Brief uit Zeeland

CDVIII.

Er wordt wel eens gesteld en gedacht, dat er altijd stof is om te sobrijveni. En, inderdaad, er is veel, doch niet alles leent zich om in een blad als „De Banier", - wat voorlichting geven wil op staatkimdig gebied, te behandelen. Vragen zijn er vele. Personen, die bekend zijn en in het openbare leven zitten, weten dat wel. Wijlen Ds. Kersten zeide eens, dat ze wel wüden komen vragen wat een half pond tabak kostte. U ziet dus wel, dat het terrein nogal uitgebreid is.

Nu kan het wel zo zijm, dat er te veel vragen komen en ook, dat er vragen komen, .die zioli niet lenen voor een operabare behandeling, doch ihet kan ook zijn, dat er wel te weinig vragen komen en dat daardoor u^v briefschirijver niet weet wat nodig is te behanidelen. Mogelijk, dat het adres niet bekend is, althans niet bij allen, en daaromi wordt alsnog vermeld, dat brieven voor Zeeuwse Briefschrijver geirioht dienen te worden aan „De Zeeuwse Briefschrijver", p/a N.V. „De Banier", postbus 2019, Utreciht. Op andere iwijize geadresseerde komen niet, althans niet steeds, op de plaats waar ze moeten zijn.

Zijn er dus vragen, vraigen op het gebied van het bestuur van land of pro^ vincie, of betreffende de uitvoering van wetten of besluiten^ of die welke die aandacht verdienen, dan kunnen die worden gezonden. Als God kracht en lust en wijsheid geeft, zal getracht worden, die te behandelen. Het lijkt misschien wat vreemd, dat bovenstaande gesteld is, doch het is de bedoeling elkander te helpen en dan moet worden geweten welke hulp gewenst is.

De Staten van Zeeland hebben vergaderd, en vele punten zijn daar aan de orde geweest, doch het hoofdpunt was wel wat in de vorige brief is behandeld, namelijk: zal Zeeland niet te laat zijn, zal de ontwikkeling van Zeeland niet worden belemmerd en de nodige steun worden onthouden?

Het is toch nodig, dat er in Zeeland werkgelegenheid komt. Nu worden personen^ met zogenaamde pendeldiensten, vervoerd naar elders. Het schijnt, dat er nu gestreefd wordt naar het onderbrengen in barakken en dan naar het geven van woongelegenheid daar, waar werk wordt gevonden. Dat alles leidt echter tot een nog grotere opeenhjOping van ide bevolking. Dat leidt ook tot een vermengins; van de bevolldnig. De Zeeuwse volksaard dreigt daardoor te worden verloren. Er kan ook dreiging zijn, dat de volksaard sterk wordt beïnvloed als, dooT industrialisatie, veel personen van elders in Zeeland komen wonen.

Er is in dat alles' weer dets kunstmatigs. We leven in een tijd, dat alles van de overheid wordt verwacht. Alles moet geleid worden. Al woa-dt dan ook de vrijheid wat beknot of geheel weggeno^ men, toch wordt er naar gezocht en gevraagd. Wordt er weL rekening' gehouden met de bezwaren daairaan verbonden? Boven zijn er een paar venneld, maar er zijn er nog meer.

Het grootste gevaar is wel, dat de mens wordt afgeleid van God en Zijn gebod.

Dat er geen oog meer is voor de afhankelij'kheid, en dat aan Goids zegen alles is gelegen

Er is ook een gevaar, dat de mens niet meer voor eigen verantwoordelijikheid wordt gesteld, een verantwoordehjkiheid, die hij als redelijk-ziedehjk wezen heeft Door al die idingen kan de mens als het ware in zijn mens-zijn worden aangetast, zoals in de zogenaamde to-talitaire staten plaats heeft. Er kan wel worden gevreesd, dat "wij verder zijn voorbereid en vatbaar gemaakt voor het kommunisme dan wel wordt gedacht, Socialismje en koonmunisme verschillen alleen in graden en niet in grondslag. Erkent de mens niet, dat God regeert en dat de overheid regeert bij de 'gratie Gods, dan wordt het bestuur geregeld naar het menselijk inzicht, naar ons kennen en kunnen. Zo tegenstrijdig het lijkt, dan is het niet mogelijk een sociale politiek te voeren. Dan zal steeds de vrijheid moeten worden beknot, dan zal de overheid alles moeten regelen, met al de gevolgen van dien.

Moet. dan de werkman maar aan zijn lot worden overgelaten? Da, t wil de S.G.P. niet. Dat kan zij niet willen, omdat zij Gods wet tot riohtsnoiei' wil nemen voor het bestuur.

Die wet eist God lief te hebben, maar ook onze naaste, en die naaste is ook hij, die voor ons werkt, - welk werk hij ook doet. Gezagsverhoudingen zijn nodig. Maar het oefenen van gezag eist liefde en medeleven.

uw Zeeuwse Briefschrijver.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen