Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Grenswijziging Gelderland en Utrecht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Grenswijziging Gelderland en Utrecht

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van de heer Kodde

Eén van de allerlaatste wetsontwerpen, weUce nog onder het inmiddels al weer afgetreden kabinet-Beel door de Tweede Kamer behandeld werden, was het wetsontwerp inzake Wijziging van de grens tussen de provinciën Gelderltmd en Utrecht en tussen enkele aan weerszijden van die grens gelegen gemeenten.

De voorbereiding van de behandeling van dit wetsontwerp heeft wel zeer lange tijd in beslag genomen. Reeds dertien jaar geleden bestond het voornemen om de. onderhavige grenswijzigingen tot stand te brengen, doch de uitvoering liet maar op zich wachten. Het werd dus wel hoog tijd, dat er eindelijk eens een beslissing werd geno­ men, temeer daar de kolleges van Gedeputeerde Staten dezer provincies het met elkaar eens waren geworden en de bestaande toestand dringend om een oplossing vroeg.

De heer Scheps van de P.v.d.A. bleek met het wetsontwerp nog niet tevreden te zijn, want hij diende een paar ameur dementen in onder meer met het doel om ook de zak, waarin Veenendaal en Scherpenzeel liggen, bij de provincies Utrecht te voegen. Dit zou echter tengevolge hebben, dat ook een deel van Bameveld bij Scherpenzeel gevoegd zou worden, iets, wat door de genoemde Gedeputeerde Staten helemaal niet in de besprekingen betrokken was. Het voorstel van de heer Scheps vond dan ook bij verschillende sprekers geen bijval. De heer Albering (K.V.P.) was van oordeel, dat Gedeputeerde Staten van Gelderland er recht op hadden over een overgang van Scherpenzeel naar Utrecht gehoord te worden. De heer Ritmeester (V.V.D.) liet zich in gelijke geest uit, terwijl ook de heer Kodde, die namens de fraktie der S.G.P. het woord voerde, zich met de voorstellen van de heer Scheps niet verenigen kon. Nadat de minister echter had toegezegd, dat hij de kwestie betreffende Scherpenzeel naar aanleiding van het genoemde debat nader wilde bezien, trok de heer Soheps zijn amendement op artikel 16 in, zodat er verder niet over gesproken en gestemd behoefde te worden.

De heer Kodde sprak als volgt:

Mijnheer de Voorzitter!

Dat voorzichtigheid door ons wordt gewenst, behoef ik thans niet meer te betogen, want dat is wel bekend. Daarom ben ik wel wat schuchter voor de gedachte van de geachte afgevaardigde de heer Scheps om de knoop maar door te hakken. Wanneer men gaat hakken, kan men wel eens missen en kan men wel eens stukken maken, die later moeilijk meer zijn te helen. Of dit nu historisch-christelijk is, laat ik voor de verantwoording van de heer Scheps, maar ik wil de zaken bezien uit het standpunt, dat de overheid Gods dienares is en dat zij daarom heeft te handelen naar hetgeen God in Zijn Woord ons gebiedt.

Tegen het voorstel op zichzelf heb ik geen bezwaar. Misschien denkt men, dat wij op het standpunt staan, dat elke wijziging moet worden afgewezen, maar dat is niet het geval. Wij erkennen volkomen, dat iedere wijziging een tere kwestie is, maar de toestand, die op het ogenblik in Veenendaal bestaat, kan niet worden gehandhaafd. Daarom zal een wijziging noodzakelijk zijn. Toch zien wij gaarne, dat steeds rekening wordt gehouden met historische rechten en dat slechts in de uiterste noodzaak tot grenswijziging van provincies en gemeenten wordt overgegaan. Wij achten het wel een moeilijkheid, datj wanneer dit wetsontwerp tot wet wordt verheven, het nieuwe kollege slechts zeer kort zitting zal hebben. Het is de vraag, of men in die koite tijd nog wel veel aan de taak, die op een gemeentebestuur rust, zal kunnen doen. Men zal zich eerst moeten inwerken. Is men ingewerkt, dan is de tijd van aftreden daar. Daarom'zou ik wülen vragen, of daaraan niets kan worden gedaan. Het is enigszins moeilijk en wellicht ook niet gewenst zelf voorstellen te doen; het is immers een technische kwestie. Wij kimnen een amendement indienen, dat in de een of andere richting gaat, maar het is in de regel meer gewenst, dat de wijziging van de zijde van de regering komt. De amendementen van de geachte afgevaardigde de heer Scheps kunnen mijn instemming niet hebben. Ik kan mij met name niet verenigen met hetgeen in het eerste amendement is betoogd, namelijk om nu ook maar een wijziging aan te brengen met betrekking tot Scherpenzeel.

Ik aoht het denkbeeld van de geachte afgevaardigde om het gehele hoofdstuk V te doen vei-vallen ook niet juist. Daardoor zouden tenslotte de delen, die nu bij andere gemeenten worden gevoegd, buiten de invloed blijven bij het bestuur; dat lijkt mij toch wel zeer ongewenst.

Ik zou dus gaarne zien, dat er nog enige wijziging zou komen met betrekking tot de zittingstijd van het nieuw te kiezen kollege, maar ik verlang niet, zoals door Ede is gevraagd^ dat de samenvoeging van Veenendaal met de betrokken gebieden wordt uitgesteld tot 1962.

In zeker opzicht kan ik de gedachte van de geachte afgevaardigde de heer Scheps wel volgen, dat het namelijk voor het vervolg gewenst kan zijn de inwerkingtreding van dergelijke regelingen ongeveer met de verkiezingen te doen samenvallen, waardoor de moeilijkheden zouden kunnen worden voorkomen. Ge: : ien echter de toestand van het ogenblik en gezien het feit, dat deze kwestie reeds zolang aanhangig is en men in Veenendaal feitelijk niet weet onder welk bestuur men zich bevindt, meen ik, dat wij deze toestand niet langer kunnen tolereren en dat nu doorgezet moet worden. Ik hoop echter wel, dat de Minister een mogelijkheid zal vinden om de moeilijkheden, die ik heb opgenoemd, te ontgaan.

de chr. gemengde zangvereniging „Sursum Corda" uit Heusden. Korte toespraken werden gehouden door Ds. A. N. Langhout en door pastoor Drs. W. Kolsteren.

De belangstelling was wat groter dan vorig jaar, maar toch nog lang niet groot genoeg om van een geslaagde interkerkelijke manifestatie 'bij de gemeentelijke kerstboom te kunnen spreken".

De zender van dit bericht spreekt over deze bijeenkomst zijn afkeuring in een ons toegezonden brief uit. Wij doen dit met hem.

Eerstens willen wij hierbij opmerken, dat onder meer de Schotse hervormer John Knox zijn scherpe afkeuring over de kerstbomen heeft uitgesproken. Doet weg deze bomen, doet weg hun lichten — zo schreef hij — want de bomen verkleinen de grote betekenis van Christus' geboorte, en hun lichten verduisteren de heerlijkheid er van. Voorts leert ons zondag 35 van de Kateohismus, dat God Zijn christenen door de levende verkondiging wil onderwezen hebben. Dat deze verkondiging op de rechte wijze geschied is, daaraan moet en kan met alle recht getwijfeld worden, reeds daarom alleen als wij daarop acht geven, dat Rome's kerk de engelenzang niet weergeeft zoals Gods 'Woord ons die beschrijft, waar zij aan de woorden: Ere zij God in de hoogste hemelen; en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen" de woordsn „die van goede wil zijn" toevoegt. Deze toevoeging karakteriseert heel de leer van Rome's kerk als niet naar den Woorde Gods te zijn.

Bovendien heeft het nog wat aan de protestanten te zeggen, dat de interkerkelijke Kerstsamenkomst te Heusden plaats vond. In deze gemeente toch heeft Voetius als predikant dienst gedaan, , die in zijn jeugd de troepen van Rome met de wapenen in de hand voor de zaak der Reformatie bestreden heeft en later als professor te Utrecht in zijn onderwijs en geschriften Rome's kerkleer als onbijbels veroordeeld heeft.

Hierbij komt nog, dat Rome zich in dit gezamenlijke optreden wel verdraagzaam gedraagt, maar dat zij in Spanje en andere rijken, waar zij de macht daartoe heeft, * de protestanten als vermaledijde ketters onderdrukt en vervolgt en dat zij druk in de weer is, waartoe ook het gezamenlijk optreden met predikanten een geschikt middel is om ons land te verroomsen. Tal van protestanten worden door zulk een gezamenlijk optreden in slaap gewiegd en in de verbeelding gebracht, dat Rome toch zo slecht niet is en ook nog wel zeer verdraagzaam is, hetgeen zij wel geheel anders zullen ontwaren, maar dan te laat, wanneer Rome de macht in handen heeft gekregen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1959

De Banier | 8 Pagina's

Grenswijziging Gelderland en Utrecht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 maart 1959

De Banier | 8 Pagina's