Resultaat der besprekingen

Het resultaat, dat de besprekingen van Prof. de Quay met de vijf fraktieleiders hebben gehad, is niet van zodanige aard geweest als de formateur er van verwachtte. Hij had namelijk eertijds gepubliceerd, dat hij zaterdag 4 april reeds met het polsen van personen voor deelneming aan het te vormen kabinet zou kunnen beginnen, wat niet mogelijk is gebleken te zijn. Ook is het volstrekt niet zeker, dat de vorming van een kabinet op brede basis van de baan is, zoals in sommige bladen reeds was geschreven. Ten aanzien van het te vormen kabinet bestaat er dan na het onderhoud van de formateur met de vijf fraktieleiders geen volstrekte zekerheid. Op de 23ste dag van de kabinetskrisis is de definitieve beslissing over het toekomstige kabinet dus nog niet gevallen.

Dit blijkt wel uit de verklaring, welke de woordvoerder van de formateur vrijdagavond 3 april heeft afgelegd.

De daarop volgende dinsdagmorgen — zo werd door deze woordvoerder medegedeeld — verwacht toch Prof. de Quay de persoonlijke zienswijze van de vijffraktievoorzitters te vernemen over de hoofdlijnen van het komende regeringsprogram. Hij wil klaarblijkelijk de persoonlijke zienswijze van de vijf fraktievoorzitters, de heren Mr. Burger, Prof. Romme, Prof. Oud, Dr. Bruins Slot en Dr. Tilanus, met wie hij een onderhoud heeft gehad, nader nog kennen en de verantwoordelijkheden der verschillende frakties vastleggen, alvorens definitief de aard van het komende ministerie vast te stellen.

Prof. de Quay heeft met de vijf fraktieleiders op informerende wijze de politieke situatie en enkele bijzondere punten van het komende ministerie besproken. Naar aanleiding daarvan zal de forma­ teur thans aangelegenheden aangaande het regeringsbeleid, met name die aangelegenheden, waarover de fraktievoorzitters het niet esns zijn, formuleren. Hij is voornemens deze aangelegenheden op schrift te stellen en zijn schrijven zaterdag 4 april of uiterlijk maandag 6 april aan de fraktievoorzitters toe te zenden, met verzoek om hem binnen zo kort mogelijke tijd hun persoonlijke zienswijze schriftehjk te doen toekomen.

Van dit antwoord zal afhangen, zo wordt aangenomen, of het mogelijk zal zijn om te komen tot de vorming van een ministerie, alsook in welke samenstelling dit zal kuimen plaats vinden.

Men neemt aan, dat tot de aangelegenheden, waarover de fraktieleiders het niet eens zijn, inzonderheid behoort het loonbeleid, en dat Mr. Burger in zijn antwoord zal verklaren, afwijzend te staan tegenover een vrijere loonvorming en een loonsverhoging in bedrijfstakken, waarin dit mogelijk is, zoals de K.V.P. voor­ staat, dewijl toch de P.v.d.A. een algemene loonsverhoging eist.

Of dit ook inderdaad zo zal geschieden als vrij algemeen aangenomen wordt, staat nog te bezien. Deze aangelegenheid kan ook wel één van lange adem worden. Het is toch nog niet geheel uitgesloten, dat er weder een touwtrekkerij zal plaats vinden, zoals dit in 1956 bij de vorming van een kabinet heeft plaats gevonden.

In elk geval valt nu reeds te konstateren, dat de oplossing van de kabinetskrisis niet zo snel verloopt als Prof. de Quay aanvankelijk gedacht heeft. Van een polsen van de personen voor het komend ministerie is niets gekomen. Ook moet zelfs in de gesprekken met de vijf fraktieleiders een eventuele zetelverdeling in het nieuwe kabinet niet eens ter sprake zijn gekomen.

Het blijkt nu wel, dat betreffende de kabinetsformatie alles niet zo op roUetjes gelopen is, zoals Prof. de Quay eertijds zich voorgesteld en gepubliceerd had. Bij de bestaande geschillen heeft de formateur het nu klaarblijkelijk nodig geoordeeld om eerst schriftehjk aan de Koningin en ook met het oog op de te verwachten debatten in de Eerste en Tweede Kamer over de regeringsverklaring, de verantwoordelijkheden der verschillende frakties vast te stellen.

Prof. de Quay is voornemens het weekeinde in de kring van zijn gezin in Den Bosch door te brengen. Hij kan dit doen, omdat de antwoorden der vijf fraktieleiders stellig niet, naar menselijke berekening, vóór dinsdagmorgen 7 april in zijn bezit zullen zijn. Hoe deze antw-oorden er uit zullen zien, kan niet meer in het nummer' van 9 april van „De Banier" vermeld worden. Daarover zullen allicht nog allerlei beschouwingen in de bladen gegeven worden, gelijk er reeds zo vele over de kabinetsformatie in de bladen gestaan hebben. Het zal in deze ook wel weder een gissen en raden zijn, want er vak over het verdere verloop van deze kwestie, welke stellig voor ons volk van grote betekenis is, nog niets met enige stellige zekerheid te zeggen. Alleen kan er dit met stellige zekerheid van gezegd worden, dat hoe het kabinet dan ook uiteindelijk geformeerd zal zijn, het helaas geen kabinet zal zijn, dat Gods Woord en wet tot richtsnoer van zijn beleid zal kiezen en hebben. ZeMs niet als 't een zogenaamd christelijk kabinet zal zijn, en ook niet als er in het kabinet benevens leden uit de konfessionele partijen leden van de V.V.D. zitting in zullen hebben, en al evenmin als het een kabinet op brede of smalle basis zal zijn. Te vrezen is het echter, dat alvorens er een kabinet gevormd zal zijn, er nog wel heel veel •waiter door de Rijn zal lopen, want de teleurstelling, welke Prof. de Quay thans aangaande een snelle formatie heeft opgedaan, geeft daartoe alle aanleiding, ofschoon ook zelfs daarover niets met enige zekerheid te zeggen valt. Afwachten blijft in deze de boodschap.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen