Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wijziging van de Dienstplichtwet enz.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wijziging van de Dienstplichtwet enz.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

TSVEEDE KAMER

Rede van Ir. van Dis

Na het tweetal wetsontwerpen betreffende het wijzigen van enige gemeentelijke grenzen kwam er een wetsontwerp van geheel andere aard aan de orde, namefijk dat inzake wijziging van de Dienstplichtwet en de wet voor liet reserve-personeel der 'krijgsmacht.

Volgens de vorige minister van Defensie, die dit wetsontwerp in het begin van september 1958 indiende, had Jhet uitsluitend ten doel om de Dienstplicht­ wet in overeenstemming te brengen met de Grondwet. Volgens de Grondwet toch was het vóór 23 augustus 1956 zo gesteld, dat dienstplichtigen van de landen luchtmacht zonder him toestemming slechts bij een afzonderlijke wet naar gebieden buiten Europa mochten worden gezonden, zulks in ondersdheiding van de dienstplichtigen bij de zeemacht, die zonder hun toestemming naar bijvoorbeeld Suriname, de Nederlandse

Antillen en Nieuw-Guinea gezonden mochten worden.

Ofschoon^ zoals opgemerkt, de Grondwet te dezer zake in 1956 gevidjzigd is en de genoemde verbodsbepaling dus verviel, was diezelfde bepaling in de Dienstplichtwet gehandhaafd. Om nu de Dienstplichtwet met de in 1956 gewijzigde Grondwet in overeenstemming te brengen, werd door minister Staf een daartoe strekkend wetsontwerp ingediend. Aanvankelijk geleek het alsof de fraktie van de Partij van de Arbeid tegen dit wetsontwerp geen overwegende bezwaren had. Ware dit wel het geval geweest dan zou deze fraktie hiervan toch zeker hebben doen blijken in het Voorlopig Verslag. Dit verslag is echter maar zeer kort, terwijl daarin van de bezwaren, die de Kamerleden van de P.v.d.A. bij de behandeling van het wetsontwerp naar voren brachten, met geen woord wordt gerept! Hoe dit mogelijk is, laat zich gemakkelijk begrijpen als men ibedenkt, dat na de vaststelling van het Voorlopig Verslag de Partij van de Arbeid haar dusgenaamde Fakkeldragersdag heeft gehouden, waar een zevental eisen werden geformuleerd en met goedkeuring en instemming van de socialistische ministers, onder wie ook Dr. Drees, door de vergadering werden aanvaard. Eén van die eisen als voorwaarde om medewerking te blijven verlenen aan het kabinet was: geen wijziging der Dienstplichtwet, indien hieruit zou voortvloeien, dat dienstplichtigen van de land-en luchtmacht zonder meer naar Nieuw-Guinea konden worden uitgezonden.

Met het oog op de tegenstand van de fraktie van de Partij van de Arbeid, kwam dan ook het onderhavige wetsontwerp onder de vorige brede-basis regering niet tot openbare behandeling.

Het werd van de agenda afgevoerd. Minister Staf zou volstaan met vrijwilligers onder de dienstplichtigen naar Nieuw-Guinea te zenden.

De nieuw opgetreden regering achtte echter de behandeüag van het wetsontwerp noodzakelijk, zodat het w'eer op de agenda \verd geplaatst en in behandeling kwam. De niéuwe minister van defensie, de heer S. J. van den Bergh, verdedigde het wetsontwerp krachtig onder meer verklarende, dat, wanneer er gevaar ten aanzien van Nieuw-Guinea dreigt^ er direkt maatregelen genomen moeten kunnen worden, In onze tijd van straaljagers, aldus zeide de minister, kan men geen drie weken na publikatie van een Koninklijk Besluit, gaan wachten met het uitzenden van dienstplichtigen naar elders. Bo\-endien, zo verklaarde de minister, is het regeringsbeleid, wat Nieuw-Guinea betreFt, beslist niet veranderd.

De Kamerleden van de Partij van de Arbeid lieten zioh hierdoor echter niet van hun verzet afbrengen. Hun woordvoerder, de heer Wierda, kwam tenslotte met een amendement, dat hierop neerkwam, dat voor elke keer, als er dienstplichtigen naar Nieuw-Guinea gestuurd zullen worden, er een Koninklijk Besluit zou moeten verschijnen met vermelding van de redenen, de op te dragen diensten en de eenheden, welke voor die diensten worden aangewezen. Dit was echter de sociahsten nog niet voldoende. In hun amendement verlangden zij bovendien nog, dat aan dit Koninklijk Besluit geen uitvoering zou worden gegeven aleer drie weken verstreken zouden zijn na de dagtekening van het Staatsblad waarin het zou geplaatst zijn!

De minister noemde dit amendement begrijpelijkerwijs onaanvaardbaar, waar-

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's

Wijziging van de Dienstplichtwet enz.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's