Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VOOR DE JEUGD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VOOR DE JEUGD

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOI

Beste neven en nichten! Wij gaan dkekt beginnen met het geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 595

Jongeren:

1. Zoek uit elk der onderstaande zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een teks-tgedeelte geven uit Mattheüs 5.

a. Zlijt ook gij alzo onwetend? b. Gij zult de Naam des Heeren niet ijdeUjk gebruiken. c. De ellendigen en nooddruftigen zoeken water. d. Hij loochende het met een eed. e. Houdt hem niet als een vijand. f. Alzo zal Hij mijn beenderen breken.

2. Een naam uit het Oude Testament met nadere aanduiding bestaat uit 21 letters. Zoek deze naam met aanduiding met behulp van de volgende gegevens: De 9 17 3 zal u des daags niet steken. Met U loop ik door een 1 8 12 7 2. 5 21 13 4 15 was Jafets vierde zoon. 16 14 is gelijk 18 6 is een bevestigend antwoord. 20 10 is een muzieknoot. 19 en 11 moeten geraden worden.

3. Een tekstgedeelte uit het boek Daniël bestaat uit 37 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens. Lot vluchtte met zijn gezin naar 14 4 32 16. Jozefs eerste zoon heette 31 13 5 19 12 12 23. De vader van Mahalaleël heette 20 2 25 33 7. Er is een 21 36 37 om te lachen. 17 6 11 3 15 was een zuster van Lot en vrouw van Nahor. De zoon van Ruth heette 28 9 24 1. Juda's moeder heette 34 10 18. Want zij hebben U 26 22 29 30 27 8 37 (Neh. 4).

Ouderen:

1. Een tekstgedeelte uit Markus bestaat uit 58 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens: De velden zijn 20 43 54 om te oogsten.

14 34 48 18 is een kleur. 4 30 17 49 is het getal melaatsen, dat door 'de Heere Jezus gereinigd werd. Op deze 26 57 32 51 3 zal Ik Mijn gemeente bouwen. Emmaüs was ©en 37 42 6 50 bij Jeruzalem. De vrouw van Machlon heette 27 55 4 33. 39 8 1 23 58 is gelijk 11 21 40 52 7 is een getal beneden 15. Scheurt uw hart en niet uw 31 47 13 25 2S 22 19 9. Laat daar uw gave voor het 2 24 35 38 53 56. Te dien dage zal dit 46 10 44 12 gezongen worden. Het gras, dat 5 15 29 41 9 op het veld is. In zijn huis zal 16 45 37 36 en rijkdom zijn.

2. Maak door verplaatsing der letters uit: DROEPTREUBENERFENW-

OERDEN een tekstgedeelte, voorkomend in de Openbaring van Johannes, hoofdstuk 22, de eerste 13 verzen.

3. Zoek uit eUc der onderstaande zimien een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte geven uit Jeremia tussen de hoofdstukken 5 en 8.

a. Nu heb Ik dat doen komen. b. Hij zal in de tempel Gkids als een god zitten. c. Een bewjs van Gods rechtvaardig oordeel. d. Er is geen kwaad in de stad. e. Ik zal een zwaard over u brengen. f. Kom over en help ons. g. En dit zal u tot een teken zijn. h. Dit volk eert Mij met de lippen.

De oplossingen dezer raadseb mo^n nog niet ingezonden worden. Voordat wij overgaan tot het verhaal nog een paar mededelingen. Eerst aan het adres van Hans en Ko, die alleen deze voornamen onder hun oplossingen schreven, doch geen achternaam. Ook aan de achterzijde van de enveloppe stond geen naam en adres vermeld. Uit het poststempel kan blijken, dat Hans en Ko ergens in Amsterdam wonen. Denk er dus om, Hans en Ko, in het vervolg onder de oplossingen voornaam en achternaam met volledig adres te schrijven en ook aan de achterzijde van de enveloppe.

Vea-volgens kunnen wij melding maken van een drietal nieuwe nichten, namelijk Greetje van Bodegraven te Loenen a. d. Vecht, Maatje Simonse te Aagtekerke en Corrie Smit te Lekkerkerk, die verzuimd had onder de oplossingen haar naam en volledig adres te vermelden. Alle drie roepen we een hartelijk welkom toe met de wens, dat het hun gegeven mag worden nog vele jaren te kunnen blijven meedoen. Hetzelfde wensen we toe aan onze nieuwe neef Egbert Hekman te Den Hulst.

Thans volgt nog een gedeelte van het verhaal over

JOHAN RAMAWARMA

15.

De mens wüct, maar God beschikt. Deze woorden werden ook in Ramawarma's leven bevestigd. Wij verhaalden toch de vorige maal, dat hij besloten had om met zijn vriend mee te gaan, met het doel Jeruzalem te gaan bezoeken. Inderdaad werd de reis aangevangen. Auto's, motor-, brom-en zelfs gewone fietsen waren er in zijn tijd nog niet, paarden of ezels hadden zij niet ter beschikking, zodat de tocht te voet ondernomen werd.

Zij hadden echter nog maar een betrekkelijk korte afstand afgelegd, toen zich iets voordeed, waardoor er van Ramawarma's reis naar Jeruzalem niets terecht kwam. Toen zij namelijk ongeveer twintig uur van de plaats van vertrek verwijderd waren, kwamen zij in een plaats waar een afdeling was van hef zendingsgenootschap. Daar het op dal moment hard 'begon te regenen, zochten zij schuiling onder de veranda van de zendingskerk. Nadat zij daar enige tijd gesdiuild hadden, kwamen er enige onderwijzers van het zendingsgenootschap naar hen toe, die met grote belangstelling naar het doel van hun reis vroegen.

Daarbij bleek al sgoGÓig, dat er aanknopingspunten waren, zodat de onderwijzers de beide jonge mannen vearzochten binnen te komen. Het gevolg hiervan was, dat zij beiden in de woning van één der leermeesters, Salomon geheten, liefderijk werden opgenomen. De bestuurder van de zendingsafdeling, de heer Taylor, raadde hen aan de regentijd over te bHjven, daar het in die tijd onmogelijk was verder te gaan, welk aanbod door de twee jonge mannen gaarne aanvaard werd. Ramawarma werd belast met het geven van ondervidjs aan de kinderen van mr, Taylor, terwijl zijn vriend werd opgedragen les te geven in de Engelse scholen, die bij de zendingsafdeling behoorden. Nu zou men denken, dat zodra de regentijd voorbij was, Ramawarma en zijn metgezel hun voorgenomen reis zouden voortzetten. Dit zouden zij ook zeker gedaan hebben en Ramawarma's vriend deed dit ook, maar voor Ramawarma was dit niet mogelijk, daar hij door een oogziekte aangetast werd. Dit dwong hem om te bUjven waar hij was, zodat er van zijn bezoek aan Jeruzalem niets kwam en ook nooit iets gekomen is. Ramawarma bleef dus in het gezin van mr. Taylor, waar hij zijn werk bleef doen, terwijl hij tevens nog het opzicht had over het armenhuis, •mei bewoners hij ook onderricht gaf, terwijl hij ook het werk van de zondagsscholen regelde. Zodra hij echter van zijn oogziekte genezen was, nam hij zich voor naar de westkust van Engels-Indië te gaan, waartoe hij aan mr. Taylor zijn ontslag aanbood. Deze wenste hem Gods zegen op zijn verdere weg toe en gaf hem tevens enige namen en adressen, waar hij zich kon vervoegen wanneer hij in de betreffende plaatsen zou aangekomen zijn. Zo vertrok Ramawarma om na enige dagen met zijn schip Talatschen aan te doen. Hier bleef hij echter maar heel kort, daar zijn plan was naar Cannanur te gaan. Hier aangekomen huurde hij een woning en bezocht er de zendingskerk, wat hem al spoedig in kennis deed komen met de heer Heduh, aan wie hij zijn levensgeschiedenis vertelde en die hem verzocht te blijven.

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1959

De Banier | 8 Pagina's

VOOR DE JEUGD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 augustus 1959

De Banier | 8 Pagina's