Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods huis gebouwd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods huis gebouwd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

IV.

Tot Welke komende, als tot een levende Steen, van de mensen wel verworpen, maar bij God uitverkoren en dierbaar; 2, 0 wordt gij ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus. 1 Petrus 2:4, 5

En voorts behoren tot die offeranden: lof en dankzegging. De gelovigen hebben alles, heel de heerlijke staat der verlossing, de volheid van de genadeweldaden, aan hun God te danken en daarom moeten zij ook 'hun God erkennen, prijzen en verheerlijken. Daartoe vermaant ook de apostel: „Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst".

„Want gelijk gij uw leden gesteld hebt om dienstbaar te zijn de onreinigheid en de ongerechtigheid tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden om dienstbaar te zijn de gerechtigheid tot heiligmaking". En wie zó de dank in zijn hart gevoelt, zal de offers des gebeds niet vergeten. Het gebed is de uitdruk- Iting van de behoefte aan God, om van Hem steun en troost te begeren, om Hem te aanbidden, te loven en te prijzen. „Mijn gebed worde gesteld als reukwerk voor Uw aangezicht, de opheffing mijner handen als het avondoffer". „Ik zal U opofferen de offerande van dankzegging en de Naam des Heeren aanroepen".

Ja, 'heel het leven des christens moet zijn één offerande, aan de Heere gewijd. Hem behoren de gelovigen toe met hehaam en ziel. Geen enkele kracht mag onttrokken worden Hem, Die ze eerst heeft geschonken. Zij moeten de Heere vertrouwen, Hem geloven en volgen. Hem hartelijk liefhebben en dienen, in alle lijdzaamheid zich Hem onderwerpen en in alle godzaligheid en heiligheid voor Hem leven. Liefde tot God en liefde tot de naaste moeten afstralen van hun leven. De liefde spreke in woord en daad, ook met betrekking tot de medemens. Wanneer wrij staan voor Gods ieilig recht, zou het dan niet de behoefte zijn om recht en gerechtigheid te beoefenen, om waar en oprecht te zijn in de omgang met onze medemens? De zelfzucht scheidt en denkt alleen aan eigen voordeel, grootheid en eer, maar wie een sprank van hogere liefde voelt iii het hart, kent ook de drang om de "Toeve zelfzucht te bestrijden, de hand fe redding uit te strekken naar het gevallene en verlorene, tot ellendigen en 'fgedwaalden, om barmhartigheid te bewijzen waar nood is.

Westelijke offeranden. Waai zijn ze?

Waar is de vriendelijkheid, die een glimlach van vertrouwen wekt in de ziel? Waar is het medeleven met Gods volk in hun strijd en verdrukking? Waar is de toewijding aan de arme wereld, die alleen leeft voor de aarde? Waar is het uitgaan om te zoeken wat verloren is? Waar is de liefde, waar de trouw? O, er zijn zoveel woorden — lieve woorden — zoveel daden — vriendelijke daden — waarin men toch geen hart kan voelen kloppen. O, wanneer wij staan voor het aangezicht Gods en aanmerken hoe zwak de eenheid en liefde is onder het volk Gods, hoe gering het zoeken van de vrede en het welzijn van elkander is, hoeveel door leden van hetzelfde huis tegen elkaar gezondigd wordt, dan mag de bruid van Christus wel van schaamte blozen en de ontferming van Christus over zich inroepen. Ziet, om waarlijk lief te hebben, moet men iets kennen van de liefde van Christus, Die Zich gaf voor verlorenen in de dood. Als waarlijk de liefde in het hart woont, dan wordt het leven als een frisse stroom, die verkwikking en sterkte biedt aan de moede pelgrim. En daarom, kom voor de dag met uw goede werken. Geef uzelf de Heere ten offer. De eer van uw God is er mee gemoeid. Het welzijn uwer medemensen stelt dit als eis. De vrede des harten wordt er door bevorderd. „Laat uw licht alzo schijnen voor de mensen, opdat zij uw goede werken mogen zien, en uw Vader, Die in de hemelen is, mogen verheerlijken". Maar zal onze offerande Gode aangenaam zijn, dan moet zij door Christus Hem opgedragen worden. Onze beste werken hebben geen waarde in zichzelf. Zij zijn met zonden bevlekt. Er is geen troost en hoop in het steunen op wat wij doen. Maar indien vwj staan in de levensgemeenschap met Christus, onze kracht in Hem zoeken en door Hem werken, dan zuUen ook onze offers de Heere aangenaam wezen. Ook in uw roeping als priester hebt gij de grote Hogepriester uwer belijdenis nodig. Uw Christus is de Engel, Die voor het altaar staat en Wie veel reukwerk is gegeven, om het met de gebeden der heiligen op te offeren. Hij reinigt door Zijn verdienste uw gave. Hij treedt als uw Borg voor u in, opdat uw gebrekkig offer de Heere aangenaam zij. Welk een voorrecht, dat wij niet alleen onze roeping behoeven te betrachten, dat Christus Jezus Zijn bruid aanvuurt en sterkt, en haar arbeid heiligt en zuivert door Zijn gerechtigheid - en Zijn priesterlijke voorbede. Welk een genade, dat, als wij ons onwaardig gevoelen, Hij ons doet rusten op Zijn borgwerk, waardoor onze traagheid wordt overwonnen, onze moed herleeft en wij ons geheel wijden aan Christus, Die Zich voor ons heeft overgegeven als een offer voor onze zonden. WeDc een eer, dat wij zwakke zondaren wat mogen doen voor God, dat wij verwaardigd worden Hem te dienen. Dat zal de stof uitmaken van het nieuwe lied, dat in de hemel volmaakt wordt gezongen: „Hem, Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed, en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader, Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuvidgheid. Amen".

Verstaat gij deze roeping? Zijt gij ook een heilig priesterdom? Hebt gij uw leven reeds gewijd aan de Heere? Of offert gij nog alleen op het altaar der eigenliefde? Dan staat gij veroordeeld voor Gods aangezicht, want zo iemand de ^'cere Christus niet liefheeft, die zij een

\ervloeking, Maranatha. Gij zijt gelijk

een schip zonder roer, dat, als de stormen komen, meegesleurd wordt door de golven en wegzinkt in de diepte. Zij dan nu nog uw bede: „O Heere, ontdek mij aan mijn zonde, aan mijn zelfzucht, en geef mij dat ik U geheel mag toebehoren, om U mijn liefde, mijn leven te wijden". Als deze begeerte uw hart bezielt, dan zult gij ook Jezus zien in Zijn schoonheid, en de troost van de vergeving der zonden genieten; dan zal u gegeven worden geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus. En moet gij u vanwege uw zwakheid veroordelen? Geen nood, want wanneer gij smeekt om vergeving, kermt om genade, dan zult gij ook ervaren de troost der reddende ontferming, de kracht, die u opricht uit uw ellende, en die u bekwaamt om u als een levend dankoffer de Heere op te offeren. Hier blijft het altoos worstelen, waken en strijden. Maar als gij waarlijk leert strijden, dan zult ge ook komen tot de overwinning door Christus, Die ons heeft liefgehad. Als gij maar uit Christus leeft, als gij op Hem steunt, dan wordt ook aan u de belofte vervuld: „Een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden", en moogt gij gewis en zeker zijn, dat geen zonde, noch zwakheid, die tegen uw wil in u is overgebleven, u zal kunnen scheiden van de liefde Gods, die is in Christus Jezus, onze Heere.

Zij dan uw leven een voortdurend komen tot Christus. Houdt aan in het gebed. Houdt vast aan Gods Woord. En de God aller genade, Die u geroepen heeft tot Zijn heerlijk Koninkrijk, en Die u gemaakt heeft koningen, profeten en priesters. Hij verbinde u al nauwer aan elkander in de gemeenschap der heiligen; Hij trekke u al nader aan Zijn hart en doe u wandelen in de hoop des eeuwigen levens, heilig en onberispelijk voor Hem in de liefde. Amen.

Scheveningen Ds. J. C. v. iRavenswaay

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's

Gods huis gebouwd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1958

De Banier | 8 Pagina's