Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BUITENLANDS OVERZICHT

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Met enige goede verwachting, dat het op de hervatte konferentie in Geneve gunstiger zou verlopen dan op de afgebrokene, die zes weken heeft geduurd, zijn de ministers van buitenlandse zaken van de westelijke mogendheden weder naar Geneva vertrokken. Zij verkeerden in de mening, dat, gelet op de verklaring, welke de Russische minister op 28 juni had afgelegd, de Russen thans iets toeschietelijker zouden zijn dan op de vorige konferentie. Lang heeft dit optimisme edhter niet geduurd.

Gromyko heeft daar de domper op gezet, en dit reeds in de eerste openbare vergadering, welke op 13 juli plaats had. De Amerikaanse minister Herter opende de diskussie met een overzicht van het verloop van de ministerskonferentie in de eerste termijn te geven. Hij merkte daaromtrent op, dat die konferentie zo verlopen was, dat de onderhandelingen zich steeds meer beperkt hadden, zodat tenslotte in plaats van de bespreking van alle Duitse vraagstukken alleen nog die van de kwestie Berlijn was overgebleven. Hij wees er in het slot van zijn redevoering op, dat Gromyko na de verdaging van de ministerskonferentie op 28 juni een verklaring heeft afgelegd, die niet meer leek vast te houden aan het ultimatieve karakter van de Russisch© voorstellen van de eerste zittingsperiode.

De Russische minister Gromyko, die daarna aan het woord kwam, trachtte in een lange toespraak opheldering over dit punt te geven. Hij herhaalde, dat volgens zijn regering het laatste Russische voorstel van 19 juni de basis is, waarop de onderhandelingen hervat moeten worden. Vervolgens gaf hij de punten op van het door hem voorgestel­ de interim-akkoord voor West-Berlijn. Deze hielden in: a. vermindering tot symbohsche sterkte van de strijdkrachten en de bewapening van de drie westelijke mogendheden in West-Berlijn; b. staken van de vijandelijke propagandamaatregelen tegen de Oostduitse republiek en andere kommunistische landen; c. verbod om in West-Berlijn kernwapens en raketten op te slaan; d. instellen van een kommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van Amerika, Groot^Brittannië, Frankrijk en Rusland, om de naleving van de bovengenoemde verplichtingen te kontroleren; e. indien een dergelijke overeenkomst gesloten zou worden, zou de huidige gang van zaken wat betreft het gebruik van toegangswegen tot West-Berlijn worden gehandhaafd; f. dit interimakkoord voor West-Berlijn zou moeten voorzien in een bepaald tijdperk voor een gemengde Duitse kommissie of een andere kommissie, welke aanvaardbaar is voor beide Duitse staten, binnen welke de mogelijkhedsn voor de vereniging van de beide Duits© staten zouden moeten uitgewerkt worden en voorstellen gedaan zouden moeten worden met betrekking tot een vredesverdrag met dit herenigde Duitsland.

Een tijdvak van 18 maanden achtte Gromyko voldoende. Mocht deze kommissie binnsn dat tijdsbestek geen resultaat bereikt hebben, dan zouden volgens Gromyko de deelnemers aan de huidige konferentie weder bijeengeroepen moeten worden om het Berlijnse vraagstuk nader te onderzoeken. Hierbij verzekerde Gromyko, dat indien het zijn regering er om te dosn was om het Russische voorstel eenzijdig door te zetten, dat zij dit nu even goed kon doen als na achttien maanden, waaraan hij toevoegde, dat zijn regering dit niet zou doen, en dat zij voorstelde een tijdelijke status voor West-Berlijn uit te werken, omdat zij er de voorkeur aan gaf overeenstemming door onderhandelen over het Berlijnse vraagstuk te bereiken.

Voorts heeft Gromyko tot twee malen toe verzekerd, dat zijn regering onder geen enkele voorwaarde in kan en wil stemmen met een onbeperkte verlenging van de rechten der westelijke mogendheden om in West-Berlijn hun troepen te stationeren. Hij zei, dat het argument der westelijke mogendheden, dat het niet te doen is om een onbeperkte verlenging, maar om een handhaving van de tegenwoordige rechten tot aan een hereniging van Duitsland, geen hout snijdt. En wel omdat Duitsers en slechts alleen Duitsers het recht toekomt besprekingen te voeren en vraagstukken op t© lossen aangaande de vereniging van de twee Duitse staten, en omdat zonder een toenadering tussen de beide Duitse staten woorden over hereniging van E> uitsland ijdel gepraat is. Sprekend over de vertegenwoordiging van West-en Oost-Duitsland in de gemengde kommissie, wees Gromyko opnieuw het voorstel der westelijke mogendheden, voor een vertegenwoordiging van 25 tot 10, van de hand, van oordeel zijnde, dat de partners recht hebben op een gelijke vertegenwoordiging, terwijl hij op het einde van zijn redevoering verklaarde, dat hij niet bereid was deel te nemen aan geheime besprekingen, tenzij alle deelnemende landen, dus ook West-en Oost-Duitsland, aan deze besprekingen deel zouden kunnen nemen.

Dat er tot dusver geheime besprekingen gehouden waren zonder dat d© vertegenvs'oordigers van West-en Oost-Duitsland daarbij tegenwoordig waren, had hij steeds als een fout gezien.

Tenslotte werd op voorstel van minister Herter besloten om met het oog op het late uur de zitting, welke de langste van de konferentie is geweest - zij had bijna 4 uur geduurd - tot woensdagmiddag te verdagen.

Bij de voorbesprekingen van de westelijke ministers heeft de Westduitse minis, ter van buitenlandse zaken, Von Brentano, er op aangedrongen, niet zo zeer de Berlijnse kwestie op de konferentie te laten behandelen, als wel de Ehritse vraagstukken in het algemeen. Dit zal echter wel niet geschieden. Gezien het verloop der besprekingen mag wel voor zeker worden aangenomen, dat de overige ministers van de westelijke mogendheden er geen heil in zien om alle vraagstukken weer op te rakelen, welke in de konferentie van de eerste termijn reeds hebben bewezen onoverkomelijke moeilijkheden op te leveren.

Kennelijk was het de bedoeling van Gromyko om met zijn voorstel, dat de afgevaardigden van de beide Duitse staten aan de geheime besprekingen zouden deelnemen, te bereiken, dat de Oostduitse regering daarmede de fakto erkend zou worden, waarvan de westelijke regeringen afkerig zijn.

Met Gromyko's voorstel is de konferentie weder voor de zoveelste maal in wat men noemt een impasse gekomen.

De vergadering werd verdaagd tot woensdag 15 juh. Op die vergadering is men echter geen centimeter verder gekomen. Deze officiële bijeenkomst van de ministers van buitenlandse zaken van de vier grote mogendheden is in een vruchteloos debatteren geëindigd.

Na een zorgvuldig voorbereide rede van de Franse minister van buitenlandse zaken, Couve de Marville, ontspon zich een debat, dat geen enkel resultaat opleverde. De Russische minister Gromyko kwam weer aandragen met zijn voor de westelijke delegaties onaanvaardbaar voorstel, dat er een kommissie gevormd diende te worden, waarin de West-en de Oostduitsers in een geHjk getal vertegenwoordigd behoorden te zijn, en dat de West-en de Oostduitse ministers tot de geheime vergaderingen toegelaten moesten worden. In zijn openingsrede had de Franse minister gezegd, dat het Russische voorstel tot instelling van een gemengde Duitse kommissie, die binnen een tijdslimiet de onderlinge kontakten en de hereniging van Duitsland zou moeten bestuderen, niets te maken had met het zoeken naar een interim-oplossing voor de kwestie Berlijn. Onbegrijpelijk achtte de Franse minister het, dat minister Gromyko, nadat men twee weken vruchteloos had onderhandeld over de Duitse problemen en daarna over het Berlijnse vraagstuk afzonderlijk, plotseling nu weer met dit voorstel gekomen was, dat het Berlijnse vraagstuk koppelde aan het Duitse, waarmede all© moeilijkheden weer van voren af aan konden beginnen.

Gromyko liet zich echter door deze opmerking niet van zijn stuk brengen. Hij antwoordde de Franse minister met te zeggen, dat er een logisch verband bestaat tussen het Berlijnse en het Duitse vraagstuk, waarbij hij tevens verklaarde, dat het afsluiten van een vredesverdrag met de beide Duitse staten tegelijk het Berlijnse vraagstuk zal oplossen.

Hierbij merkte de Engelse minister op, dat de westelijke mogendheden blij zouden zijn, als dit inderdaad het geval zou zijn, waarop Gromyko vragenderwijs opmerkte, waarom de westelijke mogendheden Duitsland dan niet in de gelegenheid wilden stellen om zelf aan het werk te gaan in de kommissie, welke door de Russische regering was voorgesteld. De Franse minister verklaarde daarop, dat Gromyko voor de beantwoording van zijn vraag maar moest zien naar het westelijke vredesplan. De westelijke mogendheden hadden immers daarin hun voorwaarden uiteengezet voor de aktieve deelneming van de West-en de Oostduitse regeringen bij de procedure van hereniging.

Na vier dagen van Russische oppositie hebben de westelijke mogendheden kans gezisn Gromyko over te halen tot een nrivé-overleg aan een zogenaamde zakenlunch. De vier ministers zijn QU aan gaan zitten aan een uiterst fijn verzorgde tafel in de villa van de Franse minister Couve de MarviUe, welke tien kilometer buiten Geneve aan het meer is gelegen.

Dit heeft vrijwel zeker in, dat er voorlopig geen openbare zittingen in het Palais des Nations zullen plaats hebben.

Naar verluidt heeft de Engelse delegatie thans een kompromis-voorstel in petto om de netelige kwestie van een gemengd Duitse kommissie naar Russisch konsept te ontgaan. De Engelse minister Selvs'yn Llovd zal bij de lunch, welke Vrijdag zal plaats hebben, aan zijn kollega's wollen voorstellen, een soort permanent overleg op lager niveau dan de huidige ministerskonferentie in te stellen, een soort van viermogendhedenkommissie voor Berlijn en Duitsland, waarin zowel de Oost-als de Westduitsers zitting zouden kunnen nemen.

Inmiddels heeft de Amerikaanse president Eisenhower op zijn laatste perskonferentie nogmaals verklaard, dat de Russische regering goed moet begrijpen, dat de westelijke mogendheden er op zullen blijven staan, dat zij garanties krijgen voor hun rechten om hun troepen in West-Berlijn te stationeren. Ook zullen de westelijke mogendheden in geen geval naar een topkonferentie gaan onder bedreiging met ultimatums van Russische zijde. Eisenhower gaf daarmede tevens te kennen, dat ook een gesprek op een topkonferentie over andere onderwerpen dan de Duitse of de Berlijnse kwestie, alleen mogelijk zou zijn als de Russische regering garantie gaf, dat de westelijke rechten om in West-Berlijn troepen te legeren, niet vóór de Duitse hereniging vervallen zullen worden verklaard.

Het is dan thans zo gesteld, dat er van enig resultaat voor de ontspanning tussen de westelijke en de oostelijke mogendheden nog totaal niets 'bereikt is.

AANKONDIGING VERGADERINGEN

HARMELEN: D.V. zaterdag 1 augustus a.s., n.m. 7.30 u., in zaal Gez. v. Dijk, Ds. E. du Marchie van Voorthuysen. NEDERHEMERT: D.V. zaterdag 23 juli a.s., n.m .7 uur. Ds. P. J. Dorsman, Tijdrede.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's

BUITENLANDS OVERZICHT

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juli 1959

De Banier | 8 Pagina's