Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer dit nummer van „De Banier" in het bezit van al zijn lezers zal gekomen zijn, ligt de Hemelvaartsdag al weder achter ons. Deze dag wordt vooral, wanneer het weer zich daarvoor leent, door velen besteed als een uitgaansdag. En niet minder groot is het getal dergenen, voor wie deze dag welkom is als een vakantiedag, waarop zij sport en spel beoefenen of deelnemen aan het één of ander concours, hetzij als toeschouwer, hetzij als deelnemer.

Het feit waarom deze dag is ingesteld, namelijk ter herdenking van Christus' hemelvaart, is bij hen geheel op de achtergrond geraakt, zó soms zelfs, dat zij dit niet eens verstandelijk weten. De wereld met wat daarin en - op is, neemt geheel him hoofd, hart en zinnen in beslag. Daarin gaan zij geheel op. Niet bedenkende, dat Hij, Die ten hemel opvoer, eenmaal op de aarde zal wederkeren om te oordelen de levenden en de doden, en dat zij ook alsdan voor Zijn vierschaar gedaagd zullen worden om rekenschap te geven van heel haar levensgedrag en ook van de Hemelvaartsdag, hoe zij die doorgebracht hebben.

Het is wel êên jammerlijk teken van onze donkere dagen, dat zo velen in dubbele zin des woords daarhenen leven zonder God en zonder Christus, vervreemd van Zijn zo zalige dienst, dienende allerlei begeerlijkheden en wellusten, waarvan zij maar nooit genoeg bekomen. Hoe zeer wordt hierbij het Woord des Heeren veracht, dat luidt: „Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij die slaapt, en staat op uit Je doden, en Christus zal over u lichten. Ziet dan hoe gij voorzichtigHjk wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, de tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn".

Voorzeker, onze dagen zijn boos; van welke kant ook beschouwd, zijn zij dat. Benevens Gods grote verdraagzaamheid, lankmoedigheid en goedertierenheid zijn zij toch zwanger van Gods oordelen, die op zo menig gebied waarneembaar zijn en wel het meest nog in het oordeel der verharding. Ach, ach, hoe weinig worden deze opgemerkt en gevreesd! Hoe weinig wordt men er onder vertederd en vernederd. Hoe weinig wordt men er schuldig voor en onder God over, dewijl men er toch schuldig tegenover staat! Hoe zeer wordt daarbij Gods raad en eis verwaarloosd: „Bij Mij van de Libanon af, o bruid! Kom bij Mij van de Libanon af!"

Ons bepalende bij het buitenland, waarover wij een overzicht van de jongste gebeurtenissen hebben te schrijven, hoe kan men waarnemen dat de machtigen der aarde hoog op de Libanon zitten, op de Libanon van eigen krachten, wijsheid en inzicht, wat op zichzeK geen klein oordeel is, want de Heere laat Zich niet bespotten, en wat de mens zaait, dat zal hij ook maaien. En wat nu de mens zaait, dat is in het oog des AUerhoogsten niet dan onkruid, dat allerlei ellende over hem en de wereld brengt. Dit wordt door de feiten bevestigd. Nog altijd toch laat de vrede onder de volken op zich wachten en wordt de mensheid bedreigd door het uitbreken van de derde wereldoorlog met al de jammeren en ellende van die. In de Eichter ons liggende week hebben de ministers van het Noord-Atlantisch pakt een paar dagen te Kopenhagen vergaderd. Zij kwamen tot de konklusie, dat Rusland zonder grote moeite een kolossaal leger van 30 divisies en dertig dagen na de algehele mobilisatie zelfs een leger van 400 divisies kan uitrusten en tezamen met zijn vazalstaten zes miljoen man onder de wapens kan brengen, toegerust met de moderne wapens ak H- en A-bommen.

Hoogst begrijpelijk maakte op deze samenkomst de topkonferentie een onderwerp der besprekingen uit. Over het algemeen spraken de ministers de wensehjkheid uit van het houden van een topkonferentie, onder voorbehoud echter dat daarop overeenstemming op belangrijke punten bereikt zal kunnen worden.

Zij waren bovendien van oordeel, dat het houden van topkonferenties niet noodzakelijkerwijze de enige of de beste vsdjze is om de spanning in de wereld te verminderen, en dat de topkonferenties vrijwel geen waarde hebben indien zij niet goed voorbereid worden en plaats vinden in een gunstige sfeer, waarin men zonder bijbedoelingen de vermindering van de spanningen op het oog heeft. Het voornaamste punt, dat op de agenda van een topkonferentie moet voorkomen, was naar het oordeel der vergadering de gekontroleerde ontwapening, waar de Russische regering tot dusver niets van heeft willen weten, terwijl de vijftien ministers van het Noord-Atlantische pakt daarentegen van oordeel waren, dat bij de kennelijke onwil van de Russische regering om kontrole op de ontwapening te aanvaarden er van een werkelijke ontwapening en vermindering van de spanningen onder de volken niets kan komen. Hun inzicht omtrent de topkonferentie drukten de vijftien ministers uit in een communiqué, waarvan de voornaamste punten zijn;

a. Ondanks de teleurstelling over de Russische houding blijven de westelijke mogendheden vasthouden aan het principe van onderhandelen. b. De ministers hopen, dat de Sovjetunie deel zal nemen aan technische studies over problemen van inspektie en kontrole over de ontwapening. c. Alle mogelijke pogingen moeten in het werk gesteld worden om tot ekonomische welvaart te geraken, met name door expansie van de internationale handel en hulp aan onderontwikkelde gebieden. d. Op de agenda van een topkonferentie mag de Duitse hereniging als agendapunt niet ontbreken. Uit het bovenstaande kan niet anders gekonkludeerd worden dan dat de inzichten over een topkonferentie van de westelijke mogendheden met die van de oostelijke mogendheden nog steeds in flagrante strijd met elkander zijn, zó zelfs, dat het nog altijd de grote vraag is of er wel ooit een topkonferentie zal plaats vinden. Niet alleen toch wil de Russische regering hoegenaamd niets weten van kontrole en inspektie, maar evenmin er iets van weten, dat de hereniging van Duitsland op de topkonferentie ter sprake zal komen.

De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Dulles heeft na afloop van de Kopenhaagse vergadering een kort bezoek aan Duitsland gebracht, waarbij hij, 'benevens dat hij de Russische houding scherp veroordeelde, de Duitsers moed insprak ten aanzien van de hereniging van Duitsland, zeggende dat de Russische regering zich ook lange tijd scherp verzet had tegen de terugtrekking van haar troepen uit Oostenrijk en tegen de onafhankelijkheidsverklaring van dat rijk, en toch uiteindelijk haar verzet had opgegeven onder de aandrang van de westelijke mogendheden. Op de samenkomst te Kopenhagen had Dulles ten aanzien van Indonesië van een geheel gevsdjzigde houding van de Amerikaanse regering openlijk blijk gegeven, waar hij namens zijn regering zijn zeer ernstige bezorgdheid uitsprak over de toestand in Indonesië. Hij verklaarde, dat een Indonesische aktie tegen westelijk Nieuw-Guinea niet alleen een gevaar inhield voor de ontviokkeling in Zuid-Oost- Azië, maar voor de gehele westelijke wereld.

Dulles zeide, dat hij het noodzakelijk vond de ministers van het Noord-Atlantische pakt te wijzen op de explosieve situatie in Zuid-Oost-Azië en op het kommunistische gevaar. Dulles legde zijn verklaring af in een geheime vergadering. Daarom kunnen daarover geen nadere bijzonderheden worden medegedeeld. Wat er van uitgelekt is, is dat naar algemeen oordeel der vergadering Dulles' opmerkingen, die nog al wat tijd in beslag genomen moeten hebben, zeer juist waren. Dulles' verklaring was des te meer opmerkelijk omdat zij zo geheel onverwacht kwam en de vergadering geheel verraste. Stellig zal de Nederlandse minister en een zeer groot deel van ons volk daarvan met verheuging kennis genomen hebben. Alleen valt het zeer te betreuren dat de verklaring zo laat, nu pas kwam. De Amerikaanse regering, welke er zulk een groot aandeel in heeft gehad, dat de soevereiniteit over Indië aan de regering van Soekamo werd overgedragen, heeft te dezer zake wel heel wat tegenover ons land goed te maken. En dit niet alleen op dit punt. Hoe is Soekamo bij zijn bezoek aan Amerika door de officiële instanties aldaar niet gehuldigd! Hoe is hij door hen niet bewierookt, met verguizing van Nederland als Amerika's bondgenoot! En dit terwijl het toen reeds te onderkennen was, dat hij aan de leiband van de kommunisten liep, hetgeen hij tot op de dag van heden nog doet. Wat wel de hoofdoorzaak is geweest dat er op Sumatra een tegenregering tegen zijn regering in Djakarta is gevormd, welke naar Soekarno's oordeel met geweld dient temeer geslagen te worden, hetgeen echter tot dusver minder gelukt is dan president Soekarno wel gedacht had. De burgeroorlog duurt in Indonesië nog steeds voort. Er worden nog bombardementen door de luchtmacht van de tegenregering uitgevoerd. Zo werd Ambon opnieuw gebombardeerd. De bommenwerpers van de tegenregering hebben opnieuw het vliegveld van Ambon aangevallen. De startbaan, verkeersgebouwen en benzineopslagplaatsen leden ernstige schade. Dit heeft radio Menado meegedeeld. Deze bombardementen hebben mede tengevolge, dat de zeeën in de Indonesische archipel onveilig gemaakt worden en er grote schade aan president Soekarno's bewind, dat openlijk de beschuldiging heeft uitgesproken, dat er van Nederlandse en Amerikaanse zijde hulp geboden wordt aan de opstandige regering, berokkend wordt. De Indonesische minister van buitenlandse zaken heeft stellig in verband hiermede de ambassadeurs van Amerika en de Sovjet-Unie ontvangen.

Ook heeft Djakarta's legerwoordvoerder bekend gemaakt, dat de opstandelingen op Noord-Celebes willen onderhandelen en dat een delegatie van de chef-staf Nasoetion kontakt zou willen opnemen met Kawilarang, de opperbevelhebber van de rebellen. Intussen is gebleken, dat Kawilarang geenszins wil onderhandelen en inmiddels heeft ook de regering van Djakarta laten weten, dat de verklaring van de legerwoordvoerder verkeerd geïnterpreteerd is.

Dit neemt echter niet weg, wat zelfs de regering van Soekarno niet ontkend heeft of kan ontkennen, dat het verschil van inzicht tussen de regering van Djakarta en het Indonesische leger steeds scherper vormen aanneemt en meer openbaar wordt. Het blijkt toch hoe langer hoe meer, dat er in het leger wel degelijk een stroming is, welke gaarne met de opstandelingen zou onderhandelen. Velen in het leger zijn beducht voor de toeneming van de kommunistische invloed onder het regime van president Soekamo en minister Djoeanda. Bovendien ziet het een aanval op Celebes als een moeilijke opgave; de meeste vliegvelden in Oost- Indonesië staan onder kontrole van de troepen van de tegenregering. Van de zijde der tegenregering is een beroep op het buitenland gedaan om zich niet in Indonesische binnenlandse aangelegenheden te mengen, terwijl van deze zijde pertinent verklaard is, dat president Soekamo en diens regering reeds hulp van de Sovjet-Unie hebben aangenomen. Wat de Sovjet-Unie zelf betreft, volgens Poolse waarnemers is daarin voor de zoveelste maal een strijd om de macht tussen de vooraanstaande kommunisten ontbrand. Deze waarnemers zijn van mening, dat er in Moskou een grote strijd om de macht "gaande is en dat de Chinese kommunisten zich hebben aangesloten bij de groep Molotof en met de2; e groep er naar staan om Chroestsjef als premier af te danken.

Volgens hen zou de scherpe aanval van de Sovjet-Unie op maarschalk Tito en op de Joegoslavische kommunisten niet het werk zijn geweest van Chroestsjef, die het volgens de ideeën, welke hij in februari 1956 tijdens het 20ste kongres van de Russische kommunistische partij geuit heeft, met maarschalk Tito eens is, maar van twee leden van het machtige partij-apparaat, Soeslof en Pospelof, beiden trouwe aanhangers van Molotof en van het stalinisme. Het ingrijpen van de Chinese kommunisten in deze worsteling om de macht werd ingeluid door een felle aanval op maarschalk Tito, welke volgens de Poolse waarnemers een aanval zou zijn op Chroestsjef en diens verkondigde ideeën. De naam van Chroestsjef werd echter in hun aanval, welke het eerst gedaan werd in een artikel in het Chinese volksdagblad, door de Chinezen niet genoemd. De aanval werd dan ook ongewijzigd in het Russische partijblad de Prawda opgenomen.

Hebben de Poolse waarnemers het bij het rechte eind, dan zal Chroestsjef de aanval wel te boven komen. Hij moet daartoe reeds zijn maatregelen genomen hebben. Van een andere zijde is men van deze overwdninng echter bij lange na niet zo overtuigd. Van deze kant wordt er op gewezen dat Molotof thans weer in Moskou is en dat dit toch niet zonder betekenis is. De Chinezen moeten tegen Chroestsjefs beleid nog een bijzondere grief hebben. Zij zijn ontevreden over de stroom van brieven van de Sovjetleiders inzake de topkonferentie, waardoor naar hun oordeel de Chinese aanspraak op een zetel in de Organisatie der Verenigde Naties sterk geschaad is en ook de Chinese aanspraak op Formosa verzwakt is. Hoe het in deze strijd verder zal verlopen en wie daaruit als de uiteindelijke overwinnaar te voorschijn zal komen, dient afgewacht te worden.

Inmiddels heeft de Joegoslavische regering onbewimpeld verklaard, dat als overheersing door de Sovjet-Unie de prijs is, welke betaald moet worden voor samenwerking met haar en andere kommunistische landen, deze prijs thans voor haar even onaanvaardbaar is als tien jaar geleden. Ook heeft een Joegoslavisch regeringsblad geschreven, dat er geen onderscheid is tussen de Chinese aantijgingen van thans en de Kominformresolutie van 1948, waarbij Joegoslavië uit de kommunistische internationale gestoten werd. Uit dit overzicht valt weder op te merken, dat de vrede op aarde, zelfs onder de kommunisten, geheel zoek is en dat de menselijke wijsheid niet alleen faalt, maar zelfs de ellende nog vermeerdert. Het is wel een heel komplex van vraagstukken, voor welker oplossing men thans geplaatst staat. Elk land heeft daarin zijn deel. Ook Frankrijk. Dit land heeft nog steeds geen ministerie. Pleven heeft het na tal van deliberaties niet kunnen bolwerken om een kabinet samen te stellen. Nadat verschillende personen, die door president Coty waren aangezocht om een ministerie samen te stellen, het verzoek van de president van de hand gewezen hadden, omdat zij geen mogelijkheid daartoe zagen, is Pfimlin daartoe door de president aangezocht, die dat verzoek in overweging heeft genomen. Zijn kansen van slagen worden ook al niet gunstig beoordeeld, maar deson­ danks schijnt hij niet voornemens te zij» het direkt op te geven. Zijn program bevat drie punten: in Algerije handhavinj van Frankrijks positie, ingrijpende maatregelen ter bestrijding van de inflatie een even drastische aktie tot het herstel van het evenwdcht in de betalingsbalans, Voor Algerije wil de informateiu: streven naar een derde weg en niet uitsluitend vechten of uitsluitend dit gebied m.aar opgeven. De derde weg ziet hij in het sluiten van een wapenstilstand op een daarvoor voor Frankrijk gunstig ogenblik. Vervolgens wil hij de kaderwet voor Algerije zo loyaal mogelijk toepassen en de Algerijnen een zo groot mogelijk dtd geven in de opbouw van wat hij noemt een geheel nieuw Algerije. Het is op dit punt, dat de argwaan en tegenzin van de onafhankelijken, van do rechts-radikalen en ex-Gaullisten is opgewekt, zonder wier medewerking e» steun hij echter geen ministerie zal kunnen formeren, dat de meerderheid van het Franse parlement achter zich heeft.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1958

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 mei 1958

De Banier | 8 Pagina's