Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Brief uii

OCCLXXXVII.

De Staten van Zeeland hebben de samenvoeging van de polders en waterschappen in Zeeland behandeld en daarbij ook de samenvoeging van die polders en waterschappen in Z.-Beveland goedgekeurd, 't Lijkt wel of er in de toekomst niet veel meer polders en waterschappen zullen overblijven dan er eilanden zijn. Daarbij bleek, dat niet al te veel gewicht kan worden gehecht aan de mededeling, dat de streek het er mede eens was. Er is wel een kommissie geweest, maar het is een vraag of die kommissie wel juist weergaf wat er leefde onder de be­ langhebbenden, 'n Uitdrukking van één der leden van de Staten, dat de belanghebbenden wel geen bezwaren hadden ingediend, maar dat zulks meer voortkwam uit de gedachte: „het helpt toch niet", dan dat er geen bezwaren waren, duidt er wel op, dat de kommissie niet heeft weergegeven wat er leefde. Het is wel een ernstig verschijnsel indien, uit lijdelijkheid, niet meer wordt geprotesteerd tegen zaken, die bezwaren ontmoeten.

Daardoor glijdt ons volk maar meer en meer af, niet alleen inzake de inrichting van ons bestuur, maar zeker ook inzake de strekking van ons bestuur. Zo gauw kan dat er toe leiden dat dan maar genomen wordt wat zich voordoet, omdat het toch niet helpt, dat verwacht wordt dat de moeite tevergeefs is.

Dat is wel een bewijs, dat het niet diep geworteld is als er bezwaren zijn, want dan zouden wij wel blijven protesteren, dan zouden wij niet lijdelijk zijn.

Een dergelijke houding kan hen, die geroepen worden te helpen besturen, hetzij in raden Staten of Kamer, het werk zeer moeilijk maken. Moeten zij dan maar zorgen, dat het voor elkaar komt? Hebben zij niet juist de steun nodig door hetgeen blijkt in het volk te leven? Maar, zal mogelijk gevraagd worden, hoe is het nu? Regeert dan de voïïcswil; moet die dan de toon aangeven?

Neen, zo is het niet. De S.G.P. stelt, en dat op grond van Gods Woord, dat de overheid regeert bij de gratie Gods en haar macht om te regeren nooit aan het volk kan ontlenen. Dus de volkswil is niet de macht. Maar het kan wel tot steun zijn van de 'betogen, die in de onderscheidene kolleges gehouden moeten worden, als blijkt dat hetgeen gezegd wordt, onder het volk leeft. De afgevaardigden gevoelen zich wel op eenïame posten; zij zijn ook maai mensen en hebben ook wel steun nodig.

Nu weet uw briefschrijver wel, dat gedacht wordt, dat die personen het zó druk hebben, dat ze maar zo weinig mogelijk moeten worden lastig gevallen met allerlei zaken. Dat is ook zo, maar dan moet toch wel de nadruk liggen op „zo weinig mogelijk", met nog het meest op „mogelijk". Het sluit dus niet uit, dat zij niet wensen te horen wat er onder het volk leeft, want dat kan hen steunen in het werk. Het terrein, wat zij hebben te overzien, is wel zo groot, dat zij wel blijde zijn met inlichtingen. En dan geldt dat de personen, die geroepen zijn de belangen te bevorderen, maar het geldt ook de kolleges, die moeten besturen of ons volk vertegenwoordigen in het geheel.

Er mag geen lijdelijkheid komen. Wij mogen niet berusten in de gang van zaken zoals die tegenwoordig er is. Wij mogen ons volk niet doen leiden door de sociahstische gedachten van de Partij van de Arbeid. Wij mogen niet berusten in een leiding, die uitgaat van het menselijk kennen en kunnen en niet vraagt: „Wat wilt Gij, o Heere, wat wij doen zullen? "

Ons land is in gevaar. Zouden wij dan maar vlieden? Zouden wij een zinkend schip maar mogen verlaten? Zouden vsdj het maar moeten overgeven aan de machten van on- en bijgeloof? Neen, niet revolutionair, niet uit een oogpunt van rebellie, moeten wij ons verzetten, maar omdat het niet gaat naar de eis van Gods Woord. Omdat Gods Naam niet verhoogd wordt.

Daarom moest heilige ernst ons ontsteken. Dan zou er geen lijdelijkheid zijn. Dan zouden wij ook niet lijdelijk de zaken maar laten gaan, maar biddend pleiten en pleitend bidden, of God het verhoeden mocht dat wij ons waardig maken dat Hij ons geheel en al overgeeft aan onszelf.

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1958

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1958

De Banier | 8 Pagina's