Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De kabinetsformatie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kabinetsformatie

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verre van verheffend

Het verloop van de kabinetsformatie, dat zo langzamerhand één van vrij lange duur is geworden, is verre van verheffend.

Verscheidene malen is in de bladen geschreven, dat Prof. de Quay op een haar na gereed was met de formatie van het komende kabinet. Zelfs heeft het kabinet in de bladen al meer dan eens afgedrukt gestaan. Doch tot nu toe bleek dit geheel onjuist en voorbarig geschied te zijn. Telkens was er dan, zoals nader in de bladen vermeld werd, op het laatste ogenblik een kink in de kabel gekomen. De oorzaak daarvan was gelegen in het feit, dat nu eens deze partij en dan weder een andere niet tevreden bleek te zijn met het aan haar toegekende departement, of verklaarde daarvoor geen geschikte kandidaten te hebben. Alzo is het de ene dag na de andere gegaan sedert de formateur van zijn weekendverblijf bij zijn gezin uit Den Bosch op maandag 20 april was teruggekeerd en zijn werkzaamheden in Den Haag had hervat. Dit heeft de formateur er toe genoopt met verschillende personen een onderhoud te hebben, waarbij Ir. Staf als raadgever en bemiddelaar een voorname plaats heeft vervuld. Het is hierbij weder een ouderwetse touwtrekkerij geworden, waarbij landsbelangen maar al te zeer op de achtergrond geraakt zijn, zoals dat ook bij de samenstelling van een kabinet op de brede basis het geval is geweest.

Wij zullen zo kort mogelijk het verloop van deze voor heel ons volk hoogst gewichtige aangelegenheid iozake de kabinetsformatie weergeven.

Een onderhoud met de heren Beernink en Van Mastrigt

Op maandag 20 april heeft de formateur, nadat hij in Den Bosch des zaterdags tevoren een onderhoud had gehad met Prof. Mr. Dr. W. C. L. van der Grinten (K.V.P.), die zich ia beginsel bereid verklaard heeft de portefeuille van Justitie te aanvaarden, een onderhoud op het Binn-ünhof gehad met het Tweede-Kamerlid Mr. Beernink, voorzitter van de C.H.U., en het Tweede-Kamerlid C. J. van Mastrigt, tweede voorzitter van de C.H.U., alsook van het Christelijk Nationaal Vakverbond. Na afloop van dit onderhoud las de heer Beernink een schriEtehjke verklaring voor, welke luidde: , , Aangezien de twee personen, die door de formateur waren aangezocht voor de portefeuilles van VoUcshuisvestuig en BouwTiijverheid en voor Landbouw voor deze portefeuilles hebben bedankt, heeft liij met ons een informatief gesprek gevoerd over de vraag, welke andere personen uit C.H. kring eventueel voor deze posten zouden kunnen worden uitgenodigd".

Deze heren hebben vervolgens een onderhoud gehad met Dr. Tüanus.

Inmiddels werd op diezelfde dag weder esn verzet tegen de huidige gang van zaken inzake de kabinetsformatie bekend. De voorzitter van de Statenkring Harderwijk van de C.H.U., tevens voorzitter van de C.H. fraktie in de Provinciale Staten van Gelderland en voorzitter van de Vereniging van C.H. Gemeenteraadsleden, de heer H. M. Martens, heeft namelijk namens verschillende voorswinstaande leden in Gelderland een telegram gestuurd aan de heer Beernink en Dr. Tüanus, waarin de hoop werd uitgesproken, dat de C.H.U. zich bij de huidige stand van zaken zal onthouden van deelneming aan het kabinet. Dit met name gezien de omstandigheid, dat met de departementen van Landbouw en Volkshuisvesting de C.H.U. kennehjk voor het feit wordt gesteld als „sluitpost" te moeten optreden.

De kabinetsformateur Prof. de Quay heeft diezelfde avond nog een antwoord van Mr. Beernink bekomen, dat inhield, dat er alsnog enige mogelijkheden bestonden voor een uiteindelijke oplossing van de moeilijkheden, die gerezen waren in verband met het bedanken van C.H. kandidaten voor de portefeuilles van Landbouw en Volkshuisvesting.

Uit dat antwoord viel'op te maken, en dat wel terecht, dat van de zijde van de C.H.U. niet positief de medewerking aan de formatie was afgewezen. Daaruit bleek, dat de C.H.U. van haar bezwaar om beide laatstgenoemde departementen als sluitpost te aanvaarden niet was afgestapt, maar dat zij tot medewerking aan de formatie van een door Prof. de Quay te vormen kabinet bereid was, zelfs in dier voege, dat zij één der beide departementen door één harer leden wilde latsn bezetten, als haar een door haar begeerd departement tevens werd toegewezen.

Dit antwoord is voor de formateiur aanleiding geweest om door verschuivingen tot de formatie van een kabinet te komen. Hij heeft het daarop ondernomen om door wisseling in de reeds bestaande opzet een plaats voor een lid van de C.H.U. in het kabinet in te ruimen.

Aangezien de heer Mr. Beerman wel bereid was de portefeuille van Verkeer en Waterstaat of die van Binnenlandse Zaken te aanvaarden, wendde hij zich het eerst tot Drs. Korthals om met hem te onderhandelen over een mogelijke terugtrekking van zijn persoon als minister van Verkeer en Waterstaat of — wat veel waarschijnlijker is — over de terugtrekking van Mr. Toxopeüs als minister van Binnenlandse Zaken te spreken.

Weer een onderhoud met drs. Korthals

Met Drs. Korthals had de formateur op dinsdagmorgen 21 april kwart voor tien dan opnieuw een onderhoud, dat omstreeks een half uur duurde, en na dit onderhoud werd hij tezamen met Mr. Toxopeüs, die inmiddels ook in Den Haag was verschenen, gezien, terwijl later in de omgeving van de formateur werd bekend gemaakt, dat niet eerder dan in de tweede helft van die middag evenuele ontwikkelingen te verwachten waren. De heer Korthals had de formateur toegezegd in de loop van die middag zijn standpunt nader bekend te zullen maken.

Drs. Korthals' antwoord is, naar algemeen wordt aangenomen, afwijzend geweest ten aanzien van het door de formateur hem voorgestelde.

In de kringen van de V.V.D. is men toch van oordeel, dat de V.V.D. het hare er rijkelijk toe heeft bijgedragen, dat er een kabinet gevormd kan worden, dewdjl haar ledsn zich bereid verklaard hebben benevens de portefeuilles van Binnenlandse Zaken en Verkeer en Waterstaat ook die van Oorlog en Marine te aanvaarden.

In politieke kringen verwacht men, dat de formateur zich ook tot vooraanstaande leden van de A.R.P. en de K.V.P. zal wenden om van hen de medewerking te verkrijgen, dat er ruilingen en veranderingen zullen plaats vinden, opdat de formatie van een kabinet met de medewerking van al de vier partijen, uit welker leden het kabinet gevormd zal wor-den, tenslotte toch nog tot stand z»l 1^, . men.

Nog een onderhoud

De verwachting, welke men in de pojj. tieke kringen koesterde, dat vooraa». staande personen uit de kringen vaa dt K.V.P., de V.V.D., de A.R.P. en C.H.U. door de formateixr ingeschakeld zouden worden, opdat er een door hen begeerd kabinet gevormd zou kunne» worden, is bewaarheid.

De formateur heeft woensdag 22 apnj omstreeks tien uur de demissionaire mj. nister Ir. Staf ontvangen en geraai pleegd. De samenspreking duurde omstreeks een half uur.

Om elf uur werden de ministers më. Klompé en Prof. Zijlstra en Drs. Korthai ontvangen voor een bespreking aangaande de formatie van een kabinet. Deze bespreking duurde tot tien minuten voet één.

Na afloop verklaarde minister Klomps desgevraagd, dat gezamenlijk allerlei mogelijkheden waren overwogen, en dat degenen, die aan het overleg hadden deelgenomen, daarover nu verder zou. den nadenken.

Nieuwe samensprekingen

Op donderdag 23 april ontving de formateur om kwart over tien Prof. Dr, H. J. Witteveen, hoogleraar in de staathuishoudkunde, de konjunktuursleer ea de ekonomische politiek aan de Nederlandse Ekonomische Hogeschool te Rotterdam en sedert enkele maanden lid vaa de Eerste Kamer voor de V.V.D.

Prof. Witteveen verbleef tot omstreefe kwart over elf bij de formateur, maai bleef nadien nog in het Kamergebomv, waar hij enige telefoongesprekken voerde.

Van half twaalf tot half één vertoefde vervolgens het A.R. KamerKd Drs. C. P. Hazenbosch bij de formateur, terwijl op de namiddag van genoemde dag een coderhoud plaats vond van de formatem met Mr. A. C. W. Beerman, die van de aanvang af in de opzet van Prof. de Quay voor een ministerpost kandidaat heeft gestaan, doch die destijds een hem aangeboden portefeuüle afwees omdat hij zich daarvoor niet de geschikte maa achtte.

Na afloop van zijn gesprek met de formateur verklaarde de heer Hazenboscl, dat hij met de formateur, op wiens verzoek het onderhoud had plaats gevetden, nog eens de gehele situatie had besproken, waarbij hij zijn positie nog eeni had gepreciseerd en daarbij aan de formateur had te kennen gegeven onder welke omstandigheden hij wel en onder welke omstandigheden hij niet aan ministerie deel zou kunnen nemen. 0^ de vraag of de positie van minister 5 stra mede was besproken, antwoordde de heer Hazenbosch: „Onder and ook".

De bedoehng van de gezamenlijke bespreking van de formatem met de ministers Klompé en Prof. Zijlstra en met bel Hberale Kamerlid Drs. Korthals is thans wel zeer duidelijk geworden. De fonnateur beoogde door zeer ingrijpende verschuivingen in zijn aanvankehjke opzet aan te brengen, een bevredigende oplossing in de bestaande moeilijkheden te verkrijgen. Hij heeft daartoe een voorstel in het langdurig onderhoud aan de drie even tevoren genoemde personen gedaan.

In de namiddag van dezelfde dag kw^' man Ir. Staf en Prof. Zijlstra de formateur achtereenvolgens voor de C.H. de A.R. hun voorlopig antwoord betreffende zijn voorstel brengen. Pas in M avond kon minister Klompé het voorlopig resiultaat van haar kennelijk nog » moeüijk verlopen bemiddeling in "« kring van de K.V.P. mededeüen, tervvij jumiddels de formateur ook een antwoord van Drs. 'Korthals had bekomen.

Wat nu uiteindelijk het resultaat van de jamensprekingen zal zijn, daarover tast nien tot op heden nog in het onzekere. Ju politieke kringen achtte men het in die tijd niet onmogeHjk, dat Prof. Witteveen door de formateur was aangezocht voor het departement van Ekonomische Zaken, terwijl men daarin ook van mening was, dat het wel voor het departement van Financiën kon geschied zijn.

Ook achtte men het in even tevoren genoemde kringen niet onmogelijk, dat Prof. Zijlstra, die oorspronkelijk voor het departement van Financiën bestemd was, zich bereid verklaard had zich terug te trekken, warmeer dit in het belang van het welslagen van de formatie noodzakelijk was, en dat dan Mr. J. van Aartsen, de demissionaire minister van Verkeer en Waterstaat, weder voor een ministerie in aanmerking zou komen, terwijl Mr. Toxopeüs (V.V.D.) dan niet in het ministerie opgenomen zou worden.

Het dagblad „Trouw" liet zich al zeer optimistisch over de gang van zaken uit in het nummer van donderdag 23 april. Daarin stond te lezen: „Formateur de Quay deed een goede zet. Kabinet vrijwel in kannen en kruiken. Professor de Quay heeft gisteren een nieuwe zet op het formatieschaakbord gedaan. Ditmaal zeer waarschijnlijk een goede zet. In politieke kringen in Den Haag was men allerwege zeer optimistisch. Iedereen was er van overtuigd, dat Prof. de Quay misschien vandaag, maar toch zeker morgen een nieuw kabinet zal kunnen bekend maken; een kabinet, dat een extra-parlementair karakter zal hebben en dat zal bestaan uit vertegenwoordigers van vier partijen".

Het is echter gans anders verlopen dan in het dagblad „Trouw" is geschreven. Er zijn weder nieuwe moeilijkheden gerezen.

Nieuwe moeilijkheden

Mr. A. C. Beerman, die donderdag 23 april pas om vijf uur een onderhoud met de formateur had, omdat hij in een belangrijk proces in Rotterdam, waarin hij als raadsman moest optreden, niet gemist kon worden, dewijl hij op het laatste ogenblik deze taak niet kon overdragen. In dat onderhoud heeft de formateur aan Mr. Beerman de portefeuille van Binnenlandse Zaken aangeboden, die daar echter in dat onderhoud reeds direkt voor bedankt heeft. Hij bleek klaarblijkelijk alleen bereid te zijn de portefeuille van Verkeer en Waterstaat te aanvaarden, die hem echter door de formateur niet werd aangeboden, allicht uit overweging dat het minder wenselijk is een specifiek Rotterdams havenexpert op deze post te plaatsen.

Prof. Witteveen, wie de portefeuille van Financiën door de formateur is aangeboden, heeft hem medegedeeld dit aanbod aan te nemen, waardoor Prof. Zijlstra niet in het kabinet zal worden opgenomen, althans niet als minister van Financiën. Prof. Zijlstra is plotseling uit Parijs, waar hij een vergadering van de O.E.E.C. bijwoonde, teruggekeerd in Den Haag. Mogelijk dat hij opnieuw door de formateur geraadpleegd zal worden. Het kan ook zijn om hem de portefeuille van Ekonomische Zaken aan te bieden, wat niet zeer waarschijnlijk is, als men bedenkt, dat de K.V.P. er zeer op gesteld is, dat deze portefeuille in handen van een harer vooraanstaande personen zal komen, zoals dat ook thans het geval is, waar zij is toegekend aan Mr. Ph. C. M. van Campen.

Verder is door de formateur donderdagavond 23 april plotseling het A.R. Kamerlid de heer A. W. Biewenga opgeroepen. Deze moet door hem gepolst zijn voor de portefeuille van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening.

Volgens mededelingen in de pers moet er onenigheid bestaan tussen de opvattingen van Ir. Staf, die als bemiddelaar is opgetreden, en andere leidende personen uit de C.H.U. Door minister Staf moet, volgens deze berichten, de formateur het denkbeeld aan de hand gedaan zijn, een C.H. persoon op het departement van Binnenlandse Zaken te plaatsen, en aan dit of een ander departement een staatssekretaris van Christelijk-Historischen huize te plaatsen. Als toekomstige staatssekretaris voor Zaken Overzee is de naam van Dr. J. Vixseboxse, ambassaderaad te Bangkok, van Ohristelijk-Historische zijde genoemd; van andere Christelijk-Historische zijde wenst men echter de huidige minister van Zaken Overzee eventueel als staatssekretaris benoemd te zien.

De formateur heeft zich door de nieuwe moeilijkheden niet laten weerhouden om zijn werkzaamheden voort te zetten. Integendeel, hij bleek vol goede moed te zijn, dat de formatie van een kabinet hem zou gelukken. Zó optimistisch bezag hij dez» aangelegenheid, dat hij bij het verlaten van zijn werkkamer op het Binnenhof verklaarde, dat er weliswaar enige tegenvallers waren geweest, maar dat het toch niet onmogelijk was, dat hij vandaag (vrijdag 24 april) een kabinet zou hebben.

De avond tevoren had hij telefonisch Dr. Tilanus gevraagd hem enkele kandidaten van C.H. huize te willen noemen, die geschikt waren om een ministerpost aan t3 nemen.

De formateur had op genoemde vrijdag des morgens om elf uur een onderhoud met Prof. Witteveen, de heer Korthals, de heer Hazenbosch, Mr. Cals en Mr. van Campen, om met hen enige punten van het regeringsprogram door te nemen, waarbij geen lid van de C.H.U. aanwezig was.

zig was. Zaterdagmorgen 25 april zou hij naar alle waarschijnlijkheid de opgave van de C.H. kandidaat-ministers ontvangen, van wie hij de namen gevraagd heeft aan Dr. Tilanus, en wel voor de nog open zetels van Binnenlandse Zaken en Volkshuisvesting en Bouwnijverheid.

De dag tevoren had de formateur te half drie gedurende een half uur minister Zijlstra ontvangen. Na afloop van dat onderhoud zei de demissionaire bewindsman volgens een bericht in de bladen: , , Ik heb mijn ontslagbriefje gehaald. Vanavond kan ik fijn met de stoommachine van mijn zoontje gaan spelen. Ik kan wel begrijpen, dat de V.V.D. en de K.V.P. tevreden zijn over de gang van zaken, maar men moet bedenken, dat de A.R. zich nog aan het beraden zijn.

De formateur heeft vrijdagmiddag op het paleis Soestdijk gedurende anderhalf uur aan Koningin Juliana wederom een interimrapport uitgebracht. Hij heeft zijn zijn appartementen in het Kurhaus te Scheveningen opgezegd. Klaarblijkelijk rekent hij er op maandag 27 april, on voorziene omstandigheden voorbehouden, zijn kabinet gereed te hebben.

Voorts zijn de formateur door Dr. Tilanus twee C.H. kandidaten voor de nog niet bezette departementen van Binnenlandse Zaken en van Bouwnijverheid en Volkshuisvesting opgegeven, die in principe bereid zijn een ministerportefeuille te aanvaarden. Het zijn het Eerste-Kamerlid Mr. Dr. Lichtenauer te Rotterdam en Mr. van Gelder te Nieuvi^er-Amstël. Verdere bijzonderheden zijn daarover thans niet bekend, terwijl aangekondigd is, dat de formateur weder met het rompkabinet van de toekomstige ministers zal vergaderen.

N.B. Prof. de Quay heeft zich genoodzaakt gezien zijn opdracht aan H.M. de Koningin terug te geven. Tot op heden is de benoeming van een aanstaande formateur nog niet bekend.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

De kabinetsformatie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1959

De Banier | 8 Pagina's