Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijziging gemeentelijke grenzen Deventer-Diepenveen en westelijk Voorne

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijziging gemeentelijke grenzen Deventer-Diepenveen en westelijk Voorne

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van de heer Kodde

Bij de Tweede Kamer kwam de vorige week een tweetal wetsontwerpen in behandeling, welke betrekking hadden op de wijziging van grenzen der gemeenten Deventer en Diepenveen en op die van gemeenten op het westeKjk gedeelte van het eiland Voome.

Het kan bekend zijn, dat de Kamerleden der S.G.P. nimmer voorstanders zijn geweest van annexaties van gemeenten en van gemeentelijke grenswijzigingen, wanneer deze niet beslist noodzakelijk zijn, daar door annexaties en gemeentelijke grenswijzigingen maar al te zeer in historisch gegroeide verhoudingen wordt ingegrepen.

Ook tegen de in de bovengenoemde Wetsontwerpen aan de orde gestelde grenswijzigingen had de fralctie der S-G.P. ernstige bezwaren, gelijk bhjken Kan uit de rede, welke namens haar door de heer Kodde bij de behandeling dezer wetsontwerpen gehouden werd. Bij het eerstgenoemde wetsontwerp werd nog getracht door middel van een amendement er een zodanige wijziging in aan te brengen, dat aan het verlangen van het gemeentebestuur van Diepenveen werd voldaan. Dit amendement werd mede-ondersteund door leden van de fraktie van de Partij van de Arbeid, niet echter, omdat ze het met de inhoud er van eens waren, maar alleen om de behandeling er van mogelijk te maken, daar het toch voor de behandeling van een amendement nodig is, dat het door minstens vijf leden wordt ondertekend. De minister verklaarde echter, dat hij het amendement sterk moest ontraden, niet alleen, omdat er geen voldoende gelegenheid was geweest om de draagwijdte er van te kunnen beoordelen. maar ook omdat hij de voorgestelde grenswijziging voor de gemeente Deventer beslist nodig achtte. Eln daar de overgrote meerderheid der Kamer de minister in deze steunde, werd het amendement verworpen, ook met de stemmen van de leden van de Partij van de Arbeid tegen. Het wetsontwerp zelf werd daarna zonder hoofdehjke stemming aangenomen.

Ook tegen de grenswijzigingen ten aanzien van westelijk Voorne werden door de heer Kodde namens de S.G.P.-fraktie bedenkingen ingebracht, welke van dien aard waren, dat het wenselijk werd geacht de verdere behandeling van het wetsontwerp te schorsen, om deze aangelegenheid aan een nieiuw onderzoek te onderwerpen. De minister was echter ook hiertoe niet bereid en daar de Kamer hem steunde, - waren het alleen de Kamerleden der S.G.P., die zich er tegen verklaarden.

Na deze inleiding laten vwj thans de rede van de heer Kodde volgen. Deze sprak als volgt:

Mijnheer de Voorzitter!

In de memorie van antwoord is door de voormalige bewindsman ook aandacht geschonken aan de procedure inzake de grenswijziging van gemeenten. Dat in sommige gevallen veel tijd nodig is alvorens tot 'grensvwjziging wordt besloten, is bekend en ook is het een feit, dat de ilange duur minder gewenste gevolgen kan hebben. Het is dan ook nodig daaraan aandacht te schenken, doch het is wel tsvijfelachtig, of de oorzaak gezocht moet worden in de voorgeschreven procedure. Deze gaat er toch vanuit, dat het veranderen van grenzen van gemeenten een zodanig gewichtige zaak is, dat waarborgen gesteld moeten worden, dat zulks niet geschiedt zonder dat de gelegenheid wordt geboden daarover de meningen te uiten en de argumenten van het voor en tegen te overwegen. Er zal wel gelegenheid worden geboden daarover te handelen, als het in uitzicht gestelde voorstel tot wijziging van de gemeentewet aan de orde wordt gesteld, doch ik meen er nu toch wel aandacht voor te mogen vragen, dat ook bij het wijzigen van gemeentegrenzen de 'les ter harte moet worden genomen, welke in het spreekwoord „Bezint eer gij begint" is opgesloten.

In sommige gevallen blijkt, dat de procedure jaren loopt; dat er jaren onzekerheid is; dat er onderscheidene voorstellen in behandeling komen; dat het een tasten en zoeken vi^ordt, waardoor de rechtszekerheid wordt geschaad en de belangen van de ingezetenen van de betrokken gemeenten zeker niet worden gediend. Een wijziging van de gemeentewet zal dat euvel niet verhelpen, maar wel een goed doordacht beleid; niet een streven naar wat nieuws, wat blijkbaar toch •wel het doel is van hen, die naar snellere behandelüicr streven.

Met instemming heb ik gelezen, dat het hebben van privaatbezit door een gemeente door andere leden niet van die betekenis werd geacht, dat daarvoor grenswijziging of andere grensbepaling nodig zou zijn. Ook kan ik instemmen met het gestelde in de memorie van antwoord:

„De ondergetekende acht het met Gedeputeerde Staten een 'gelukkige omstandigheid, dat deze uitbreiding mogelijk is, zonder de zelfstandigheid van de randgemeenten aan te tasten".

Daaruit volgt, dat ik zeker niet kan instemmen met het streven om nog maar groter uitbreiding aan Deventer te ge­ ven en de gemeente Diepenveen op te heffen en te verdelen. Ik sta, wat dit betreft, dus lijnrecht tegenover de gedachte, die de vorige spreker, de geachte afgevaardigde de heer Scheps, naar voren heeft gebracht. Tegen hetgeen in het door hem ingediende amendement wordt voorgesteld, moet ik mij dan ook verzetten. Het streven in die richting moet tooh wel doen vrezen, dat de eerbied voor het historisch gewordene ontbreekt; dat er geen oog is voor de rechten van de lagere publiekrechtelijke lichamen en dat slechts de uiterste noodzaak grenswijziging rechtvaardigt. Ook moet dat streven wel doen vrezen, dat geen rekening wordt gehouden met de belangen van de ingezetenen en dat de gedachte leeft, dat ons land in 'gemeenten kan worden verdeeld, zoals een textielhandelaar een lap stof deelt en aan zijn klanten verkoopt, naar gelang van behoefte.

Maar, Mijnheer de Voorzitter, het is niet mijn bedoeling om daarop nu dieper in te gaan, omdat die zaken meer het algemeen beleid raken dan het onderhavige grenswijzigingsvoorstel. Tegen enige uitbreiding van het grondgebied van Deventer wil ik mij niet verzetten. Daartoe acht ik de noodzaak aanwezig.

Wel acht ik de vraag noodzakelijk, of die uitbreiding niet had kunnen worden beperkt tot dat deel, dat ook Diepenveen aan Deventer wilde afstaan.

Was het voorstel daartoe beperkt, dan was er voor mij geen aanleiding geweest buiten het reeds genoemde nog bezwaren te laten horen. Nu acht ik het wel nodig iets nader op dit voorstel in te gaan.

Is het noodzakelijk Deventer zozeer uit te breiden? Blij'kt niet nu reeds, dat de prognose iuizake de bevolldn'gsgroei niet meer in overeenstemming is met de werkelijkheid?

Moet de gemeente Diepenveen nog maar meer afstaan, waardoor een bewoond deel, dat op Diepeveen is ingesteld, naar Deventer overgaat?

Is de Zandwetering werkeHj'k een kennelijke afscheiding? Is de zoom van opgaand geboomte niet een duidelijker en betere grensaanduiding?

Waarom moet Diepenveen door de nu gestelde grens onevenredig zwaar worden geschaad? Moeten de belangen van de plattelandsgemeenten dan maar weer wijken voor stedelijke verlangens? Is het niet beter ab de grenswijziging tot stand komt met instemming van Diepenveen?

Mag niet verwacht worden, dat dan de verhoudingen tussen de gemeentebesturen tot vruchtbaardere samenwerking zal leiden? Het lijkt mij nodig, dat de Kamer een mtspraak doet, welke belangen het zwaarst wegen, en ik wil dat dan ook doen door namens onze fralctie het volgende amendement in te dienen:

„De ondergetekenden steUen voor om artikel 2 van het voorstel tot vvijziging van de grens tussen de gemeenten Deventer en Diepenveen te %vijzigen a'ls volgt:

De woorden „neemt de grens eerst een zuidoostelijke" tot en met „tot aan de oostelijke grens van genoemd perceel D, nr. 1366" worden vervangen door „volgt de grens een zuidoostelijke richting en wordt gevormd door de kadastrale grenzen tussen de percelen, kadastraal bekend gemeente Diepenveen, sektie A, nrs. 4197, 4607 en 4610, tot de meest zuidelijke pimt van het perceel, kadastraal bekend gemeente Diepenveen, sektie A, nr. 4197.

Vanuit dit punt wordt ée grens gevormd door een rechte lijn van dit pimt tot het punt van samenkomst van de percelen, kadastraal bekend gemeente Diepenveen, sektie A, nrs. 4410, 3688 en 3689. Vanuit dit pimt wordt de grens gevormd door een rechte lijn van dit punt tot het punt, waar het verlengde van de noordwestelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Diepenveen, sektie B, nr. 1426, uitkomt in het midden van een ongenummerde waterleiding, genaamd de Zandwetering.

Vanuit dit punt buigt de grens zuidoostwaarts en vervolgens oostwaarts en gaat door het midden van de Zandwetering, daarbij de loop van deze waterleiding volgende tot aan de oostelijke grens van het perceel, kadastraal bekend gemeente Diepenveen, sektie D, nr. 1366".

De bedoeling van het voorstel is de grens te trekken langs de nu aanwezige hoogspanningslijn en het buurtschap Borgelo

bij Diepenveen te laten.

Deventer zal daardoor nog wel genoeg grond verkrijgen voor uitbreiding en de gemeente Diepenveen zal daardoor minder worden geschaad. Er wordt dan een behoorlijke afscheiding verkregen door de daar aanwezige zoom van hoogopgaande bomen en het is niet in te zien, dat een ontwikkeling van Deventer daarmede zal worden tegengehouden. Ook zullen de belangen van de personen, die nu in het deel liggen, dat aan Deventer zou worden toegevoegd, beter en meer naar hun wens worden voorgestaan dan wanneer zij bij Deventer worden ingedeeld.

Tenslotte nog een enkel woord over de regeling van de uitkering. In het voorontwerp is ook een uitkering aan de gemeente Bathmen geregeld. Die wordt hier gemist. Is er geen aanleiding meer voor die uitkering?

Is het juist om de regeling aan Gedeputeerde Staten over te laten?

Nadat de minister de sprekers beantwoord had, maakte de heer Kodde van de gelegenheid tot repliek gebruik. Hij sprak daarbij de navolgende rede uit:

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1959

De Banier | 8 Pagina's

Wijziging gemeentelijke grenzen Deventer-Diepenveen en westelijk Voorne

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 juni 1959

De Banier | 8 Pagina's