Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De wereld vertoont ons nog steeds het beeld van onrust, twist en spanningen. Hoe kan het ook anders? Hoe kan er rust en vrede, het betrachten van recht en gerechtigheid verwacht worden, waar het verlaten en verachten van God en Zijn geboden zo in zwang is als in onze dagen? Dit geschiedt nooit straffeloos. De Heere is toch geen ledig toeschouwer in de hemel, waarvoor zo velen Hem aanzien. Hij betoont Zich immer 'n Wreker van de zonde. Het volk Israël heeft dit ondervonden. Het weid vanwege zijn zonden en onbekeerlijkheid overeenkomstig het rechtvaardige en verdiende oordeel Gods door Zijn vijanden overweldigd en in harde ballingschap weggevoerd. Lange tijd had de Heere het in Zijn grote goedertierenheid en lankmoedigheid verdragen, totdat de maat hunner zonden vol was. Zelfs had Hij door Zijn profeten Israels volk jarenlang laten waarschuwen en het Zijn geduchte straf aangezegd, indien het in zijn zondige •weg voortging, gelijk Hij de aangekondigde straf ook op Zijn tijd volvoerd heeft. De Heere toch laat Zich niet bespotten, en een iegelijk mens zal maaien wat hij gezaaid heeft. Dan zal hij ervaren, dat elke zonde tegen de heüige, rechtvaardige, goede en goeddoende God duur beboet wordt.

Dit kunnen wij toch ook in onze donkere dagen waarnemen.

Gelijk er eenmaal tegen Israël door de Heere, om Zijn aangekondigde oordelen te volvoeren, volken werden opgeroepen om het vanwege zijn verlaten en verachten van God en Zijn geboden te straffen, zo kunnen wij dat ook in onze dagen waarnemen. Tallozen leven in een valse gerustheid, zoals eenmaal de inwoners van Lais dat deden, maar dat heeft plaats op een vulkaan, die elk ogenblik tot uitbarsting kan komen.

De onrust en de spanningen onder de volken zijn nog altijd van die aard, dat de thans heersende koude oorlog in een warme kan overgaan.

Wat zijn er al pogingen aangewend om in deze zo hachelijke en gevaarlijke toestand verbetering aan te brengen, maar tot op heden vruchteloos. En 't valt ook niet te verwachten, dat er enige verbetering op zal dagen, indien wij letten op de daden. Zeker, om strijd verklaren de machtigen der aarde, dat het doel van faun regeringsbeleid is daarin een gunstige verandering aan te brengen, maar het blijft bij woorden, waarmede de daden maar al te zeer in flagrante strijd zijn.

De nota, welke dezer dagen door de Russische regering aan die van Amerika verzonden is, getuigt er van, dat de bestaande spanning tussen die rijken allerminst verminderd is, en geeft in het geheel geen hoop, dat de bijeerJcomst van de ministers van buitenlandse zaken op 11 mei aanstaande te Geneve daarin enige verbetering zal brengen. Evenmin als de door de Russische regering zo vurig verlangde topkonferentie van de regerings­ autoriteiten, als die althans plaats zal vinden, dit zal doen.

In deze nota der Russische regering, welke aan de Amerikaanse ambassadeur te Moskou overhandigd werd, verklaart de Russische regering, dat de plannen om West^Duitsland uit te rusten met kernwapens en raketten niet anders kunnen gezien worden dan als een poging om bij voorbaat de komende besprekingen over de Ehritse kwestie te doen mislukken.

Bovendien schendt de Amerikaanse regering — aldus de nota — daarmede de voorwaarden van Duitslands kapitulatie; voorwaarden, welke de bewapening en remilitarisatie van Duitsland verboden. De Russische regering behoudt zich het recht voor om hieruit de nodige konklusies ten aanzien van West-Duitsland te trekken.

De aanleg van raketbases in Griekenland — alzo vervolgt de nota — zou de situatie op het Balkanschiereiland en in Zuid-Europa scherp verergeren, terwijl de kernbewapening van Turkije, dat lid is van het pakt van Bagdad, een veel grotere oorlogsdreiging tengevolge zou hebben in het middenoosten, dat toch al het meest getroebleerde gebied is.

De regering van de Sovjet-Unie — zo gaat de nota verder voort — heeft met begrip de verklaringen aangehoord, welke de ambassadeurs van Amerika, Groot-Brittannië en Frankrijk op 28 maart tegenover haar minister van buitenlandse zaken hebben afgelegd, namelijk dat eenzijdige handelingen van regeringen — welke deze handelingen en welke deze regeringen ook mogen zijn — gedurende de periode van voorbereiding voor de komende konferenties niet zouden bijdragen tot hun sukses.

De regering van de Sovjet-Unie zou daarom kunnen verwachten, dat de regering van Amerika, evenals de regeringen van de westelijke mogendheden, in die geest zou handelen en meer zou doen dan de regering van de Sovjet-Unie van dergelijke wensen op de hoogte te stellen.

Wij kunnen uit deze nota opmaken, dat de Russische regering bezig is om de straat voor haar eigen deur schoon te vegen. Zij vergeet hierbij echter haar eigen werk en optreden, namelijk dat zij zelf schuldig is aan dingen, welke zij in andere regeringen veroordeelt. Het is todh 2» gesteld, dat wat zij in Irak gedaan heeft en nog doet, evenmin een gunstige sfeer voor het welslagen van de komende konferentie verwekt heeft.

Ook van de kommunistische Chinese regering kan al evenmin getuigd worden, dat zij door haar handelingen in Tibet medegewerkt heeft dat de komende konferenties een gunstig sidcses zullen opleveren betreffende een vermindering van de spanningen onder de volken. Het tegendeel is wel stellig het geval.

Hierbij komt nog, dat behalve verscheidene gebieden van India en Birma, de kommunistische Chinese regering op haar nieuwe kaarten ook grensstreken van het koninkrijk Nepal, verscheidene delen van Pakistan en de Indiase protektoraten Dikkim en Boekan als tot het grote Chinese rijk behorende 'heeft aangeduid. Het laat zich heel gemakkelijk verstaan, dat het zich op de kaarten steeds uitbreidende rode China veel onrust in de betrokken grensstaten heeft verwekt en allerminst geschikt is om de spanningen onder de volken te verminderen. Men vreest in de betrokken gebieden en daar buiten, dat de rode Chinese regering het niet bij de tekening op de kaarten zal laten, maar tot daden zal overgaan en tot bezetting van de op de kaarten aangegeven gebieden.

Reeds toch hebben Chinese troepen vluchtende Tibetanen tot op Nepalees grondgebied achtervolgd, en men is van oordeel, dat de Chinese regering ook andere grenzen, indien het haar lust en zij daarin enig voordeel ziet, door haar troepen zal laten overschrijden, en wel in het bijzonder die van gebieden, welke op haar kaarten als tot het grote Chinese rijk behorend zijn aangegeven.

Het heeft er alles van weg, dat de Russische minister-president Chroestsjef — wat deze zaak nog te ernstiger maakt — de rode Chinese regering in haar ongehoord optreden steunt.

De Indiase minister-president Nehroe heeft kort geleden zowel bij de kommunistische Chinese regering als bij de Russische geprotesteerd over de kaart, waarbij ook India nauw betrokken is.

Hij zou toen ten antwoord gekregen hebben, dat de Russische regering de huidige Chinese kaart zonder meer had gekopieerd en dat zij de zaak zou onderzoeken.

Men is des te meer in het verre oosten over deze aangelegenheid bezorgd, omdat men vreest, dat zeHs een interventie van de westelijke mogendheden zo goed als niets aan de Chinese grensschendingen zou veranderen en dat het alsdan bij praten en konfereren zou blijven, zoals dat al zo menigwerf is geschied.

Inmiddels moet de minister-president van India in zoverre van standpunt veranderd zijn, dat hij zich niet meer bereid verklaard heeft om naar Moskou en Peking te reizen om aldaar besprekingen met de regeringen te hebben, maar dat hij nu bereid zou zijn om de ministerpresidenten Chroestsjef en Tsjoe-En-Lai uit te nodigen om naar New-Delhi te komen. En dit met de bedoeling om de Chinees-Indiase grensgeschillen te regelen, waarvan dan de vaststelling door Chroestsjef gegarandeerd zou moeten worden.

De huidige toestand is van die aard geworden, dat de raadgevende raad van de Raad van Europa zich in zijn vergadering ook er mede bezig gehouden heeft. Deze raad heeft aan het einde van zijn politiek debat een resolutie met 88 stemmen en 12 onthoudingen aangenomen, waarin zij zich er eens mede verklaart, dat binnenkort viermogendhedenbesprekingen zullen worden gehouden en waarin hij de voorwaarden heeft neergelegd, waaraan naar zijn mening de westelijke onderhandelaars de hand moeten houden.

De voorwaarden zijn, dat de rechten van de bevolking van Berlijn niet in het gedrang mogen komen, dat de westelijke mogendheden de verpHöhtingen moeten blijven nakomen, welke zij ter zake van Duitsland op zich hebben genomen, en dat niets mag worden gedaan dat het bestaan van de Europese vrijheid in gevaar zou kunnen brengen; dat het militaire evenwicht niet ten ongunste van de westelijke mogendheden verbroken mag worden en dat elke konsessie van de westelijke mogendheden gepaard moet gaan met een konsessie van de zijde der Russen.

Aan deze resolutie werd later nog toegevoegd, dat de westelijke mogendheden er niet van kunnen afzien het streven van alle Europese volken naar onafhankelijkheid en vrijheid te blijven steunen. Dit amendement, dat de politieke kommissie zelf had voorgesteld, had tot gevolg, dat een Engels konservatief een amendement introk, dat luidde, dat de westelijke mogendheden onder geen omstandigheid de erkerming kunnen aksepteren van de overheersing door de Russen van de volken van Midden-en Oost-Europa. In het kort weergegeven, de raad was het daarover geheel eens, dat de aanstaande besprekingen met de Russen in geen geval daartoe mogen leiden, dat de positie van de westelijke mogendheden zou verzwakt worden.

Deze houding zal stellig de voUe instemming hebben van de vroegere Amerikaanse minister van buitenlandse zaken, Dulles, die president Eisenhower tot zijn speciale adviseur voor buitenlandse zaken heeft benoemd. De heer Dulles werd als zodanig in het ziekenhuis, waarin hij verpleegd wordt, beëdigd. Dit had plaats in de tegenwoordigheid onder meer van president Eisenhower en Dulles' opvolger Christian Herter, die verklaard heeft, dat hij in de waarneming van zijn funktie Dulles zal raadplegen en zich naar zijn adviezen zal richten, terwijl Dulles in zijn nieuwe positie de rang zal hebben van lid van het ministerie.

Ook dit overzicht wijst duidelijk uit, dat de wereld nog vol onrust, twist en spanningen is, en dat het betrachten van recht en gerechtigheid nog steeds op zich laat wachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1959

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 april 1959

De Banier | 8 Pagina's