Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Frankrijk en de Algerijnse kwestie staan nog immer in het brandpunt van veler belangstelling. Op zichzelf is dit zeer wel te begrijpen, want wat daar gebeurt en uiteindelijk gebeuren zal, raakt in zekere zin vrijwel heel de wereld.

Het is aan generaal De Gaulle gelukt de door hem verlangde volmacht van het Franse parlement te bekomen. Daarna heeft hij zich naar Algerije begeven, waar hem bij zijn aankomst een zeer enthousiaste ontvangst ten deel viel. In Algiers sprak hij voor een samengestroomde massa van soms 150.000 personen, die hem luide en langdurig toejuichten als hij over een vernieuwing van Frankrijk sprak en veAlaarde, dat de Fransen en de Mohammedanen in Algerije in alles gelijke rechten zouden bekomen.

Deze zeer enthousiaste toejuichingen hadden niet alleen in Algiers plaats, maar ook in de plaatsen Constantine en Bone, welke generaal De Gaulle ook bezocht heeft. Ook daar dedsn zich dezelfde taferelen van ongekende wilde geestdrift voor, welke zeer wel mogelijk niet zo zeer de persoon van de generaal zelf betroffen, wiens ideeën hem zeker niet bij alle delen van de Europese bevolking in Algerije populair en geliefd maken, als wel meer voor de vernieuwing van Frankrijk en Algerije, welke hij geacht wordt te belichamen.

Hierbij komt, dat vele Algerijnen ongetwijfeld er wel van overtuigd zijn, dat de generaal hun fascistisch gekleurde ideeën omtrent de vorm, welke de vernieuwing moet aannemen, niet deelt en ook niet instemt met hun denkbeelden betreffende de oplossing van het Algerijnse probleem.

Hij heeft namelijk bij herhaling verklaard dat er na het referendum over de nieuwe grondwet en de verkiezingen, welke spoedig worden gehouden, met de Algerijnse verkozenen gesproken zal worden over wat er dan nog zal moeten gebeuren.

Met dit al is het wel duidelijk, dat het nog bij lange na niet zeker is of generaal De Gaulles plannen ten uitvoer gebracht zullen en kunnen worden. Sedert hij in Algerije de voet aan wal gezet heeft, heeft hij drie redevoeringen gehouden, waarbij hij zeer uitbundig werd toegejuicht; maar dit betekent niet dftt zijn plannen daar bij allen, die hem toejuichten, in goede aarde zijn gevallen. De meer extremistische elementen onder de 1.200.000 Algerijnse Fransen zijn de mening toegedaan, dat De Gaulle te ver gegaan is door gelijkheid en integratie te beloven aan de Mohammedanen, terwijl ook zelfs onder de redevoeringen van De Gaulle stemmen opgingen, die hun misnoegen uitspraken over de aanwezigheid van de leden van het Franse centrum, alsook over de aanwezigheid van socialisten in het kabinet De GauUe. Kreten ten gunste van het opnemen van Soustelle in het kabinet werden zelfs gehoord onder De Gaulles redevoeringen. In een felle redevoering vatte Delbecque, de vice-voorzitter van de kommissie voor Algerije, die echter voor zichzelf sprak en niet namens de kommissie, de bezwaren van teleurgestelde revolutionairen samen. Hij deed hierbij een beroep op Frankrijk om daarin ook soortgelijke kommissies in te stellen en verklaarde, dat men de Rubicon niet was overgestoken om te gaan vissen. Prinsen van het ten dode opgeschreven systeem — hij doelde daarbij zonder hun namen te noemen op pohtici als Pflimlin en Mollet, die leden van De Gaulles kabinet zijn — hopen de revolutie van Algerije te verstrikken, maar dat zal hun niet gelukken.

Andere uiterlijke tekenen van de strijd tussen deze revolutionairen en de mUitairen waren er in Algerije nog meer waar te nemen. Steeds weer trachtten kleine groepen van deze revolutionairen, zelfs tijdens de rede van generaal De Gaulle op het Forum te Algiers, de menigte aan te zetten tot het roepen van Soustelles en Massu's namen. Zelfs kwam een spreker van de kommissie de „smeerlappen van het politieke systeem" te veroordelen, en te eisen, dat degenen van hen, die generaal De Gaulle omringen, uit zijn omgeving zullen verdwijnen. Die smeerlappen willen ons verkopen en ons land aan vreemden geven. . . . doch het leger liet gewoon de elektrische stroom der luidsprekers afsluiten toen de redenaar verder in dezelfde trant wilde doorgaan met spreken.

Ook weten verscheidene Franse bladen mee te delen, dat extremisten twee van De Gaulles ministers, Lejeune en Jacquinot, in Algiers hebben opgesloten om te beletten dat zij op het balkon kwamen toen De Gaulle het woord voerde; esn gebeurtenis, waarover De GauUe zeer gebelgd geweest is.

Ook heeft generaal De GauUe in zijn redevoeringen een beroep op de opstandelingen in Algerije gedaan om hun wapens neer te leggen en deel te nemen aan de in het uitzicht gestelde verkiezingen. De reaktie op dit heroep bij de opstandelingen was echter ongunstig. Uit Kairo werd gemeld, dat de uitgeweken leiders van het Algerijnse Nationale Bevrijdingsfront dit streven hebben verworpen en de strijd zullen voortzetten.

Uit het verloop van zaken blijkt hoe langer hoe meer, dat het opstandige comité voor algemeen welzijn der Europeanen, dat sedert 13 mei de macht in Algerije in handen heeft en zelfs thans in de bureaux van het gouvernement-generaal zetelt, langzaam opzij wordt gezet. In feite is reeds bij een dekreet van 31 mei beslist, dat de militaire kommandanten der verschillende Algerijnse provincies behalve een militair ook een burgerlijk kabinet moeten oprichten, dat dan onderscheidene ondergeschikte belangen weer aan de normale burgerlijke administratie moet toevertrouwen. Hiermede is dus praktisch ook het burgerlijk bestuur in de handen van militairen overgegaan, en wel in die van De Gaulle en Salan, terwijl de houding van de generaal der parachutisten Massu nog niet geheel duidelijk is. Uit het onderhoud, dat laatstgenoemde generaal met De Gaulle had, hetwelk zeer kort van dmn: was, leidt men af, dat De Gaulle en Massu het verre van met elkander eens zijn.

Generaal De Gaulle heeft de taak, welke hij zich voor zijn reis naar Algerije had gesteld, grotendeels vervuld. Deze taak bestond daarin, dat hij het gezag van de centrale regering in Parijs herstelde. Echter zal de verdere consolidatie, naar de militairen hopen, vrij rustig en geleidelijk geschieden, om niet weer nieuwe weerstanden op te wekken. De kommissie zal blijkens haar woordvoerder, luitenant Neuwiath, niet worden opgeheven .... maar hij legde daarbij zo sterk de nadruk op haar door generaal Salan ondertekend statuut, dat men er toch aan ging twijfelen. Het blijft mogelijk, dat deze kommissies, evenals de bevrijdingskommissies van 1945 in de Europese landen, onder de druk van een krachtige militaire leiding de één na de ander zullen verdwijnen. Door er zich bij aan te sluiten en het statuut van de kommissie voor het algemeen welzijn vaag te houden en zelfs er in te vermelden, dat zij slechts een kontaktorgaan was tussen volk en leger, is nu de weg geopend om, nu de mihtairen bereikt hebben wat zij wilden: een sterke regering onder De Gaulle, één en ander in de doofpot der historie te laten verdwijnen. Dit valt ook af te leiden uit hetgeen generaal De Gaulle sprak over het ontstaan van de beweging in Algerije. Hij keurde deze beweging thans onomwonden en openlijk goed. Hij vergeleek haar bij een beek, waaruit veel goeds voor Frankrijk en Algerije was voortgevloeid, en bij een dam, welke ook zijn nut had gehad door de beek in bedwang te houden, twee faktoren, waaruit men ook in de toekomst de nodige energie zou kunnen putten, weUce aan beide, èn aan Frankrijk, én aan Algerije, ten goede zou komen. Daarbij komt nog dat vele militairen kennelijk van het begin af hoopten, door leiding te geven aan de beweging, de reaktionaire kolonisten te dwingen tot enigszins gematigder oplossing van het Algerijns konflikt, dat anders tot nieuwe en ook morele nederlagen voor het leger zou leiden.

Het is altijd de grote vraag hoe het verder in deze materie zal verlopen. Vast staat wel, dat generaal De Gaulle voor de oplossing van een uiterst moeilijk probleem staat. Dit bleek direkt al toen hij uit Algerije in Parijs was teruggekeerd. Toen kwam aan het licht, dat er tal van Kamerleden zijn, onder hen ook die vóór De Gaulle hebben gestemd, die wensen, dat de Kamer eerder bijeengeroepen zal worden. Dezen verlangen van De Gaulle rekening en verantwoording te bekomen over de besluiten, welke hij in Algerije heeft aangekondigd. Met name over zijn mededeling, dat hij binnen drie maanden na het referendum de Kamer wü doen ontbinden en niet alleen in Algerije, m.aar ook in Frankrijk nieuwe verkiezingen wil uitschrijven. Deze Kamerleden zijn op het ogenblik bezet met de vrees, dat de Kamer, door aan generaal De Gaulle blanko volmacht te verlenen, politieke zelfmoord heeft gepleegd.

Intussen kan de Kamervoorzitter De Troquer de Kamer alleen dan bijeeru-oepen wanneer blijkt, dat de m.eerderheid dergenen, die vóór De Gaulle hebben gestemd, geneigd is haar steun aan hem op te zeggen. De Gaulle heeft De Troquer reeds laten weten, dat hij binnenkort een lang gesprek met hem vidl hebben.

Maakt dit de toestand in Frankrijk en Algerije al onzeker, hierbij komt nog dat de Comités de Salut Public in Algerije aangekondigd hebben, dat zij zich maandag 9 juni naar Frankrijk zullen begeven om hun akties naar Frankrijk over te planten en overal plaatselijk Comités de Salut Public zullen vormen onder leiding van een nationaal topkomité te Parijs. Deze akti© is aangekondigd door Delbecque in een open brief aan De De Gaulle, welke hij voor de Algerijnse radiozenders heeft voorgelezen. Doel van de komité's moet volgens hem zijn een eenheidsbeweging achter De Gaulle te stichten en af te rekenen met het oude regime.

In kringen van de politieke partijen in Frankrijk, ook van een aantal rechtse partijen, vreest men dat de aktie van Delbecque en de zijnen zal uitlopen op een eenheidspartij, die een algehele ommekeer van zaken zal brengen.

Deze kringen zijn zelfs niet geheel gerustgesteld door de woorden, welke De Gaulle tot de leiders van de komité's in Algerije heeft gesproken alvorens hij naar Frankrijk terugkeerde. Hij heeft hen allen nog eens bij zich ontboden en hen toegesproken. Ter gelegenheid daarvan zeide hij: Van nu aan oefent geai wikei Comité de Salut Public en geen enkel iijj dezer komité's meer de bevoegdheden uit, welke uitsluitend aan het burgerlijl; bestuur toekomen. Ik wens ook niet, dat de komité's de burgerlijke autoriteiten die met de handhaving van het gezag bg. last zijn, voor de voeten zullen lopen. De komité's mogen zich slechts er mede bezig houden om de Algerijnen geestelijlt één te maken. Het gezag berust thans bij generaal Salan en dat mag op generlei wijze betwist worden.

Hebt u mij begrepen? zo eindigde generaal De Gaulle zijn woorden, waarop de leiders in koor antwoordden: Ja, generaal!

De reaktie hierop is echter bij de leiders niet één en dezelfde geweest. Delbecque heeft ondanks zijn jawoord aangekon. digd, dat hij zich maandag 9 juni naai Frankrijk zal begeven om daar Comités de Salut Public op te richten, terwijl generaal Massu zich van Delbecque afscheidde door zijn afkeuring over disns open brief aan De Gaulle uit te spreken. Wijst de houding van Delbecque er op, dat De Gaulle een zware taak wacht ea alle Algerijnen, die hem overigens s)™pathiek gezind zijn, het bij lange na niet met de door hem genomen en te nemen maatregelen eens zijn, dit kwam bij het houden van zijn redevoering, welke hij te Oran ten aanhore van omstreeks 200.000 toehoorders uitsprak, ook al aan de dag. In deze redevoering verdedigde hij voor het eerst het opnemen van vertegenwoordigers van het oude stelsel in zijn ministerie, hetgeen echter bij velen van zijn toehoorders niet in goede aarde viel, blijkens de vele interrupties, waarin dit werd afgekeurd. Deze waren zó talrijk en maakten hem het spreken zó moeihjk, dat hij, in hoge mate geërgerd, uitriep: „Houdt u alstublieft wat rustiger!"

Zo ziet men dat het in Frankrijk, alsook in Algerije verre van rustig is, wat ook kan worden gezegd van Indonesië en van het midden-oosten en van nog al zo vele andere landen en gebieden in de wereld. Zelfs is er weder een hooggaand geschil tussen Rusland en Joegoslavië uitgebroken. Chroestsjef richtte op het Bulgaarse kommunistische partijkongres een scherpe aanval op het kommunistisch beleid van maarschalk Tito in Joegoslavië. Dit was volgens de Russische bewindsman een totale verloochening van de kommunistische beginselen, weswege de Russische regering haar kredieten aan die van Joegoslavië had ingetrokken.

Deze aanval heeft nu onder meer de woordvoerder der Joegoslavische regering, Petric, beantwoord en wel op een scherpe wijze. Deze verweet Chroestsjef, dat hij een groot gebrek aan beginselen heeft, wat ook al daaruit bleek, dat hij nog maar enige tijd geleden een gans ander oordeel over maarschalk Tito en over het Joegoslavische kommunisme had uitgesproken dan dat hij dit onder meer op het Bulgaarse partijkongres had gedaan. Chroestsjef had het Tito en het Joegoslavische kommunisme als een verloochening van de kommunistische beginselen aangerekend, dat zij met kapitalistische landen handel dreven, maar als dat dan zo was, verloochende Chroestsjef evenzeer de kommunistische beginselen, waar hij in een brief aan president Eisenhower had voorgesteld om de handelsbetrekkingen tussen Amerika en Rusland te vermeerderen — aldus verklaarde Petric.

Op de vraag of Joegoslavië zich thans na het opschorten van de Russische kredieten tot de westelijke mogendheden om leningen zal richten, antwoordde Petric, dat de handelsbetrekkingen van Joegoslavië met Amerika uitgebreid dienden te worden, van oordeel als hij was, dat Rusland en zijn vazalstaten een politieke en glconomische drulc op Joegoslavië zouden lutoefenen, waarbij het zelfs tot gewapende incidenten aan de grenzen van Joegoslavië met Albanië, Bulgarije en Roemenië kan komen. 2o wordt ook in dit overzicht weder bevestigd de uitspraak van Gods Woord, dat de wereld in het boze ligt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1958

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1958

De Banier | 8 Pagina's