Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Wij kunnen beginnen met een hartelijk welkom toe te roepen aan Steven Doornewaard te Ol'diebroek, die schreef gaarne te willen meedoen en vanaf heden als nieuwe neef in hett register nieuwe neven en nachten is ingeschreven.

Voorts maken we melding van een brief of eigenlijk van drie blaadjes met oplossingen van de raadsels der opgaven 574, 575 en 576, geschreven met groene ballpoint. Er stond echter onder het laatste blaadje geen naam en adires, terwijl ook op de enveloppe naam en adres ontbraken. Waarschijnhjk is deze brief van een nieuwe neef of nicht, die wij hierbij verzoeken om bij een volgende inzending zowel buiten op de enveloppe als in de brief onder de oplossingen voornaam, naam en volledig adres te vermelden. Ook is het nodig om even t© vragen of men mag meedoen met het inzenden der oplossingen, terwijl nieuwe neven en nichten er ook aan moeten denken om aan de voorzijde van de enveloppe de letter N te schrijven. Dan weten we direkt met een nieuwe neef of nicht te doen te hebben.

Thans volgen de nieuwe raadsels van

OPGAVE 579

Jongeren: 1. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het vijftiende hoofdstuk van de eerste brief aian de Korinthiërs. a. Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaiten. b. Deze getuigenis is waar (Titus 1). c. Hoe is het fijne goud zo verdonkerd! d. Het zal uw schapen en runderen opeten. e. De dood is verslonden tot overwinning.

2. Een tekstgedeelte uit de eerste brief aan de Korinthiërs bestaat uit 31 letters. Zoek deze tekst met behulp van de volgende gegevens: Gedenk aan David aan al zijn 29 16 22 6 25 (Ps. 132).

Een koninghi, die weigerde aan het bevel van haar gemaal te voldoen, wier naam was 23 20 11 7 10.

Laat ons eten en drinken, want 15 5 4 3 13 21 sten-ven wij.

Eer de 19 24 27 9 geki-aaid zal hebben, zult gij Mij driemaal verloochend hebben.

Zij zullen in een 26 30 17 14 des tijds veranderd worden (1 Kor. 15).

Zie, Ik sta aan de 1 2 28 4 en Ik klop. En zet een 12 18 31 aan uw keel (Spreuken 20-24). 8 moet geraden worden.

3. Noem de naam van: a. de schrijver van koniiag Josia. b. de geboorteplaats van Paulus. c. de hnisbezorger van Abraham. d. de Romeinse stadhouder, die een Joodse vrouw had. e. de vader van Mirjam. f. de vrouw, die zeide: „Noem mij Mara". g. de vader van koning Abias moeder (2 Ki-on. 12-14). h. de man, door wie David gevloekt werd. Welke naam voi-men de eerste letters van de gevraagde namen?

Ouderen: 1, Maak uit ZOMBIFESABIEESTHI-MI, drie namen van personen, die leefiden ten tijde van koning David.

2, Zoek uit elk der volgende zinnen •een woord, zó, dait de wooidten tezamen een tekstgedeelte vormen uit het boek Handelingen, tuissen de hoofdstukken 2 en 6. a. Jozef achtte de versmaadheid van Christus meerdere rijkdom te zijn dajn de schatten van Egypte, want hij' zag op de vergelding des loons. b. Daarna ztillen wij, die levend overgebleven zijn. c. Zij hebben niet kimnen ingaan vanwege hun ongeloof. d. Gods volk kan wel vallen, maar niet afvallen van het geloof. e. Ik zal u geen wezen laten. f. Gij zijt in onze harten om samen te sterven en samen te leven. g. Daarna hoorde ik een bedlige spreken (Daniël).

3, Een tekstgedeelte uit de Handelingen bestaat uit 49 letters. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld als het volgende bekend is?

En ik zag uit de 7 31 41 een beest opkomen. 3 14 25 12 21 29 was de profeet, die David op Gods bevel bestrafte. 5 15 23 10 49 was een Filistijnse koning ten tijde van David.

Van 39 36 2 11 16 wordt vermeld in Gods Woord, dat hij een recMvaardigj oprecht man was.

Speurhonden hebben een 34 8 19 45 neus. De dodelijke 13 42 22'47 27 van het beest werd genezen.

De grote stad is in 4 46 48 28 delen gescheurd.

De 9 18 40 24 32 des Heeren maakt rijk. Toen zond Hiram boden tot 1 33 20 48 37.

Paulus wekte Titus op in de leer zich 30 38 43 17 10 35 te gedragen. Niet gelijk de schuld was door de ene, alzo is de 26 48 44 6.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog niet ingezonden worden.

Nu nog een stuk van het verhaal over

JOHAN RAMAWARMA

3.

Uit het vorige gedeelte zal wel duidelijk zijn geworden, dat prins Ramawarma in vo'lslagen heidendoni werd opgevoed. Hij zelf heeft daarover verteld, dat hij in zijn jeugd vast geloofde, dat de god van Tripumtura de ware Heer der wei-eld was, zodat hij hem als zodanig vol ijver vereerde. Wij zagen reeds, dat zijn moeder, ofschoon ook een heidin, toch nog als een rem op hem heeft gewerkt, daar hij zich anders ook geheel en al had overgegeven aan de sleohte gewoonten, die bij de daar in zwang zijnde godsdienst in gebruik waren. Hij schreef zelf, dat hij door de vermaningen en bestraffingen zijner moeder zelfs een zekere vrees voor de hel had en dat hij zich wachtte voor alle openbare kwade daden, daar hij gaarne zalig wilde worden en met God verenigd zijn. Dat dit zelfs bij heidenen kan voorkomen, wordt bevestigd door Gods Woord, waarin te lezen staat — zie de brief aan de Romeinen, hoofdstuk 2 vers 14 en 15 — dat de heidenen. die de wet niet hebben, dat wil zeggen de wet der Tien Geboden^ zoals wij die uit de Bijbel kennen, zichzelf een wet zijn, als die betonen het werk der wet, geschreven in hun harten, him geweten medegetuigende en de gedachten onder elkander hen beschuldigende of ook ontschul'digende.

Wanneer echter de Heere door de krachtdadige werking van Zijn Geest het hart van Ramawarma niet bewerkt had, zou hij in hetzelfde leven zijn blijven voortleven als waarin hij opgevoed was.

Hij had het dan onder invloed van zijn moeder tot een deugdzaam leven kunnen brengen, maar verder niet. Het was dan ook goed voor hem, dat hij in al zijn eigen werken meer en meer werd afgebroken, zodat hij naar zijn mening steeds meer achteruit ging in plaats van vooruit. Daarbij bleven de tegenheden hem niet bespaard. Zo was het voor hem een zeer zware slag, dat zijn vader kwam te overlij'den. En dat niet alleen omdat daardoor vleselijke banden verbroken werden, maar ook omdat het destijds de gewoonte was, dat niet één der eigen kinderen van^ de vorst als diens opvolger op de troon kwam, maar één der kinderen van de zuster van de vorst. Dat had een bepaalde reden, maar daarop zullen we maar niet ingaan.

Zo gebeurde het dus, dat de ledige troon bezet werd door de zoon ener jongere zuster van Ramawarma's vader, die tevens ook aile goedoren en rijkdommen van de overleden vorst erfde. Ramawarma met zijn moeder, broer en zusters waren 'dhis nu geheel afliankelijk van de nieuwe vorst. Dat was voor hen, zoals zich laat denken, een heel zwaa"e weg, temeer omdat al spoedig bleek, dat hvm neef hen allesbehalve goed gezind was. Na korte itijd werden zij zelfs gewaar, dat het er op aangelegd werd hen zoveel mogelijk te onderdrukken. Daarom vatte de weduwe het plan op met haar kinderen het kasteel van Tripumtura te verlaten, welk plan ook werd uitgevoerd. Zij gingen naar een andere plaats, waar zij het echter niet breed hadden, Ja, zij brachten zelfs een drietal jaren in kommervolle omstandigheden door, terwijl de voortdurende zorgen voor de weinige bezittingen, die zij nog hadden weten te behouden en het voortdurend op hun hoede moeten zijn voor hun machtige tegenstander hun levenslust vergalde en de gedachten aan hogere dan aardse zaken bijna geheel vernietigde.

Er kwam echter een wending in de toestand. Een hoge Engelse militair namelijk, kolonel Morrison, die destijds verbonden was aan het hof van de radja, had de moed om het voor de weduwe en haar kinderen bij de radja op te nemen en voor hen een betere behandeling te bepleiten. De vorst gaf aan de op hem door kolonel Morrison uitgeoefende aandrang gehoor, met het gevolg, dat Ramawarma's moeder met haar kinderen weder naar de vorige woonplaats terugkeerde, waar voor haar woongelegenheid beschikbaar werd gesteld in het paleis van de radja.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's