Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Korrespondentie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Korrespondentie

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bij voortduring wordt door deze of gene de hulp van de S.G.P.-Kamerleden per brief ingeroepen om te bewerken, dat de militairen des maandagmorgens met de eerste reisgelegenheid naar hun garnizoen zullen kunnen terugkeren.

Dat dit een aangelegenheid is, welke hun zeer ter harte gaat, hebben de Kamerleden al sedert jaren met sprekende daden betoond. Jaren lang toch hebben zij bij elke geschikte gelegenheid welke zich daartoe voordeed^ met klem van redenen bij de ministers van Oorlog en Marine bepleit, dat het aan rde militairen zou worden toegestaan, dait zij des maandagmorgens met de eerste reisgelegenheid naar hun garnizoen zouden kunnen terugkeren.

Zij wezen er daarbij op, dait de ministers alzo zouden bevorderen, dat d^ Heea-en dag geëerbiedigd zou worden, dat het ook het leger ten goede zou komen, als deze dag naar Go< ds gebod geëerbiedigd zou worden, omidat het ook voor onze krijgsmacht van het allergrootste belang is, dat het God de Heere niet tegen krijgt; wat zal toch zelfs de grootste en best bewapende legeiTnacht vermogen, zo God tegen is?

Bovendien hebben de S.G.P.-Kamerleden de ministers in hun pleidooien er op gewezen, dat, indien de militairen toiegestaan zou worden des maandagmorgens naaa-hun garnizoen terug te keren, zij daarmede talrijke Nederlanders een groot genoegen zouden bereiden.

Daarbij tevens aanvoierende, dat het voor die militairen een zwaa-e beproeving was, in, dien zij om des beginsels wil des zondags niet wilden reizen, dan een hele zondag in de kazerne hadden door te brengen dn geval in de plaats van hun garnizoen geen daartoe gewenste gelegenheid was om ter kerk te gaan.

Hoewel er door de S.G.P.-Kamerleden jaren achtereen pleidooien van dergelijke aard gehouden zijn — kort geleden nog weer door Ds. Zandt — heeft dit echter geen door hen gewenst resultaat opgeleverd.

Hun verzoek om de militairen des maandagmorgens naar hun garnizoen terug te laten keren, werd door de ministers van Oorlog en Marine telkens van de hand gewezen, omdat volgens hen het belang van de dienst dit niet toeliet; zelfs twee ministers van Christelijk-Historisclien huize hebben zulks met dit motief van de hand gewezen, hoewel talrijke mjlitai ren, die een mihtaire rang bekleden, onder wie zelf een hoge rang, verklaren, dat de dienst zeer wel zo ingekleed zou kunnen worden, dat dit bij terugkeer van de militairen op maandagmorgen volstrekt niet zou schaden.

Het is met deze aangelegenheid thans aldus gesteld, dat de korpskommantlanten er over te beschikken hebben, of de militairen, al dan niet des maandagmorgens nar hun garnizoenen kunnen terugkeren. Sommige korpskommandanten betonen zich daarin zeer welwillend tegenover de militairen, vooral als zij er van overtuigd worden, dat er geen geveinsde, maar werkelijk principiële bezwaren bestaan om op des Heeren dag te reizen; anderen echter niet. Het is daarom de militairen ten zeerste aangeraden om in de eerste tijd van hun militaire dienst des zondags niet te reizen, want wanneer zij zulks eenmaal gedaan hebben, blijken er geen werkelijk principiële religieuze bezwaren tegen het reizen "p de zondag te bestaan. Ook door een voorbeeldig gedrag in de dienst kan een mi litair zelf er veel aan toedoen, dat de kommandant hem verlof verleent om des maandagmorgens naar zijn garnizoen terug te keren. Ook is een schriftelijk verzoek van de korpskommandant van de ouders van de militair aan te bevelsn. Beter nog is het dat de vader of de ouders de kommandant zelf gaan bezoeken en met hem deze aangelegenheid bespreken.

Waar het met deze aangelegenheid aldus gelegen is, kunnen de Kamerleden der S.G.P. in deze weinig of meestal in het geheel geen invloed uitoefenen, al zullen zij bij leven en welzijn hun pleidooien bij de minister van Oorlog en Marine in n^' parlement voortzetten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

Korrespondentie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's