Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de Partijpenningmeester

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de Partijpenningmeester

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het lijkt mij nuttige speciaal voor onze jongere lezers, eens enjkele artikelen te schrijven over het 'ambt van de overheid. Het is mijn bedoeling in enkele korte schetsen de oorsprong en het ontstaan der overheid te behandelen alsmedfe de taakom'schrijving te geven, waarbij wij zowel op verleden als heden willen letten.

Wij lezen in Rom. 13: „Alle ziel zij de machten over haar gesteld onderworpen, want er is geen macht dan van God, en de machten, die er zijn, zijn van God verordineerd".

Hiemit kunnen wij dus besluiten, dat de overheid regeert bij de gratie Gods en niet bij de gratie van het volk. Alle gezag is aan God ontleend. God Zelf is de Oppersoeverein, Die de wereld en haar inwoners heeft voortgebracht en alles bestuuit tot een zeker bepaald einde. Gods wijsheid en wetenschap zijn volmaakt. De mens is door Hem in het paradijs gesteld tot een pronkjuweel van Zijn schepping. Hij kende Gods wil, en Zijn wet was hem ingeschapen. Hij was beelddragei-Gods, welk beeld bestond in kennis, gerechtigheid en heiligheid. Als dieze toestand bestendig was gebleven, was er geen plaats geweest voor het ambt der overheid. De overheid is er cm der zonde wil, want de noodzaak der overheid kwam al spoedig openbaar na de val.

In de val heeft de mens zich van God losgescheurd. Hij raakte hierdoor ver­ duisterd in het verstand, zijn wil werd verkeerd, zijn hartstochten ongeregeld, ja alle gedachten des mensen werden — gezien in het licht van Gods heiligheid — te allen dage alleenlijk boos. Toen die mens van God afviel is hij de satan toegevallen, de mensenmoorder van den beginne. De gevolgen konden niet uitblijven, want de mens, overgegeven aan het goeddunken van zijn boos hart, is tot alle dingen in staat.

Kain doodt Abel en is zwervende en dolendie voor Gods aangezicht. Lamech gaat verder en beroemt zich, dat hij een man doodsloeg om zijn wonde en een jongeling om zijn buil. En het proces van ontreddering en vervwrding gaat steeds verder, zodat in Noachs dagen de ganse aarde met wrevel was vervuld, zodat de Heere zeide: „Mijn Geest zal niet in eeuwigheid twisten met de mens, dewdjl 'hij ook vlees is, doch zijn jaren zullen zijn honderdentwintig jaar".

Na deze tijd heeft de Heere de inwoners der aarde door de zondvloed verdelgd, waarbij alleen het huisgezin van Noach in de ark behouden werd, daar Noach genade vond in de ogen des Heeren.

Wij stellen dus vast, dat er ^een grote ongebondenheid over het mensdom is gekomen, die de Heere in Zijn algemene genade nog beteugelt, opdat het leven Op aarde mogelijk zal blijven. Om die ongebondenheid verder te beteugelen, bedient hij zich van mensen, die over ons gesteld zijn, die wij onderworpen moeten zijn. Dit zijn mensen, die Hij met gezag bekleedt, machten, die over ons gesteld worden, de overheid.

De instelling van het ambt der overheid treffen wij aan na de ondergang der eerste wereld bij het Noachitisch verbond. Die des mensen Hoied vergiet, zijn bloed zal door de me: is vergoten worden, want God heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt. Hier geeft dius God aan een mens het zwaard in handen tot straf der bozen en bescherming der vromen.

Met de toenanie der bevolking is dit overheidsinstituut geleidelijk uitgebreid, al naar de aard der behoefte der verschillende volken. God verhoogt mensen tot vorsten en bekleedt ze met majesteit en gezag. Ook vernedert hij vorsten. Ge 'kent het geval van Nebukadnezar, die in uiterste hoogmoed uitliep: „Is dit niet het Babel, dat ik gebouwd heb". Hierop moest hij een vernedering van 7 tijden ondergaan. Daama — zegt hij — kwam mijn glans weder op mij en mijn geweldigen zochten mij weer. Israël heeft zijn richters gehad en later zijar koningen. Israël was echter een theokratisch volk, dat wil zeggen het had een Godsregering. Het ontving zijn wetten rechtstreeks van God. Er was wel plaats voor een overheid, maar niet voor een koning. Het volk begeeixle echter in de dagen van de laatste richter Samuel een koning. Deze begeerte was kwaad in de ogen des Heeren, want Hij gaf hun een koning in Zijn toom en nam hem weg in Zijn verbolgenheid. Daarna gaf Hij het volk een koning in Zijn gunst. David, de man naar Gods hart.

David, de man, die van zichzelf verklaarde: „Hoewel mijn huis alzo niet is bij God, nochtans heeft Hij mij een eeuwig verbond gem-aalct, dat in aïïes wel geordineerd en vast is, hoewel Hij het nog niet heeft doeni uitspruiten". En waar dit nu een vorst was, die in verbondsgemeenschap met God stond, denken wij onwillekeurig aan de eerste vorst van het Huis van Oranje, Prins Willem I, die eveneens met God in verbondsigemeenschap stond. Doch hierover een volgende keer.

Er zijn weeii verschillende giften de afgelopen week binnengekomen, tot een totaal bedrag van ƒ 112..50. Met hartelijke dank aan de milde gevers en geefsters verantwoorden wij deze giften als volgt:

G. de R. te O. ƒ 10.—; kiesvereniging Scheveningen ƒ 50.-; H. A. H. te O. a.d. IJ. ƒ 15.-; M. H. te S. ƒ 2.50; kiesvereniging Stavenisse ƒ 10.—; G. V. te H. ƒ 2.50; St. Aama ƒ 10.-; kiesvereniging Den Helder ƒ 12.50.

Het stemt ons tot grote dankbaarheid, dat elke week weer giften binnenkomen voor ons werk. Van 17 maait tot en met de huidige verantwoording mocht uw penningmeester ƒ 1.002.50 aan vrije giften ontvangen. Dit is ©en offervaardigheid, die tot verwondering strekt. Wij hopen van harte, dat velen, die nog niets van zich lieten horen, thans ook een steentje zullen bijdragen. Het gironummer van de penningmeester der S.G.P. is 11.95.60; adres: Rotterdam-N., Schiebroekselaan 46b.

Het totaalbedrag aan vrije giften, dat van 1 januari 1960 tot heden binnenkwam is ƒ 1.211, 20. De verdelina van dit bedrag is als volgt:

Giften van totaal 19 kiesverenigingen............ ƒ .339.— Giften van partikulieren ƒ 872.20 Totaal......... ƒ 1.211.20

Wij hopen, dat die kiesverenigingen, die tot heden niets ovennaakten, de positie van hun kasmiddelen eens willen nagaan, om vast te stellen of er geen ruimte overblijft voor een gift ter versterking van de partijkas.

De aktie tot werving vao nieuwe abonnees voor , , De Banier" gaat gestadig door. De afgelopen week boekten de medewerkers 12 nieuwe abonnementen, en wel 1 in Amsterdam, Enter, Hazerswoude, Lopik, Oostburg, Putten, Sliedrecht. Souburg, SpijkeniSiSe en drie in Urk. Hartelijk dank voor aller medewerking. Moge het lezerstal wekelijks in steeds toenemende mate groeien. Wij boekten van 17 maart tot heden 97 nieuwe abonnementen. Laat ook zo ons beginsel verbreid worden.

R.

J.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1960

De Banier | 8 Pagina's

Van de Partijpenningmeester

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 mei 1960

De Banier | 8 Pagina's