Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De nieuwe geneesmiddelenwet door de Kamer aanvaard

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De nieuwe geneesmiddelenwet door de Kamer aanvaard

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede en verklaring van Ir. van Dis

Alleen S.G.P. en V.V.D. iegen

Zoals wij in het voorwoord bij de repliekrede van Ir. van Dis betreffende het wetsontwerp in zake de geneesmiddelenvoorziening hebben medegedeeld, werden de beraadslagingen over dit ontwerp op 12 maart geschorst, omdat de minister zich over het amendement Bachg nader wilde beraden. De vorige week werd de beraadslaging over dit amendement heropend, waarbij allereerst de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid het woord verkreeg om zijn standpimt ten aanzien van het amendement Bachg aan de Kamer kenbaar te maken. Uit zijn rede bleek wel helder en klaar, dat hij er beslist afwijzend tegenover stond. Hij wilde er niet van weten aan de drogisten op de één of andere manier een wettelijke erkenning toe te kennen, waardoor zou worden uitgesproken, dat de door hen verleende diensten in het teken der volksgezondheid staan. Na hem kreeg de heer Bachg gelegenheid om zich tegen de argumenten van de minister te verweren, terwijl ook enkele andere Kamerleden van de gelegenheid gebruik maakten zich in het kort over het amendement uit te spreken. De heer Verkerk (A.R.) steunde de heer Bachg in diens verdediging van zijn amendement. Ook Ir. van Dis deed dit in een korte rede, welke als volgt luidde:

Mijnheer de Voorzitter! De discussies, welke over dit wetsontwerp en over de ingediende amendementen hebben plaats gehad, hebben wel overduidelijk in het licht gesteld de juistheid van wat door mij in de aanvang van mijn rede in eerste termijn werd opgemerkt, namelijk, dat de minister zich met de verdediging van dit wetsontwerp op een uiterst glibberig terrein heeft begeven. De oorzaken van de moeilijkheden, die zich hierbij hebben voorgedaan en zich nog voordoen, liggen niet bij de Kamer, maar bij de regering, die het onderhavige wetsontwerp heeft ingediend en de verdediging er van op zidi heeft geno- jnen, zonder dat er in faet wetsontwerp een bevredigende regeling is opgenomen met betrekking tot het vraagstuk, waarop in 1931 de behandeling van bet toenmalige wetsontwerp is vastgelopen, met het gevolg, dat de regering destijds tot intrekking van dit wetsontwerp overging. {Iet amendement-Bachg, dat in deze leemte tracht te voorzien, is door de niinister ten sterkste bestreden. Ik moet < 3it ten zeerste betreuren, daar ik van oordeel ben, dat de drogisten, gezien de rol, die zij sedert tal van jaren bij de geneesmiddelenvoorziening hebben vervuld, er een zakelijk recht .pp hebben, dat zij wettelijk erkend worden, hetzij in deze, hetzij in een afzonderlijke wet, zoals door het amendement-Bachg wordt beoogd.

Mijnheer de Voorzitter! De geachte afgevaardigde, de heer Bachg, heeft reeds uitvoerig genoeg en, naar ik meen, onder aanvoering van gegronde redenen, de minister beantwoord. Ik zal derhalve niet in herhalingen vervaEen, maar wü volstaan met te verklaren, dat ik mij in deze volkomen bij het amendement van de heer Bachg kan aansluiten en voorts, dat, indien dit amendement onverhoopt mocht worden verworpen, ik mijn stem aan dit wetsontwerp niet zal kunnen geven. Daar de heer Bachg constateerde, dat eijn amendement geen kans had aangenomen te worden, trok hij het in, zo­ dat er geen stemming over plaats had. Nadat de overige artikelen van het wetsontwerp behandeld waren en er over het wetsontwerp in zijn geheel beslist zou worden, werden verklaringen afgelegd van de zijde der V.V.D. en der S.G.P. Namens de S.G.P. legde Ir. van Dis de navolgende verklaring af:

Mijnheer de Voorzitter! Ofschoon ik de noodzakeHjkheid van een nieuwe wet in zake de geneesmiddelenvoorziening ten volle erken, zal ik, aangezien in het wetsontwerp zoals on­ der meer in de uitvoerige verhandelinr gen van de hoogleraren Van Bemmelen, Duynstee en Prins is aangetoond, de zo noodzalcelijke rechtszekerheid ontbreekt en een belangrijke groep van belanghebbenden, welke ter zake van de geneesmiddelenvoorziening historische rechten verkregen heeft, er niet in erkend wordt, er mijn stem aan onthouden.

Het wetsontwerp werd hierop met zitten en opstaan door de Kamer met grote meerderheid van stemmen aanvaard. Alleen de V.V.D. en de S.G.P. stemden tegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1958

De Banier | 8 Pagina's

De nieuwe geneesmiddelenwet door de Kamer aanvaard

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 april 1958

De Banier | 8 Pagina's