Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitslag van de verkiezingen voor de Prov. Staten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitslag van de verkiezingen voor de Prov. Staten

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op deze verkiezingen kan de S.G.P. met tevredenheid, terug zien. Ook zij hebben uitgewezen, dat de S.G.P. staat mag maken op esn haar beginselen getrouw kiezerseorps. Overal heeft zij haar leden, die in de Provinciale Staten reeds zitting hadden, herkozen mogen zien. Dit alleen al mag voor haar reden zijn om met blijdschap en dankerkentenis aan de Heere vervuld te zijn. Al heeft zij niet zulk een belangrijke vooruitgang in haar stemmenaantal behaald als de V.V.D., nochthans is er van een achteruitgang geen sprake. Zulk een belangrijke vooruitgang als de V.V.D. behaalde, kon zij ook niet verwachten. Haar beginselen, gebonden aan Gods Woord als saj zijn, vinden helaas bij de overgrote massa van ons voUc geen bijval. Had zij ten aanzien van haar beginselen water in de wijn gedaan, allicht, zelfs vrij zeker, had zij alsdan een groter aantal stemmen bekomen; doch dit zou geen vooruitgang, maar zeHs een heel sterke achteruitgang geweest zijn. Desniettemin heeft de S.G.P., ook wat het stemmenaantal betreft, in vergelijking met de Statenverkiezing van 1954 een belangrijke stap voorwaarts mogen doen. Bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten in 1954 zag zij op haar candidatenlijsten 116.243 stemmen, en bij de thans gehouden verkiezingen 129.106 stemmen uitgebracht, wat een vooruitgang van niet minder dan 12.863 stemmen inheeft. Ook procentsgewijze klom zij, en wel van 2, 18 op 2, 26 procent. Bezien wij de provincies stuk voor stuk nader, waarin zij kandidaten had gesteld, dan valt er ook vooruitgang in het stemmenaantal te konstateren.

In Zuid-Holland, de provincie waarin de S.G.P. verreweg het grootste aantal stemmen verwierf, bekwam zij thans 57.965, tegen 54.727 stemmen in 1954. In Gelderland 22.557 tegen 19.125 in 1954. In Zeeland 13.632 tegen 12.850 in 1954. In Utrecht 11.725 tegen 10.279 in 1954. In Overijssel 11.080 tegen 10.332 in 1954. In Noord-Holland 7.531 tegen 4.700 in 1954. In Noord-Brabant 3.060 tegen 2.771 in 1954. In Friesland 1.556 tegen 1.459 in 1954 Zelfs ten aanzien van de verkiezing van de Tweede Kamer in 1956, toen de S.G.P. 129.265 stemmen bekwam, daalde haar stemmenaantal slechts in zeer geringe mate. Dit is wel iets heel bijzonders want vrijwel altijd is haar stemmenaantal bij de verkiezingen van de Provinciale Staten veel geringer geweest dan bij die van de Tweede Kamer. De uitslag van de nu gehouden verkiezingen van de Provinciale Staten is voor de S.G.P. dan ook hoogst bemoedigend. Zij geeft haar een gegronde hoop voor de toekomst. Wij zullen in dit artikel — ook al met het oog op de plaatsruimte — niet in nadere bijzonderheden afdalen, dewijl wij voornemens zijn ten aanzien daarvan zulks in een artikel in het volgende nummer van , , De Banier" te doen. Alleen kunnen wij niet nalaten een zeer erkentelijk woord van dank te richten aan de besturen, leden en vrienden van de S.G.P. voor de inspanning en arbeid, welke zij zich getroost hebben om tot deze uitslag te komen. Tenslotte vermelden wij de namen van de S.G.P.-ers, die tot Statenleden gekozen zijn. In Zuid-Holland zijn het: Ds. P. Zandt, Delft; H. van Rossirm, Dirksland; A. Vlasblom, Delft; in Zeeland: D. Kodde, Zoutelande; C. Boender, Tholen; A. S. Wisse, Waarde; H. Flikweert, Nieuwerkerk; in Gelderland: C. Middelkoop, Culemborg; G. J. Doeleman, Wageningen; in Utrecht: N. W. Schreuder, Amersfoort; en in Overijssel: P. van der Meulen, IJsselmuiden; in het geheel dus elf S.G.P.-ers. Hun zal bij de vervulling van hun funkties een moeüijke, zware strijd wachten. Zij zullen daarbij meermalen geheel alleen staan, daar zij tegen onze tijdgeest hebben op te roeien. Dat de Heere hun de zo nodige bekwaamheid, wijsheid en voorzichtigheid moge schenken, opdat zij in Zijn kracht en mogendheid hun arbeid als Statenleden tot Zijn eer en tot welzijn van ons volk mogen verrichten, en dat zij hierbij in hun gebeden gedacht mogsn worden door allen, die de Geest der genade en der gebeden hebben ontvangen.

Hebben vidj reeds opgemerkt, dat de uitslag van de verkiezingen van de Provinciale Staten voor de S.G.P. een gunstige was, te meer waar zij slechts in acht provincies kandidaten had gesteld, zij was dit allerminst voor de P.v.d.A., die in stemmenaantal en in procenten hard terugliep, al verloor zij in het geheel slechts twee zetels. Voor deze teruggang bestonden verschillende redenen. In de laatste tijd had zij de wind ook al door de hoogkonjunktuur geducht in de zeilen. Mede daaraan dankte zij haar grote sukses bij de Tweede Kamerverkiezing in 1956, waarbij zij zelfs de grootste partij in Nederland werd. Sinds dez» verkiezing is er echter heel veel veranderd. De hoogkonjunktuur heeft ons land, en niet alleen het onze, verlaten. De gevolgen daarvan zijn niet uitgebleven. Zowel in andere landen als in het onze, bij voor­ beeld in Amerika, is er een sterke depressie ingetreden, met gevolg, dat er esn verontrustende werkloosheid is gekomen. Onze regering zag zich genoodzaakt om allerlei maatregelen te treffen. Zo heeft zij de bestedingsbeperking moeten invoeren, waaraan men van socialistische zijde voor een zeer groot deel de achteruitgang in haar stemmenaantal toeschrijft. De voorzitter van de P.v.d.A., de heer Vermeer, zeide hiervan, dat de nederlaag van de P.v.d.A. vooral te wijten is aan het feit, dat men er niet in geslaagd was het voDc duidelijk te maken, dat de bestedingsbeperking bedoeld is als een planmatige poHtiek.

Minister Suurhoff, sprekende in dezelfde bijeenkomst als de heer Vermeer, zeide onder meer: Het valt op, dat men van all kanten heeft geprobeerd de P.v.d.A. voor te stellen als de partij, die op haar eentje en als hobby de bestedingsbeperking heeft voorgestaan. De grote vwnst van de V.V.D., die volgens minister Suurhoff onder meer dit spelletje heeft gespeeld, was mede daaraan te danken. Stellig hebben de door de regering genomen maatregelen, onder meer de bestedingsbeperking, aan het stemmenaantal der P.v.d.A. geen goed gedaan, doch dit is onzes inziens allerminst de enige oorzaak van de sterke daling van het stemmenaantal der P.v.d.A. De zo sterk veranderde gang van zaken op het maatschappelijk terrein heeft daaraan nog veel harder medegewerkt. In ons land heeft het 2dch sterk gewroken, dat de staatsuitgaven vooral door het drijven van de socialistische ministers van financiën zo hoog waren opgevoerd, en ook dat er ook door sociaHstische invloed geleefd werd alsof er geen opkomen aan was, en alsof, zoals men dat in sommige kringen van ons volk, uitdrukte, de regering aan het potverteren was en dat er zulke ongekend hoge en zware lasten en belastingen op de bedrijven en partikulieren gelegd zijn, wat bij vele Nederlanders een uitermate ontevreden stemming heeft verwekt, gelijk dit pok gedaan is door de veelvuldige staatsbemoeienissen, weHce vooral op aandrang en aandrijven van de P.v.d.A. zijn genomen. Mr. P. J. Oud, voorzitter van de V.V.D., heeft op een bijeenkomst van de V.V.D. te Rotterdam nu wel gezegd, dat als men ziet dat juist de V.V.D. de meeste vooruitgang heeft geboekt, dan geloofde hij hierin het bewijs te kunnen zien, dat de door de V.V.D. gevoerde oppositie op konstruktieve wijze is gevoerd, hetgeen voor hem het meest vreugdevolle van deze verkiezingen was, maar deze oppositine was voor de Tweede Kamerverkiezingen door de V.V.D. ook al gevoerd, zonder dat zij zulke eklatante resultaten had opgeleverd als bij de nu gehouden verkiezingen voor de Provinciale Staten. Voor ons staat het wel vast, dat het verdwijnen van de hoogkonjunktuur, op welker voortduring de P.v.d.A. maar al te zeer gerekend heeft, en de daardoor ontstane depressie er heel sterk de hand in gehad hebben, dat de P.v.d.A. zo achteruitgelopsn is en de V.V.D. zulk een grote winst heeft kunnen behalen. Een soortgelijk geval als zich thans voorgedaan heeft, heeft zich ook bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1937 voorgedaan. Vóór deze verkiezingen was het ministerie Colijn overgegaan tot inflatie, het verlagen van de waarde van onze munt, waardoor mede toen een tijdlang een zekere welvaart ontstond. Dat was de oorzaak, dat tal van niet-Anti-Revolutionairen, onder wie zeer vele Joden, bij de Kamerverkiezingen in 1937 hun stem uitbrachten op de kandidatenlijst van de A.R., waardoor deze partij zulk een groot sukses behaalde, dat zij haar afgevaardigden in de Tweede Kamer van 13 tot 17 zag stijgen. Deze opzienbarende vooruitgang was toen aan lou­ ter maatschappehjke, stoffelijke oorzt. ken toe te schrijven, gelijk ook de zo j^ het oog lojpende vooruitgang van d« V.V.D. stellig grotendeels aan stoffelijke maatschappelijke belangen is toe t« schrijven. Het is toch niet aan te nemen, dat de tahijken, die, in tegenstelling met de Tweede Kamerverkiezing van 1938, him stem op de hberalen hebben uitg», bracht omdat zij tot de liberale beginsslen bekeerd zijn. Evenmin als de zovelen, die in 1937 hun stem aan de A.R. gaven, daarmede A.R. geworden waren, evenmin zijn de velen, die bij deze Stitenverldezingen liberaal gestemd hebben, daarmede liberaal geworden. Er zijn te allen tijde bij de verkiezingen niet weinigen, wier stem door stoffelijke, maatschappelijke overwegingen wordt bepaald, die, wat de beginselen betreft, een kleurloze middenstof zijn, zoals Di. A. Kuyper deze eertijds noemde, welk* nu eens zus en dan weder zo stemt. In zo verre echter kon de heer Oud w^ gelijk krijgen, als hij in de bijeenkomst tt Rotterdam zeide, dat de verkiezinge» voor de Provinciale Staten de liberalen grote moed voor de komende gemeeuteraadsverkiezingen geven, en ook voor di Kamerverkiezingen over twee jaar. Er zijn toch tot dusver geen tekenen aanwezig, dat de maatschappehjke neerslag spoedig een einde zal hebben. Bij voortduring kan men nog berichten in de dagbladen lezen, waarin vermeld wordt dat de leiders van bedrijven zich door eei onbevredigende slechte gang van zaken genoodzaakt zien arbeiders te ontslaan of de werktijden aanmerkelijk te verkorten, terwijl in de loop der eeuwen vett» en magere jaren zich gedurig hebben afgewisseld. En als men op de zo ontzaggelijk grote Godsverzaking en - verlating acht neemt, dan staan ons zware tijden te wachten, doch heeft men hierbij altijd te bedenken, dat Gods wegen ondoorgrondelijk zijn en Zijn lankmoedigheid groot is; maar zoals de stand van zaken zich thans laat aanzien, dan zal de depressie, welke de P.v.d.A. en ook onz« regering veel te licht hebben opgevat, zich nog voortzetten, al kunnen er in twee jaren tijds, zoals ook nu het geval geweest is, nog heel grote veranderingen plaats grijpen.

Wat ons betreft, verheugt ons de nederlaag van de P.v.d.A., omreden dat dez» partij de enige juiste grondslag van Gods Woord ten aanzien van haar beginselen mist, en ook al onder meer omdat zij beoogt vrijwel heel ons bestaan en ook dat der bedrijven onder Vadertje Staat te stellen. In haar zucht naar staatsabsolutisme zien wij een ramp voor ons volk. Ook ten opzichte van de door de P.v.d.A. zo hoog geroemde doorbraak geeft de uitslag van de gehouden Statenverkiezingen ons reden tot blijdschap. Het is toch hierbij wel gebleken, dat deze doorbraak nooit van zulk een omvang en van zulk een heilzame strekking is geweest als deze partij ons wel wilde doen geloven en diets maken, al heeft zij stellig niet nagelaten op velen een indruk te maken en ook onder de protestants-cliristelijke partijen menigeen tot zich getrokken, ook al mede doordat de C.H.U. ai de A.R.P. goed vonden, dat er van hun partijen als ministers zitting in de ministeries Drees namen. Wat deze partijen aangaat, het resultaat van de gehouden Statenverkiezingen is voor de C.H.U. in zoverre gunstig, dat zij het verlies van 1956 wel wat heeft ingehaald, zonder daarbij haar peil van 1954 te bereiken. Voor de A.R.P. is deze nog minder gunstig verlopen dan voor de C.H.U., al kon zelfs deze partij niet op een bepaald belangrijk sukses bogen. Beide partijen vetloren toch bij deze verkiezingen elk zes zetels. Al is men in beide genoemde partijen van oordeel, dat uit de Statenverkiezingen gebleken is, dat de doorbraak tot stilstand is gekomen, bij beide partijen wreekt het zich, dat zij ter wille van tijdelijke belangen van eens door hen beleden beginselen zijn afgeweken. f)e K.V^P. behaalde bij de gehouden verkiezingen zowel in stemmenaantal als in iet verkrijgen van zetels — zij won 4 zetels — winst. In haar kringen maakt men »r zich blij over, dat zij nu weer de grootste partij in ons land is. Professor Romme, handelende over de uitslag der verkiezingen, sprak de hoop ait, dat de P.v.d.A. door de geleden nederlaag zieh niet zo zeer zou lat8n neerdrukken, dat zij niet in vereniging met ie K.V.P. een progressief beleid zou voortzetten. Op dat progressief beleid valt echter met gegronde reden heel veel »f te dingen. Om maar iets te noemen: het bracht ons het verlies van Indië; het loste de woningnood, de vreselijke bron van volksellende, niet op; het keerde het aiet, dat onze munt, onze gulden, in waarde sterk daalde; het keerde het al evenmin, dat het leven zo benauwend duur is geworden; het bevorderde het, èzt partikulieren en bedrijven onder zulke hoge en zware lasten gebukt gaan. Het werkte er niet weinig aan mede, dat ir onder een groot deel van de bevolking •en grote ontstemming bestaat, waarvan de geweldige winst van de liberalen bij deze Statenverkiezing ons een overtuigend bewijs geeft. En nu kan men wel de schuld daarvan ep de P.v.d.A. alleen schuiven, doch dit is onbillijk, want zowel de K.V.P. als de A.R.P. en ook de C.H.U. dragen door de aanwezigheid van hun ministers ia de ministeries Drees daarvoor mede de verantwoordelijkheid. Msn kan nu wel, zoals Dr. W. P. Berghuis, de voorzitter van de .4..R.P., in zijn voorlopig oordeel over ie uitslag der Statenverkiezingen deed, zijn verheuging over het terugdringen van de socialistische invloed uitspreken - wij verheugen ons daar met hem over — maar men moet en kan hierbij toch niet over het hoofd zien, dat zowel de K.V.P. alsook de A.R.P. en de C.H.U. er door de aanwezigheid van hun ministers in het kabinet Drees er mede de schuld van dragen, dat de socialisten door middel van de regeringsmaatregelen hun invloed hebben lamnen uitvoeren en versterken. Het gaat dan ook billijkheidshalve niet op om de socialisten alleen als de zondebok aan te wijzen en zichzelf alzo van de schuld vrij te pleiten.

Voorts nog een enkel woord over de Boerenpartij. Wij hebben het betreurd, dat deze er toe overgegaan is om in de provincie Gelderland een eigen kandidatenlijst in te dienen, en er ook toe overgegaan is om te breken met de door haar vroeger afgelegde verklaringen, dat zij aan de politiek geen deel zou nemen. Wij betreuren deze houding, omdat het voor ons vast stond en wel te voorzien was, dat deze partij met haar stemmenaantal de kiesdeler niet zou halen, zoals de uitslag der verkiezingen ook heeft uitgewezen, want haar stemmenaantal bleef ver en ver beneden de kiesdeler. Wij vreesden, dat door het stemmen op de kandidatenlijst van de Boerenpartij er slechts afbrokkeling van stemmen zou plaats hebben en deze afbrokkeling tengevolge zou kunnen hebben, dat daardoor één van de 2 zeteh in Gelderland voor de S.G.P., die immer voor de vrijheid, ook voor die in het boerenbedrijf, is opgekomen, verloren zou kunnen gaan. Tot onze grote blijdschap is dit niet het geval geweest. Overigens kunnen wij het optreden en de aktie van De Vrije Boer zeer wel begrijpen en tot op zekere hoogte heeft deze partij dan ook onze volle medewerking en kan zij op onze steun rekenen, al geldt het voor ons als een groot bezwaar, dat haar beginselen niet op de hechte grondslag van Gods Woord gevestigd zijn. Het is in alle dingen toch zo gesteld, dat Gods getuigenis: Tot de wet en tot de getuigenis, zo zij niet spreken naar dit woord, het zal zijn, dat zij geen dageraad zidlen hebben", daarin bevestigd wordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1958

De Banier | 8 Pagina's

De uitslag van de verkiezingen voor de Prov. Staten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 april 1958

De Banier | 8 Pagina's