Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en gong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en gong

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLIII.

Artikel 9 van het Algemeen Reglement en de leer der Herv. Kerk. Wijziging proponentsformulier. Groens oordeel hierover.

De vorige maal hebben wij uit één van de geschriften van mr. Groen van Ptóoi- Bterer aangetoond, dat ook volgens hem de Raad van State zich destijds verzet heeft tegen bet opleggen van ©en synodale organisatie, zoals dit in 1816 plaats vond. Door het Koninklijk Besluit, waarbij dit geschiedde, vv«rd btüten weten en voorkennas der gemeenten, die oude bestaande kerkinrichting naar de fcerkenordening van Dordrecht, vervangen door besturen, weUoe door die regering onder koning WiUem I benoemd werden. Eerst werden de secretaris en de penningmeester der Synode 'benoemd bij K.B. van 6 februari 1816, dies zeer kort na het K.B. van 7 janutó van dat jaar, tei-wijl de overige 13 stemhebbende en de 3 prae-adviserende leden voor de eerste synodale vergadering, welke op 3 juli 1816 plaats vond, bij K.B. van 28 mei 1816 aangewezen werden. Wij gaan op deze eerste vergadiering niet in, daar wij ons moeten bepalen tot het standpunt, dat mr. Groen van Prinste^rer imam tegenover het instellen der syno^ dale organisatie van 1816 en wat daarmede in verband staat. Hierover alleen reeds valt veel te vermelden. Wij kunnen wel zeggen, dat Groen heel zijn ieven, vanaf het tijdstip, dat er in zijn leven een grote ommekeer had plaats gevonden, opgekomen is tegen het 'grote onrecht, dat de oude vaderlandse kerk itt 1816 is aangedaan en sedertdien nimmer is ongedaan gemaakt, ook niet door de KoninÜijke Besluiten, welke na 1816 zijn afgekon'digd en waarop wij voornemens zijn in het vervolg nader in te gaan.

Voordat wij 'dit doen, willen wij nog Wen de aandacht vestigen op wat Groen oog meer schreef in zijn geschrift, getiteld: „De maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsrecht getoetst" (1837)_ en wel naar aanleiding van wat '^OOT cie Synode al vrij spoedig na haar sisteilling gedaan werd. Die instelling waardoor het toezicht van het wereldlijk gezag veranderde in ©en suprematie (oppertoezicht en oppennacht), welke doordringt tot in de minste bijzonderheden van het linwendig 'beheer, was igiievend, maar hoe 'grievend dit ook mocht zijn, volgens Groen had dit alles niet rechtstreeks betrekking op de geloofsleer in de Hervormde Kerk, de grondslag van haar bestaan en de conditie sine qua non (onveimijdieHjk vereiste) van haar behoud. Inderdaad was in het „Algemeen Reglement voor het bestuur der Hervormde Kerk" van 1816 een aTtikel opgenomen, waarin bepaald

werd, dat de leer der kerk gehandhaafd behoorde te worden. Het is artikel 9, dat als volgt luidt: , J)e zorg voor de beilanr gen, zo van het christendom in het algemeen, als van de Hervoomde Kerk in het bijzonder, de handhaving harer leer, de vermeerdering van godsdienstige kennis, de bevord'eiing van christehjke zeden, de bewaring van orde en eerih dracht, en de aankweking van 'liefde voor koning en vaderland, moeten steeds het 'hoofddoel zijn van allen, die in onderscheidene betrekkingen met het kerkelijk bestuiu' 'belast zijn".

De leer van d© kerk der Reformatie behoorde alzo door de Synode gehand- 'haafd te worden. Aan die leer mocht niet worden getornd. Op zichzelf een uitnemende bepaling, wanneer zij nageleefd ware geworden, zraals dit had behoren te geschieden namehjk overeenkomstig de aloude belijdenisschriften, de drie Formulieren van Enigheid. Dit is helaas niet gedaan, 'integendeel, de Synode heeft al vrij spoedig 'de weg gebaand, waardoor allerlei vmd van leer geduld werd tot zelfs de leugenleer van het modemisme. Kennelijk zat hierbij voor, wat reeds vóór 1816 door sommigen beoogd werd, om 'een vereniging te bewerken tussen hervormden en remonstranten, iets wat nog niet gelukt is, maar waaraan ook heden ten dage nog gewerkt wordt. Wij kunnen hierop niet verder ingaan, wie hierover meer wenst te weteni^ neme kennis van het belangrijke werk van dr. Volger, Ned. Herv. predikant te Amsterdam, in zijn boek over: „De leer der Ned. Heiv. Kerk", waarin hij op blz. 39 verklaart, dat het Algemeen Reglement een remonstrantse inslaig heeft.

Wat deed namelijk de Synode? Zij 'bracht ©en wijziging aan in het fonnulier, dat d'oor aankomende predikanten

moest ondertekend worden. Dit formulier was opgesteld en ingevoerd door de grote Nationale Synode van Dordrecht en hield in, dat de aanstaand© predikanten met hmi handtekening oprecht en in 'goede consciëntie voor God moesten verklaren, dat zij van harte gevoelden en geloofden, dat al de artikelen en stukken der leer, in de beHjdenis en de catechismus der Gereformeerde Nedrar- 'lan'dse Kerken 'begrepen, mitsgaders de verklaring over enige punten der voorzei'de leer in de Nationale Synode, anno 1619 te Dordrecht gedaan, in alles met Gods Woord overeenkomen. In 1816 werd daarin door de Synode echter een verandering aangebracht. De aanstaande predikanten moesten volgens het nieuwe proponentsformulier verklaren, dat zij 'de leer, welke overeenkomstig Gods heilig Woord in de aangenomen Formuliei-en van Enigheid vervat is, ter goeder trouw aannemen en hartelijk gelo^ ven. Dit was dus heel wat anders. Volgens het formulier van de Dordtse Synode moest men verklaren, dat men de drie Formulieren van Enigheid aannam, omdat zij met Gods Woord overeenkomen. Volgens het gewijzigde formulier van 1816 moest men verklaren, dat men de Heidelbergse Catechismus en de 37 artikelen der Ned. Geloofsbelijdenis aannam voor zover zij met Gods Woord overeenkomen. Bovendien had men de 5 artikelen tegen de remonstranten, d© door velen zo gehate Dordtse leerregels, weggelaten. Door de aangebrachte wijziging in het proponentsfoimulier behoefde men dus in het vervolg niet meer te verklaren, dat men het in aUes eens was met de belijdenis. Men kon volstaan met te verklaren, dat men aannam datgene wat overeenkomstig Gods Woord daarin vervat is, waarmede dus de leervrijheid was binnengehaald, daar ieder nu Gods Woord naar eigen inzicht kon uitleggen. Groen schreef naar aan- 'lei'ding van de genoemde wijziging in •het bovenvermelde geschrift: „Men weet nu, dat door een subtiele (spitsvondige) verandering in het fomuilier, hetwelk door de leraars wordt ondertekend, door een weluitgedachte woordschikking, terwijl alles in schijn wordt behouden, alles inderdaad op losse schroeven wordt 'gesteld".

Dat Groen door deze Viajzaging de weg geopend zag voor de leervrijheid, bhjl^ •wel zeer duidelijk uit het vervolg, waarin hij opmerkt, dat men de Formulieren van Enigheid wMde ter zijde stellen, niet om een beter wapen, maar om ©en slagboom te minder tegen dwaalbegrippen •fce hebben. De juiste tegenstellinig der partijen, namelijk die van de voorstanders van het ouide en het nieuwe proponentsformulier, zag hij hierin, dat de eersten handhaving der waarheid vijlden, de anderen niet, waarna Groen vervolgt: „Niet Gods Woord was regelmaat geworden, maar hetgeen eUc meent of zegt met Gods Woord overeenkomstig te zijn: niet op grond van de Bijbel, maar in het geheel niet, zx> u voortaan de 'beS'trijding 'der dwaalbegrippen geschieden. De waarheid had geen uitsluitend burgerrecht, had generlei voorrang meer in de kerk. De toetssteen was, niet, in plaats de formulieren van Gods Woord, ieders mening geworden. De vrijheid werd in de meest onbeperkte losban'digheid gesteld en strekte zich tot de meest verderfelijk© dwaalbegrippen uit".

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en gong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's