Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nabeschouwing

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nabeschouwing

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tot zover weergegeven, zij het dan in het kort, het oordeel van de onderhavige kommissie over het huidige kiesstelsel en over de wettehjke regeling van de politieke partijen.

Het verblijdt ons, dat de kommissie in haar rapport dit oordeel heeft uitgesproken. Al is het evem-edige kiesstelsel allerminst in overeenstemming met de beginselen van de S.G.P., nochtans zou het, afgaande op de tijdgeest, niet te verwonderen zijn geweest als de kommissie een nog slechter dan het huidige systeem zou hebben aanbevolen. De S.G.P. heeft aan de verandering, welke in het verleden aangaande het kiesstelsel is aangebracht, allerminst aangename herinneringen. Het is Mr. de Wilde, toen hij minister van Binnenlandse Zaken was, geweest, die destijds een wetsvoorstel heeft ingediend, dat inhield, dat niemand op een kandidatenlijst tot lid van de Tweede Kamer gekozen verklaard kon worden, tsnzij er op die lijst drie personen tot leden van die Kamer gekozen zouden zijn. Het getal drie was een heel willekeurig getal, waarbij de vraag gesteld kon worden, waarom niet twee, vier of vijf of nog hoger getal, maar juist drie. Het antwoord, dat velen op die vraag gaven, luidde: omdat de S.G.P. het toentertijd niet tot de verkiezing van drie Kamerleden kon brengen. Zij zeiden, dat de minister van Anti-Revolutionaire huize met opzet het getal drie gesteld had, omdat de A.R.P. dan van de voor haar zo lastige en onaangename vertegenwoordiging van de S.G.P. in de Tweede Kamer af was.

Inderdaad zou de kans zeer groot geweest zijn, dat de S.G.P., was het wetsvoorstel door de Kamer aanvaard, (het is verworpen) toentertijd haar twee afgevaardigden uit de Tweede Kamer verloren zou hebben. Het wetsvoorstel van minister de Wüde druiste wel geheel tegen het evenredige kiesstelsel in, maar dat hinderde hem en de voorstanders van zijn wetsvoorstel niet. Het was, van welke kant ook bezien, een infaam wetsvoorstel, maar dat deerde hem blijkbaar niet, als het doel maar bereikt werd.

Daarom is het voor de S.G.P. een belangrijke zaak, dat aan het huidige kiesstelsel niet getornd wordt. Zij is toch bij talloos velen geen geziene partij. Zelfs zijn er niet weinigen, die haar vandaag hever dan morgen zagen verdwijnen. Zij is zelfs genoemd, en dat nog wel van A.R. zijde, als een partij, erger dan de kommunistische. Allerlei argumenten zijn aangevoerd om haar om hak te brengen, althans van de spreektribune van de Tweede Kamer te weren. Hoe vaak is er in de loop van de tijd al beweerd, dat zij als kleine partij hinderlijk was voor de goede gang van zaken in het parlement. Een loos bedachte bewering, waarmede men ons volk zand in de ogen vnlde strooien, want zij houdt de afhandeling van de agenda niet tegen, maar juist de grote partijen, die meermalen hun Kamerleden drie, vier of vijf malen over hetzelfde onderwerp laten spreken, waarbij niet weinige keren door de achtereenvolgende sprekers nog eens herhaald wordt, zij het dan in enigszins andere bewoordingen, wat door hun eerste spreker reeds gezegd is. Maar er is al wat opgeraapt en aangevoerd, tot in het schandelijke toe, als er gezegd werd, dat de S.G.P. erger is dan de kommunistische partij, om de S.G.P. met haar getuigenis uit de Kamer te bannen. Haar getuigenis mag door ons volk niet meer gehoord worden. Niet alleen zint dit de roomsen niet, maar ook nog zo vele anderen niet. Neen, velen in den lande zijn het horen van de stem der waarheid, die ook smadelijk en om haar bij ons volk verachtelijk te maken, de stem van de Dordtse Synode is genoemd, gram. Allerlei illusies en droomvoorsteUingen over gewaand volksgeluk mogen vrijehjk van af de tribune van de Tweede Kamer verkondigd worden, doch de stem der waarheid willen velen daarop gesmoord hebben. Dat ons volk steeds verder wegzinkt in aanbidding van het stof, van stoffelijke belangen en stoffelijke genoegens, dat hindert tallozen niet. De aanbevelingen daartoe horen zij tot hun eigen verderf en ondergang wel gaarne. Daarover roepen zij zelfs het „hoezee" uit. Dat ons volk de heidenen daarin gelijk wordt, dat het in brood en spelen, panem et circenses, zoals dat door het Romeinse heidendom genoemd werd, hoe langer hoe meer geheel opgaat, dat verontrust een zeer groot getal Nederlanders niet; neen, dat strekt hun zelfs tot niet geringe vreugde. Dat zo velen daarhenen leven zonder God en zonder Christus, geheel vervreemd van het leven Gods, wat toch inderdaad het ergste is wat een mens kan overkomen, wat bekommert onze verdwaasde tijdgeest zich daarover. Helaas'in het minst niet; daarover laten de bewonderaars van onze tijdgeest geen traan vallen. Integendeel, velen hunner prijzen dit als een gevolg van de toenemende verlichting en beschaving zelfs nog aan.

\'an welke kant ook beschouwd, heeft het verval van ons volk zeer ernstige vormen aangenomen. Knoeierijen, oplichterijen, fasifikaties, bedriegerijen en wat meer van die gading is, komen ten onzent bij wijze van spreken aan de lopende band voor, zodat het wel iets heel aparts is als er eens een courant verschijnt, waaria daarvan geen melding in enig bericht gemaakt wordt. De kriminaliteit, vooral onder de jeugd, welke tweemaal zo erg is als vóór de oorlog, geeft niet alleen de pohtie handen vol werk, maar geeft, wat nog veel erger is, ons het jammerlijke beeld te zien, wat er van de jeugd terecht komt bij een opvoeding naar de inzichten van onze tijd. Daarbij zijn God, Zijn Woord en Zijn geboden kontrabande, worden de kracht en uitkomst gezocht in het naar humanistisch begrip verbeteren van de mens, inzonderheid van de jeugd. De uitspraak van de kerkvader Augustinus, dat het de boosheid der eeuw is haar niet te straffen, wordt daarbij geheel in de wind geslagen. Wat Uchte straffen worden er al uitgesproken over een gepleegde moord! Wat maakt de zogenaamde moderne strafopvatting het al gemakkelijk om te ontvluchten! Hoe vele hoogst gevaarlijke misdadigers, die er geen been in zien om iemand, die hun plannen in de weg staat, neer te schieten, zijn onder die omstandigheden al ontsnapt! Wat al gruwzame misdrijven, zoals gepleegd op een Utrechtse knaap, wiens vrijwel vergane stoffehjke overschot na een jaar in Driebergen onlangs gevonden werd, komen er in onze dagen ook al voor! Daarbij zijn diefstallen, berovingen en aanslagen, meermalen gepleegd op een boerderij en alleenwonende personen, gelijk dat dezer dagen in Hoofddorp plaats vond, aan de orde van de dag.

Hoe nodig is het, dat in ons parlement de regering op haar plicht wordt gewezen en er toe aangemaand, dat zij als dienares Gods ons volk terug zal roepen tot God en Zijn Woord, om zich daarnaar te richten, en ook zelf daarin zal voorgaan. Wie in heel het parlement doet zulks echter, behalve de afgevaardigden der S.G.P.?

En hoe nodig is het ook met het oog op de welvaart van ons volk, dat de regering ons volk voorhoudt de ordinantiën des Heeren te onderhouden en het pad der zonde te verlaten, dewijl er toch geen enkel ding is, dat de bronnen der welvaart zó toestopt als de zonde. Dat de welvaart van ons volk de afgevaardigden der S.G.P. ter harte gaat, hebben zij getoond wanneer zij nu al jaren lang krachtig opgekomen zijn tegen het steeds maar hoger en hoger opvoeren van de staatsuitgaven en tegen het roekeloze, onverantwoordeHjke potverteren, zoals dat onder de naoorlogse ministeries maar al te zeer is voorgekomen. Hebben deze afgevaardigden ook niet nu al jaren lang hun stem verheven tegen de zo zware belastingen en lasten? Zij hebben daarbij steeds in de voorste rijen gestaan en wensen zulks te blijven doen en zijn dan ook voornemens hun stem uit te brengen tegen de verlengiag van sommige verhoogde belastingen, als straks de regering de in de Troonrede reeds aan­ gekondigde wetsvoorstellen bij de Kamer zal indienen en deze behandeld zullen worden. Het is toch buiten tvi'ijfel, dat de belastingen en lasten, niet het minst voor de ongehuwden, veel en veel te hoog zijn opgevoerd. Het laatst nog door de hoge premies, welke voor de Algemene Ouderdomspensioenwet moeten worden opgebracht. Het is daarmede zo gesteld, dat men in het blad van de voorstanders van die wet, waarin vroeger hooguit over die wet gejubeld werd, thans reeds bittere klachten over de hoge premies kan lezen.

Niet minder dan zij voor de verlaging van belastingen en lasten geijverd hebben, hebben de afgevaardigden het pleit gevoerd voor het partikuliere initiatief en de vrijheid in het bedrijfsleven, tegenover de steeds toenemende staatsdwang, zoals de socialisten deze, daarin bijgestaan door de andere partijen, willen ingevoerd hebben. Men denke maar aan hun scherp verzet tegen de maatregelen tegen de gewetensbezwaarde boeten, aan hun houding tegenover de P.B.O., eenmaal met grote ophef van bewoordingen aangeprezen als ware zij het afdoende middel tegen sociahsatie en om verzoening tussen de werkgevers en de werknemers aan te brengen, in één woord een heilzaam middel tot welvaart en tegen alle bestaande wantoestanden. De uitkomst heeft het echter wel geheel anders uitgewezen. Zegge en schrijve slechts één .schap heeft zich in 1958 gevormd. Het verzet tegen de zo hoge lasten, welke de P.B.O. meebrengt, wordt steeds groter, zodat de deurwaarder in meer dan één geval er aan te pas is gekomen om deze te innen. Ook waar het verzekering op verzekering geeft wat de klok slaat, hebben de meermalen genoemde afgevaardigden steeds op de bres gestaan om vrijstelling van deze dwangmaatregelen te bekomen voor degenen, die geen enkele verzekering, welke dan ook, hebben aangegaan. Evenzeer als zij voor andere voor ons volk heilzame zaken het pleit bij de regering gevoerd hebben, hebben zij van den beginne af na de beëindiging van de bezetting bij de regering bepleit, dat de woningbouw met alle kracht ter hand zou worden genomen. Ware door de regering aan deze aandrang gehoor gegeven, hoe gans anders zou het met de nog zo schrikbarend heersende woningnood er voor staan, want met die bron van zo grote volksellende is het nog steeds jammerhjk gesteld. De prijzen van de woningen en van de huren zijn geweldig gestegen. Het komt hierbij zelfs al voor, dat er woningen leeg staan, die niet bewoond worden omdat de huurprijs te hoog is voor degenen, voor vvde zij bestemd waren. En nog hebben na jaren wachten en nog eens wachten, ondanks alle moeite, welke zij daarvoor aangewend hebben, duizenden Nederlanders geen hun passende woningen kunnen bekomen.

Doch al tonen de afgevaardigden der S.G.P. oor en oog te hebben voor de welvaart van ons volk, en dat voor alle groepen, die der arbeiders niet uitgesloten, zoals hun menigmaal geheel ten onrechte door hun tegenstanders ten laste wordt gelegd, weegt bij hen het zwaarste wat ook het zwaarste moet wegen. Het benauwt en verontrust hen vooral, dat de regering in haar beleid zich geheel op het tijdehjke en vergankelijke, en dat met miskenning van God en Zijn geboden, richt, waardoor zij er mede schuldig aan staat, dat ons volk verzinkt in materiahsme en leeft alsof dood dood is en er geen eeuwigheid, waarin wij allen voor Gods rechterstoel hebben te verschijnen, bestaat. De bemoeienissen en werkzaamheden van de regering strekken zich uit tot het tijdelijke en vergankelijke, en dat naar de leer van Epicurus, die na dit leven geen verder leven, noch van de ziel, noch van het lichaam, zoals Augustinus in zijn Confessiones opmerkt, erkende, en die als het hoogste, wat in dit leven te bereiken valt, het genot stelde.

Alles bij elkander genomen, verbHjdt het ons, zoals reeds eerder opgemerkt is, dat de daartoe ingestelde kommissie de regering geadviseerd heeft generlei verandering aan te brengen in het huidige Idesstelsel, dat van de evenredige vertegenwoordiging, noch ten aanzien van de «'ettelijke regehng van de pohtieke partijen, waarvan wij onder de gegeven omstandigheden veel eerder verslechtering dan verbetering verwachten. Wordt dit advies door de Kamer opgevolgd, wat nog niet zo geheel zeker is, want daaruit zijn stemmen opgegaan om ingrijpende uajzigingen in het huidige kiesstelsel aan te brengen, dan blijft er tenminste de mogelijkheid bestaan, dat de S.G.P. door afgevaardigden de stem der waarheid kan laten horen.

Wij schrijven dit allerminst om deze afgevaardigden een kroon op het hoofd te zetten. Zij zijn mensen, die in alles de genade des Heeren van node hebben om getrouw te zijn, en die van Hem de kracht, de wijsheid en de moed moeten ontvangen om voor de waarheid en de rechten des Heeren tegen de tijdgeest in uit en op te komen. Dach waar hun woorden en hun werk in de openbare kolleges menigmaal zo verdraaid, menigmaal zeKs opzettelijk zo onjuist in de pers en in de mondelinge gesprekken worden voorgesteld, of geheel in de pers worden verzwegen, vonden wij reden om daarvan te huimer verdediging, zij het in beknopte vorm, een waar beeld te geven.

Tenslotte beëindigen wij dit artikel met alle S.G.P.-afgevaardigden in de openbare kolleges aan te bevelen in de gebeden dergenen, die de Geest der genade en der gebeden ontvangen hebben.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's

Nabeschouwing

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's