Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ealvÿn

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ealvÿn

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

I.

In deze dagen is en wordt er weer van verschillende zijden de aandacht gevestigd op Calvijn, diens leven en werken. Ofschoon hij in de loop der jaren nimmer een vergeten burger, maar immer een veelbesproken en gewaardeerd persoon en ook een veel bestreden persoon is geweest, bestaat er een alleszins verklaarbare reden, dat hij in deze tijd in famenkomsten, redevoeringen en geschriften veel besproken wordt,

."yvorens daarop nader in te gaan, zullen v.'ij eerst iets in het midden brengen over de grote waardering, welke Calvijn ten deel is gevallen, zó zelfs, dat hele groepen van mensen zich naar hem calvinisten genoemd hebben.

Dit heeft hij echter nooit begeerd, maar zich zelfs daartegen gekeerd. Dit blijkt wel uit een passage in zijn Institutie, waarin hij er zich scherp afkeurend tegenover heeft uitgelaten, dat dezen zich benedictijnen en genen zich dominicanen noemden, gelijk ook wel blijkt, dat hij nimmer gewenst heeft, dat een kerk naai zijn naam genoemd zou worden, zoals dat met de Lutherse Kerk het geval is; maar de kerk, welke mede door zijn arbeid tot stand gekomen is, heeft hij een gereformeerde of hervormde genoemd, gereformeerd of hervormd als zij was tegenover de anti-christelijkheid en superstitie van Rome's kerk.

Hij heeft dus geen nieuwe kerk gesticht, waaraan zijn naam verbonden was, maar de kerk, zoals zij door God in het bloed Zijns Zoons gesticht was, hersteld of althaas begeerd te herstellen.

Neen, neen, Calvijn heeft zijn eigen eer en roem niet gezocht, gelijk ook wel bhjkt uit het feit, dat hij niet wüde, dat men de plaats zou kennen, waar hij begraven was. Zo kunnen dan ook geen bedevaarten gehouden worden naar de begraafplaats, gelijk er bedevaarten gehouden worden naar de begraafplaatsen van de door Rome's kerk erkende heüigen.

Van Gods wege was Calvijn overtuigd van de onwaardigheid, verdorven natuur en verdoemelijkheid van de mens, ook van die van hemzelf. Zijn beginsel, „Code alleen de eer", was heel wat anders en heel wat meer dan een mondbelijdenis; het was door Goddelijke genade die zijns harten.

Het is dan ook niet te hopen, en het zou Calvijn stellig diep grieven indien hij dit aan zou horen, dat bij de herdenkingen van hem, zijn leven en werken, Calvijn ten troon verheven wordt, en niet God de Heere, Die hem de genade en de gaven schonk, waardoor hij de Reformatie verricht heeft en heeft kunnen verrichten, in weerwil van de bittere en hevige vijandschap en het woeden van de inquisitie.

Doch niet alleen grote waardering, maar ook felle bestrijding, hoon en bespotting en vérgaande verachting en verguizing zijn Calvijn ten deel gevallen. Daarvan legt het werk van de rooms-kathoHeke schrijver Hieronymus Volsec een onwedersprekelijk klaar getuigenis af.

Deze schreef in 1575 zijn: ' „Histoire de la Vie, Meurs et Actes de Calvin". Dat is terecht betiteld als een smaadschrift zonder enige historische waarde, waarin de haat tegen Calvijn aan het woord was, maar nochtans in latere tijd is het van ultra-montaanse zijde als bron gebruikt en nagevolgd.

Dit behoeft geen verwondering te baren, want in het licht van Rome's kerk bezien, kan Calvijn niet alleen niet gewaardeerd worden, maar moet hij wel in het bijzonder een vermaledijde ketter zijn, die door de inquisitie had behoren verbrand te zijn, opdat er in der eeuwigheid van hem en zijn werk geen memorie meer zou zijn.

En niet alleen van rooms-kathoheke zijde is Calvijn fel bestreden, maar ook van de libertijnse, en van die kant, evenals van de rooms-katholieke, in een zwart daglicht gesteld. Van de laatstgenoemde zijde wordt hij als een wreed mens — wat hij allerminst was, want hij heeft zich bij voortduring tegen een wrede rechtspraak uitgesproken — en als een moordenaar van Servet voorgesteld, wat hij al eveimiin geweest is, want Servet is niet door Calvijn tot de doodstraf veroordeeld, maar juist door zijn tegenstanders, die toen in Geneve aan het bewind waren, wat wij in een later artikel met onwederlegbare bewijzen zullen staven.

Terugkerend tot onze opmerking, dat er een alleszns verklaarbare reden bestaat, dat Calvijn in deze dagen in samenkomsten, redevoeringen en geschriften veel besproken wordt, geven wij de reden daarvoor aan.

Dit jaar 1959 geeft daartoe grotelijks aanleiding. Want 10 juli aanstaande is het 450 jaar geleden, dat Calvijn in de Franse stad Noyon geboren werd, waar zijn vader, Gerard Calvijn, als apostolische notaris en generaal-protektor van het distrikt van Noyon een aanzienlijke plaats irmam. Op 5 juni a.s. is het 400 jaar geleden, dat hij zijn beroemde Academie te Geneve stichtte, en het is tevens 400 jaar geleden, dat zijn vermaard hoofdwerk, d© Institutie, zijn definitieve Torm kreeg.

In deze dagen huldigt de universiteit te Geneve haar stichter, en thans ai in de komende weken zullen overal in kerkelijk en wetenschappelijk kader herdenkingsplechtigheden plaats vinden en zijn er reeds zodanige geweest, bijvoorbeeld één in de universiteit van Utrecht, waarbij nota bene benevens enige protestantse professoren een rooms-kathoUeke pater is opgetreden. Deze totale verloochening van het calvinistisch beginsel is wel tekenend voor onze tijd, welke ons leert, dat Rome in ons land zich weer geducht doet gelden, maar anderzijds, dat de zich nog protestant noemende professoren aan deze universiteit, en zij niet alleen, zodanig voor Rome buigen, dat deze plechtige herdenking niet zonder een pater kon geschieden. Zulks zou in de tijd, dat Gijsbertus Voetius aan deze universiteit hoogleraar was, ten enenmale onmogelijk zijn geweest. Onze gereformeerde vaderen zouden het onmogelijk geacht hebben om met ©en roomse pater Calvijn te herdenken.

Ook in Gsnève zelf heeft zondag 31 mei in alle protestantse kerken een herdenking van Calvijn plaats gevonden. De kerk, de St. Pierre geheten, waarin Calvijn zelf gepredikt heeft en waarin de zo eenvoudige stoel, waarop hij ach neerzette wanneer de dienst daartoe gelegenheid bood, nog steeds in de predikstoel staat, was stampvol.

Na afloop van de godsdienstoefeningen vertrokken de kerkgangers naar de muur van de Reformatie; en vlak bij de oude stadswallen, waarvan deze gedenkmuur een deel uitmaakt, ontmoetten de bezoekers uit de verschillende kerkgebouwen elkander. Zi] vormden een ontzaggelijk grote schare, die zich voor het monument groepeerde.

Radio-en televisiewagens vs'aren aanwezig om luisteraars en kijkers in verschillende landen thuis te laten delen in de herdenking, welke hier plaats vond.

De voorzitter van het ministerie van predikanten van de Eglise National Protestante de Geneve, dat is de kerk van stad en kanton Geneve, welke de kerkelijke herdenking van Calvijn organiseerde. Ds. Werner, opende de herdenking bij de muur der reformatoren met de woorden: „Protestanten uit Geneve, evangelische christenen uit aHe delen der wereld".

Op deze zondag toog omstreeks het middaguur het stedehjk muziekkorps, marsen blazend, door de straten van Geneve, gevolgd door duizenden mensen,

's Avonds werd bij de muur der reformatie het spektakel „Son et Lutmière" voor de eerste maal vertoond, een historisch getint spel van klank en licht, dat nog vele avonden vertoond zal worden.

De daarop volgende maandag werd het auditorium van Calvijn, dat door giften van personen en steun van kerken uit de gehele wereld gerestaureerd kon worden, heropend. Het was de plaats, vlak bij de kathedraal St. Pierre gelegen, waarin Calvijn zijn zeer gezochte theologische kolleges had gegeven.

De gehele week door zal Calvijn op de één of andere wijze in Geneve herdacht worden. President Eisenhower heeft zich hierbij niet onbetuigd gelaten. Hij heeft een persoonlijke boodschap naar Geneve gezonden. Bij de openingsplechtigheid van het geheel gerestaureerde Calvijnauditorium las de Amerikaanse predikant Anderson uit Chicago een brief voor van een Amerikaanse broeder, een medechristen en een presbyteriaanse broeder, president Eissnhower. De president verzocht in deze boodschap onze medeclmsten«i zijn allerbeste wensen over te brengen bij deze belangrijke gelegenheid.

Zonder enige twijfel is er veel bij deze herdenking geschied, wat Calvijn niet aUeen zeer bedroefd zou hebben, maar odk door hem scherp afgekeurd, seelfs be­ slist verboden zou zijn, indien hij deze herdenldng meegemaakt zou hebben.

Dat er in Geneve bij deze herdenking personen uit tal van landen aanwezig waren, spreekt vanzelf. In zeer vele landen is hij toch allerminst een onbekende. Door zijn geschriften heeft hij daarin onmiskenbaar, vooral in vroegere jaren, grote invloed uitgeoefend en oefent hij er nog, zij het dan in veel mindere mate, invloed uit. In Zwitserland, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Zevenburgen, Nederland, Engeland, Schotland, de Verenigde Staten van Amerika, Zuid-Afrika, Korea, Japan, Brazilië en menig ander land heeft hij door Gods genadig bestel een gezegende invloed uitgeoefend door zijn leer, die naar den Woorde Gods is.

Het is in België, dat de geloofsbelijdenis door Guido de Brés is opgesteld, en in Duitsland te Heidelberg, dat de Heidelberger Katechismus is samengesteld, welke beide een deel uitmaken van de Nederlandse Belijdenisgeschriften, de Formulieren van Enigheid. En ook thans nog spreekt Calvijn, nadat hij al zo vele jaren geleden gestorven is, door Gods Woord in overwegend rooms-katholieke landen, trots de vervolging en onderdrukking, welke de protestanten daar van Rome ondervinden.

Men denke maar aan Spanje, uit welk land een vraag uitgaat, onder meei naar de Bijbel en de Heidelberger Katechismus.

Groot is ook Calvijns gezegende invloed in ons land geweest. "ZeKs een liberale geschiedschrijver. Prof. Fruin, geeft dit onomwonden toe als hij schrijft, dat het door de onverzettelijkheid, onbuigzaamheid, vastberadenheid en hardnekkige tegenstand der calvinisten, zoals hij de hervormden of gereformeerden noemt — want deze woorden werden eertijds dooreen gebruikt, omdat zij in wezen van dezelfde betekenis zijn — te danken is, dat de strijd in de eerste zo kritieke jaren van de tachtigjarige oorlog tegen het zo rijke en machtige Spanje werd voortgezet en uiteindelijk in een overwiiming eindigde.

En ook daarna, als de oorlog zegevierend geëindigd was, kwam de leer van Calvijn in het bestel en bestuur van ons oude Gemenebest, de Republiek der Zeven Verenigde Provincies, tot uiting, als daarin naar de regel, welke hij door Goddelijke onderwijzing heeft gesteld, op elk terrein des levens, ook op het staatkundige, de eer Gods beoogd diende te worden.

Scherp en aanhoudend heeft Calvijn dan ook de oude wederdopers bestreden in hun bewering, dat de pohtiek een christen onwaardig was en de staatkunde een aangelegenheid was, waarmede geen enkele christen zich mocht bemoeien. Integendeel, hij heeft met grote nadruk en met beroep op Gods Woord gesteld, dat het de dure plicht der christenen was om er naar te staan, dat het staatsbestuur overeenkomstig Gods Woord ingericht en ook bestuurd werd.

Wij ïMllsn daar in dit artikel niet verder op ingaan. Nochtans kuimien wij niet nalaten met weinige woorden er op te wijzen, — in volgende artikelen hopen wij er nader op terug te komen — dat Calvijn voorstond en leerde, overeenkomstig de Heilige Schrift, die leert dat hetzij wdj eten, hetzij vsij drinken, hetzij wij iets anders doen, wij aHes ter ere Gods hebben te doen, dat op elk terrein des levens alles tot Gods eer diende te geschieden. Dit beginsel trachtte hij 00k in zijn eigen leven in de praktijk te verwerkelijken en heeft hij ook met aankleving van zonde en gebrek in de praktijk gebracht, zoals hij dat zelf in één zijner geschriften heeft uitgednikt: „De breng mijn hart aan de Heere ten offer. Genoeg dat ik voor Christus het". Wij gaan dit artikel besluiten met enkele van de vele geschriften over Calvijn met name te noemen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1959

De Banier | 8 Pagina's

ealvÿn

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 juni 1959

De Banier | 8 Pagina's