Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Begroting van Nieuw-Guinea

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Begroting van Nieuw-Guinea

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Repliekrede van Ir. van Dis

Uit de redevoering, welke namens de S.G.P.-fraktie bij de behandeling van de begroting van Ned'erlands Nieuw-Guinea werd gehouden, zal het de lezers duidelijk zijn geworden, dat Rome aldaar alles in het werk stelt om zich in het overwegend protestantse noorden van dit eiland steeds vaster in te netelen. Doordat het verbod inzake het bedrijven van dubbele zending in 1928 werd ingetrokken en Rome nadien weigerde in te gaan op het voorstel der zending om dit' verbod vrijwillig te handhaven, kreeg het vrij spel om ook in het noorden een vicariaat en roomskatholieke scholen te stichten. Wanneer het voor die scholen niet direkt subsidie van het goevernement kon krijgen, dan werden er van rooms-katholieke zijde ongesubsidieerde scholen opgericht. aonder er zich aan te storen of dit strookte met het goevemementele ekonomdsche en onderwijsbeleid. Zelfs werd dan later soms toch nog subsidie verkregen.'

Voor leerlingen, die de lagere school B dan wel een vervolgsohool met goed gevolg doorlopen hadden en verderop wüden, bezat Rome een paar jaar geleden echter nog geen school voor vereenvoudigd m.u.l.o., of zoals men dit noemt, een primaire middelbare school, kortweg p.m.s. genaamd. De mogelijkheid daartoe opende zich toen de vorige minister van Zaken Overzee uit bet kabinet Drees, de christelijk-historische minister Helders, kenbaar maakte, dal hij uitbreiding wilde geven aan de primaire middelbare sdiolen en daartoe Merauke aanwees als plaats van vesti- ging voor een rooms-kadiolieke p.m.^., Maiiokwari voor een protestants-christelijke p.m.s. en Sorong voor een openbare p.m.s.

Rome had echter een ander plan. Het wilde eerst in HoUandia een pjn.s. stichten en daarna in Merauke. Het eerste is maar al te zeer gelukt, hoewel men hiermede lijnrecht inging tegen het van regeringswege uitges-tippelde plan. De subsidie werd door middel van de r.k. direkteur van Kulturele Zaken op Nieuw-Guinea verkregen en bleef behouden tot op de huidige dag. Bij de behandeling der togroting waren er eigenlijk maar twee sprekers, die op intrekking dezer geheel ten onrechte verleende subsidie hadden aangedrongen. Dit werd door niemand minder dan door het Kamerlid de heer Stokman (K.V.P.) verklaard. Sprekende over de vraag of de school in Hollandia alsnog ongedaan naoet worden gemaakt, voegde deze pater hieraan toe: „op «welk laatste met : iame dhr. Patijn (P.v.d.A.) en natuurlijk ook dhr. van Dis hebben aangedrongen".

Zo is het ook inderdaad. De heer Bruins Slot (A.R.) had al ronduit verklaard, dat volgens hem de subsidie niet kon worden ingetrokken, de ohris-teHjk-historisohe Kamerloden van de Wetering en Diepenhorst lieten 'wel zoveel bHjken, dat zij ook niet op intrekking zouden bhjven staan, als er ten behoeve van het protestants-chrLstelijk onderwijs maar wat tegenover gesteld werd.

Uit de rede van minister Toxopeüs bleek dan ook - wel heel duidehjk, dat van hem geen intrekking der onderhavige subsidie te verwachten was. Hij had dit reeds eerder verklaard in een antwoord op hem gestelde vragen en daaïbij bleef hij. Voorts achtte 'hij het nodig, dat er een scholenplan tot stand zou worden gebracht in overleg tussen goevemement, zending en missie, dat zoals hij zeide, redelijk, rechtvaardig en billijk is voor allen. Hij voegde hieraan eohter onmiddellijk toe, dat hij van oordeel was, dat er in Merauke een r.k. p.in.s. moet komen. Ten aanzien van de zending eohter deed hij zuDc een besliste uitspraak niet. Te dien aanzien volstond hij met het noemen van een voorbeeld, namehjk het overdragen van de openbare p.m.s. in Sorong, die geheel door protestantse leerlingen wordt bevolkt, aan de zending, doch daanbij bleef het. T'egen dit vooiibeeld rezen eohter bij de replieken onmiddelhjk em-Btige bezwaren van de zijde van de P.v.d.A., de V.V.D. en de P.S.P. (pacifisten).

Ook de staatssekretaris heeft zich in eijn rede over deze kwestie uitgesproken, In zijn zeer langdm-ige rede, welke des avonds nog EVz uur werd voortgezet, kwam ook hij met een paar voorbeelden, nadat hij eerst verklaard had, dat het in de bedoeling lag, te komen tot het opstellen van een plan, waarbij zal worden vastgesteld hoeveel scholen en van welk type in een bepaald ressort nodig zijn. Bij de uitvoering van dit plan zou, aïdvs zedde de staatssekretaris, het toekennen van een parallelldas aan de zendings p.m.s. te HoUandia, evenals het stichten van een zendings p.nï.s. te Biak in beschouwing worden genomen. Van een vaste toezegging, dat deze parallelklas te Hollandia en een zendings p.m.s. te Biajk er zullen komen, was dus geen sprake. Daarover moet bHjkbaar eerst overleg worden gepleegd met inschakeling van de missie, wat voor Merauke blijkbaar niet nodig werd geacht!

Bij de replieken, waarvoor iedere spreker slechts tien minuten spreektijd kreeg toebedeeld, toonden de antirevolutionaire, de christehjk-historisobe en de V.V.D. Karoerledien zich vooral met liet door de staatssekretaris gesprokene Beer ingenomen. Over intrekkintg der subsüie aan de r.k. p.in.s, werd door hen niet meer gerept, ook niet door de beer Patijn (P.v.d.A.), die des-niettemin wel verklaarde, dat de toezegging van de minister aan de missie sterker was dan die aan de zending. ZJodoende bleef alleen Ir. van Dis er bij, dat de subsidie aan de r.k. primaire middelbare school te HoUandia behoorde te worden ingetrokken. Ook bleef hij er op aandringen, dat de, subsidiëring niet langer m»er op fifty-fifty basis zou plaats hebben, wat ook door de heer Diepenhorst (C.H.) bij de repUeken^ nog eens werd bepleit.

Voorts verzocht Ir. van Drs de minister of deze nadrukkelijk wilde verklaren, dat aUereerst en voor alles aan de zending recht zou worden gedaan ten aanzien van het TTunaire middelbaar onderwijs. Ook richtte de afgevaardigde der S.G.P. zich tegen de heer Stokman, die in eerste termijn onder meer tegen hem had opgemerkt, dat er in Nieuw-Guinea gelukkig nog geen theocratie bestaat.

Na deze inleiding laten wij thans de repliekrede van Ir. van Dis volgen.

Mijnheer de Voorzitter!

Bij de behandeling van deze begroting is wel duidelijk en klaar aan de dag getreden hoe noodzaikehjk het is voor een juiste behandeling van een hegmting, dat aan de mondelinge behandeling een schrifteUjke voorafgaat. De laatste werd thans maar al te zeer gemist. Van de plannen van de huidige regering inzake het door haar in Nieuw-Guinea te voeren beleid wist de Kamer eigenlijk niets, zodat het ons niet mogeUjk was daarover te spreken. E^st nu, nadat de minister en de staatssekretaris aan het woord zijn geweest, kan de Kamer zich over het te voeren beleid een ootdeel vormen, hoewel dit toch ook weer geen gemakkeUjke zaak is, daar wij moeten afgaan op enkele gemaakte aantekeningen, zonder de letterhjke tekst van het door hen gesprokene

zwart op wit

voor ons te hebben. Het was dan ook inderdaad van de heer Burger gisteravond een goede gedachte schorsing van de beraadslaging te vragen, opdat de onderscheidene sprekers nog enige tijd gelegenheid zouden hebben zich op de replieken voor te bereiden, wat te meer nodig was met bet oog op de ongeveer vier uur geduurd hebbende rede van de heer staatssekretaris.

Wat de inhoud van de door de minister en de staatssekretaris gehouden redevoeringen betreft, merken wij op, dat daarin veel voorkwam, waarmede wij ons z»er wel kunnen verenigen.

Wanneer bijvooi'beeld de minister de door de heer de Kadt geponeerde stelling, dat er in de achter ons liggende jaren ten aanzien van Nieuw-Guinea geen beleid' heeft plaatsgehad, bestreedl, zijn wij het met hem eens, dat de stelhng van de heer de Kadt

onjuist

en ook onbillijk is. Er is wel degelijk het één en ander in Nieuw-Guinea in de betrekkelijk korte tijd, welke ter besohikkinig stond, en met de beperkte middelen^ waaraan men gebonden w^as, tot stand gebracht, ai is er ongetwijfeld nog veel te verrichten, vooral op onderwijs-en ekonomisch gebied, akook inzake de inrichting van het bestuur. Het is eohter niet zo, dat geheel Nederlands Nieuw-Guinea nog zo ongeveer in, wat men noemt, het Stenen Tijdperk verkeert. Aan de kust wonen enige honderdduizenden Papoea's, die reeds een jarenlange ontwikkeling hebben doorgemaakt, die allerlei soorten van onderwijs, tot hoger onderwijs toe, hebben genoten.

Het is echter een andere vraag, ot men zich in aUes met het voorheen gevoerde beleid kan verenigen. Dit is wat ons betreft zeer zeker niet het geval, waarbij wij wel in de allereerste plaats het oog hebben op het niet steUen van

Gods Woord en wet

als richtsnoer voor het bestuursbeleid. De geacfote afgevaardigde de heer Stökmaji. moge dit, geüjk hij verleden week deed,

theocratie

noemen, daarmede is niet weg te redeneren, dat de overheid, die toch Gods dienaresse is, in haar 'beleid met Gods Woord en Zijn wet te rade behoort te gaan. Aangezien hierbij en voomamehjk bij wat hieruit voortvloeit door mij in eerste termijn reeds breder werd stilgestaan, 'behoef ik'hierop thans niet nader in te gaan. Alleen deze opmerking zou ik wiUen maken, dat het ons getroffen heeft, dat de minister in zijn rede op deze toch uiterst gewichtige aangelegenheid met geen woord is ingegaan. Een ander onderwerp, waarbij wij ons kunnen verenigen met hetgeen door de minister en ook door de staatssekretaris is gezegd, betreft de kwestie van het aangeven van een

streefdatum,

waarop de autochtone bevolking zelf over eigen status zal kunnen beslissen. Hierbij wens ik ter verduidelijking nog even op te merken, dat door mij op het steUen van een streefdatum niet is aangedrongen, .gezien de grote moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, en niet in het minst ook omdat het voor de bevoDdng zelf wel een zeer grote teleurstelling zou zijn, indien de gestelde datum niet juist zou blijken te zijn. Wel werd onzerzijds aan de regering gevraagd — de staatssekretaris 'heeft dit terecht opgemerkt — of zij, voor zover dit mensen althans mogeUjk is, niet

enig perspektief

met betrekking tot deze voor de bevolking zo belangrijke kwestie zou kunnen geven. Men kan met de regering van mening verschillen over de vraag, of zij te dezen voldoende uitzicht heeft geopend, doch waar zij heeft medegedeeld er naar te zullen streven de Papoea's zo spoedig mogehjk het toegezegde zelfbeschikkingsrecht te verlenen, waarbij zij zich niet op het standpunt stelt, dat het eerst zo ver gekomen moet zijn, dat iedere Papoea moet kunnen lezen en schrijven, en voorts, dat de regerinig voor zichzelf een werkschema voor een periode van tien jaar heeft opgesteld, zijn wij van oordeel, dat de uitwerking van de aangekondigde plaimen behoort te worden afgewacht.

Ook het plan om binnen het jaar een

Raad van Nieuw-Guinea

in te steUen, waarvan de overgrote meerderheid zal bestaan uit vertegenwoordigers der autochtone bevolking, heeft onze instemming. Er kan dan bestuurservaring worden opgedaan en over aUerlei belangrijke binnenlandse aangelegenheden worden 'beraadslaagd, zoals o.m'. over het al of niet toelaten van een groot aantal Zuid-Molukkers in Nieuw-Guinea, wat ongetwijfeld een aangelegenheid is, waarin de bevolking behoort te worden gekend. Wat voorts de

defensie

van Nieuw-Guinea betreft, Mijnheer de Voorzitter, behoeft het, na wat door mij verleden •week ter zake is opgemerkt, geen nader betoog, dat hetgeen de minister dienaanigaande heeft medegedeeld door ODc ten volle wordt onderschreven.

Met het zenden van de „Karel LXior. man" met de nodige vliegtuigen en twee onderzeeboten naar de wateren var Nieuw-Guinea, gaan wij geheel akkoord Hiermede wordt door de regering althans een stap gedaan om Indonesië van een eventuele invasie op Nieuw. Guinea te weerhouden of, indien het daartoe toch mocht overgaan, om tegei zulk een invasie verweer te kunnea bieden. 1

Of deze maatregel, die eerst in mei za| worden uitgevoerd, in geval van een invasie door Indonesië voldoende effekj zal kunnen hebben, daarop zijn wij, c^j. zien de sterk toegenomen bewapening van Indonesië, nog

niet zo gerust,

maar in elk geval zal er dan toch ieb worden gedaan om bij de bevolking het gevoel weg te nemen, dat zij vrijwel geheel onbeschermd is tegen een eventuele indringer.

Mijnheer de Voorzitter! Na enige onderwerpen te hebben genoemd, - waarin wij de regering kunnen bijvallen, achten wij het thans nodig om' enkele punten riaar voren te brengen, waarte^n wij bezrwaren hebben. Dit geldt wel allereerst 'de mededeUng van de minister, waaruit bhjkt, dat de aan de

rooms-katholieke p.m.s.

te HoUandia verleende subsidie niet zal worden ingetrokken. Hierin kunnen wij ons niet met het beleid der regerin" verenigen. Het is toch een vaststaand feit, dat deze subsidie verleend is tegen het door minister Helders uitgestippelde plan. Niet één der sprekers, die over deze 'kwestie verleden week 'hebben gesproken — uitgezonderd, naar vanzelf spreekt, de geachte afgevaardigde de heer Stokman - heeft zich dan ook met deze subsidieverlening kunnen verenigen. Integendeel, niet minder dan

7 leden

der Kamer hebben namens zes Kamerfrakties het verlenen van de onderhavige subsidie in min of meer sterke bewoordingen afgekeurd. Dat waren niet enkel leden van frakties, die tot de oppositie gerekend worden, maar ook van frakties, wier geestverwanten in de regering zijn 'Vertegenwoordigd. Zij allen spraken uit, dat in dit geval een zeec ernstige beleidsfout is gemaakt. De geachte afgevaardigde de heer Stokimii heeft in dit verband er op gewezen, dat minister Helders in zijn memorie van toelichting destijds schreef, dat voor de vestiging van de drie nieuwe primaire middelbare scholen aan Merauke, Manokwari en Sorong is „.gedacht" eo dat er dus van een beslissing te dezei zake geen sprake is geweest, maar zuft een opmerking, die niet meer dan een

handigheid

is, snijdt geen hout. Het aanwijzen van de drie genoemde plaatsen is toch md bij een gedachte zonder meer gebletven; de minister heeft haar zwart op wit gesteld, daarmede aangevende de plaatsen, waar volgens de regering primairt middelbare scholen zouden moeten itomen.

Dat deze lezing de juiste is, bhjkt ovaduidehjk uit de antwoorden van minister Helders op de 'vragen van de hee' Stufkens, bhjkt voorts uit de antwoorden op de vragen van de heer

Stokman

zelf, welke hij de minister stelde op 5 maart 1959, dus twee dagen nadat tó antwoord op de vragen van de h«* Stuöcens bekend was, en blijkt tenslotte ook niet minder .uit het antwoord vai minister Toxopeüs op de eerste \Taag van de heren Patijn, Diepenhorst en fxwzv waarin de minister verklaarde, ^t het hem gebleken was, dat een r.k. „rJDiaire middelbare school te HoUan-%n niet in de door zijn ambtsvoorgan--gf wensehjk geachte spreiding van dit 5chooit\'pe paste. Wij betreuren het dan g(^ zeer, dat de minister niet bereid is ^ aan de desbetreffende school verjeende subsidie in te trekkerj.

naar wij in eerste termijn over deze jj^estie reeds het één eni ander in het niidden hebben gebracht, zullen vvij (jjans hierop niet terugkomen, maar wel ^len wj er op wijzen, dat hierbij van

schromelijke diskriminatie

vari het protestants-ehristelijke ten' aandien van het rooms-katholieke onderwijs in Nieuw-Guinea moet worden gesproj; en. Het is toch zo gesteld, dat in 1954 door het goevemement aan de protestants-ehristelijke vervolgsohool te Joka, }ioewel zich voor deze school tal van leerlingen meldden, de verleende subsidie wèl werd ingetrokken. Nu het echter een rooms-katholieke school te Hollandia betreft, die daar gekomen is tenen het aangegeven regeringsplan in en waarvoor men van

heinde en verre

leerlingen aan moest slepen om voor siïbsidie in aanmerking te komen, terwijl voorts, ondaniks het daartoe .gedane verzoek, voor parallelklassen ten behoeve van de bestaande protestants-ehristelijke p.m.s. te HoUandia, die voldoende leerlingen daarvoor had, geen subsidie werd verstrekt, wordt intrekking van subsidie voor die school door regering afgewezen. Het is te begrijpen. Mijnheer de Voorzititer, dat dit in Nieuw-Guinea en Nederland een zieer zwaar te verteren zaak is, welke tot in kngte van jaren de gemoederen bij de gedachte er aan met ergemis zal vervullen. Elr is echter nog meer. De minister heeft gisteren ook verklaard, dat er een

tweede rooms-katholieke p.m.s.

te Merauke komt. Ten aanzien hiervan wist de minister al precies te zeggen wat zijn plan is, dus zonder voorafgaand onderzoek en ook zonder voorafgaand overleg met de zending. Ten aanzien van het protestants-ohristehjke primaire middelbaar onderwijs gaf de minister slechts een voorbeeld van wat mogelijk 2WU kunnen gebeuren, namelijk dat de openbare p.m.s. te Sorong in een protestants-ehristelijke zou worden omgezet. De staatssekretaris heeft daaraan nog het één en ander in de vorm van overwegingen toegevoegd, m, aar er zal nog moeten worden afgewacht wat hiervan in de praktijk verwezenlijkt wordit, alsook binnen welke tijd, en tevens of er in het vervolg bij het toekennen van subsidies rekening zal' worden gehouden met het feit, dat de protestanten in Nieuw-Guinea ver in de meerderheid zijn. wat het nodig maakt, dat er met het

fifty-fifty systeem,

waarover zoveel ontstemming bestaat, finaal gebroken wordt. Mijnheer de Voorzitter, gezien het grote gewicht der onderhavige kwestie, achten wij het nodig, dat die regering de pertinente toezegging doet, dat zij, alvorens enig ander subsi diëriu'gsplan ten uitvoer te Iwengen, aUereerst subsidie zal toekennen aan de protestants-ehristelijke p-'m.s. te HoUandia voor het vormen van parallelklassen aan deze school, voor een protestants-christelij'ke p.m.s. te Biak en "iat zij voorts ook de openbare p.m.s. te Sorong, waarvan de leerlingen van protestants-chiistelijken huize zijn, zoals de minister zeide, in een protesitantsohristelijke p.m.s. zal omzetten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1960

De Banier | 8 Pagina's

Begroting van Nieuw-Guinea

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 april 1960

De Banier | 8 Pagina's