VOOR DE JEUGD

(OOM KOOI )

Beste neven en nichten! Voordat wij de nieuwe raadsels geven, zuUen wij eerst de oplossingen vermelden van de raadsels der opgaven 557 tot en met 560.

OPGAVE 557

Jongeren:

1. Thabor. (Timnath, Hiram, Ananias, Basan, On, Ruben). 2. Hij reisde zijn weg met blijdschap. 3. En hij ging van daar naar de berg Karmel. (Eva, krijg, ding, Rehabeam, arend, graan, n, 1).

Ouderen:

1. Het stof, dat uit uw stad aan ons kleeft. (os, was, hut, staf, kleed, Anna, tot, duif, net, t). 2. Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. 3. Wee, wee, wee degenen, die op de aarde wonen. (wenen, weg, paard, dieren, 2 x woede, een, 2 x e).

OPGAVE 558

Jongeren:

1. En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij de geitenbok nederüggen. (leeuw, arend, ijzer en leem, koper, tin, David, Laban, do, re, mi, fa, negen, held, geel, bek, Gath, t). 2. Farao. {Asaf, Jona, Lodebar, Micha, Jericho). 3. Want Ik heb hem gekend.

Ouderen:

1. Herodes, Fihppus, Lysanias. 2. Want Zijn Woord was met macht. 3. En de hemel is weggeweken als een boek, dat toegerold wordt, en alle bergen en eilanden zijn bewogen uit hun plaatsen. (koeienkazen, welriekende, woning, sneeuw, begeren, doodslaan, stelen, hemel, ijdel, punt, Boanerges, 2 x lente, dauw, Hagar, b, weg).

OPGAVE 559

Jongeren:

1. Toen maakten zich op de koof den

der vaderen van Juda en Benjamin. (Potifar, Jabin, Cham, Jona, Amon, Zoar, heden, deur, tekenen, eenden, 2 X D.V.). 2. Ararat. (Aaron, Rehabeam, Abel, Radhab, Agrippa, Tarsis). 3. Rebekka, de dochter Bethuëls. (Ketura, Horeb, keel, bede, Achas, d, t).

Ouderen:

1. Heere, bij deze dingen leeft men. (Jesaja 38). 2. Hoséa, Micha, Nahum. 3. Mijn voBc waren verloren schapen, hun herders hadden ze verleid, (v/ijze, Uriel, Aohan, herder, koren, lam, nevel, snoeren, vers, heden, hand, s.v.p., d.).

OPGAVE 560

Jongeren:

1. De tanden der goddelozen hebt Gij verbroken. 2. Onésimus. (Obed, Noach, Ehm, Sisera, Izaik, Maria, Ur, Simeor). 3. Wee degenen, die het kwade goed heten en het goede kwaad, (wegen, twee, tien, twee, Dothan, wagen, doeken, 2 x eed, dak, hen, hond, d, h).

Ouderen:

1. De heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, het sieraad van Karmel en Saron. (Sisera, vrolijk. Abel, Hagar, veertien, Gadarenen, hemd, havik. Sin, hand, eend, anno). 2. Sanherfb, Hiram, Kores. 3. 'Sieraad voor as, vreugdeolie voor treurigheid. {Ararat, Assur, deur, oor. Evangelie, woor, Doëg, vis, de, h, i). Thans volgen de nieuwe raadsels van

OPGAVE 564

Jongeren:

1. Tkiék met behulp van de onderstaande gegevens een naam uit het Oude Testament met zijn nadere aanduiding. 2 13 14 9 doodde de Baalpriesters. 11 7 5 was één der zonen van Noach,

3 4 16 steunde de arm van Mozes. 15 12 10 6 is een waterdier. 1 8 is de afkorting van een godsdienstige riöhting. 2. Noem de naam van: a. de profeet, die de uitstorting van de Heilige Geest heeft geprofeteerd. b. Samuels vader. c. de eerste der drie jongelingen, die in de oven wandelden. d. een godvruchtig koning van Juda. e. de eerste koning over het rijk der tien stammen. f. een raadsman van David. WeBce naam vormen de eerste letters der bovengevraagde namen? 3. Een tekstgedeelte uit Jesaja bestaat uit 58 letters. Welc tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is? 12 29 25 37 17 is een kleur. 20 40 47 31 24 betekent vol. 54 14 9 30 38 is de naam van een verstoten koningin van Perzië. Het schepsel is de 21 27 16 41 36 8 10 39 onderworpen. 19 23 1 was de moeder van Ruben, Die Mij 49 33 4 35, zal Bc 49 33 4 35. Als het nu 18 5 48 45 57 geworden was. En de goede belijdenis 46 7 56 43 51 •26 22 heibt (1 Tim.). Dan alleen een handvol 50 55 52 6 in de kruik. 13 28 44 57 11 betekent al. 32 2 42 is gelijk 34 3 58 is een priem. Abrah.am nam het 50 16 53. 15 moet geraden worden.

Ouderen: t

1. Een tekstgedeelte loit het boek Jeremia 'bestaat uit 45 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de navolgende gegevens: 21 40 34 18 30 43 nam het zwaard. De man van Abigail heette 45 11 42 9. Zij hebben hem 14 24 8 26 31 5 23 15 22 17 door het bloed des Lams. 35 2 10 36 was een legerplaats, waar 12 fonteinen waren en 70 palmbomen. 37 18 6 12 was de vrouw van Ohüjon. 16 29 44 was een inhoudsmaat bij Israël voor droge waren. Sta op en neem uw 41 20 7 39 32 1 25 13. AUe zodanige 18 19 28 4 is boos. Zo nijdig als een 33 38 3 13. 27 moet geraden worden. 2. Zoek tut elc der volgende ziimen een woord, zo, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het boek Prediker tussen de hoofdstukken 7 en 10. a. De wijsheid der wereld is dwaasheid bij God. b. Waar is de wijze dezer eeuw? c. Het ware hem beter als een molensteen om zijn hals gehangen ware. d. Dan zingen zij in Hem verblijd. e. Niet door kracht, noch door geweld. 3. Maak uit:

ABBRIELAREMAJAE

drie namen, welke voorkomen in 1 Kronieken 8. De oplossingen der raadsels van de opgaven 561 tot en met 564 mogen ingezonden worden aan Oom Koos, postbus 2019 te Utrecht.

Wie wil gaan meedoen met het inzenden dezer oplossingen, mag dit dosn. Schrijf dan op de voorzijde van de brief hel woord: NIEUW. En hiermede eindigen wij, want voor het verhaal is geen plaatsruimte meer over.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen