Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en gang

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en gang

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLI.

Groen over de gelijkstelling der godsdiensten in 1815. De Hervormde Kerk geadministreerd.

De vorige maal maakten wij er melding van dat ook door Mr. Groen van Prinsterer in zijn geschrift over de maatregelen tegen de afgescheidenen, uitgegeven in 1837, er op gewezen werd, dat de Raad van State zich in 1815 tegen het voornemen verklaarde om de Hervormde Kerk van regeringswege een organisatie op te leggen, gelijk bij het Koninklijk Besluit van 7 januari 1816 is geschied. Eerst ging Groen in genoemd geschrift in op de oorzaken der omust in de Hervormde Kerk, welke hij zag in het overnemen van de beginselen der Franse Revolutie, die door overdrijving wel schadelijk gewerkt hadden, maar die, zoals velen meenden, op zichzelf toch wel heilrijk waren. Die zo hoog bejubelde beginselen nu werden niet aUeen toegepast in de staat, maar ook in de kerk.

Groen staat vervolgens stil bij de grondwet, welke ons volk in 1815 verkreeg, en wel bij dat gedeelte, dat handelt over de gelijkstelling der godsdiensten, om er daarna op te wijzen wat naar zijn oordeel de bedoelingen zijn geweest van de ontwerpers dezer gelijkstelling. Volgens Groen hielden die bedoelingen geen onderwerping aan het Evangelie in, noch enkel evangelische verdraagzaamheid. Wel daarentegen afscheiding van kerk en staat, zodat ten aanzien der regering liet christendom op één lijn met de valse godsdiensten werd geplaatst, en het Evangelie, wel verre van verbindend te zijn, niet langer als richtsnoer van het staatsbestuur mocht worden gevolgd. Deze gelijkstelling is volgens Groen niet anders dan ongodisterij der wet, zij is verwerping van het Evangelie, aan hetwelk Europa, en in het bijzonder Nederland, de beste zegeningen van het maatschappelijk bestaan, welvaart en bloei, ook vrijheid en verdraagzaamheid te danken hebben gehad; verwerping van 't Evangelie, dat door ieder in zijn stand en in zijn kring behoort gepredikt te worden en dat vorsten en volken verphcht zijn na te leven.

Groen wijst vervolgens in dit verband op de meest ergerlijke ontheiliging van de

zondag, ondanks de Zondagswet, welke in 1814 van kracht geworden was, en op het onderwijs, dat beslist niet christelijk was. Wat de kerkgemeenschappen betreft, scheen het alsof er voor de behoorlijke zelfstandigheid en onafhankelijkheid daarvan gezorgd was, dus geen onderwerping aan het wereldlijk gezag, maar de liberale praktijk was wel heel anders. Na dan nog weer eens bij het onderwijs te hebben stilgestaan, komt Groen vervolgens bij de kerk. Allereerst stelt hij de vraag wat er van de onafhankelijkheid der kerk, van haar eigen zelfstandig bestaan geworden is. Na de invoering der grondwet van 1815, waardoor aan de bevoorrechte positie der Hervormde Kerk een einde was gekomen, moest op de eerbiediging van deze onafhankeUjkheid dubbele prijs worden gesteld, daar zij van de blijvende welwillendheid der gezagvoerders generlei waarborgen meer had. Dit verlangen naar zelfstandigheid was, aldus schrijft Groen, te meer billijk, omdat aan alle bestaande gezindheden gelijke bescherming was toegezegd, zodat de Gereformeerde (Hervormde) Kerk na het verlies van al wat naar heerschappij geleek, toch even vrij als bijvoorbeeld de rooms-katholieke moest zijn.

Deze verwachting echter werd de bodem ingeslagen. Ook al weer door dezelfde

revolutionaire beginselen, waarbij de kerk beschouwd en behandeld wordt als een louter maatschappelijke inrichting in de staat en onder het bestuur; als een werktuig, dat zeer nuttig en ook zeer schadelijk kan zijn en daarom in de hand dient gehouden en zelfs een weinig behoort te worden geklemd; als een dienares, welke aan de hand van het gouvernement behoort te gaan. Deze theorie werd hier te lande leidraad der regering. De Gereformeerde Kerk werd geadministreerd, georganiseerd, gecentraliseerd, waarna Groen woordelijk als volgt schrijft: De Gereformeerde Kerk is geadministreerd (n.l. in 1816). Zij is een deel der staatsmachine geworden, een departement van algemeen bestuur. Er is een ministerie van Eredienst ingesteld, geheel in de geest van het stelsel van administratie, dat wij van de Franse revolutie, in haar liberaal-despotieke ontwikkehng, hadden geërfd. Er is, naar de mening van het bestuur, een kerk in de staat, een soort van kerk-staat, gevormd, waarin de leraars bijna als ambtenaren, de ledematen, ook als zodanig, bijna als onderdanen worden beschouwd; waarin de koning, die, als lidmaat der Gereformeerde Kerk, gesn rechten dan die van ieder lidmaat bezit, bijna als regent en opperhoofd aangemerkt werd. Aldus is een schromelijke verwarring van attributiën ontstaan. Het grondwettig toezicht is een gedurige en rechtstreekse bemoeiing geworden. Vandaar dat het gouvernement, om kort te gaan, in alles de hand gehad heeft. Vandaar dat gedurende twintig jaren de benoeming van hoogleraren in de theologie, hoewel men het in de gelijkelijk beschermde Rooms-Katholieke Kerk niet licht zou hebben beproefd, geheel en rechtstreeks is gedaan door een gouvernement, hetwelk, als zodanig, vreemd aan alle geloofsbegrippen is. Vandaar, om alles samen te vatten, dat het wereldlijk gezag zich bevoegd heeft kunnen achten om, na met een konsulerende kommissie, door dat gezag benoemd, geraadpleegd te hebben, bij besluit van 7 januari 1816, een kerkgenootschap te stichten, welks organisatie, tegelijkertijd en op dezelfde wijs, tot in de minste bijzonderheden werd bepaald. Vervolgens gaat Groen in op het feit, dat in 1816 de Gereformeerde Kerk door het politiek gezag werd georganiseerd, doch hierover D.V. de volgende keer. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en gang

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's