VOOR DE JEUGD

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Wij beginnen met een hartelijk weilkom toe te roepen aan onze nieuwe neef Harmen van Santen te Culemborg. Zul je de moed niet gauw opgeven, Harmen, als je niet zo gauw naar je zin een prijs krijgt? Er zijn zovele neven en nichten, die steeds allemaal goede oplossingen hebben, zodat je kunt begrijpen, dat deze niet allen elke keer een prijs kunnen behalen. Er moet steeds een keuze gedaan worden. Nieuwe neven en nichten moeten ook ailtijd eerst een tijdje de oplossingen ingezonden höbben, voordat zij voor een prijs in aaianerkinig komen.

En nu gaan we over op de nieuwe raadsels van

OPGAVE 627

Jongeren;

> / 1. Een tekstgedeelte uit het boek Handelingen bestaat uit 91 letters. 2^oek dit tekstgedeelte met behulp van de volgende gegevens: De honende 62 37 6 74 30 65 24 werd door een jongeling gedood. 3 52 12 8 71 60 was een Bijbelheilige, die een raadsel met een prijs opgaf. Het 21 58 67 1 18 is een damp. De Heere gebiedt aldaar de 32 61 79 59 40. Vurige en 9 27 86 39 72 3 22 6 56 5 19 1 borstwapenen (Openb, 9). • 73 47 64 36 77 is de Diana der Efeziërs. De 84 13 55 42 43 81 90 15 dezer wereld gaat voorbij. En 63 17 26 66 89 11 20 op hen vlees als stof (Psalm 78). .34 53 76 83 31 is een getal beneden tien. Odh, dat mijn 45 16 57 23 28 gericht werden (Psahn 119). De 33 70 78 44 van Uw huis heeft Mij verteerd. Een 4 14 .35 46 69 beet in Paulus' hand, doch Paulus stierf niet. 38 85 54 88 75 is een volk in Noord-Europa. 87 51 91 2 was een lusthof. De Heere Jezus droeg een rok of Meed zonder 2 10 29 48. Hoewel wraak doende over hun 41 25 82 50 18. En 80 49 68 en leve in eeuwigheid (Genesis 3).

7 mo^et geraden worden. 2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit 1 Koningen 2. a. Ik de Heere word niet veranderd. b. Veei-tig jaar heb Ik verdriet gehad. c. Hij sprak tot hen in een wolkkolom'. d. Ik zal u ook een woord vragen. e. En van st'onde aan gingen zij weg. f. U dan, die gelooft, is Hij dierbaar.

3. Noem de naam van: a. de zoon en opvolger van koning Aohaib. h. de vader van Bileam. c. de boezemvriend van David. d. de man, die 930 jaar werd. e. een jonige evamgeMst. f. de vader van koninig Manasse. g. een zoon van David, die op Salerno's bevel werd gedood. h. De vrouw, die t\vee verspieders ^"e^borg. AVelke naam vormen de eerste letters der gevraagde namen?

Ouderen:

1. Maak uit: SALFIRALJOENXORHEUPDUSI-LEU drie namen, voorkomend in Romeinen 16.

2. Zoek uit elk der volgende zinnen een woord, zó, dat de woorden tezamen een tekstgedeelte vormen uit het boek Mioha na het vierde hoofdstuk. a. • Maar vliet de begeerlijkheden der jonkheid. b. Dina was een dochter van Jakob. c. Staat in het geloof, houdt u mannehjk. d. De ark rustte op de bergen van Ararat. e. Ik heb tegen U, U alleen gezondigd, f. Zij werd door haar kinderen o^iderhouden. g. Wie weet de naam van de moeder van Tdmotheüs?

3. Een tekst, voorkomend in de tweede brief aan de Corinthiërs, bestaat uit 74 letters. Welke tekst wordt bedoeld als het volgende bekend is? Wanneer igij zult zien de gruwel der 16 1 7 5 56 27 19 51 3 68 47. De Heere weet de godzaligen uit de 33 43 22 64 62 25 4 23 55 47 te verlossen. Sommigen prediken ook wel Ohaistus door 18 65 63. 35 61 11 72 is een enkelvoudige kleur. 59 3 10 49 21 58 is een mengkleur. Ga gij uit uw 60 70 2 36 en uit uw maagsdhap. Houdt 16 41 13 9 54 onder elkander (Markus). 38 29 46 17 betekent: tijding. Jozua's vader heette 38 39 74. Met welke maat gij 28 52 48 20, zult igij weder gemoeten worden. De duivel wordt genoemd de 32 40 8 45 slang. De 12 73 44 67 15 34 53 des Heeren zijn gelouterd. .37 26 50 71 was de zoon van Ahira (Xumeri 1). 42 en 66 zijn gelijke letters, moeten geraden worden.

De oplossingen dezer raadsels mogen nog niet geraden worden. Thans volgt nog een gedeelte van het verhaal over

JAKOB LEFEVRE

8.

De vorige maal verhaalden we, dat Lefèvre, doordat liij weUiöht gewaarsöhuwd vtfas door een vriend, bijtijds «aar Sti-aatsburo-kon uitwijken om zo te ontkomen aan de vijanden, die het op zijn leven gemnnt hadden. En het was maar goed ook, dat - hij niet in Franikrijk gebleven was, want al heel ..spoedig verscheen er een besluit van het parlement, hetwelk aan alien, die de kort geleden mt het Latijn in het Frans vertaalde getijden, de Psalmfoundel, de Evangeliën, de brieven van Paulus en andere boeken uit het Oude en Nieuwe Testament, zowel als een gedrdkt 'boek, dat de Evangeliën en brieven voor de zon-en feestdagen des jaars m'et zekere Franse verklarinigen bevatte, in handen kregen, beval om deze binnen acht dagen bij de plaatse­ lijke overheid in te leveren. Tevens werd het de boekdrukkers op straffe van verbeurdvei-klarinig hunner goederen en vesrbainning uit het land, verboden dergelijke boeken te drukken.

In Straatsiburg aangekomen ontmoette Lefèvre daaj ook zijn vroegere leerlimg Farel, terwijl hij een liefderijk tehuis vond bij een zekere Capito, Gedurende een half jaar vertoefde hij te Straatsburg onder de naam van Peregrinus, om niet door magehjke spionnen herkend en mogelijk op /verraderlijke wijze om het leven te woi-den gebracht. Hij bleef er dus maar kort. Dit kwam doordat koning Frans I uit zijn gevangenschap was teruggekeerd en met zijn zuster Margaretha Lefèvre en een vriend van hem terugriep, waaraan zij gevolg gaven.

Om hem nu zoveel moigelijk aan het oog der vijanden te onttrekken, benoemde de koninig Lefèvre tot opvoeder van zijn nog zeer jonge, derde zoon Karel. Zodoende kwam Lefèvre aan het hof op het kasteel te Blois, waar ook 's konings zuster MargareÖia in 1527 in het huwelijk trad met koning Hendrik van XavaiTe en waar zij ook haar eerste kind kreeg, dat Johanna heette. Deze Johanna werd later de moeder van koning Hendrik IV, die wij uit het verhaal over Béza reeds hebben lei-en kennen. Behalve als opvoeder kreeg Lefèvre ook het bdieer over de kloosterbibliotheek, welke koning Lodewijk XII daar had gestioht.

De zoeven genoemde vriend van Lefèvre heette Rufus. Deze was ook doctor in de theologie evenals Lefèvre. Met Lefèvre was hij naar Straatsburg uitgeweken, omdat de pauselijke kommissarissen ook hem naar het leven stonden wegens zijn van Rome afwijkende gevoelens. Hij werd door Margaretha tot haar biechtvader en hofkapelaan aangesteld en vergezelde haar steeds op haar reizen. En daar zij ook dikwijls haar broeder op het kasteel te Blois bezocht, ontmoette hij daar menigmaal zijn oude vriend Lefèvre, die hij dan behulpzaam was bij het vertalen van de preken van de kerkvader Ohrysostomus over de Handelingen, waartoe de koning aan Lefèvre opdracht had gegeven.

Lefèvre bleef echter niet zo heel lang in Blois. Er waren weder donkere wolken aan de kerkelijke hemel versohenen. Een concilie der roomse kerk kwam bijeen met het gevolg, dat een warm voorstander der nieuwe leer, zoals men toen de leer der hervorming noemde, de marteldood onderging. Margaretha had hem daarvoor niet kunnen behoeden. Lefèvre vond het nu maar beter om Blois te verlaten en naar Nérac in het koninkrijk Navarre te gaan, - waar hij tot zijn dood bleef.

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen