Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het rapport over de  militaire diensttijd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het rapport over de militaire diensttijd

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezer dagen is het rapport, dat door de Kommissie Werkelijke Diensttijd Dienstplichtigen is opgesteld op verzoek van de voormalige minister van Defensie, Ir. C. Staf in veiiband met het probleem van de. mogelijke verkorting van de diensttijd, gepubHceerd.

In dit rapport wordt een gewichtige aangelegenheid, welke heel ons volk van zeer nabij aangaat, behandeld. De in ons land bij uitstek langdurige diensttijd vraagt om verkorting, gelijk ook in het rapport erkend wordt dat deze door ons volk begeerd wordt.

Daarvoor bestaan ook gegronde redenen. De zo lange diensttijd vraagt geen geringe offers van hen, die deze hebben te vervullen. Velen himner worden daardoor ernstig geschaad in hun studie, anderen in de opleiding voor hun beroep, terwijl ook menig bedrijf daarin gesdhaad wordt, doordat de miHciens zo lange tijd uit een bedrijf gehaald worden, waarin zij vaak zo node gemist kunnen worden; terwijl zeer velen, die hun dienstphcht vervuld hebben, van oordeel zijn, dat er in de dienst veel tijd nutteloos verlanterfant wordt. Dezen zijn er mede daardoor ten volle van overtuigd, dat de diensttijd aanmerkelijk verkort kan worden, zonder dat daardoor de paraatheid van onze weermacht ook maar iets verminderd wordt.

Hierbij komt nog, dat in Engeland de dienstphcht geheel afgeschaft is en de traktementen der beroepsmilitairen verdubbeld zijn, in België de dienstplichtigen door de technici van het Noord-Atlantisch pakt vervangen zijn en de diensttijd der militairen er op één jaar gesteld is, en dat in West-Duitsland, waar de mihciens na 12 maanden praktisch aUen een half jaar nadienen, en zowel in België als in West-Duitsland een veel hoger percentage 'beroepspersoneel in hun weermacht aanwezig is.

Als vanzelfsprekend zijn de vermelde dingen de kommissie, die het rapport samengesteld heeft, wel bekend, en ook wel dat in de West-Europese landen ei een kortere diensttij-d bestaat, maar zij is van oordeel, dat de vergelijkingen met deze landen niet opgaan.

De redten, waarom de kommissie ondanks grote bezwaren van militaire aard tot aanbeveling van een diensttijdverkorting 15 overgegaan, is volgens generaal van Voorst tot Voorst dan ook gelegen in het feit, dat onder ons volk al geruime tijd de wens leeft om zijn zonen vroeger uit de dienst terug te krijgen.

Enkele konklusies van de kommissie

De kommissie heeft de regering in overweging gegeven ernstig te streven naar 'n verkorting van de diensttijd met twee maanden bij land-en luchtmacht.

Deze verkorting zou moeten ingaan per medio 1962 en zou moeten mogelijk gemaakt worden door de werving van kontraktanten en nadienenden. Deze werving zou zo spoedig mogelijk — uiterlijk 1 januari aanstaande — moeten worden opengesteld.

Een aantal door de kommissie opgesomde voorwaarden dient te worden vervuld, onder meer dat het kontingent dienstplichtigen en kontraktanten 46.000 man landmacht en 6.000 man luchtmacht •wordt gehandhaafd.

Verder stelt de kommissie voor om na de diensttijdverkortuig met twee maanden de mogelijkheid tot stand te brengen om zonder tijdverlies over te gaan tot een verdere verkorting. Hiertoe zal het aantal kontraktanten en nadienenden belang­ rijk groter moeten zijn en za} een belangrijk aantal gegadigden voor de lagere funkties moeten worden gevonden, terwijl het aantal voor hogere funkties slechts in geringere mate stijgt. Derhalve acbt de kommissie het wenselijk van meet af aan de werving voor d© lagere funkties open te stellen.

Mooht de werving tegenvallen, dan is het volgens de kommissie duidelijk, dat bij de gestelde eisen van een diensttijdverkorting geen sprake kan zijn. Afhankelijk hiervan zal in 1961 moeten worden bezien of de diensttijdverkorting inderdaad mogelijk is en of deze zich tot twee maanden zal moeten beperken, of zich ook verder kan uitstrekken. Diensttijdverkorting bij de zeemacht is niet mogelijk.

In haar inleiding wijst de kommissie er nadrukkelijk op, dat zij zich in het vaststellen van konklusies heeft moeten beperken door de taakomschrijving, de verplichtingen, welke Nederland in het verband van het Noord-Atlantisch pakt heeft aanvaard met betrekking tot de parate sterkte der drie krijgsmachten, als gegeven te stellen. Hierdoor is de kommissie de mogelijkheid ontnomen zidh uit te spreken aangaande de politieke aspekten van het vraagstuk van de duur van de werkeHjke dienst, welke door haar van de aanvang af zijn ondertekend. Met name heeft de kommissie, naar zij opmerkt, zich moeten onthouden van een beoordeling van de redelijkheid van de afspraken van het Noord-Atlantisch pakt en het door Nederland aan de gezamenlijke defensie-inspamnüig te leveren aandeel.

Eén en ander in aanmerking nemende, heeft de kommissie zich tot de zuiver technische aspekten bepaald, met dien verstande, dat dienaangaande zowel aan de zuiver militaire als aan de ekonomische en sociale facettsn aandacht moest worden geschonken.

Zodoende kwam dan de kommissie tot de konklusie, dat er gestreefd moest worden naar een diensttijd verkorting van twee maanden bij de land-en luchtmacht, met budgetaire gevolgen van ƒ 86.300.000.—, terwijl de beslissing over het door haar voorgestelde pas medio 1961 kan vallen.

Nadere vaststelling der diensttijden

Ten einde tot een vergelijking te kunnen komen met de mogelijkheden van de diensttijdverkorting met twee, vier of zes maanden, stelt de kommissie voor de duur van de eerste oefening voor de drie krijgsmachten als volgt:

Koninklijke landmacht:2-3 maanden voor dienstplichtigen, die zijn of worden opgeleid tot officier, tot onderofficier of tot het vervullen van speciale funkties. Na 21 maanden eerste oefening kunnen 2dj met klein verlof, in afwachting van groot verlof, huiswaarts keren, zodat hun eerste oefening in het algemeen neerkomt op een reële dienst van 21 maanden. 22 maanden voor de overige dienstplichti­ gen; na 18 maanden eerste oefening met klein verlof.

Koninklijke marine:21 maanden voor ^-le kategorieën van dienstplichtigen. Koninklijke luchtmacht:24 maanden voor dienstplichtigen, die zdjn of worden opgeleid tot officier, tot onderofficier, en voor hen, die een vaktechnische opleiding volgen; 21 maanden voor de overige dienstplichtigen. Geen klein verlofregeling.

De kommissie is van oordeel, dat verkorting van de opleiding vóór de overgang naar de parate eenheden niet aanvaardbaar is als middel ter verkorting van de diensttijd. Kontingentsvergroting is slechts een beperkt bruikbaar middel om te komen tot verkorting van de diensttijd. Zij is slechts toe te passen in kombinatie met de aantrekking van vrijwilligers.

Bij een bezoeik, dat de kommissie gebracht heeft aan de S.H.A.P.E, heeft de toenmalige chef van de staf van de S.H.A.P.E. er met nadruk op' gewezen, dat de S.H.A.P.E. algemeen van oordeel is, dat de uitbreiding van het beroepspersoneel het eerste is, waarnaar in Nederland dient te worden gestreefd.

Premies

Ten aanzien van de 'budgetaire gevolgen van eventuele diensttijdverkorting heeft de kommissie uiteraard aandacht besteed aan het vraagstuk van de bezoldiging van de kontraktanten. De kommissie wijst er op, dat deze bezoldiging ook konsekwenties heeft voor de bezoldiging van onderofficieren, waarvan de wense-]i|k geachte verhoging moet leiden tot een verhoging van de bezoldiging voor jongere officieren, omdat het salaris van een tweede luitenant hoger behoort te zijn dan hetwelk de betrokkene zou genieten als vaandrig of als adjudlant-onderofficier. Deze verhouding zal dan bovendien doorwerken in hogere rangen.

Ten einde het aantrekkelijk te maken voor kontraktanten ©en verbintenis aan te gaan, heeft de kommissie gemeend een aanbeveling te moeten dosn met betrekking tot aan deae kontraktanten bij dienstverlating te verlenen faciliteiten.

Ie. Een premie van 25 procent van het laatst genoten maandsalaris voor eUce maand waarmede hun totale werkelijke dienst de minimum diensttijd bij de strijdkrachten voor de dienstplichtig3n te boven is gegaan. Deze premie zou neerkomen op een bedrag van ƒ 5880.—.

2e. Bijzondere aandacht bij arbeidsbemiddeliriig, alsmede bij scholing, her-of omscholing, op de regionale werkplaats voor vakontwikkeling voor volwaissenen of in een bedrijf.

3e. Een militaire overbruggingsuitkering bij werkloosheid, afgestemd op het laatst genoten maandsalaris, gedurende één jaar.

4e. Verlening van faciliteiten (studietoelagen en dergelijke) bij het volgen van voortgezet en hoger onderwijs.

Nadere gevolgen

Betreffende degenen, die ©en hoogwaardige funktie bekleden bij de land-en luchtmacht en daarom een langere opleidingstijd dan anderen van node hebben — zo wordt in het rapport voorgesteld — dat voor hen bij verkorting eerder een minimale diensttijd bereikt zal worden, waarom zij aan verdere verkorting van de diensttijd geen deel meer zullen kunnen hebben. Hierbij dient echter te worden ^bedacht, dat juist deze dienstplichtigen, die de hoogwaardige funkties bekleden, in de eerste plaats en zo veel als mogehjk is door kontrakt^anten zullen moeten worden vervangen.

De kommissie was verder van oordeel, dat zij rzich geen partij mocht stellen bij de beantwoording van de vraag, in hoeverre het bedrag, nodig bij de aanwerving van kontraktanten, binnen het defensieplafond kan worden gevonden, dan wel ol dit dient te woi-den verhoogd.

Ten aanzien van de vraag in hoeverre het aannemen van een voldoend aantal kontraktanten en in de aanvang nadienenden uitvoerbaar is, is de kommissie van oordeel, dat de konjunktuur hierbij een grote rol zal spelen. Bij een dalende konjunktuur zal zich een groter aantal gegadigden aanmelden bij een krappe arbeidsmarkt. Daarbij komt nog dat de mentale instelling van een deel van ons volk ten opzichte van vrijwillig© dienstneming, ook voor vele hoogwaardige funkties, ©en onzekere faktor is.

Uitdrukkelijk stelt de kommissie vast, dat men — onder de tegenwoordige internationale omstandigheden — het paard niet achter de waigen mag spannen en dat niet tot verkorting mag overgegaan worden voordat de resultaten van de werving van kontraktanten zuBcs wettigen. Aangaande de konsekwenties van ©en diensttijdverkorting, met twee maanden zijn die als volgt;

Koninklijke lan'dmadht: verhoging huidige kontingent 2400 (5, 4 procent); jaarbehoefte kontraktanten (gemiddeld eerste drie jaar 1300, ten opzichte van 1958 in de eerste drie jaar gemiddeld extra te werven gemiddeld beroepspersoneel), groep V.U.M.O. enz. 350, groep Mulo enz. 1100. De budgetaire gevolgen worden berekend op ƒ 56, 4 miljoen.

Bij de Koninkhjke marine wordt de invloed van de diensttijdverkorting bij de andere krijgsmachtdelen op ƒ 10, 3 miljoen gesteld.

Kon'inklijke luchtmacht: verhoging huidige kontingent 600 (11 procent); jaarbehoefte kontraktanten 600; ten opzichte van 1958 in de eerste drie jaar gemiddeld extra t© werven beroepspersoneel: groep V.U.M.O. 350, groep Mulo enz. 100. De budgetaire gevolgen worden berekend op ƒ 19, 8 miljoen.

Bij de diensttijdverkortinig met twee maanden worden de budgetaire gevolgen in totaal op ƒ 86, 3 miljoen geraamd, welk bedrag bij een verkorting met vier maanden kan oplopen tot ƒ 136, 2 müjoen en met .zes maanden tot ƒ 158, 3 miljoen.

Voorts merkt het rapport op: Het valt uiteraard niet te voorzien of en in hoeverre er een voorkeur zal bestaan voor dienstneming als kontraktant bij de landmacht dan wel bij de luchtmacht. Modht bij de luchtmacht het aantal aangenomen personeel een verkorting van de diensttijd met twee maanden wettigen, dan zou daarmede niet 'behoeven te worden gewacht tot ook het vereist© aantal bij de landmacht zou zijn bereikt, dodh zou onmiddellijk bij de luohtmacht tot deze verkorting kimnen worden besloten.

Indien het aantal kontraktanten ten naaste bij — doch niet geheel — voldoende zou voorzien in de parate sterkte, dan zou, als aanvullend middel, een zodanig aantal dienstplichtigen verplicht kunnen worden langer in werkelijke dienst te blijven, als bij de invoering van de diensttijdverkorting nog aan het benodigde aantal kontraktanten en nadienenden ontbreekt.

In het rapport is ook gekonstateerd, dat ©r op het ogenblik een ernstig tekort aan beroepspersoneel bestaat, van welk tekort ook de 'begroting van Defensio melding maakt. De primaire taak is, zo wordt in het rapport gesteld, eerst dit tekort aan te zuiveren, alvorens van een verkorting van de eerst© oefentijd, waarbij het verhes aan dienstphchtige mankracht gekompenseerd moet worden door vrijwillig dienend personeel, sprak© kan zijn. Naar het oordeel van de kommissie is dit slechts bereikbaar door veiboging van de inkomsten van het beroepspersoneel, inkomsten, welke te laag zijn, vergeleken met die in de burgersèktor, vooral wat de inkomsten van de lagere rangen betreft. Met deze primaire taak is reeds, volgens de sdhatting van de kommisie, esn bedrag van ƒ 38, 2 miljoen per jaar gemoeid. In vergelijking met een aantal andere landen, welke bij het Noord-Atlantisohe pakt zijn aangesloten, , heeft Nederland met Denemarken het laagste percentage beroepspersoneel, namelijk 24 procent, tegen 55 procent in Engeland, 52 procent in Duitsland en 52, 5 procent in België. Dat het dringend noodzakelijk is, dat daarin een wijziging ter vergroting van het beroepspersoneel wordt aangebracht, ook met het oog op de paraatheid van onze weermacht, valt niet tegen te spreken, alsook dat de salarissen van dat personeel op een behoorlijk peil worden gebracht, want ook in deze geldt het woord der Heilige Schrift, dat een arbeider zijn loon v/aard is. En het beroepspersoneel zal bij een behoorlijk ti-aktement ook nog wel te bekomen zijn, want in België is men er nu reeds in geslaagd 8000 man beroepspersoneel te bekomen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1959

De Banier | 8 Pagina's

Het rapport over de  militaire diensttijd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 oktober 1959

De Banier | 8 Pagina's