Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarmede is een nieuwe faze ingetreden. Professor de Quay is door de Koningin de opdracht verleend om een kabinet te vormen, dat zal mogen rekenen op een vruchtbare samenwerking met de volksvertegenwoordiging.

Daaruit wordt vrij algemeen afgeleid, dat de vorming van een brede-basiskabinet door Prof. de Quay beproefd zal worden. Dit zal dan geschieden naar de wens, welke in een artikel in „De Volkskrant" te kennen is gegeven. De linkervleugel van de K.V.P. ziet daarmede haar wens vervuld.

Prof. de Quay is zijn taak begonnen met de bestudering van het uitgebreide rapport van Prof. Beel. Hij denkt ongeveer veertien dagen nodig te hebben voor het voorbereidend werk, alvorens hij de Ko­ ningin mede kan delen of hij de vorming van een kabinet op zich kan nemen. Na de bestudering van genoemd rapport heeft hij zich dinsdag 31 maart naar Den Haag begeven, waar hij, naar men aanneemt, zal aanvangen met het samenstellen van een regeringsprogram, dat hij dan aan de vijf fraktieleiders van K.V.P., P.v.d.A., V.V.D., A.R.P. en C.H.U. zal voorleggen.

Op de vorming van een kabinet op zeer brede basis zal wel een heel zware vdjs gaan. Het staat toch vast, dat, afgaande op de herhaalde verklaringen van Prof. Oud, de V.V.D. met de P.v.d.A. niet in één kabinet vertegenwoordigd wil zijn.

Zo blijft dan de mogelijkheid van de vorming van een ministerie op brede basis op«n, waaraan de K.V.P., de P.v.d.A., de A.R.P. en de C.H.U. deel zullen nemen.

Doch tal van Anti-Revolutionairan voe-Isn voor een samengaan met de P.v.d.A. in één ministerie niet. Wanneer het naar hun wens zal gaan, zal er stellig niets terecht komen van een kabinet, waarin leden van de K.V.P., de P.v.d.A., de C.H.U. en de A.R.P. zitting hebben.

Alsdan zal er niet overblijven dan de vorming van een ministerie, samengesteld uit de partijen van de K.V.P., de P.v.fl.A. en de C.H.U. Doch er bestaat zeer wel mogelijk bij de C.H.U. bezwaar om aan zulk een regering deel te nemen. Ook staat nog zeer veel in de weg voor de vorming van een ministerie, dat enkel uit K.V.P.-ers en P.v.d.A.-ers zal bestaan.

Er zijn tussen de K.V.P. en de P.v.d.A. nog diep ingrijpende verschilpunten. Om er maar enkele te noemen: de K.V.P. verlangt krachtige bevordering van de bezitsvorming, vrijere loonvorming, geen algemene loonronde en spoedige invoering i/an de algemene kinderbijslagwet; de P.v.d.A. algemene verhoging van lonen en sociale uitkeringen met 5 procent ter beëindiging en vergoeding van de bestedingsbeperking voor de loontrekkenden, geen huurverhoging voor 1 januari 1960 en daarna een verhoging met volledige kompensatie.

Voorts wil de K.V.P. het ministerie van Maatschappelijk Werk niet alleen handhaven, doch het met taken, welke thans bij het departement van Sociale Zaken en Volksgezondheid behoren, uitbreiden, waarvan de P.v.d.A. echter niets wil weten.

Worden er vertegenwoordigers van de P.v.d.A. in het ministerie opgenomen, •dan zal deze partij ook stellig geen geringe eisen stellen ten aanzien van de indeling der departementen en, aangaande de verdeling der ministerzetels, en vrij zeker naast een K.V.P.-premier het vicepremierschap voor één der hunnen opeisen.

De kans dat er derhalve een kabinet uitsluitend uit K.V.P.-ers en P.v.d.A.-ers zal gevormd worden, is derhalve niet groot.

Ook bestaat de mogelijkheid, dat er een kabinet gevormd zal worden uit leden van de K.V.P., de V.V.D., de A.R.P. en de C.H.U. Doch ook dit is nog in het onzekere gelegen, want of de daarbij betrokken personen en frakties het te dezer zake met elkander eens zullen kunnen worden, is de grote vraag. Prof. Romme en ook ettelijke Anti-Revolutionairen hebben tegen een samenwerking met de liberalen in de regering steeds bezwaren geopperd.

Benevens de genoemde formatie bestaat de mogelijkheid van de vorming van een kabinet, bestaande uit leden van de K.V.P., de A.R.P. en de C.H.U., doch wil zulk een kabinet tot stand komen, dan moeten er ook nog geschillen en bezwaren uit de weg geruimd worden. Bovendien kan dit kabinet slechts aanspraak maken op de onvoorwaardelijke steun van de helft van de Kamerleden.

Ook zou er nog een minderheidskabinet gevormd kunnen worden, waarin alleen K.V.P.-ers en A.R.P.-ers zitting zouden hebben. Bij de A.R.P. blijkt daartegen geen bezwaar te bestaan, doch dat de K.V.P. daarvoor iets gevoelt, daarvan is tot dusver niets gebleken.

Het verdere verloop betreffende de kabinetsformatie

Prof. de Quay heeft in Den Haag zijn intrek genomen in het Eerste-Kamergebouw, alwaar hij ter verkrijging van nadere inlichtingen in zijn werkkamer achtereenvolgens de drie demissionaire ministers Ir. C. Staf, Ir. H. B. J. Witte en Mr. J. M. L. Th. Cals woensdagmiddag 1 april ontvangen heeft. Na dit onderhoud heeft hij de laatste hand gelegd aan de samenstelling van een regeringsprogram, dat hij dan aan de vijf voorzitters van de onderscheidene Kamerfrakties gaat voorleggen. Ook later heeft de formateur nog een onderhoud gehad met Prof. Dr. J. Zijlstra, ter nadere oriëntering betreffende enkele door hem opgestelde beleidspunten.

De eerste van de Kamerfrakties was Mr. Burger, die van de P.v.d.A., die donderdag 2 april om drie uur door Prof. de Quay ontvangen werd.

Een dag tevoren had Mr. Burger door het A.N.P. een korte verklaring ter publikatie aangeboden, waaruit op te maken valt, dat de Partij van de Arbeid ons volk wilde laten weten, dat zij bereid is aan de regering deel te nemen. Deze verklaring luidt:

, , Ik stel er prijs op te verklaren, dat beweringen, als zou ter zake van de kabinetsformatie geen redelijk overleg met de P.v.d.A. mogelijk zijn, iedere feitelijke grond missen. Dit wordt duidelijk door het feit, dat de konfessionele partijen, die gezamenlijk van hun standpunit tegenover d© informateur blijk hebben gegeven, noch gezamenlijk, noch afzonderlijk de de P.v.d.A. in enig overleg hebben betrokken".

Aangaande Mr. Burgers verklaring werd in de kringen van de K.V.P. en de A.R.P. opgemerkt, dat men daarin een stap ziet om straks te kunnen beweren, na de vorming van een rechts-hberaal ministerie, dat men de P.v.d.A. willens en wetens heeft uitgeschakeld van de onderhandelingen over een nieuw kabinet. En werd ook van K.V.P. zijde gezegd, dat uit het antwoord, dat Mr. Burger aan de informateur Prof. Beel heeft gegeven, ook de formateur Prof. de Quay na bestudering van het rapport van de informateur wel gebleken moet zijn, dat onderhandelingen met Mr. Burger geen zin meer hebben, tenzij deze heel wat van zijn eisen heeft laten varen.

Ook is van de zijde van de K.V. verklaard, dat het verschil met name op het gebied van de lonen zó ingrijpend is, waar de P.v.d.A. uniforme loonsverhoging eist en de K.V.P. een vrijere loonsvorming ten aanzien van de bedrijfstakken voorstaat, dat dit verschil althans voorlopig niet te overbruggen valt. Met het oog daarop voelde men er van die zijde niets voor om langdurige, tijdrovende onderhandelingen te voeren.

Veel zal er ter zake van de kabinetsformatie van afhangen hoe nu het onderhoud van Prof. de Quay met Burger is verlopen. Zal Mr. Burger het standpunt van de Partij van de Arbeid nog aanmerkelijk willen wijzigen? Zal hij nog overleg met zijn fraktie of enige vooraanstaande socialisten willen plegen, alvorens zijn houding absoluut te bepalen? Hoe het in deze ook moge zijn, bepaald is, dait de formateur nog diezelfde middag zal ontvangen en dat hij vrijdagmorgen 3 april de leider van de V.V.D.-Kamerfraktie in konferentie zal ontvangen, en daarna der namiddags de voorzitters van de A.R.P.-en de C.H.U.-Kamerfrakties. Mr, J. A. 'H. J. S. Bruins Slot en Dr. H. W. Tüanus.

Het zal van de uitslag van al deze besprekingen met de fraktieleiders afhangen of het optimisme van de formateur, dat hij reeds zaterdag 4 april kan beginnen met het polsen van personen voor het ministerambt in het te vormen kabinet, gerechtvaardigd is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 april 1959

De Banier | 8 Pagina's