Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een waarschuwend woord

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een waarschuwend woord

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

En ook is airede de bijl aan de vxMtel der homen gelegd; alle hoorn dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen.

Mattheüs 3 : 10

II

Waar dit door de zaligmakende ibearbeiding des Heiligen Geestes geleerd wordt, daar wordt ernst gemaakt met de prediking van Johannes de Doper. Daar kunnen wii langs en over deze waarheid niet heenleven. Daar hebben wij ook God in Zijn recht moeten toevallen. Daar houden wij op ons te verontschuldigen, maar buigen ons onder dit woord der waarheid. Daar wordt het geweten, ja werkelijk verstaan, dat de bijl ligt aan de wortel van de boom. De bijl Hgt aan de wortel van de boom. De dood ligt voor de deur van ieders leven. Wie is er, die de slaap des doods niet eens zal slapen? Ja, de dood ligt in ieders mensenleven als een kiem besloten. Vaak is hij reeds verder doorgedrongen dan vn] vermoeden. Hoe hard en hoe scherp dit woord, dat de waarheid daarvan blootlegt, ook in onze oren moge klinken, toch is het nog een woord van genade. Want het zegt ons, dat de boom nog staat. Wij zijn nog in het heden der genade, in - de welaangename tijd der zaligheid.

Daar wordt nog gegraven om die Iboom en daar wordt mest gelegd. Daar wordt nog gearbeid, daar wordt gewacht en uitgesteld om te zien of hij ook goede vrucht zal voortbrengen. Wat zullen wij doen? zo vroegen in verslagenheid de hoorders van Johannes. Waar de waarheid van het leven gekend wordt, daar klimt die vraag op uit het hart. Waar de nood van een vruchtloos leven gekend wordt, daar is een vragen naar heü, naar verlossing, naar bekering des harten, naar wegneming van die nood der onvruchtbaar'heid.

Een recht kermen dier waarheid kan niet doen voortleven in het oude, onvruchtbare leven. Het kan geen vrede hebben met het voortbrengen van stinkende vruchten. Waar deze waarheid in het hart ontsloten werd, daar verstaan wij hoe Johannes de voorloper van Christus is. Dat hij de wegbereider is van de Zaligmaker. Want deze nood drijft uit tot de Wortel van alle waarachtige vruchtbaarheid, tot Jezus Christus, de Levenswortel van een in zichzelf onvruchtbaar volk. De grond, waarin de mens van nature wortelt en opgroeit, deugt niet. Hij moet overgeplant worden uit de akker der wereld. Hij moet afgesneden worden van eigen levenswortel. Van nature leeft de mens uit en in de wereld. De wereld is zijn kommer en zorg. De wereld en derzelver begeerlijkheden zijn zijn blijdschap en vermaak. En zo groeit de mens van nature in een grond van vijandschap tegen God, zijn Schepper en Formeerder, en haat tegen zijn naaste. Dit zijn ook de vruchten, welke hij openbaart. Vruchten des vleses, opkomend uit een verdorven hart. Hij groeit op in en openbaart daarom ook de vrucht van een bodem van diepe afval, opstand, hoogmoed, zelfzucht, wereldsgezindheid, vleselijke 'begeerlijkheden en zo meer, zonder ooit enige goede vrucht te kunnen openbaren.

Daar is in deze staat geen andere verwachting dan dat de hemelse Hovenier de bijl aan ide wortel leggen zal en ze tot in eeuvngheid verdelgen. Zo wij iets van deze waarheid in eigen hart verstonden, hoe klein zouden wij dan zijn onder de waarheid, dat de Heere een barmhartig en lankmoedig God is. In onze dwaasheid menen wij, dat des Heeren arm verkort is. Ja, in onze dwaasheid zeggen wij vaak bij onszelf: Wat geibeurt er nu ondanks mijn eigenwfUigheid; wat gebemt er nu ondanks mijn zonde? Gods lankmoedigheid wordt zo gebruikt om ons gerust te stellen en onze verontruste consciëntie te stillen. Het is nochtans Gods lankmoedigheid, dat Hij nog geen einde maakte aan de wereld en aan ons leven. Daar is uitstel; dit is de predikiog, welke dit woord: „de bijl ligt aan de wortel der bomen", ons verkondigt. De Heere wacht op een volk, dat Hij genadig kan zijn. Hij wacht op een volk, dat in zichzelf geen leven meer heeft en in de wereld de dood vindt. Hij wacht op een volk, waaraan Hij Zijn belofte kan verbeerlijken, dat er voor een doom een dennéboom en voor een distel een mirteboom zal opgaan.

Want daar is een volk, dat zal bestaan. Zij zullen sterven en nochtans leven. Zij zullen niet verdelgd worden, maar zullen vruchten dragen. Dit voDc zal op Gods tijd en op Gods wijze uit de verdorven bodem van eigen hart worden uitgerukt en overgeplant in de akker der genade, uit de wereld worden zij overgeplant in het huis des Heeren.

Zij sterven reeds vóór de dood hen haalt. Dit is het geheim van dit leven. Want gestorven aan zichzelf, leven zij in Jezus Christus, uit Wie en door Wie een in zichzelf onvruchtbaar zondaar vruchten, ter bekering waardiig, voortbrengt. En naar het woord van de psalmist zullen zij tot in de grijze ouderdom toe de gewenste vruchten dragen; zij zullen vet en groen zijn.

Want al zullen zij naar het lichaam wegsterven, hun ziel zal vrolijk leven. Zij zul­ len van de tweede dood niet beschadigd worden. Zie, daarheen wü het woord van Joharmes ons nog brengen. Dat daarom de schrik des Heeren, de waarheid van dit harde woord: „de bijl Hgt abede aan de wortel der bomen", een iegelijk tot eelfonderzoek nope, opdat hij wete welke betekenis dit woord voor hem heeft. Het is toch het woord van de wegbereider, die voor het aangezicht van de Heere Jezus werd heengezonden. Daarom getuigde hij ook van zichzelf: „Ik ben de Christus niet, maar ik ben de stem des roependen in de woestijn: Maakt de weg des Heeren recht".

En deze Christus betuigt tot een in zichzelf vruchteloos mens, die met zichzelf geen raad weet vanwege dit ontdekkende woord van de 'wegbereid-er: „BHjft in Mij en Ik in u. Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelf, z» zij niet in de wijnstok blijft; alzo ook gij niet zo gij in Mij niet blijft. Die in Mij blijft en Ik in hem, die draagt ved vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen".

En waar ligt nu het geheim van deze heerlijke, maar toch ook zeer wonderlijke waarheid? Het geheim, dat een in zichzelf gans vruchteloze boom, ja eigenlijk geheel verstorven, zulke wonderlijke tekenen van leven kan openbaren, dat hij bij tijden en ogenblikken zelf uit moet roepen: hoe is dit nu toch mogelijk en vanwaar is dat nu? Het geheim ligt in dit getuigenis van diezelfde dierbare Christus: „Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld, dat gij zoudt heengaan en vruohtdragen en dat uw vrucht blijve". Dit moge nu voor alle eigengerechtigden en zelfverzekerden een steen des aanstoots wezen, het is de roem van al Gods kinderen. „Door Ü, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen".

Bleiswijk

Ds. W. Vroegindewey

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1959

De Banier | 8 Pagina's

Een waarschuwend woord

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 februari 1959

De Banier | 8 Pagina's