Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Hervormingsdag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Hervormingsdag

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eén dag na de verschijning van „De Banier" staan wij deze week D.V. weder een dag te herdenken, namelijk de Hervormingsdag, welke overwaard is om in het bijzonder te worden herdacht, ook al is de gebeurtenis welke hierop herdacht wordt, al eeuwen geleden voorgevallen. Aan de avond van deze dag immers is er in 1517 een machtig wonder van Gods genade geschied.

De man, die de Heere daartoe riep om het te verrichten, was geen keizer of ko­ ning, geen vermaarde professor of wereldbekende geleerde, geen grote of machtige der aarde, doch maar een eenvoudige monnik van hoegenaamd geen bekendheid.

Het is toch een gewone Augustijner monnik geweest, zoals er zo velen waren, die eertijds onopgemerkt en onbekend leefde.

Deze nu bestemde de Heere om wat groots en ongehoords te doen. In eenvoudigheid des harten sloeg de monnik Maarten Luther dan ook de 95 stellingen aaji de slotpoort te Wittenberg. Hij had er niet het minste besef van wat dit over hem zelf teweeg zou brengen, en ook niet wat de uitweridng er van in de wereld zou zijn. Hij sloeg zijn stellingen aan de slotpoort in volle geloofsovertuiging, als een krachtig protest tegen de goddeloze praktijken van Rome's aflaatihandel en tegen de vreselijke verwording van het christendom en van de christelijke religie, zoals deze in Rome's kerkleer tot uiting kwam. Hij overzag niet en kon ook niet overzien de gevolgen van zijn hamerslag. Hij heeft daar trouwens ook niet naar gevraagd en zich daar ook niet bekommerd.

Wat Luther deed, dat moest hij doen. De almacht der Goddelijke genade heeft hem daartoe gebracht. Ete Heere heeft hem gebruikt om tegen Rome's gruwelijke dwaalleer de waarheid te dienen, en in hem tevens een exempel gesteld, dat Hij Zich van kleine, nietige middelen bedienen kan en vaak bedient om grote zaken ten uitvoer te brengen. En wanmeer de Heere werkt, vide zal Zijn werk kunnen keren? Ja, wanneer Hij werkt, dan werkt Hij steeds tot Zijn eigen eer, opdat het openbaar worden zal, dat het verrichten van grote daden niet afhankelijk is van menselijk kunnen of willen, maar van de almacht en genade Zijner sterkte.

Van welke kant ook beschouwd, heeft er wat groots plaats gegrepen door Luthers protest aan de slotpoort te Wittenberg. Daardoor kwam een zeer groot deel van de wereld weldra in rep en roer. Luthers protest klonk veel verder dan in Wittenberg en omgeving, dan zelfs in Duitsland. Het werd tot in Rome gehoord, met gevolg, dat Rome's kerk tot op haar fundamenten ging schudden en haar geweldige macht, met steim vao een grote wereldlijke macht, zich tegen hem zou keren.

Het zou maar kort duren — en Rome's inquisitie, waaromtent op het oonciHe van Trente was vastgesteld dat zij niet alleen wenselijk en geoorloofd is, maar ook dat het de heilige plicht der kerk is om haar in de praktijk ten uitvoer te brengen, ging op de meest barbaarse wijze worden. Vrijwel door geheel Europa zou het ©dele martelaarsbloed bij stromen gaan vloeien.

Te vuur en te zwaard, met rad en galg, met niets en niemand ontziende middelen werd een ieder, zelfs op de verdenking van Rome's kerkleer ontrouw te zijn, vervolgd, waarbij de vervolging zich op het hevigst keerde tegen degenen, die tegenover Rome's werkheiligheid de leer der vrije genade beleden.

Kinderen noch vrouwen werden bij de vervolging ontzien. Levend verbrand, levend begraven, levend verdronken in een vast toegenaaide zak gestopt, op de brandstapel verbrand, op het schavot onthoofd, werden in Europa duizenden bij duizenden de dood ingedreven.

Reeds in 1523 werden te Brussel twee monniken, omdat zij Christus als de algenoegzame Zaligmaker beleden, aan de paal gebonden, verbrand, wier' laatste woorden waren; „Wij loven U, o God, wij prijzen Uwe Naam", totdat het vuur hun de stem ontnam; aan wier verbranding Luther, die hen , , edele kleinodiën Ohristi" noemde, een lied gewijd heeft. In 1525 werd Jan de Bakker, de pastoor van Woerden, oud 26 jaar, te 's-Gravenhage als ketter verbrand, die op de brandstapel getuigde: „De dood is verslonden in d' overwinninge Ohristi".

De historie meldt, dat er onder de bloedgetuigen kinderen Gods waren, „ter dood gaande blijdelijk en vrijmoedelijk, alsof zij ter bruiloft of tot een heerlijke of blijde feeste zouden gaan; en ter dood gaande, psalmen en lofgezangen zongen, het volk in hun religie onderwezen, vermaanden van de roomse kerk te vidjken, ver­ klarende de roomse kerk voor een antichristelijke kerk en voor een mocadkuil, de paus voor de antichrist, en gebruikten alle middelen om het volk van de roomse kerk af te trekken en voor haar dolingen, als het venijn der zielen, te wachten; en zo hierdoor en door andere middelen dagelijks meer en meer tot him religie gebogen en van de roomse a^etrokken werden, zo werd de vervolging ook dagelijks groter en groter".

In 1540 werd een plakkaat afgekondigd, waarin bepaald werd, dat aan de ketters de ibeschikking over hun goederen ontnomen werd. In 1544 werd het vluchten hun zo veel mogelijk belet. In 1559 werden de aanbrengers met de helft der bezittingen van de veroordeelde beloond. In weerwil van het vreselijke woeden der inquisitie en haar wrede vervolgingen is het Rome's kerk niet gelukt de Reformatie hier te lande te onderdrukken. Mede door hetgeen op 31 okt. 1517 geschied js, vielen ons volk de zegeningen van het bezit van Gods Woord ten deel. Hoewel niet in uitsluiting van andere landen, zijn deze toch wel door 's Heeren vrije en onverdiende goedheid aan Nederland in grote mate ten deel gevallen.

Mede door dit bezit werd ons oude Gemenebest in bestuur en wetgeving op de hechte grondslag van Gods Woord gevestigd. En mede daardoor kon het kleine Nederland, gering van omvang, maar ©en stip op de wereldkaart, en schaars bevolkt als dit eertijds was, alsof het een groot wereldrijk van miljoenen was, in de glorietijd van ons volksbestaan, in de gouden eeuw van onze volkshistorie, aan de spits der volkeren staan, en werd ter wereld geen beslissing van enige betekenis genomen, of het werd daarin gekend, terwijl, zoals de liberale Potgieter schreef zijn beslissing de evenaar in de weegschaal der beslissingen menigmaal deed omslaan.

En mede door het bezit van Gods Woord heeft de Heere krachtig met Zijn Geest onder ons volk eertijds gewerkt, dat er • op onze Nederlandse bodem eertijds veel volks was, dat Hem in oprechtheid des harten vreesde. Wat een groot voorrecht is, al is het dat het voDc bij velen veracht wordt, als wij bedenken, dat de Heere om tien rechtvaardigen Sodom en Gomorra voor verwoesting gespaard zou hebben.

Doch bitter weinig worden in onze donkere dagen de zegeningen, waarmede ons volk eenmaal begiftigd was, erkend. Vierkant daar tegenin huldigen taHozien oök onder ons volk de goden dezer eeuw. Naar liberaal-revolutionair inzicht wensen zij het vleselijk verstand — door de ouden zeer naar waarheid de afgod der wereld genoemd — tot richtsnoer voor bestuur en wetgeving des lands verheven te zien, terwijl Rome en de revolutie, daarin zelfs nog meei dan eens gesteund door ChristeHjk-Historischen en Anti-Revolutionairen, zich beijveren om wat nog van de zegeningen der Reformatie in ons land is overgebleven, daaruit liever vandaag dan morgen te verdrijven.

Vergelijkt men wat Nederland in de gouden eeuw^ was met wat het thans is, dan valt de vergelijking gewis ten nadele van het huidige uit.

Wij beleven thans een tijd, waarin Jakob dun is geworden, Sion gaat onder een wolk, waarbij Juda Efraün menigmaal benauwt en Efraim Juda benardt, de rechtvaardigen worden weggeraapt voor d© dag des kwaads, de wijzen gedurig met de dwazen in slaap worden aangetroffen, en waarin hoe langer hoe minder gehoord wordt dat er in Sion geboren worden, terwijl daarin de waarheid op de straten struikelt en wat recht is er niet door kan.

Is het verval op religieius gebied groot — ook het grote aantal, dat met God en Zijn dienst openlijk breekt, getuigt er van. De ontkerstening neemt bij ons hand over hand toe; ook op het zedelijk terrein valt dit te konstateren. De misdadigheid onder de jeugd is na het einde der bezetting met de helft venneerderd. Bedriegerijen, knoeierijen, oplichterijen en soortgelijke praktijken worden, bij wijze van spreken, aan de lopende band bedreven. Diefstallen, roverijen, aanslagen, tot moordaanslagen en moorden toe, zijn ook aan de orde van de dag.

VergeHjfct men het aanzien en de macht van het huidige Nederland met dat, waarin het in een strijd van tachtig jaren de overwinning op het destijds zo machtige Spanje behaalde, met dat waarin het de viervoudige aanval van Groot- Brittannië, Frankrijk, Munster en Keulen zegevierend weerstond, zijn vloot de gezamenlijke vloten van Engeland en Frankrijk bij Kijkduin versloeg — wat is dan Neerlands aanzien en macht ver en ver weggezakt.

Trekt men een vergelijking tussen de welvaart in het oude gemenebest van ons land met die van onze dagen, dan staat deze ook zeer ten achter bij die van de verleden tijd. In socialistische kringen geeft men van de huidige welvaart wel hoog op. De minister-president Dr. Drees deed dit nog bij de algemene politieke beschouwingen, toen hij getuigde van de grote vooruitgang en bereikt© welvaart in Nederland. Doch op diezelfde dag, waarop Dr. Drees deze zo hoog verhief, ver­ scheen een pubhkatie van het Centraal Bureau voor de Statistiek, welke in de dagbladen onder meer werd weergegeven onder de kop: Welvaart in Nederland na Italië laagste in O.E.E.C.

Ach, ach, het is ten onzent wel uitermate droevig gesteld. Een zeer groot deel vaa ons volk ziet men verzinken in ongeloof en bijgeloof, in ©en gedoopt of onge. doopt heidendom, dat in de heidaise zucht naar „panem et circenses", naar brood en spelen opgaat.

En wat de leer der vrije genade Gods aangaat, welk© eermiaal in de bloeitijd der Hervorming op tal van kansels verkondigd werd, wat is het daarmede ten onzent heden ten dage ook al droevig gesteld! Wat wordt deze leer ook al in menige protestantse kring openlijk geloochend, ja meniigmaal zelfs wel bestredenl Wat wordt zij ook al door talloze protestanten met de mond beleden, maai door hen met hun handel en wandel in de praktijk totaal verzaakt, waar het bij hen is: God wat en de mens wat, en Rome's werkheiligheid op protestantse wijze wordt nagevolgd.

Och, dat ons voUc eens terdege ter hart© mocht nemen, dat het door middel van de Reformatie rijkelijk gezegend is, dewijl het de woorden Gods zijn toebetrouwd; alsook welk ©en diure verantwoordelijkheid dat dit met zich mede brengt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's

De Hervormingsdag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 oktober 1958

De Banier | 8 Pagina's