking langs diplomatieke weg, ook al heeft president Eisenhower enige van zijn vroeger door hem gestelde voorwaarden voor het houden van oen topconferentie laten vallen. De wens van de Amerikaanse regering is zeer wel te verstaan, want anders krijgen de Russen vrij spel voor het voeren van hun propaganda en loopt de conferentie tenslotte op niets uit. Het is ten aanzien van de voorwaarden, waarop de conferentie gehouden zal worden, dat er tussen de Russische regering en de Amerikaanse en die der westelijke mogendheden nog een groot verschilpunt bestaat. Hier wringt op het ogenblik de schoen. De laatst genoemde regeringen staan op een degelijke voorbereiding. De Russen geven er blijk van dat zij daar niet op gesteld zijn. Zij staan bepaaldelijk gekant tegen een voorafgaande bespreking van de ministers van buitenlandse zaken.

Boelganin heeft in zijn laatste brief aan president Eisenhower met voldoening er kennis van genomen, dat de Amerikaanse regering bereid is tot het houden van een topconferentie met de leiders van de Sovjet-Unie en van andere landen. Doch — zo schreef Boelganin — de Russische regering wil geen topconferentie, welke afhankelijk is van het resultaat van een voorafgaande conferentie van ministers van buitenlandse zaken. Ik wens op te merken — aldus Boelganin in zijn brief — dat bij het vooringenomen standpunt van bepaalde mogelijke deelnemers aan een bijeenkomst van ministers van buitenlandse zaken, wij er niet op kunnen vertrouwen, dat besprekingen op dit vlak geen hinderpalen zouden opwerpen voor de organisatie van een topconferentie, waardoor de totstandkoming er van reeds in de kiem verijdeld zou worden. Men neemt vrij algemeen aan, dat de Russische regering met dit standpunt in te nemen wil voorkomen, dat er een bespreking van de ministers van buitenlandse zaken plaats zal vinden, waarbij minister Dulles aanwezig zal zijn, omdat zij hem vreest als degene, die het op deze bespreking door zijn invloed zo zal doen verlopen, dat er geen topconferentie gehouden zal worden.

Boelganin zegt voorts in zijn brief, dat als de westelijke mogendheden bereid zijn atoom- en andere kernwapens te verbieden, de kernproeven te staken en hun mihtaire l> ases op buitenlands grondgebied te verzwakken, niets in de weg zal worden gelegd met betrekking tot een overeenkomst over het gebruik van de ruimte uitsluitend voor vreedzame doeleinden. Ook heeft hij in zijn brief te kennen gegeven, dat de Russische regering op de topconferentie niet gesproken wil hebben over de positie der Oosteuropese landen en evenmin over de Duitse eenheid, welke hij een aangelegenheid acht, welke de twee Duitse republieken aangaat, iwaarbij hij tevens verklaard heeft, dat de Russische regering het vetorecht in de Veiligheidsraad van de Organisatie der Verenigde Naties niet afgeschaft wil hebben.

In de westelijke regeringskringen is men van oordeel, dat de vooruitzichten op het houden van een topconferentie door Boelganins laatste brief aan president Eisenhower verslechterd zijn, dewijl de Russische regering in haar standpunt niets veranderd heeft en generlei blijk van toenadering tot de westelijke mogendheden getoond heeft. Woedt alzo de koude oorlog nog steeds voort, welke zo veel onrust onder de volken brengt, ook in Indonesië is het ver van rustig; aldaar kan zelfs burgeroorlog uitbreken, gelet op de gespannen toestand, welke er heerst. Er is zelfs een ultimatum aan president Soekarno gezonden, waarin het aftreden van het ministerie Joeanda geëist wordt. De termijn, waarbinnen dit geschieden moet, loopt ten einde. Het ultimatum moet maandag 10 februari ingewilligd zijn. President Soekarno vertoeft nog steeds op zijn vakantiereis in Japan. Wel heeft hij aangekondigd, dat hij met oog op de bevalling van zijn vrouw eerder naar Djakarta terug zal reizen dan hij aanvankelijk voornemens was.

Intussen neemt het verzet van het zogenaamde nationale front op Sumatra •ïteeds ernstiger vormen aan. Het heeft zijn druk op het kabinet Djoeanda versterkt. Volgens persberichten moet het belangrijke economische dreigement, hoewel nog niet in alle onderdelen geformuleerd, reeds in volle werking zijn, zoals door zegslieden op Manilla werd bevestigd. Het bestaat in het ongeldig verklaren van de roepiah. In plaats daarvan zal een nieuwe munteenheid of de Maleise dollar worden ingevoerd. Voorts zal de uitgeoefende druk worden versterkt door een massabetoging, die op zaterdag 8 februari te Padang wordt gehouden, waarop ook het aftreden van het kabinet Djoeanda zal worden geëist. De invoering van de Maleise dollar zal voor Java een heel harde slag zijn, waarschijnlijk wel haar economische ondergang betekenen, daar de inkomsten van de buitengewesten voor Java en ook voor het ministerie Djoeanda onmisbaar zijn. In de Riouw-Archipel, die zeer dicht bij Singapore is gelegen, is de Maleise valuta reeds enige tijd gangbaar en zij is dit in de laatste maanden ook al in mmdere of meerdere mat© op Borneo en op Sumati'a.

Dit punt van economische druk is onder andere uitgewerkt door de gewezen minister van financiën Dr. Soemitro, die dezer dagen te Geneve verklaarde, dat de nieuwe regering op Sumatra onder leiding van Sjafroeddin, oud-gouvemeur van de Bank van Indonesië, zal staan, indien Djoeanda weigert af te treden. Djoeanda zal alsdan een kans gebodmi worden zich eervol terug te trekken, »[. dus Soemitro. Indien hij blijft weigere» zal de regering Sjafroeddin zich uitro^ pen als de enige wettige regering van Ij. donesië en vragen om internationale «r. kenning.

Dr. Soemitro legde er nogmaals de nadruk op, dat het nationale front er altij(i naar gestreefd heeft verbrokkehng t» voorkomen, en dat het slechts geheel Jj. donesië onder een gezond en stabiel be. stuur wil brengen. De uitvoering van het nationale front zal op de betoging van zaterdag 8 februar: kracht worden bijgezet door een massabetoging in Padang. De voornaamst» spreker zal daarbij zijn de voorzitter van de Mohammedaanse Masjoemi partij, Mohammed Natsir. Andere sprekers zullen zijn Dr. Sjafroeddin, kolonel Simbo- Ion, commandant van Noord-Sumatra, en kolonel Djambek, sekretaris-generaal van het nationale front. In Djakarta wordt inmiddels een laatst» poging aangewend om Soekarno en Hatta bij elkander te brengen. De commissi» van negen, die met deze taak belast is, heeft een nieuw plan klaar voor de manier, waarop deze twee leiders samen zullen kunnen werken. President Soekarno had Hatta reeds eerder aangeboden om minister-president te worden, doch Hatta weigerde omdat Soekarno verlangde, dat er in het door hem te vormen ministerie ook communisten opgenomen zouden worden.

De chef-staf Nasoetion heeft dezer dagen een onderhoud gehad met de militaire leiders van Sumatra. Hierbij was ook de militaire commandant van Zuid- Sumatra, Barlian, aanwezig, wat door d» regering van Djoeanda als een gunstig teken voor haar beschouwd werd, daar Barlian bekend staat als één van de militaire leiders, die verandering verlangen, doch wie het uitroepen van een tegenregering op dit ogenblik te ver gaat. Zo vertoont ons het overzicht van di achter ons liggende week ook weder hel beeld van onrust; onrust hier en onrust daar, onrust schier overal. Ook in Marokko woedt nog steeds d« oorlog, terwijl de leiders van de opstandige beweging op Cyprus te kennen gegeven hebben dat zij hun gewapend verzet tegen Engeland zullen hervatten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1958

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 februari 1958

De Banier | 8 Pagina's