Uit het eigen land

£te nveikpAJiJ^

Het ziet er naar uit, dat de melkprijs aanmerkelijk verhoogd staat te worden. Het ministerie toch is er op uit om een ingrijpende vermindering van de konsumentensubsidies voor de melk aan te brengen. Op dit ogenblik drukt dit subsidie op het Landbouwegalisatiefonds met ruim ƒ 100 miljoen per jaar. Minister Hofstra, die voor een belangrijk tekort staat op de weldra in te dienen begroting 1959 — dit tekort wordt op meer dan anderhalf müjard gulden geschat — moet er bij zijn ambtgenoot Ir. A. Vondeling, minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, op aangedrongen hebben het nadelig saldo van het Landbouwegalisatiefonds, heden ƒ 500 miljoen groot, sterk te verminderen.

Als een middel daartoe zal het konsumentensubsidie verlaagd moeten worden. Dit heeft als gevolg een belangrijke verhoging van de melkprijs, welke zelfs op zes cent per liter geschat wordt. Deze prijsverhoging zal tengevolge hebben, dat het indexcijfer voor het levensonderhoud verhoogd wordt. In verband hiermede moet de regering het voornemen hebben om de S.E.R. (de Sociaal- Ekonomische Raad) advies te gaan vragen over de toekomstige subsidie- en loonpolitiek.

Het ministerie wü namelijk zo veel mogelijk de rust in de Ionen behouden en een nieuwe loonronde voorkomen. Men kan zich hierbij, afgezien nog van de godsdienstige bezwaren tegen de door de regering met volkomen instemming van het overgrote deel van onze parlementsleden gegeven subsidies, afvragen, of het niet onverantwoord en dwaas bovendien is, om door inhouden van subsidies voor melk — een uitnemend volksvoedingsmiddel — het tekort op de begroting te verlichten, en door het verlenen van subsidies onder meer tot aan het dansen toe, te verzwaren. De melkprijs wordt op zulk een ontaarde wijze de hoogte ingedreven, dat zeer velen onder ons volk, willen zij niet in schulden geraken, op andere ook al nodige levens- en bestaansmiddelen, als kleding en dekking, sterk moeten gaan be­ zuinigen, daar zij anders de benodigde melk voor hun gezin niet meer kunnen betalen. Met het geld is er gesmeten. Ook bij het verlenen van subsidies. Meermalen bij het verlenen van die, welke in het licht van Gods Woord bezien in het geheel niet door de beugel konden. Miljoenen, ja gehele kapitalen zijn er zoek gemaakt ten aanzien van de Volkenbond en de Organisatie der Verenigde Naties, maar op die ten bate van het melkgebruik wordt bezuinigd. Is dat wel te verantwoorden? Getuigt dit van een goed regeringsbeleid?

Sen. q.fvüiA itaat

Het is geen kleine zaak, dat onder ons volk de eenvoud gaat wijken. Van oudsher was ons volk een eenvoudig volk. Het was het ten verderve, toen het ettelijke jaren vóór het uitbreken van de Franse revolutie Franse zeden en Franse weelde, vooral in de hogere standen, ging navolgen. Mr. Groen van Prinsterer wijst in zijn geschriften er niet ten onrechte op, dat dit mede één der oorzaken is geweest waardoor ons volk toen op allerlei gebied steeds lager wegzonk. In het verlaten van de eenvoud toch komt de hoogmoed tot uiting, terwijl hoogmoed, op welke wijze deze zich ook moge openbaren. God de Heere immer een gmwel is, welke Hij niet ongestraft en onbezocht zal laten. Geheel naar waarheid luidt het spreekwoord: Hoogmoed komt vóór de val, hetzij in de tijd, hetzij hiernamaals. Het hoogmoedige hart wü een hoog zeil voeren. Om dit te kunnen doen, brengt het allerlei zondige praktijken ten uitvoer.

Dit was ook het geval met de Ammerstolse Spaarbankdirekteur, die dezer dagen terecht stond. De president van de rechtbank sprak tot de beklaagde: „Uw kantoor leverde lang niet genoeg op voor het voeren van uw hoge staat. U kwam ei niet uit en toch ging u door. De belangen van al die mensen telden voor u niet. U bleef een veel te grote staat voeren op hun kosten". Een grote staat was het inderdaad. De spaarbankdirekteur toch, die van zichzelf over geen middelen te beschikken had, gaf gemiddeld ƒ 45.000 pei jaar uit. yUleen al voor zijn gezin had hij ƒ 20.000 per jaar nodig en hij kocht volgens het verslag elk jaar een duurder merk auto. Voorzeker, het staan naar het voeren van een hoge staat des levens heeft voor elk mens een groot gevaar in. Het trekt Hem van de Heere nog al verder af dan hij daarvan van nature al afgetrokken is.

De Australische minister Casey in ans land

De Austrahsche minister van buitenlandse zaken, Casey, is vrijdag 29 augustus met een toestel van de K.L.M, uit Londen in ons land aangekomen. Voordat hij zijn besprekingen met onze minister van Buitenlandse Zaken, Mr. Luns, in Den Haag begon, heeft hij op Schiphol een verklaring afgelegd.

Samenwerking tussen Nederland en Australië, in verband met Nederlands Nieuw-Guinea, zo verklaarde de Australische minister, is noodzakelijk en kan vruchtbaar zijn. De regering van Australië erkent volkomen en ondersteunt ook de Nederlandse soevereiniteit over het westelijk deel van Nieuw-Guinea. Deze soevereiniteit over het westelijk deel van Nieuw-Guinea wordt door haar bp zuiver wettige gronden als onaantastbaar beschouwd. Het handhaven van het Nederiandse beheer is eveneens onbetwistbaar noodzakelijk indien men het probleem beschouwt uit het oogpunt van de welvaart der bewoners van Nederlands Nieuw-Guinea en de verdere ekonomische ontwikkeling. Australië en Nederland werken nauw samen ten einde deze ontwikkeling te doen geschieden in het belang van alle bewoners van het eiland en volgens reeds vastgestelde lijnen. Minister Casey herinnerde daarbij aan de regeling, welke in 1954 werd getroffen. Resultaten zijn reeds zichtbaar en het openen van een geregelde luchflijn tusssn Australië en Nederlands Nieuw- Guinea mag men zien als een opmerkelijk voorbeeld. Voorts wees minister Casey op het bezoek, dat de Nederlandse minister van Zaken Overzee, Mr. Helders, het vorige • jaar aan Austrahë heeft gebracht, waarbij een gemeenschappehjke politiek ten aanzien van de beide delen van Nieuw- Guinea werd vastgesteld. In oktober van dit jaar zal in Austrahë een kcnferentie worden gehouden, waarbij Austrahsche en Nederlandse autoriteiten uit beide delen van Nieuw-Guinea aanwezig zuUen zijn.

Minister Casey voegde er aan toe, dat hij ^enkele maanden geleden Nederlands en Australisch Nieuw-Guinea heeft bezocht en daar zelf heeft gekonstateerd, dat de samenwerking innig is en dat diverse kontakten verder worden ontwikkeld. Zowel Nederland als Austrahë staat op het standpunt, dat beide bevolkingen moeten worden voorbereid op het doel, dat leidt naar een eigen regeringsvorm. Wat er zal gebeuren, zo vraagt men zich in Nederland af, aldus minister Casey, als Indonesië een gewapende aanval op Nieuw-Guinea uitvoert. Austrahë is evenals Nederland verontrust, als verantwoordelijke politieke leiders van Indonesië verklaringen afleggen, waaruit kan worden gekonkludeerd, dat er eens een dag zal aanbreken, waarop Indonesië gewapenderhand haar aanspraak op Nederlands Nieuw-Guinea zal willen doorzetten. Het toevlucht nemen tot geweld zou in strijd zijn met het handvest van de Organisatie der Verenigde Naties, waarvan de Indonesische regering verklaard heeft het te zullen eerbiedigen. Op een vraag over een uitlating van de huidige goeverneur van Nieuw-Guinea, Dr. Platteel, die op het ogenblik een bezoek brengt aan Port Moresby en op een perskonferentie aldaar zou gezegd hebben, dat in verband met \'O0rtduTende dreiging van een aanval van Indonesië de Nederlandse regering een militair bondgenootschap tussen Australië en Nederland ten aanzien van Nieuw-Guinea zou toejuichen, verklaarde zowel minister Casey als zijn Nederlandse ambtgenoot Mr. Luns, die op Schiphol aanwezig was, van deze mededehng van Dr. Platteel geen kennis te hebben genomen. U weet blijkbaar meer dan onze regeringen, aldus luidde het antwoord aan de vertegenwoordigers van de pers.

Niettemin sprak minister Casey nog eens uitvoerig over dit onderwerp en herhaalde daarbij zijn woorden, waarbij hij de aandacht vestigde op de diverse verklaringen van Indonesische leiders, dat Indonesië geen gewapende inval op Nederlands Nieuw-Guinea zou doen.

De Indonesische minister van buitenlandse zaken, de heer Soebandrio, heeft dcnderdag 28 augustus in Djakarta verklaard, dat de Indonesische regering ruet passief zou kunnen blijven ten opzichte van een militair bondgenootschap tussen Australië en Nederland inzake het betwiste gebied van westelijk Nieuw-Guinea.

De woordvoerder zeide, dat deze verklaring betrekking had op het gesprek van de ministers van buitenlandse zaken van Australië en Nederland, Mr. Casey en Mr. J. M. A. H. Luns, op vrijdag 29 augustus in Den Haag.

Ons Ko-fiUikiilk- UuU

Het doorluchte Huis van Oranje, waaraan ons volk reeds van ouds her zulke dure verplichtingen heeft, heeft dezer dagen gewichtige dingen mogen beleven. Onze voormalige Koningin, Prinses Wilhelmina, heeft haar 78e verjaardag mogen vieren, en de Koninklijke Familie is gezond en wel uit haar vakantieverblijf in ons land teruggekeerd.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen