Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rondvraag

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondvraag

19 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dit luidde ak volgt:

Daar opnieuw bij het H.B. van onderscheidene kiesverenigingen het voorstel kwam de rondvraag af te schaffen, stelt het H.B. voor om voor één keer eens de proef te nemen met het schriftelijk laten stellen van vragen, welke vóór de pauze bij de partijsekretaris moeten worden ingeleverd, doch onder uitdrukkelijke voorwaarde, dat deze •vragen niet namens 'kiesverenigingen worden gesteld, .doch door afgevaardigden of leden voor zichzelf. Namens het H.B. kunnen deze vragen dan zo mogelijk ter vergadering beantwoord worden, of anders schriftelijk. Het is derhalve nodig, 'dat vraagsteHers onder 'de door hen gestelde vraag naam en volledig adres opgeven. Door verscheidene afgevaardigden en leden waren, voordat dit voorstel aan de orde was gesteld vragen ingediend. Verscheidenen hrmner hadden zich niet tot het stellen van één vraag beperkt, doch hadden meerdere vragen ingediend. Zodoende was het aantal •vragen zo groot, dat het onmogelijk was ze alle in deze vergadering te gaan behandelen, wat nog te moeilijker was, omdat er hele lange brieven bij. waren, waarvoor het H.B. eerst de tijd moest hebben om ze te lezen en te bespreken. De vergadering ging er dan ook op voorstel van de voorzitter eenparig mede akkoord, dat de stellers der vragen namens het H.B. schriftelijk zullen worden beantwoord.

Tevens besloot de vergadering deze manier niet te bhjven volgen doch de rondvraag weer aan het einde .der vergadering te doen plaats hebben, maar dan in beknopte vorm.

Alsnu kwamen de •vragen en voorstel'len •der kiesverenigingen aan de orde.

Stembus bij presentielijst

Zaandam stelt voor bij de presentielijst voor de afgevaardigden een stembus te plaatsen voor de verkiezing van leden van .het Hoofdbestuur.

Toelichting. Daar de afgevaardigden vóór de vergadering reeds weten wie zij zullen stemmen, is het met 'het oog op een ordelijk verloop aan te bevelen, dat de ingevulde stembiljetten reeds bij het tekenen van de presentielijst in een stembus worden gedaan.

Praeadvies H.B. Het H.B. kan zich met het voorstel van Zaandam ten volle verenigen en heeft zelfs besloten voor deze vergadering een proef te nemen. Indien de vergadering zich er mede kan verenigen, zal — indien de proef slaagt — voortaan op dezelfde wijze worden gehandeld.

Daar gebleken is, dat deze proef .goed geslaagd is, besloot de Vergadering op voorstel van de voorzitter eenparig in het vervolg op dezelfde wijze te handelen.

Hierna kwam het tweede punt aan de orde:

Aanvangsuur der Algem. Vergadering Krimpen a. d. IJssel vraagt of het mogelijk is de aanvang der Algemene Vergadering te stellen op 10 in plaats van op 11 uur, en dringt er voorts op aan zich stipt te houden aan de duur van de middagpauze en het uur van sluiten. Toelichting. Daar verscheidene personen des avonds nog ambtsbezigheden te verrichten hebben, is het zeer gewenst, dat de vergadering op een - vroeger tijdstip eindigt dan tot nu toe het geval was.

Geldermalsen stelt voor 'de Algemene Vergadering 15 minuten eerder te doen aanvangen en de pauze 15 minuten te bekorten.

Toelichting. Dit voorstel beoogt het bekomen van meer tijd voor 'het houden van het slotwoord, dat bij de laatstgehouden vergaderingen steeds meer in het gedrang kwam wegens tijdsgebrek. Praeadvies H.B. Het H.B. is van oordeel, dat om 10 uur beginnen te vro^g is met het oog op hen, die een verre reis moeten maken. Erkend moet echter worden, dat gewoonlijk niet om 11 uur begonnen wordt, zoals op de agenda wordt aangekondigd. Dit vindt zijn oorzaak daarin, dat het H.B. gewoonlijk vóór de aanvang der vergaderin.g door bezoekers met allerlei zaken wordt opgehouden. Het H.B. wil 'dan ook gaarne Krimpen a. d. IJssel en Geldermalsen tegemoetkomen door de vergadering precies om 11 uur te laten aanvangen, maar dringt er dan wel op aan het H.B. tevoren niet lastig te vallen.

Op de vraag van de voorzitter of iemand naar aanleiding van dit punt iets had op te merken, 'zei de afgevaardigde van inteloord, dat het toch wel zeer wenseijk was, dat de Algemene Vergadering oor meer predikanten en ambtsdragers erd bezocht dan thans het geval was. ij wilde daarom de predikanten in verweging geven met hun kerkeraad overleg te plegen teneinde op de dag der Algemene Vergadeiing vrij te zijn en de Vergadering te kunnen bezoeken. De voorzitter ondersohrerf de wenseHjkheid, dat de predikanten en ambtsdragers trouw op de Algemene Vergadering komen. Hij achtte hier echter ook een taak te liggen voor de besturen der kiesverenigingen om er namelijk bij de predikanten te hunner plaatse op aan te dringen om naar de Algemene Vergadering te gaan, waarbij men er goed aan zou doen deize taak door invloedrijke personen te laten uitvoeren. De vergadering stemde hiermede eenparig in.

Hierna kwam 'het derde punt van de vragen en voorstellen:

Rede Algemene Vergadering aan H.M. de Koningin

Woerden stelt voor in het vervolg aan H.M. de Koningin behalve een telegram ook de rede van Ds. Zandt, gehouden op 'de Algemene Vergadering, te doen toekomen.

Praeadvies H.B. Het H.B. heeft er geen bezwaar tegen aan het voorstel van Woerden, behoudens goedkeuring der vergadering, te voldoen.

Aangezien niemand tegen het praeadvies van 'het H.B. bezwaar inbracht, werd dit op voorstel van de voorzitter met algemene stemmen aangenomen.' 'Nu kwam punt 4 aan de orde, handelend over het

Uitkomen op één lijst met andere partijen

Bussum en Sprang-Capelle stellen voor door de Algemene Vergadering te doen besluiten, dat bij voorkomende verkiezingen voor de Staten en Gemeenteraden niet of slechts bij hoge uitzondering met andere partijen op een gemeenschappelijke kandidatenlijst wordt uitgekomen. Praeadvies H.B. Het H.B. verwijst naar vroegere besluiten van de Algemene Vergadering, o.m. naar dat van 1955, waarbij akkoord werd gegaan met het toen door het H.B. gegeven praeadvies, dat als volgt luidde:

„Het 'H.B. meent in 1952 in richtlijnen duidelijk te hebben aangegeven, dat als regel met eigen lijst moet worden uitgekomen, hetgeen inhoudt, dat het uitkomen op een gekombineerde lijst uitzondering moet zijn.

Het H.B. maakt van deze gelegenheid gebruik om hierop nog eens met alle nadruk te wijzen, maar acht de steeds gevolgde gedragslijn, om aan plaatselijke kiesverenigingen enige vrijheid te laten, de juiste".

De zoeven genoemde richtlijnen werden gepubliceerd in „De Banier" van 4 december 1952 en luiden als volgt:

1. Als regel uit te komen met eigen lijst en slechts in bijzoridere gevaïïen daarvan af te wijken.

2. Als niet met eigen lijst wordt uitgekomen, dit na goedkeuring door de kiesvereniging te doen op een gekombineerde lijst, onder nadrukkelijke verklaring van het behoud van de beginselen der S.G.P.

3. In ieder geval volkomen vrijheid van handelen voor te behouden voor het uitgeven en verspreiden van eigen verkiezingslektuur ter aanbeveling van de kandidaat der S.G.P.; alsook dat de kandidaat, indien hij verkozen wordt, het volle recht zal hebben om uit te komen voor en te handelen naar de beginselen der S.G.P.

4. Bij de onderhandelingen rekening te houden met de mogelijkheid van vervanging vaa de personen. 5. In twijfelgevallen overleg te plegen met het bestuur van de Statenkring, of zo er geen Statenkring is, met het bestuur der Provinciale Vereniging.

Indien dan nog geen overeenstemming verkregen kan worden, beslaat de mogelijkheid zich uiteindehjk tot het H.B. te wenden.

De voorzitter merkte op, dat er bij het samengaan op één lijst met andere partijen grote voorzichtigheid moet worden betracht, en vroeg voorts of iemand over deze kwestie het woord wenste.

De afgevaardigde van Sprang-Capelle was het eens met de opmerking van de voorzitter en deelde uit de opgedane ervaring in Noord-Brabant bij de Statenverkiezing van 1958 mede, dat aanvankelijk besloten was met de A.R. en C.H. op één lijst uit te komen. Op 't allerlaatste echter kwam van de zijde der C.H. het bericht, dat men ook vrouwen op de lijst zou plaatsen. De Staafk. Geref. hebben er toen van afgezien en konden nog net op tijd een eigen lijst gereed maken en indienen.

De afgevaardigden van Epe, Dinteloord en De Bilt verklaarden zich eveneens tegen het samengaan op één lijst met de A.R. en C.H.

De vergadering nam tenslotte het praeadvies, nadat de voorzitter zulks voorgesteld had, met algemene stemmen aan. Vervolgens kwam een kwestie aan de orde van geheel andere aard, namehjk over de

Gezondheidsdiensten voor dieren en het Landbouwschap

ZwoUerkerspel vraagt of de Provinciale Gezondheidsdiensten voor dieren, alsook het Landbouwschap bij een wet in het leven zijn geroepen. Voorts of deze gezondheidsdiensten Koninklijk goedgekeurde statuten hebben, zo ja, wanneer deze zijn goedgekeurd en onder welk nummer van de Staatscourant ze gepubhceerd zijn. Vervolgens of het Landbouwschap bevoegd is tegen de boeren met dwang op te treden en dezen steeds hogere heffingen op te leggen.

Praeadvies H.B. Het H.B. achtte het 't beste om de door Zwollerkerspel gestelde vragen op de Algemene Vergadering mondeling te beantwoorden.

Op verzoek van de voorzitter werden de gestelde vragen door Ir. van Dis beantwoord.

Deze begon met op te merken, dat over de hier aangesneden onderwerpen in de kringen der boeren en landbouwers al heel wat te doen is geweest en nog te doen is. Voorts deelde hij mede, zich aangaande deze zaak om inhchtingen te hebben gewend tot de Juridische Afdeling van het Departement van Landbouw en dat hij van die zijde een brief betreffende de Gezondheidsdiensten voor dieren en het Landbouwschap had gekregen, welke door hem op de vergadering werd voorgelezen en die hier met toestemming van de genoemde Afdeling volgt:

Ingevolge uw telefonisch verzoek bericht ik u het volgende.

De Fromnciale Gezondheidsdiensten zijn destijds opgericht door het georganiseerde landbouwbedrijfsleven in samenwerking met de overheid. Zij kregen voor het eerst een officiële status in het Besluit bestrijding tuberculose onder het rundvee 1943, welk besluit bij het Besluit Bezettingsmaatregelen voorlopig werd gehandhaafd. Ingevolge dit besluit kon bepaald worden, dat het houden van runderen slechts was toegestaan aan diegenen, die waren aangesloten bij een erkende provinciale gezondheidsdienst voor dieren. Voor de erkenning was vereist, dat de statuten waren goedgekeurd en die goedkeuring kon alleen worden verleend wanneer de statuten aan de in het Besluit omschreven eisen voldeden.

Aan deze regeling is in de jarsn 1947 e.v. successievelijk voor de verschillende provincies uitvoering gegeven. Ik verwijs u b.v. naar de Staatscouranten 1948, nrs. 63, 126 en 158, waarin u beschikkingen aantreft, waarbij het verbod tot het houden van runderen voor anderen dan aangeslotenen bij de Provinciale Gezondheidsdienst per provincie werd uitgevaardigd. Deze beschikkingen zijn uiteraard gepubliceerd, omdat zij een de burgers bindende regeling inhouden. Niet gepubliceerd zijn de tegelijkertijd genomen beschikkingen, waarbij de statuten van de provinciale gezondheidsdiensten werden goedgekeurd en de diensten werden erkend. Dit was niet nodig, omdat de minister het bovenbedoelde verbod slechts kon uitvaardigen na de door diezelfde minister te verlenen erkenning. Door het uitvaardigen van het verbod gaf de minister dus implicite te kennen, dat hij de gezondheidsdienst in de betrokken provincie had erkend, en tot dit laatste was hij alleen bevoegd na goedkeuring van de statuten, die evenmin gepubliceerd behoefden te worden, omdat ze slechts van betekenis waren voor hen, die zich aansloten.

Het besluit van 1943 was als bezettingsbesluit voorlopig gehandhaafd, maar moest uiteraard door een wet worden vervangen. Dit is geworden de Wet Bestrijding Tuberculose onder het Rundvee van 1952 < Stb. 352). Deze wet eiste opnieuw erkenning van de gezondheidsdienst na goedkeuring van de statuten, doch bevatte tevens een overgangsbepaling, inhoudende dat de op grond van het besluit van 1943 verleende erkenningen van kracht bleven, indien de gezondheidsdiensten hun nieuwe statuut binnen 6 maanden na het inwerkingtreden van de wet ter goedkeuring hadden ingezonden. Hieraan is door de gezondheidsdiensten voldaan, doch aangezien er tegen goedkeuring van de nieuwe statuten bezwaren bestonden, bleef de oude erkenning ingevolge artikel 17 van de wet van kracht.

In de procedure Voortman ging het dus om de vraag van goedkeuring van de oude statuten. Ter zitting van het Hof Den Bosch is de originele goedkeuringsbeschikking van de minister overgelegd. Toen Voortman dan ook voor de radio verklaarde, dat hij was veroordeeld op een valse verklaring van het ministerie van Landbouw, betichtte hij daarmede én de minister van Landbouw, én de ambtenaren van dat ministerie, én de Raadsheren van het Hof in Den Bosch van een strafbaar feit. Wij kunnen er ons slechts over verbazen, hoe de heer V. zo iets, zelfs al gebeurde het in het licht van • de naderende verkiezingen, voor zijn geweten kan verantwoorden.

Zoals ik u telefonisch ook reeds mededeelde, is het Landbouwschap ingesteld bij K.B. van 16 februari 1954, Stb. 54, op grond van de Wet op de Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie, op advies van de Sociaal-Ekonomische Raad. De bevoegdheid tot het opleggen van heffingen aan de bedrijfsgenoten ligt in genoemde wet verankerd.

Tot zover de brief van het Departement. 'Ir. van Dis zei voorts, dat voor hem met deze brief de zaak nog niet geheel was opgelost en hij daarom aan de minister van Landbouw een aantal vragen had gesteld, die in „De Banier" worden op­ genomen. Daar het geen zin zou hebben deze vragen voor te lezen, verwees hij de belangstellenden naar „De Banier" van 14 mei. Ieder kon ze dan rustig lezen en later ook het antwoord van de minister vernemen.

Wat het Landbouwschap betreft, merkte Ir. van Dis onder meer nog op, dat het wel zeer onrechtvaardig is om boeren, die geen hd zijn van een erkende landbouworganisatie en dit zelfs ook nooit geweest zijn, tegen hun wü als aangeslotene van het Landbouwschap aan te merken en kontributie van hen te eisen. De voorzitter merkte op, dat het 't beste was om nu de antwoorden van de minister op de hem, gestelde vragen af te wachten en voorts, dat de Kamerleden der S.G.P. steeds tegen de P.B.O. zijn geweest en zich destijds ook sterk tegen de invoering van het Landbomvschap hebben verklaard.

De vergadering ging met het voorstel van de voorzitter eenparig akkoord. Vervolgens kwam aan de orde punt 6 van de vragen en voorstellen, handelend over de

Vijfdaagse werkweek en glijdende werkweek

Krimpen a. d. IJssel vraagt •wat de houding der S.G.P. behoort te zijn tegenovei-de vijfdaagse werkweek. Broek o. Akkerwoude vraagt wat de Kamerleden der S.G.P. er aan kunnen doen om te voorkomen, dat de ghjden'de werkweek in Nederland zal worden doorgevoerd.

Praeadvies H.B. Ofschoon het H.B. tegen een vijfdaagse werkweek in bijzondere' omstandigheden, bijvoorbeeld gebrek aan voldoende werkgelegenheid of in geval van zeer zware arbeid (mijnen), geen bezwaar heeft, heeft het wel bezwaren tegen een algemene doorvoering. Groot gevaar ziet het H.B. in de vijfdaagse werkweek, wanneer deze als aanloop dient voor of leidt tot de invoering van de glijdende werkweek, gelijk in het buitenland (West-Duitsland) het geval •was. De glijdende "werkweek, zoals die in Rusland reeds algemeen in gebruik is, houdt toch in, dat de zondag tot een geregelde werkdag wordt, wat in strijd is met Gods wet. De Kamerleden der S.G.P. zullen zich dan ook krachtens de beginselen der partij tegen de invoering van de glijdende werkweek verzetten, maar staan hierbij naachteloos, indien zij in deze niet voldoende steun krijgen.

Verscheidene afgevaardigden voerden over het vraagstuk van de vijfdaagse werkweek het woord, zoals die van Dordrecht, Scheveningen, Lisse, Emmeloord en Ede, waarbij wel zeer duidehjk uitkwam, dat alle afgevaardigden dit als een aangelegenheid van groot gewicht beschouwen, die door hen uit verschillend oogpunt werd bezien.

De voorzitter wees er op, dat het hier volstrekt geen eenvoudige 'kwestie betreft en stelt voor om haar verder aan het H.B. over te laten, dat niet zal nalaten om hetgeen naar voren werd gebracht, ernstig te overwegen.

Met algemene stemmen werd dit voorstel aangenomen.

Aan de beurt kwam nu het 7e of laatste punt, namehjk over de:

Uitgave brochure vanwege het Hoofdbestuur

Rotterdam (Banier II) stelt met het oog op de verbreiding van de beginselen der S.G.P. voor een brochure uit te geven vanwege het H.B. onder de titel: „Waarom Staatkundig Gereformeerd? ", welke dan voor de verkiezing landehjk zou kunnen worden verspreid.

Praeadvies H.B. Daar de verkiezing voor de Tweede Kamer Avegens Kamerontbinding in plaats van in 1960 reeds in 1959 plaats vond, aoht het H.B.indien tot een dergehjke uitgave wordt overgegaanhet beter om dit tot een later tij'dstip uit te stellen. Het H.B. wü er echter op wijzen, dat er geregeld lektuur ter verbreidino-vajj de beginselen der S.G.P. beschikbaar wordt gesteld, niet alleen vóór, maar ook na verkie2ungen, zoals de redevoeringen, gehouden bij de Algemene Beschouwingen over de Rijksbegrotiaa en op de Algemene Vergadering.

De afgevaardigde van Rotterdam (Banier 11), het woord verkrijgend, zeide dat de zinsnede „indien tot een derge-Hj'ke uitgave wordt overgegaan" hem had teleurgesteld. Hij had gewenst, dat de Al'gemene Vergaderiag zou besluiten de bedoelde brochure uit te geven.

De voorzitter merkte op, dat het H.B. met de financiële konsekwentie rekeniatr moet houden en voorts, dat niemand tot het H.B. het verwijt kan richten, dat het, wat het verkrijgbaar stellen van Idctuur betreft, niet doet wat het kan. Het H.B. zal deze zaak echter nader bezien, waarmede de vergadering instemde, daar niemand zidi er tegen verklaarde. Hierna kreeg Ds. Dorsman de gelegenheid een slotwoord te spreken.

Ds. Dorsman begon met op te merken, dat geen enkele S.G.P.-er het recht had zich boven anderen te verheffen en te zeggen: „Ik ben heihger dan gij". Van nature toch is heel het menselijk geslacht verdoemelijk voor God, daar allsn in Adam van God zijn afgevallen en deswege hun woonstede hebben in de tent van Lamech, die uit het geslacht vaa Kain was. Uit het geslacht, waarin men met God had afgerekend en uitging van het beginsel, dat de mens zelf alles wel voor elkaar kan en zal krijgen.

Uitwendig bezien, ging het Lamechs geslacht nog goed ook. Zijn zoon Jabal roemde er op, dat hij volop levensonderhoud had buiten God, daar hij als veehouder geen krimp of zorgen had. Ook in onze dagen wordt er over het algemeen niet zoveel openbare armoede geleden. Is dit echter wel een bewijs van de zegen Gods? Spreker betwijfelde dit Met recht kan men spreken van een vloek, als het ons zo goed gaat buiten God om. Ten tijde van Jeremia riepen velen ook, dat het hun zo goed gegaan was toen ze de afgoden dienden, maai het oordeel bleef niet uit. Die levensopenbaring van Jabal woont

ook in ons aller hart, dat hebben wij uit de val in het Paradijs meegekregen. Spreker wil hiermede niet zeggen, dat we nu maar in lijdelijkheid moeten gaan neerzitten, neen. Vanuit het inzicht van het inwendig verderf moeten wij tegen die geest van Jabal onze stem verheffen, doch niet vanuit de hoogte, maar uit de vallei van ootmoed, uit de diepte, vragend aan de Heere: leer mij mijzelf en U te erkennen, opdat ik niet in mijzelf opga.

De tweede zoon van Lamech was Jubal. Deze had volop levensvreugde buiten God. Het ene vermaak volgde op het andere, gelijk bij zovele mensen van onze tijd, en dat om de ellende weg te lachen en te vergeten. Maar dit is geen ware vreugde, zij geeft geen voldoening, geen verzadiging, geen bevrediging, steeds moeten er nieuwe prikkels verzadigd worden. Nochtans is men er op uit om het ene feest na het andere te vieren, met miskenning van God en Diens Woord. Zo neemt de verharding steeds toe, niettegenstaande de oordelen Gods ons getroffen-hebben, waarbij spreker herinnert aan wat 19 jaar geleden gebeurde, toen Rotterdam op de 14e mei gebombardeerd werd. Tegenover de vreugde van Jubals tent staat een andere vreugde, die de wereld niet kent, doch die het deel is van hen, die daarmede door God Zelf bedeeld worden. Die vreugde en bhjdschap in God is de ware blijdschap en is gefundeerd in het werk van Christus. Van nature zijn wi] allen Jubal gehjk. Hoe nodig is het dan (iat wij eeii hartelijk leedwezen over de zonde krijgen, ook over de zonde van het krenken en smaden van Gods Naam en deugden, en dat wij aan onze kant eens alle hoop mochten verhezen, om dan vervuld te worden met die vreugde, welke in en door Christus verkregen wordt.

Spreker stond daarna stil bij Tubal-Kain, Lamechs derde zoon. Deze voelde zich sterk in zijn levensbeveüiging buiten God. Hij stelde al zijn vertrouwen op zijn wapenen, waarmede hij zich tegen zijn belagers verdedigde.

CK'er< 'ebraoht op onze tijd dacht spreker aan een tweetal voorbeelden, namelijk aan de verzekering en de vaccinatie en nog zoveel andere zaken, waarmede zeer velen zich ook veihg wanen en God niet meer nodig hebben. Wat een groot voorrecht zou het zijn ak wij eens waar berouw mochten krijgen over onze afdelingen en omzjwervingen en al onze verwachting eens op de Heere kregen te stellen om dan de levensbeveüiging alleen in Hem te mogen zoeken en vinden. In de praktijk des levens schakelen ^vij God zo menigmaal uit en wonen wij ia Lamechs tent. Mochten wij dit maar leren inleven en verstaan met de bede; „Heere, leer Gij ons hoe wij wandelen moeten". Ken Mij in al uw wegen, zegt de Heere, en Ik zal uw paden recht maken. De wereld en al wat btiiten God is, valt straks weg als de dood komt. Dan volgt het oordeel Gods. Mochten wij er toe vervi'aardigd worden om Zijn aangezicht in waarheid en oprechtheid te zoeken en onze stem te verheffen tegen Lamechs tent, niet omdat \vij beter zijn, maar omdat God het waardig is gekend, geëerd en gediend te worden.

Spreker richtte vervolgens enkele woorden tot de voorzitter om daarna de vergadering te verzoeken Ds. Zandt en de andere Kamerleden staande toe te zingen de zegenbede uit Psalm 134 : 3. Ds. Zandt sprak mede namens de andere Kamerleden een woord van dank tot Ds. Dorsman, daarbij opmerkende, dat de arbeid een zegen is en waar hij thans alleen is, wenst te werken zolang de Heere hem daartoe in staat stelt.

Vervolgens beval Ds. Zandt de kollekte nog eens aan, liet daarna zingen Psalm 138 : 2 en 3 en verzocht, na nog de kiesverenigingen van Utrecht hartelijk dank te hebben gebracht voor het vele werk, dat zij hadden verricht om de vergadering ordeHjk te laten verlopen, aan Ds. Dorsman de vergadering met gebed te willen eindigen.

Hiermede behoorde deze Algemene Vergadering weder tot het verleden en keerden de afgevaardigden en leden terug naar hun haardsteden. De leden der Utrechtse kiesverenigingen hadden echter nog een werkje te verrichten, namelijk het tellen van de beide koliekten. Nu, die opbrengst viel zeer mede. Zij bedroeg toch het voorwaar niet geringe bedrag van ƒ 1518.14, dat is een kleine honderd gulden meer dan het vorige jaar, waaruit bij vernieuwing blijkt, dat de S.G.P.-ers veel voor de door de S.G.P. voorgestane beginselen over hebben, terwijl er al evenzeer uit bhjkt de trouw aan het Hoofdbestuur.

Nog willen wij even vermelden, dat de vergadering, die precies op tijd begonnen was, vroegtijdig eindigde, zodat nagenoeg niemand de vergadering verliet voordat deze gesloten werd.

P-S. Van de kiesverenigingen Loosduinen en Rotterdam Banier VI werden de lijsten inmiddels ontvangen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1959

De Banier | 8 Pagina's

Rondvraag

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 mei 1959

De Banier | 8 Pagina's