VOOR DE JEUGD

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Ditmaal beginnen wij met het geven van de nieuwe raadsels van

OPGAVE 606

Jongeren:1. Een tekstgedeelte mt Genesis 26 kan men vinden door uit elk der onderstaande zinnen een woord te nemen en de juiste woorden naast elkaar te plaatsen. Welk tekstgedeelte wordt 'bedoeld? a. Laat daar uw gaven voor het altaar. b. Gedenk toch, dat mijn leven een wind is, c. Uw zaad zal vreemd zijn in een land. d. Dan zult gij van mijn eed rein zijn. e. Bestraf hem tussen u en hem alleen. f. Geef ons niet over in de hand onzer vijanden. g. Want zijn druiven zijn rijp,

2. Noem de naam van: a. de engel, die tot Elisabeth kwam. b. de grootvader van Jozef. c. de koning, die Beltsazars rijk ontving. d. een dal bekend om zijn druiven. e. de geboorteplaats van Jozefs vrouw. f. De profeet, die zeide: Gij zijt die , man. Welke naam vormen de eerste letters van de gevraagde namen?

3. Een tekstgedeelte uit Genesis bestaat uit 68 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens:8 13 31 5 22 een vader zich ontfermt over de kinderen. Jozef werd te 66 21 34 47 18 43 aan kooplieden verkocht. 51 58 24 28 62 was een rechtvaardig, oprecht man. Het rijk van Israël werd gescheurd onder koning 49 55 29 40 60 36 27 32. 64 17 41 53 verliet haar schoonmoeder. 45 37 15 48 3 38 4 1 56 was één der zonen van Jakob. De wateren 20 23 30 9 25 33 68 over mijn hoofd (Klaagl.). De naam des Heeren is een sterke 11 63 65 59 6. 12 61 44 67 14 zult gij met Mij in het paradijs zijn. Uw Woord is een lamp voor mijn 52 7 46 57. 'Hun 19 42 10 2 is een geopend graf (Rom. 3). 39 63 14 54 50 26 35 profeten werden door Obadja verborgen en van voedsel voorzien. 16 moet geraden wonden.

Ouderen:

1. Zoek een tekstgedeelte uit het eerste boek 'der Koningen tussen 'de hoofdstukken 5 en 9, door een woord te nemen uit elk der volgende zinnen en de woorden naast elkaar te plaatsen. a. In die idagen zag ik in Juda. b. Het zal de Heere aangenamer zijn, c. Zij hebben Mijn Woord verworpen. d. De Naam des Heeren zij geloofd. e. Dat zal U geenszins geschieden. f. Wij zullen in het huis des Heeren gaan. •g. Zullen zij bouwen, zo zal Ik afbreken.

2. Maak door een andere rangschikking van de letters uit:

WEGDORTENENHADET

WEGDORTENENHADET een tekstgedeelte, dat voorkomt in

het boek Handelingen, hoofdstuk 27. 3. Een tekst uit de Openbaring van Johannes bestaat uit 86 letters. Zoek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens:75 78 37 58 53 69 is de dag des Heeren. 13 67 36 84 is een getal beneden twintig. 33 7 8 83 72 was iemand uit de oudheid, die steeds zijn woord brak. 6 30 73 55 46 32 10 was een geleerd man, 'die nader onderricht werd 'door PrisciEa en Aquila, In de laatste dagen zullen ontstaan zware 21 76 66 49 65, 40 45 86 57 38 50 worden in de Bijbel onredelijk genoemd. Ziet op de 5 14 63 71 81 77 ziet op de kwade arbeiders. Een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een 82 74 85 64 29 (Jesaja). Gij hebt in on25e straten 48 56 23 68 44 31 80. 79 62 39 47 52 15 7 was een vrouw van Samuels vader. Gij zult de Heere uw 1 26 41 18 houden. 16 24 59 11 'doodde op Sauls bevel 85 priesters. Gij zult niet 22 34 61 12 42 70 2. Zij passen op mijn 19 9 51 54 1 65 (Psahn 50 tot 60). Mozes werd 27 60 3 17 maanden verborgen. Wee degenen, die het kwade goed 43 28 35 20 4. 25 moet geraden worden.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog NIET ingezonden worden. Wij gaan nu verder met het verhaal over

JOHAN RAMAWARMA

22.

Toen de samenkomst, waarin Ramawarma in het predikambt bevestigd was, ten einde was, wilden een paar zendelingen nog even de gelegenheid waarnemen om nog wat met de zo onverwacht 'binnengekomen radja te 'praten. Deze gaf hun hiervoor echter niet de kans. Hij voegde hun toe, dat alle mensen uit één geslacht en alle gO'dsdiensten in de grond gelijk zijn. Met een lach op het gelaat zei hij verder nog: Het is heden 'de vierde maandag, het is tijd, dat ik heenga, want ik mag niet buitenshuis zijn zodra de zon opgegaan is. Alzo — en hierbij wenkte hij 'de leden van zijn gevolg — vooruit! Zijn bevel gehoorzamend verlieten zij met een verlicht hart de in hun oog onheilige plaats, om zodra zij in het paleis van de radja aangekomen waren, 'de ondergane verontreiniging af te wassen en zich in him vertrekken terug te trekken.

Enige tijd later kwam het bericht, dat de radja ernstig ziek was. Helaas bleek uit de vruchten, dat het gestrooide zaad van Gods Woord geen wortel in zijn hart geschoten had. Inplaats toch van zondaar voor God te worden en Gods genade over zijn arme ziel in < te roepen, liet hij op het einde zijns levens aan ide voorbijgangers gratis suikerwater schenken, om langs die weg 'door een vermeend goed 'werk, van zijn afgoden 'een langer leven •te verkrijgen. En zo ging hij ook de eeuwigheid in.

Doch keren wij nu terug tot Ramawarma. Deze schreef ongeveer acht dagen na zijn bevestiging een 'brief naar het bestuur van het Zendingsgenootschap te Bazel, welke wij hier laten volgen. Hij schreef: Gaarne gebruik ik de eerste gelegenheid om u mijn hartelijke dank te betuigen voor uw liefde en goedheid mij bewezen. Ik verzeker u, dat de Heere Jezus mij door u, verre boven alles wat ik van Hem hopen kon, beloond heeft. Ik kan de goiedheid van mijn Heiland, Die mij het ambt van dienaar des Evangelies opgelegd heeft, niet genoeg bewonderen, daar ik niet verdien door Hem als één Zijner allerminste knechten beschouwd te worden. Thans is mijn begeerte, dat ik onder beding van Zijn genade tot het einde toe getrouw bevonden moge worden en 'dat ik in staat zal zijn hetgeen ik in Zijn heilige tegenwoordighead zo plechtig beloofd heb, te vervullen. Ja, het is mijn vurig verlangen in ootmoed, zachtmoedigheid en liefde in deze gewichtige roeping Gods in Christus Jezus waardiglijk te wandelen, opdat noch Zijn heilig Woord, noch het mij toevertrouwde, gezegende ambt gelasterd worde, en ik derhalve over uw geëerd bestuur geen smaad moge brengen of leedwezen over .de mij 'betoonde liefde en goedheid.

Uit 'deze brief blijkt wel, dat Ramawarma een 'diep gevoel had van de grote verantwoo'rdelij'kheid, welke op hem na de door hem afgelegde belofte rustte. En 'dat duurde maar niet voor enige tijd, neen, het was, of hij steeds meer onder het gewicht van 'het hem toevertrouwde ambt gebukt ging.

Des Heeren wegen zijn echter zoveel hoger dan de wegen der mensen. Wij zouden zeggen, wat had Ramawarma nog vele jaren kunnen arbeiden tot verbreiding van het Evangelie onder zijn volk, maar het was in des Heeren raad anders bepaald. Wat toch gebeurde er? Wel, er brak een jaar na Ramawarma's bevestiging in Cannanur de zo gevreesde pokziekte uit. Ramawarma liet zich hierdoor niet weerhouden, maar ging door met prediken en zelfs schrok hij er niet voor terug om lijders aan die vreselijke ziekte op te zoeken om hen te wijzen op het gewicht der 'eeuwigheid en op 'de noodzakelijkheid van wedergeboorte, maar tevens op die enige Naam onder de hemel, waardoor het alleen mogelijk is zalig te worden.

Zo kwam hem op een keer ook ter ore, dat een neef van een medehelper in de Evangelieverkondiging door de pokken was aangetast en 'dicht voor 'de poorten des doods lag. Het was een jonge man, eigenlijk nog een jongeling. De sporen der ziekte kon men 'duidelijk aan hem waarnemen. Was hij voorheen knap van uiterlijk, nu was hij vreselijk mismaakt door 'de verwoestende ziekte, en vertoonde hij het schrikwekkend beeld van jammer en ellende. Geen wonder, dat Ramawarma door het zien hiervan hevig ontdaan was en zich nauwelijks goed kon houden. Hij verborg zijn ontsteltenis echter en sprak de jongeling met enige passende woorden toe.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen