Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Algemene Vergadering van woensdag 26 februari 1958

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Algemene Vergadering van woensdag 26 februari 1958

26 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het stond er aan de vooravond van de dag, waarop de Algemene Vergadering was vastgesteld, wat de weersomstandigheden betreft, met het oog op de te verwachten opkomst, wel zeer ongunstig voor. Een sterke ijzig koude wind, gepaard met sneeuwval en ijzelvorming, legde in bepaalde gedeelten van het land vrijwel heel het verkeer stil, maakte de wegen wegens gladheid uiterst moeilijk begaanbaar, zodat zelfs over de radio met het oog op de stagnatie ia het vervoer met trein, tram, boot en bus, werd aangeraden de op 26 februari aangekondigde vergaderingen niet te doen doorgaan. Hierdoor verspreidde zich al heel spoedig in alle delen van het land het gerucht, dat alle vergaderingen op 26 fe­ bruari niet doorgingen, zodat de telefoon op het Partijbureau en ook bij andere partij-instanties niet stilstond. Van het hoge Noorden tot het verre Zuiden van ons land werd gevraagd of de Algemene Vergadering wel doorging. Hierop kon slechts bevestigend geantwoord worden, daar het toch een onmogelijkheid was om zo kort voor de vastgestelde datum degenen, die ondanks de weersgesteldheid, van plan waren, de reis naar Utrecht te ondernemen, er van te verwittigen, dat de vergadering werd uitgesteld. Het was toch zeer wel mogelijk, dat de weersomstandigheden op 26 februari gunstiger zouden zijn geworden en wat een teleurstelling zou het daa zijn voor hen, die ondanks alles, toch naar Utrecht zouden zijn gegaan! En inderdaad, de weersomstandigheden waren op de dag der Algemene Vergadering belangrijk gunstiger dan de dag te voren, wat tengevolge had, dat tegen alle verwachtingen in, de opkomst bijzonder meeviel. Wel was de zaal van het noodgebouw van „Tivoli" begrijpelijkerwijs niet zo geheel en al bezet als in vorige jaren het geval was, maar de omstandigheden in aanmerking genomen, kan toch naar alle waarheid en 'zonder enige overdrijving worden gezegd, dat de opkomst veel groter was dan wij hadden durven denken. Het is dan ook maar zeer goed geweest, dat het dagelijks bestuur van het Hoofdbestuur de vergadering heeft laten doorgaan, want het zou voor de vele afgevaardigden en leden der Partij, vooral voor hen, die van verre kwamen en zich zelfs grote opofferingen hadden moeten getroosten, een zeer grote teleurstelling zijn geweest, indien zij hadden moeten constateren, dat al die opofferingen tevergeefs waren geweest.

De verwachtingen van hen, die van mening waren, dat het laten doorgaan der Algemene Vergadering een grote mislukking zou worden, zijn dan ook gelukkig wel ten zeerste beschaamd. Boven verwachting heeft de Heere, in Wiens hand de weersomstandigheden zijn, nog alles wel gemaakt, wat ook hierin uitkomt, dat de collecte, niettegenstaande de verminderde opkomst, toch nog de belangrijke som van ƒ 1434.35 opbracht. Hieruit, alsmede uit het opkomen van zovelen uit alle delen des lands onder zulke moeilijke weersomstandigheden, waar de treinenloop nog niet geheel regelmatig was, blijkt wel, dat de S.G.P.-ers veel voor de door de S.G.P. voorgestane beginselen over hebben, terwijl er niet minder uit Wijkt de trouw aan het Hoofdbestuur. Het was al een heel eind naar half 12 toe, toen de voorzitter de vergadering opende, waarna hij verzocht te zingen Psalm 25 : 6 en 7 om vervolgens uit Psalm 119 te lezen de verzen 129 tot en met 144. Hierna ging de voorzitter voor in gebed om voorts aan de Partijsecretaris te verzoeken, de vergadering mededeling te doen van de ingekomen berichten en telegrammen. Hieruit bleek, dat het Hoofdbestuurshd, de heer Kodde, wegens lichamelijke omstandigheden de Vergadering niet kon bijwonen; dat Ds. van Ravenswaay, eveneens lid van het Hoofdbestuur, verhinderd was, en dat Ds. Smits, lid der Eerste Kamer, wegens het houden van biddag, niet aanwezig kon zijn. Voorts werd medegedeeld, dat Ds. Tukker, die van plan was de Algemene Vergadering te bezoeken, daarin verhinderd was wegens een belangrijke, kerkelijke vergadering, terwijl de heer Vermeulen uit Alblasserdam, die steeds een trouw bezoeker der Algemene Vergaderingen was en die door het Hoofdbestuur met de heer Flikweert als 'kandidaat voor het Hoofdbestuur was gesteld, wegens ongesteldheid, ofschoon aan de beterende hand, dit keer verstek moest laten gaan. Voorts was er nog een telegranr ingekomen van verhindering van docenten en studenten der Theologische School van de Geref. Gem. in Nederland te Rotterdam, waarin zij de Vergadering des Heeren rijke zegen toewensten in al de te verrichten arbeid, terwijl wat later ook nog een telegram ontvangen werd van de heer Verboom uit Kollum, waarin hij het Hoofdbestuur een „in alles Gode bevolen" toewenste. Vervolgens ging de voorzitter over tot het uitspreken van zijn rede, getiteld:

„HET WEE EN HET WEL IN HET MENSELIJK LEVEN"

Van de inhoud dezer rede behoeven wij in dit verslag geen melding te maken, daar ze reeds in druk verschenen is en voor ieder tegen de lage prijs van 40 et. bij de drukkerij N.V. „De Banier", postbus 2019 te Utrecht, verkrijgbaar is. Na de rede bracht de Partijsecretaris Ir. van Dis, namens het Hoofdbestuur en de Vergadering de voorzitter hartelijk dank voor zijn principiële, actuele en ernstige rede en verzocht hij hem of Ds. Zandt bereid was om evenals dit in vorige jaren het geval was, de opbrengst der rede belangeloos ten behoeve der Partijkas af te staan.

Ds. Zandt bracht de Partijsekretaris hartelijk dank voor zijn woorden en verklaarde zich vervolgens gaarne bereid aan het hem gedane verzoek om de rede belangeloos ten behoeve van de Partijkas af te staan, te willen voldoen. De voorzitter beval voorts het kopen van de rede ten zeerste aan en deelde mede, dat dezelfde rede ook nog in een goedkope uitgave, namelijk tegen de zeer lage prijs van 5 cent, ter beschikking van de kiesverenigingen zou worden gesteld, indien er genoegzaam afname voor zou blijken te bestaan, hetgeen men kon tonen door in de pauze deze goedkope uitgave bij de vertegenwoordiger van N.V. „De Banier" alvast te bestellen, waaraan, naar later bleek, genoegzaam was voldaan om tot het drukken van de goedkope uitgave, met het doel deze te verspreiden, over te gaan. Deze goedkope uitgave is vanzelfsprekend niet per stuk verkrijgbaar. Er moeten minstens 50 exemplaren van worden afgenomen. Wie de rede spoedig lezen wil, bestelle een exemplaar van 40 cent, die vanzelfsprekend veel fraaier en daarom ook duurder van uitvoering is. Voordat nu tot het volgend punt van de agenda werd overgegaan, stelde de voorzitter namens het Hoofdbestuur aan de Vergadering voor om aan H.M. de Koningin het navolgende telegram te zenden:

, , De Algemene Vergadering der Staatkundig Gereformeerde Partij, op woensdag 26 februari 1958 te Utrecht in Tivoli bijeen, betuigt haar aanhankelijkheid aan Uwe Majesteit en Uw doorluchtig Huis en wenst U Gods onmisbare zegen toe".

Ds. ZANDT, voorzitter Ir. VAN DIS, secretaris

De vergadering stemde hiermede eenparig in, waarna het telegram verzonden werd. In de loop van de middag werd namens Hare Majesteit het navolgende telegram terug onijvangen: , , Hare Majesteit heeft mij verzocht u Haar vi-iendelijke dank over te brengen voor uw gevoelens van aanhankelijkheid geuit in uw telegram".

Mr. V. d. HOEVEN Part. Secretaris H.M.

Hierna werd overgegaan tot het vierde punt der agenda, namelijk de notulen der vorige Algemene Vergadering, zoals deze in „De Banier" van 28 februari 1957 zijn afgedrukt. Deze notulen werden zonder op- of aanmerkingen door de Vergadering goedgekeurd en vastgesteld. Vervolgens 'kwam de verkiezing van 3 Hoofdbestuursleden aan de orde, van wie er twee aftredend, doch herkiesbaar waren, terwijl één plaats moest vervuld worden in de vacature, ontstaan door het overlijden van de heer J. de Kok. Nadat een aantal personen was verzocht in het stembureau te willen zitting nemen, te weten de heren T. Stok, J. Pijl, C. H. de Jongh, J. M. Opmeer, D. J. Post, A. Vlasblom en W. Verloop (we menen ze hiermede allen genoemd te hebben; enkele handtekeningen waren namelijk niet te ontcijferen) en er op gewezen was, dat de stemming volgens art. 6 der Partijstatuten geheel vrij was, kondigde de voorzitter een collecte aan, welke hij ten zeerste bij de Vergadering aanbeval. Tijdens de collecte en het ophalen der stembiljetten werden enige Psalmverzen gezongen, namelijk Psalm 84 : 3 en 6 en Psalm 68 : 10 en 17. Op verzoek van de voorzitter vroeg de heer de Redelijkheid een zegen voor het middagmaal en werd gepauzeerd tot circa kwart over twee. Na de pauze werd de vergadering op verzoek van de voorzitter door Ds. Dorsman met dankzegging voor de maaltijd en gebed heropend, waarna de uitslag der gehouden verkiezing werd bekend gemaakt. Hieruit bleek, dat de heer Jansen en Ds. van Ravenswaay met vrijwel algemene stemmen herkozen waren en dat in de vacature met grote meerderheid van stemmen gekozen was de heer J. Vermeiden uit Alblasserdam, die de Partij voorheen reeds in onderscheidene functies heeft gediend en ook thans voor haar zitting heeft in de Raad der Gemeente Alblasserdam. De heer Jansen, die ter Vergadering aanwezig was, verklaarde zich op de hem 'door de voorzitter gestelde vraag, of hij de herbenoeming aanvaardde, daartoe bereid, terwijl aan Ds. van Ravenswaay en de heer Vermeulen, die niet aanwezig konden zijn, bericht zal worden gezonden van hun benoeming. De voorzitter wenste de heer Jansen des Heeren zegen toe op zijn arbeid ten behoeve van de Partij en bedankte vervolgens de leden van het stembureau voor de door hen verrichte werkzaamheden.

Alsnu gaf de voorzitter het woord aan de Partijsecretaris tot het uitbrengen van het jaai'verslag. Hierin werd onder meer opgemerkt, 'dat er naast het heugelijke feit van het 40-jarig bestaan der Partij, ook droevige herinneringen waren, n.l. jnet betrekking tot het overlijden van Verscheidene leden der Partij, waarbij inzonderheid enige woorden gewijd werden aan de nagedachtenis van - wijlen het • '"oofdbestuurslid, de heer J. de Kok, en van Prof. Wisse, wier plaatsen thans ledig v/aren. Voorts werd er in het jaarverslag op gewezen, dat de Heere het aan roepstemmen tot overheid en volk in het afgelopen jaar niet heeft doen ontbreken, waarbij onder meer gewezen werd op de werkloosheid en de gebeurtenissen in Indonesië, hetgeen door de afgevaardigden in de Tweede Kamer en Eerste Kamer in deze colleges bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegroting voor 1958 ter sprake was gebracht.

Vervolgens werd stilgestaan in het verslag bij de veelvuldige werkzaamheden van het Partijbureau in verband met de aanstaande Staten- en Gemeenteraadsverkiezingen, het geven van inlichtingen, het beantwoorden van vragen en het verstrekken van adviezen. Ook werd er nog eens bij alle kiesverenigingen op aangedrongen en voornamelijk bij haar secretarissen om toch te zorgen, dat de lijsten, welke ter invulling van de samenstelling van het bestuur worden toegezonden, direkt behandeld, ingevuld en teruggezonden, alsook om verandering van adres van de secretaris onverwijld aan het Partijbureau te melden.

Voorts werd in het verslag nog eens de nadruk er op gelegd, dat de S.G.P. een interkerkelijke Partij is en vervolgens werd melding gemaakt van nieuwe kiesverenigingen te Valkenburg bij Leiden, te Zalk, te Veen en te Abbenes. Ook werd het totaal aantal kiesverenigingen vermeld en de aantallen in de onderscheidene provincies. Hierna werd melding gemaakt van de lectuur, welke in het afgelopen jaar verspreid werd en de aantallen daarbij genoemd. Het jaarverslag werd beëindigd met de wens en bede, dat de Heere in het komende jaar met 'de S.G.P. mocht willen optrekken en werd ook nog aangespoord om gebruik te maken van de middelen door het strooibiljet, dat door het Hoofdbestuur voor de Statenverkiezingen ^wordt uit< re. geven, ten spoedigste in groten getale te bestellen en te verspreiden. Zonder op- of aanmerkingen werd het verslag door de Vergadering goedgekeurd, waarna de voorzitter de Partijsecretaris dank bracht voor de door hem verrichte werkzaamheden.

Alsnu kreeg de Partijpenningmeester, de heer Jansen, gelegenheid tot het uitbrengen van het financiële jaarverslag. Hierin werd er allereerst op gewezen, dat er alle reden is voor elke S.G.P.-er om te betuigen: „Het zijn de goedertierenlieden des Heeren, dat wij niet vernield zijn". Lettend toch op eigen hart, wandel en getuigen, zal hij uit al zijn verrichtingen steeds weer met schuld uitkomen, zodat er tot verootmoediging alle reden is.

Daarna werd stilgestaan bij de schaduwzijde in elk verslag, bestaande in hetgeen niet bereikt kon worden en hetgeen niet gedaan werd, wat zeer zeker verband houdt met het feit, dat al onze arbeid de gevolgen der zonde draagt. Voorts werd in dit verband gewezen op de lauwheid, welke ook in de gelederen der S.G.P. wordt aangetroffen, om daarna tot activiteit aan te sporen, ook in zake het geregeld op tijd overmaken van de verschuldigde contributie ten behoeve der Partij, welke 50 cent per lid per jaar bedraagt. Vervolgens werd er op aangedrongen, om er goede nota van te nemen, dat de contributie voor de Partij moet worden overgemaakt op de postgirorekening no. II9560 ten name van de penningmeester der Partij (zonder diens naam Jansen daarbij te vermelden!) daar er nogal eens abuizen worden gemaakt, doordat men de contributie overmaakt op de postrekening van het Partijbureau no. 186302, waarop uitsluitend de bijdragen ten behoeve van het Partijbureau moeten worden gestort. Aan de penningmeesters, die nalatig waren in het overmaken der contributie, werd een circulaire ge2X)nden, waarop van een 13-tal penningmeesters nog geen antwoord of betaling is ontvangen. De betreffende kiesverenigingen werden door de penningmeester genoemd, doch we zullen ze in „De Banier" nu maar niet vermelden. Wel worden deze kiesverenigingen op het hart gebonden om aan haar verplichtingen te voldoen. De collecte op de Algemene Vergadering van 20 februari 1957 bracht ƒ 2061.49 op, terwijl in het afgelopen jaar aan giften voor lektuurverspreiding het belangrijke bedrag van ruim 1000 gulden ontvangen werd.

Voorts werd in het verslag medegedeeld, dat een aantal penningmeesters ook nog niet de geleverde lectuur betaald hadden tot een totaal bedrag van ƒ 361.95. De penningmeester stelde naar aanleiding hiervan voor, dat op de bestuursvergaderingen der kiesverenigingen naar de betalingen geïnformeerd wordt. Daarna werd uitvoerig stilgestaan bij het Partijorgaan „De Banier", waarbij bleek, dat de sterke stijging 'der kosten er toe genoopt hadden, de abonnementsprijs met ingang van 1 januari 1958 met één gulden per jaar te verhogen. Tenslotte werd de kiesverenigingen nog eens op het hart gebonden om al het mogelijke te doen om nieuwe abonnees op „De Banier" te werven. Wanneer gemiddeld elke kiesvereniging er eens in slaagde om er 5 aan te brengen, zou dit een veimeerdering van circa 1500 abonnees geven. Men zou dit werk kunnen aanpakken door een lijstje met namen en juiste adressen aan de N.V. „De Banier" te sturen, zodat aan de opgegeven adressen gedurende enige weken gratis een „Banier" kan worden gezonden. Hierna moeten dan de betreffende personen van de, zijde der kiesvereniging worden be- zocht en getracht hen als abonnee te noteren. De activiteit van de Rotterdamse kiesvereniging Banier II, werd hierbij door de Partijpenningmeester ten voorbeeld gesteld, terwijl hij voorts al degenen, die aanwezig waren en geen abonnee van „De Banier" waren, sterk aanbeval zich na afloop der vergadering als abonnee op te geven.

Tenslotte gaf de penningmeester een financieel overzicht en eindigde hij met de wens, dat de Heere lust en kracht en bovenal Zijn zegen geven mocht over het werk, dat in het komende jaar te verrichten valt.

Ook dit verslag werd door de Vergadering zonder op- of aanmerking goedgekeurd, waarop de voorzitter de Partijpenningmeester voor de door hem verrichte arbeid hartelijk dank bracht. De voorzitter las hierna een verklaring voor van de controle-commissie, bestaande uit de heren B. v. d. Graaf en M. VVesterduin, waarin dezen verklaarden de boeken en bescheiden der Partij te hebben gecontroleerd en alles accoord te hebben bevonden. Ook deze heren werd door de voorzitter hartelijk dank betuigd voor de door hen geheel belangeloos verrichte werkzaamheden. Vervolgens werd overgegaan tot het benoemen van een nieuwe commissie voor de boekencontrole over 1938. Verzocht

\verden daartoe de heren B. v. d. Graaf te Ridderkerk en J. v. d. Poel te Amsterdam, die beide ter vergadering aanwezig waren en zich bereid verklaarden aan het tot hen gerichte verzoek te voldoen. Aks plaatsvervangers werden aangewezen de heren M. Westerduin te Voorburg en A. M. van Hall te Amsterdam. Hierna kon worden overgegaan tot het behandelen van de voorstellen in zake het aanbrengen van redactionele wijzigingen in het beginselprogram der S.G.P. Reeds op de Algemene Vergadering van 7 april 1934 was daartoe besloten, waarbij aan het Hoofdbestuur werd opgedragen dit werk ter hand te nemen en concept-voorstellen daartoe aan de kiesverenigingen te doen toekomen, die dan eventuele opmerkingen hierover ter kennis van het Hoofdbestuur konden brengen. Zulks had plaats gevonden, waarbij het Hoofdbestuur van de tot haar gerichte opmerkingen goede nota en voor zover het daarmede accoord kon gaan, deze ook ter harte had genomen. Voorts waren door het Hoofdbestuur de nader gewijzigde concept-voorstellen op de Vertrouwensvergadering ter tafel gebracht, met als gevolg, dat het Hoofdbestuur, met volledige goedkeuring van de Vertrouwensafgevaardigden, de Algemene Vergadering voorstelde de navolgende artikelen van het beginselprogram a!s volgt te lezen:

Artikel 1

De Staatkundig Gereformeerde Partij streeft naar een regering van ons volk geheel op de grondslag van de in de Heilige Schrift geopenbaarde ordening Gods en staat mitsdien voor de handhaving van het onverkorte artikel 36 der Nederlandse Geloofs Belijdenis.

Artikel 4

De overheid zal ook in haar ambt naar Gods wet geoordeeld worden en heeft als Zijn dienaresse voor de naleving van deze wet zorg te dragen. Daarom is zij onder meer geroepen: a, b, c, d blijven onveranderd; e. de Staatsloterij af te schaffen; f. blijft onveranderd; g- lijkverbranding te verbieden.

Artikel 7

De overheid heeft te helpen bij het verwei-ven van een' behoorlijk bestaan en te beschermen die delen en standen van ons volk, die in de maatschappelijke strijd dreigen te bezwijken. Armenzorg worde echter in de eerste plaats aan kerkelijke en particuliere instellingen overgelaten. De overheid late die instellingen geheel vrij haar arbeid zelf te regelen en grijpe in die regeling dan ook nimmer in.

Artikel 9

De Staatkundig Gereformeerde Partij verklaart zich tegen verplichte verzekering en mitsdien ook tegen de sociale dwangverzekeringswetten.

Artikel 10

De overheid drage er zorg voor, dat het onderwijs in zijn verschillende vormen overeenkomstig Gods Woord zij. Zij ga derhalve tegen, dat met staatshulp en belastinggeld een groot deel van het opkomend geslacht buiten de kennis van de Heilige Schrift wordt onderwezen.

Artikel 11

Dit artikel kan vervallen, want het is in artikel 10 verwerkt.

Artikel 12

Dit wordt artikel 11 en blijft gelijk op het woord „gezag" na. Dit wordt veranderd in „ambt". De eerste zin begint dus aldus: „Haar ambt oefent de overheid uit", enz. De artikelen 13, 14 enz., worden 12, 13 enz.

Artikel 17 (16)

De overheid drage op doeltreffende wijze zorg voor de defensie des lands, ook al hebbe zij te waken tegen tomeloze opdrijvingen der krijgslasten. Met uitzondering van de voorstellen in zake de artikelen 7, 9 en 10, werd bij niet één der andere voorstellen het woord gevraagd, zodat zij bij acclamatie door de Vergadering werden aangenomen.

Bij artikel 7 werden enige opmerkingen gemaakt, welke door de voorzitter en de Partijsecretaris werden beantwoord met het resultaat, dat ook het voorstel inzake dit artikel 7 met zo goed als algemene stemmen werd aanvaard. Aangaande de opmerking bij artikel 9 zij vermeld, dat het voorstel van het Hoofdbestuur zich, evenals het oude artikel 9, ook richt tegen de dwang. De Vergadering ging daarom ook met het voorstel van het Hoofdbestuur accoord. Hetzelfde had plaats met het voorstel betreffende artikel 10, dat na een enkele opmerking van één der afgevaardigden, eveneens door de Vergadering ongewijzigd werd aangenomen. Alsnu kwamen de vragen en voorstellen der kiesverenigingen aan de orde.

Datum algemene Vergadering

Kortgene, Colijnsplaat, Kamperland, Heerde-Wapenveld en Vlissingen dringen er op aan de Algemene Vergadering niet meer in februari te doen plaats hebben, doch in het laatst van april of het begin van mei. Toelichting. Menigmaal is de weersgesteldheid van die aard, dat het op de buitenwegen gevaarlijk is te rijden, terwijl de heen- en terugreis in het donker moeten geschieden. Enkele malen kwam het reeds voor, dat wegens vorst, gladheid van de weg enz., van het bezoeken der Algemene Vergadering moest worden afgezien. Ook voor oudere personen is het zeer bezwaarlijk.

Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur is er sedert 1955 toe overgegaan de Algemene Vergadering in februari te houden, doordat zulks door de kiesvereniging Opheusden op de Algemene Vergadering van 1954 was verzocht en dit toen door afgevaardigden van andere kiesverenigingen werd ondersteund. Het Hoofdbestuur was er toen niet zo pertinent voor, ook al met het oog op hen, die per autobus de reis moeten maken. De ervaring heeft echter geleerd, dat de Algemene Vergadering in februari veel drukker bezocht wordt dan in een latere maand. Nochtans, wanneer de meerderheid der Vergadering er op staat, is het Hoofdbestuur bereid de volgende Algemene Vergadering D.V. te houden in de tweede week van mei. De voorzitter gaf dit onderwerp in bespreking, waarop enkele afgevaardigden hun mening te kennen gaven, waarbij bleek, dat februari als vergadermaand wel de beste maand geacht werd, met het oog op de werkzaamheden in landen tuinbouw, maar met het oog op de biddagen werden daartegen ook bezwaren naar voren gebracht. Het resultaat der discussie was tenslotte, dat de Algemene Vergadering besloot om het bepalen van de datum aan het Hoofdbestuur over te laten, waarbij de voorzitter de toezegging deed, dat het Hoofdbestuur de voor- en nadelen van februari nog eens zal overwegen en naar eer en geweten zich nader zal beraden hoe de volgende maal te handelen.

Als tweede onderwerp kwam de:

Rondvraag.

Alblasserdam, Hilversum en Nw. Lekkerland stellen voor om de rondvraag op de agenda der Algemene Vergadering te laten vervallen. Toelichting. De omvang der Algemene Vergadering maakt het uitermate ongeschikt om allerlei vragen te stellen, die dan beantwoord moeten worden zonder dat het Hoofdbestuur ze eerst heeft kunnen bespreken. Bovendien wordt de vergadering er door gerekt, of blijft er minder tijd over voor het slotwoord, dat juist op zo hoge prijs wordt gesteld. Ook kan het voorkomen, dat de goede indruk door de rondvraag min of meer te niet gaat.

Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur deelt de bezwaren tegen de rondvraag, zoals door de drie genoemde en voorheen ook reeds door andere kiesverenigingen naar voren zijn gebracht. Temeer klemmen deze bezwaren, omdat ieder, die iets wil vragen, dit ook schriffelijk kan doen buiten de Algemene Vergadering om door zich te richten tot het Hoofdbestuur via het Partijbureau, dat de gestelde vragen steeds beantwoord heeft en ze ook D.V. zal blijven beantwoorden. Daar de ervaring voorts geleerd heeft, dat de Vergadering met de rondvraag niet gediend is, stelt het Hoofdbestuur voor te voldoen aan de door de drie kiesverenigingen gestelde vraag en de rondvraag dus af te schaffen.

In zake het afschaffen van de rondvraag bleek nogal verschil van mening te bestaan. De kiesverenigingen Lisse, Ede, Nijkerk, Dordrecht, de Sectie I uit de provincie Utrecht waren er voor om de rondvraag te behouden, andere zoals o.a. Groot-Ammers, waren er voor om haar af laten vervallen.

Het resultaat was tenslotte, dat op voorstel van de voorzitter besloten werd, om dit punt aan te houden, zodat het Hoofdbestuur zich er nader over zou kunnen beraden en eventueel met een voorstel dienaangaande zou kunnen komen.

Een volgend onderwerp ging over het

Doorgeven van lectuur

Hilversum stelt voor om op lectuur, die vanwege de S.G.P. gratis verspreid wordt, de volgende zinsnede te plaatsen: „Gelieve na lezing van dit geschrift het s.v.p. aan vrienden of bekenden door te geven". Toelichting. Mogelijk kan toevoeging van deze zinsnede, welke niets kost, er toe dienen om de door de S.G.P. verspreide lectuur onder meerderen bekend te maken. Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbe­ stuur stelt zich achter het voorstel van Hilversum. Aangezien niemand tegen dit voorstel bezwaar maakte, werd het met algemene stemmen door de Vergadering aanvaard. Vervolgens kwam een oude kwestie aan de orde namelijk betreffende het: Meei-malen verschijnen van „De Banier" Hai üinxveld-Giessendam vraagt of het nog met mogelijk is „De Banier" meermalen per week te laten verschijnen. Toelichting. Het lezen der dagbladen, ook van de dusgenaamde christelijke dagbladen, is voor iemand, die de oude gereformeerde beginselen is toegedaan, bijna niet meer mogelijk, daar er veel in voorkomt, wat met deze beginselen in strijd is. Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur is het geheel eens met de door Hardinxveld-Giessendam genoemde en ongetwijfeld door vele anderen gedeelde bezwaren tegen de zogenaamde christelijke pers. Gezien echter de geweldige kosten, verbonden aan het meermalen verschijnen van „De Banier", ziet het Hoofdbestuur geen mogelijkheid aan de gestelde vraag te voldoen. Nadat de voorzitter het praeadvies van het Hoofdbestuur nog eens kort had toegelicht en onderstreept, werd ook dit met eenparige stemmen door de Vergadering goedgekeurd.

Hierna kwam een voorstel betreffende het

Aanstellen van een propagandist

Rotterdam-Banier II stelt ter bevordering van het op grotere schaal verbreiden van de beginselen der S.G.P. voor, te komen tot het aanstellen van een propagandist in de brede zin des woords. Toelichting. Onder „brede zin des woords" wordt verstaan: o.a. het werven van leden, het vergroten van het aantal Banierlezers, het stimuleren van de verkoop der lectuur, namelijk redes, brochures, uitgaven der K. en Z.-serie, enz., het verrichten van voorbereidende werkzaamheden ter plaatse waar, gezien de gunstige ligging ten opzichte van het beginsel, geschiktheid aanwezig is om over te gaan tot het oprichten ener kiesvereniging enz. De uit deze aanstelling voortvloeiende kosten kunnen onzes inziens onder andere bestreden worden uit de meerdere opbrengst van de contributies der nieuwe leden, verkoop lectuur (waaronder begrepen de K. en Z.serie) bijdragen van kiesverenigingen enz.

Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur wil de wenselijkheid van het door Rotterdam-Banier II voorgestelde wel erkennen, maar kan de financiële verantwoordelijkheid er voor onmogelijk op zich nemen. Uiterst gewenst, ja noodzakelijk acht het Hoofdbestuur het, dat de kiesverenigingen alles in het werk stellen om meer abonnees op „De Banier" te werven, gelijk in „De Banier" meermalen is aanbevolen. Aangezien niemand over dit voorstel het^ woord verlangde, werd het prae-advies van het Hoofdbestuur met algemene stemmen door de Vergadering goedgekeurd.

Het zesde onderwerp van de vragen en voorstellen der kiesverenigingen had betrekking op de

Jeugdgemeenteraad

Vlaardingen vraagt hoe te oordelen over het deelnemen van S.G.P.-ers aan een jeugdgemeenteraad. Toelichting. In Vlaardingen zijn er leden der kiesvereniging, die er sceptisch tegenover staan, dat vijf leden der kiesverenicjing in de jeugdgemeenteraad zitting hebben.

Praeadvies Hoofdbestuur. Het Hoofdbestuur Ls ook tegen het zitting nemen in jeugdgemeenteraden, omdat het er een vertoning in ziet, welke niet bevorderhjk is voor de eerbiediging van de gemeenteraad, die het bestuur der gemeente uitmaakt. Het Hoofdbestuur raadt daarom af er zitting in te nemen, doch gaat niet zo ver om dit te verbieden. Bij dit onderwerp werd door één der afgevaardigden van Middelburg een korte opmerking gemaakt. De voorzitter wees er echter op, dat het in de vraag van Vlaardingen niet ging over een wdjkraad, doch over een jeugdgemeenteraad, wat niet hetzelfde is. Na deze toelichting van de voorzitter verklaarde de Vergadering haar volle instemming met het praeadvies van het Hoofdbestuur, zodat dit met algemene stemmen aangenomen werd.

Alsnu kwam de rondvraag. Hiervan werd gebruik gemaakt door de heer Middelkoop van Culemborg, die een woord van waarschuwing deed horen tegen de actie van de B.V.L. (Beweging Vrijheid in de Landbouw), met haar orgaan „De Vrije Boer". Zelf tot de kleine boeren behorend, kon spreker niet nalaten er ten sterkste op aan te dringen, dat toch geen enkele S.G.P.-er zich er voor zou laten vinden, om een plaats te aanvaarden op de kandidatenlijsten van de B.V.L. of op die lijsten te stemmen nu deze Beweging ook aan de verkiezingen gaat deelnemen. Allereerst niet, omdat de B.V.L. een actie is, die God noch Diens geopenbaarde Woord toch het enige richtsnoer stelt, wat wel daaruit blijkt, dat een aantal jaren geleden vergaderingen van deze Beweging nog met gebed geopend werden, maar thans niet meer. Voorts is de B.V.L. niet nodig, daar de S.G.P. Hooit anders gedaan heeft en niet anders doet dan opkomen voor de vrijheid in de landbouw en andere takken van bedrijf. Men had in Gelderland op de Prov. Verg. der S.G.P. besloten op 24 maart a.s. een gebedsure te houden, daar de Heere in Zijn Woord zegt: „Ken Mij in al uw wegen".

Hierna kreeg Ds. Abma gelegenheid tot het spreken van een slotwoord. Als uitgangspunt koos spreker de woorden uit het boek Jesaja, waarin deze profeet betviigde: „Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben en ik woon in het midden eens volks, dat onrein van lippen is".

Spreker stond er bij stü, dat Jesaja optrad in het sterfjaar van de godvruchtige koning Josia en toen een gezicht kreeg voor de heiligheid des Heeren, toen hij de serafs de één tot de ander hoorde uitroepen: „Heilig, heilig, heilig is de Heere der heirscharenl" Hoe zeer ware het te wensen en af te smeken, aldus Ds. Abma, dat de Heere allen en ook alle S.G.P.-ers een indruk gaf van die zeer te duchten heiligheid des Heeren, waarover bij zeer velen zo weinig geheiligde kennis gevonden wordt. Tegenwoordig is het zo, dat de bioscoop in de kerk wordt gebracht en de kerk in de bioscoop, maar wat vreselijk zal het zijn als de Heere ten gerichte zal komen. Jesaja kwam uit te roepen: „Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben". Hij verhief zichzelf niet boven anderen, integendeel, hij kreeg laag voor God te bukken, evenals Petrus, die kreeg uit te roepen: „Heere, ga uit van mij, want ik ben een zondig mens".

Jesaja moest, ziende op de heiligheid des Heeren, uitroepen: „Ik verga", waar zullen dan blijven zij, die in hoogmoed des harten voortwandelen. Spreker wenste allen, die de Partij dienen en voorstaan toe, dat zij ook iets bij aanvang of voortgang mochten leren kennen van die woorden van de profeet: „Ik verga". voordat de ontzaglijke ondergang aan deze wereld wordt voltrokken. Ds. Abma wenste voorts de vertegenwoordigers in Kamers, Staten en Raden toe, dat ze zich aan het ellendige en arme volk, dat uitroept: „Wee mij, want ik verga! dewijl ik een man van onreine lippen ben", verbonden mogen gevoelen, daar ze zo van node hebben op hun zware posten, telkens weer bediend te worden.

Spreker verzocht hierop de vier Kamerleden, waarvan Ds. Zandt en Ir. van Dis aanwezig waren, staande toe te zingen de zegenbede uit Psalm 134 : 3, waaraan door de Vergadering spontaan voldaan werd.

Nadat Ds. Zandt mede namens Ir. van Dis en de andere, hoewel niet aanwezige Kamerleden, voor de hartelijke en indrukwekkende woorden door Ds. Ab­ ma gesproken, bedankt had en tevens ook alle aanwezigen zijn dank had betuigd voor hun trouwe opkomst, niettegenstaande de ongunstige weersomstandigheden, en in het bijzonder ook de kiesvereniging Utrecht voor de vele door haar leden op deze dag verrichte werkzaamheden, werd op verzoek van de voorzitter de vergadering door Ds. Abma met gebed gesloten, nadat nog gezongen was van Psalm 68 het vijfde en daarna nog van Psalm 72 het laatste vers. Hierop keerden de afgevaardigden en leden naar hun haardsteden terug, napratend over al hetgeen zij die dag meegemaakt, gezien en gehoord hadden. Het was, niettegenstaande de weersomstandigheden het allerergste hadden doen vrezen, toch nog door Gods goedheid een goede opkomst en een goed geslaagde vergadering.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1958

De Banier | 8 Pagina's

De Algemene Vergadering van woensdag 26 februari 1958

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 maart 1958

De Banier | 8 Pagina's