Instelling bedrijfsgeneeskundige diensten

Het wetsontwerp, betrekking hebbend op de verpKchte instelling van bedrijfsgeneeskundige diensten werd door de Tweede Kamer aangenomen met 66 tegen 55 stemmen. Vóór stemden de P.v.d.A., de A.R., de C.H. en de kommunisten.

Tegen waren de K.V.P. S.G.P. en V.V.D.

Vóór de stemming werd door Ir. van Dis namens de S.G.P.-fraktie de - volgende verklaring afgelegd:

Mijnheer de Voorzitter! Hoewel door ons wordt voorgestaan, dat er voor de gezondheid en de veiligheid der arbeiders in de uitoefening van hun werk in de bedrijven behoort te worden gezorgd, wat dan ook reeds plaats heeft, zijn wi] van mening, dat de instelling van bedrijfsgenees'kundige diensten hehoort te geschieden op de basis van vrijwilligheid, zodanige dat ook de arbeider ten deze zijn volle vrijheid behoudt, en niet door toepassing van dwang.

Aangezien in het wetsontwerp betreffende aanvulling van de Veiligheidswet 1934 en de Stuwadoorswet met bepalingen omtrent gezondheidszorg in de bedrijven, aan de hoofden en bestuurders van ondernemingen met een bij algemene maatregel van bestuur nader vast te stellen aantal arbeiders, de verplichting wordt opgelegd aan hun onderneming een bedrijfsgeneeskundige dienst te verbinden en verbonden tf houden, k-unnen - wij er onze stem niet aan geven, daar hier-mede wat vrijwillig kan en behoort te geschieden en bij tal van ondernemingen reeds geschied is, door middel van dwang wordt opgelegd.

Het is wel zeer opmerkelijk, dat de A.R. en C.H. voor dit wetsontwerp stemden, waardoor op tal van bedrijven een nieuwe dwangmaatregel zal worden toegepast en de overheidsbemoeiing toeneemt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen