Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

VOOR DE

OOM KOOS

Beste neven en nichten,

Wij kunnen weer melding maken van het toetreden van vier nieuwe neven en nichten. Hunno namen luiden als volgt: Jan, Willem Groeneveld te Giessendam, Janny de Kraker te 's-Gravenpolder, Ria de Kuyper te Sohelluinen en Akke Reitsma te Zwaagwesteinde. Zullen jullie bij leven en welzijn de moed niet opgeven als de prijs eens wat langer op zich laat wachten dan jullie zoudt willen. Dat kan nu eenmaal niet anders daar er vele neven en nichten zijn, die alle gaarne een prijs ontvangen en het niet mogelijk is om allen, die de raadsels goed hebben opgelost, een prijs te geven. Ofschoon we hierover niet lang geleden reeds het één en ander geschreven hebben, vonden wij het nodig om dit nog eens te herhalen naar aanleiding van het schrijven van Wim van Belzen te Arnemuiden, die zich erover beklaagde, dat hij pas na meer dan IVz jaar een prijs ontving. Toch is Wim wel even abuis, daar het bij nazien bleek dat Wim pas in september 19.57 als neef is gaan meedoen, zodat hij biimen het jaar al een prijs kreeg en dus niet na meer dan IVz jaar.

Daar het spoedig weer tijd is, dat de oplossingen kunnen ingezonden worden, is het een goede gelegenheid zich nu al als neef of nicht op te geven. Wie dit wil doen, moet aan de voorzijde van de brief het woord Nieuw schrijven. Thans volgen de nieuwe raadsels van

OPGAVE 555

Jongeren:

1. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen, voorkomend in het 7e hoofdstuk van het eerste boek van Samuel. a. Zo iemand dorst, die kome tot Mij. b. De Schrift zegt: hiertoe heb Ik u verwekt. c. Wie heeft de zin des Heeren gekend? d. Eerst aan de Heere, daarna aan ons. e. Ik zal de gevangenis wenden. f. De Heere kent degenen, die de zijnen zijn. g. Om geholpen te worden te bekwamer tijd.

2. Een tekstgedeelte tut het 1ste boek Samuel bestaat uit vijf en dertig letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de navolgende gegevens: De eerste man van Bathséba heette 25, 4, 33, 7. • Abraham's grootvader heette 34, 6, 9, 31, 8. De stamvader der joden was 20, 28, 17. Jozua's vader heette 5, 10, 19. Mordechai's nicht heette 27, 14, 21, 13, 8. Gij zult mijn ziel in de 24, 16, 23 niet verlaten. Jozefs Egyptische vrouw was afkomstig uit de plaats 2, 26. Achas was een 30, 3, 11, 33, 12, 35 over Juda. De Heere zeide: Werpt het 29, 18, 15 aan de andere zijde. Gelijk een 1, 22, 32 haar kiekens vergadert.

3. Noem de naam van: a. de opvolger van Elia b. het gebergte waar cedefbomen groeiden. c. de Perzische koning, die Jeruzalem liet herbouwen. d. een priester ten tijde van David. e. de man met wie de Heere het natuurverbond oprichtte. f. de stad waar de discipelen des Heeren het eerst Christenen genoemd werden (Hand.). Welke naam vormen de beginletters van bovengenoemde namen?

Ouderen:

1. Maak uit: ZEDEKIAHALLELDIVIHIMITU de namen van vier personen, welke genoemd worden in het boek der Spreuken.

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het tweede boek der Kronieken tussen de hoofdstukken 4 en 7. a. Want Gij, Heere, zijt mijne toevlucht. b. Dat gij vissers der mensen zult worden. c. Dat aan een iegelijk, die heeft, zal gegeven worden. d. Die ia het Huis des Heeren geplant zijn. e. Die wil, neme het water des levens om niet. f. Wij zullen de woeste plaatsen weder bouwen.

3. Een tekstgedeelte uit het boek Daniël bevat acht en zeventig letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is: 65, 8, 53, 57, 7, 15, 1 was de vader van Pekahia, die over Israël regeerde en door Pekah gedood werd. 77, 30, 11, 41, 69, 78, 43, 2 is de stad waar Paulus kwam na zijn vertrek uit Athene. De laatste der profeten van 't Oude Testament was 17, 75, 24, 33, 45, 42, 63, 41. 62, 76, 6, 52, 39 was de schrijver van koning Josia. De poort naar het verderf is 47, 25, 56. Ik zal u geen 59, 20, 37, 61, 29 laten. 22, 35, 48, 67 is een kleur. 68, 18, 9, 58, 73, 40 is de naam van de profeet, die Israels eerste koning zalfde. 16, 12, 46, 72, 44, 49 was een richter, wiens wapen een ossenstok was. 3, 38, 55 is verrotting der beenderen. De eerste zondares was 64, 51, 5. Het woord der dwaalleraars eet voort gelijk de 19, 70, 34, 26, 23, 49 (2 Tim.) Uwe muren zijn 31, 14, 28, 55, 60, 13 voor Mij. 27, 32 is een predikant. Eén van de serafs had een gloeiende kool genomen met een 71, 18, 36, 4. (Jesaja) De eerste Christenen hadden alle dingen 10, 66, 74, 8, 48, 21. 54 moet geraden worden.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET worden ingezonden.

Er volgt nu nog een gedeelte van het historisch verhaal over

THEODORUS BÉZA

51.

Wij zagen in het vorige gedeelte, dat Béza zeer geschokt werd in de verwachtingen, welke hij en vele oudere gereformeerden in koning Hendrik IV van Frankrijk hadden gesteld. De koning zelf heeft nog wel eens een poging gedaan om zijn overgang naar Rome te rechtvaardigen.

Hij deed dit in een brief aan de hervormde koningin van Engeland, Elisabeth, maar wat hij haar omtrent zijn overgang schreef, is zeer onbevredigend. Er blijkt toch maar al te zeer uit, dat Hendrik IV niet met Gods Woord te rade gegaan was, maar zich had laten leiden door persoonlijke en staatkundige overwegingen. Hij schreef toch onder meer, dat hij niet anders had kunnen doen dan te volgen de fortuin (het geluk) en die algemene behoefte van zijn Koninkrijk, waarvan hij zeide zich niet te hebben kunnen losmaken zonder God te beledigen. Deze woorden doen sterk denken aan de stelregel der Jezuïeten namelijk dat als het doel geoorloofd is, ook de middelen geoorloofd zijn of zoals het kortweg meestal gezegd wordt, dat het doel de middelen heiligt. De gereformeerden van zijn tijd hebben zich met de handelswijze van Hendrik IV dan ook nimmer kunnen verenigen. Zij bleven zijn overgang ten sterkste afkeuren. Wel waren zij dankbaar, dat hij niet het voetspoor van zijn vader, koning Anton van Navarre, volgde, die ook al in zake de godsdienst de gereformeerden zo zeer teleurgesteld had, niet slechts door voor Rome in plaats van voor de Hervorming te kiezen maar ook door de wapenen tegen hem op te nemen.

Zijn zoon Hendrik IV deed dit laatste niet. Integendeel, hij heeft bewerkt, dat in 1598 het Edict van Nantes tot stand kwam, waarbij aan de gereformeerden volle vrijheid van geweten gegeven werd en ook die van openbare uitoefening van de godsdienst in alle plaatsen, waar deze in 1597 bestond. Voorts weiden de gereformeerden toegelaten tot openbare betrekkingen, hunne kinderen kregen toegang tot de scholen, hunne zieken tot de hospitalen, terwijl hunne armen niet langer van de verdeling der aalmoezen waren uitgesloten. Ook mocht men protestantse boeken in bepaalde steden laten drukken, hier en daar werden overheidscolleges uit een gelijk aantal gereformeerden en rooms-kathoheken samengesteld, de gereformeerden kregen de beschikking over een viertal hogescholen, zij mochten voorts synoden bijeenroepen en tenslotte werd in geval van oorlog aan de gereformeerden een bepaald aantal steden als schuilplaats en waarborg toegekend.

De hervormden hadden dus in Hendrik IV hoewel hij tot Rome's kerk was overgegaan geen vervolgde, maar een beschermer, waarvoor zij hem zeer erkentelijk waren. Nog eenmaal heeft Béza de koning ontmoet. Het was in het jaar 1599. Hendrik IV was toen in de buurt van Geneve in verband met de oorlog, waarin hij met de koning van Savoye gewikkeld was. Nu bevond zich in de nabijheid van Geneve een fort, dat voor de stad Geneve steeds een bedreiging vormde en ook lastig was in het verkeer met naburige landen. Het was daar gebouwd toen Alva met zijn Spaanse troepen op weg naar de Nederlanden was, waarbij de Spanjaarden hulp verleend hadden. Nu koning Hendrik IV zo dichtbij was en het de overheid van Geneve bekend was, dat Béza hem goed kende, maakten zij van die gelegenheid ge­

bruik om een deputatie naar de koning te zenden onder de leiding van Béza, om hem te verzoeken het fort te wülen op. ruimen. In het vervolg zullen wij }> ; leven en welzijn op deze ontmoetin? nader terugkomen.

OOM KOOS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1958

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 september 1958

De Banier | 8 Pagina's