Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Toto-debatten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Toto-debatten

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor het bijwonen van deze debatten bestond een enorme ; belangstelling. Deze was, zo wij ons dit goed herinneren, zelfs een grotere belangstelling dan toen de beslissing genomen werd over de soevereiniteit van ïndië. Dit toont wel dmdelijk aan in welk een materialisme wij vervallen zijn. Er was geen plaats onbezet gebleven op de gereserveerde tribunes, terwijl men elkander verdrongen had om een plaats op de gewone tribune te bekomen. De belangstelling heeft twee volle dagen geduurd. Allerlei gissingen zijn er gemaakt alvorens tot stemming werd overgegaan, welke reeds donderdagavond plaats gegrepen heeft, terwijl velen in de veronderstelling verkeerden, dat deze eerst op dinsdag 12 jidi zou plaats hebben.

De Kamer bood een geheel ongewone aanblik. De fotografen en de mannen van de televisie drentelden er vrij en ongehinderd.

De ministers Beerman en Cals en de staatssekretaris Scholten hoorden op het oog goed gemutst de döbatten aan. Het stond van de aanvang af wel vast, dat er geen oöbeperkte toto met een onbeperkte hoofdprijs zou ingevoerd worden, terwijl er zo goed als zeker te wachten stond, dat er tot een inleg van 2 gulden zou besloten worden, waartegen de S.G.P. en de A.B.P. hun stem hebben uitgebracht.

Met spanning werd er uitgezien naar de redevoering van Prof. C. P. M. Bomme, welke daarin een uitspraak zou doen over de hoogte van de toto^rijs. Deze liet in zijn rede doorschemeren, dat als de regering niet verder wilde gaan dan een totoprijs van ƒ 25.000.—, hij desnoods het risiko wilde nemen, dat het wetsontweip werd ingetrokken. Zo ver is het edhter niet gekomen. De regering is er toe overgegaan om de hoofdprijs op ƒ 50.000.— vast te stellen.

Dit was in het geheel niet naar de zin van het Kamerlid Mr. P. A. Blaisse, die een voorstander was van een onbeperkte voeflbaltoto. Hij stak zijn teleurstelling, dat de regering er niet toe overgegaan was om een onbeperkte hoofdprijs voor te stellen, verklarende dat hij daarover uitermate teleurgesteld was, niet onder stoelen en banken. Volgens hem was dte verdraagzaamheid hier verkeerd toegepast en hij achtte een maximumprijs onaanvaardbaar. Hij voegde daar aan toe, dat hij voor zijn standpunt bij de K.V.P. veel waardering gevonden had. Deze verklaring ontlokte een daverend gelach van zijn kollega-Kamerleden, die wel wisten dat hij slechts een klein deel van zijn fraktie achter zich had. Hoewel mede-indiener van een amendement voor een onbeperkte hoofdprijs, sprak Mr. Blaisse nu over een maximum van ƒ 100.000.—, want, zo zeide hij, dit is een begrip geworden, waar wij in de staatsloterij al precies 200 jaren mee werken. AI met al vond hij het wetsontwerp pover en bleef hij aandringen op een onbeperkte hoofdprijs en een inzet van ƒ 2.—. Dit wetsontwerp is onverstandig, onsympatiek en inhaalbaar, verklaarde hij tenslotte. Het was wel een heel vreemde wijze, waarop Mr. Blaisse zijn gezicht zocht te redden. Bijzonder fel en scherp is het regeringsvoorstel door Mr. M. Vrohjk (P.v.d.A.) bestreden. Hij gaf de K.V.P. een veeg uit de pan, toen hij zeide dat de K.VJP. als eerste politieke partij bij de verkiezingscampagne van 1956 aan de toto aandacht geschonken had. Vervolgens verklaarde hij, wat wel vreemd uit de mond van een socialist klonk, die toch voor voor staatsbemoeienis allerminst bang is, dat het er nog maar aan ontbreekt dat dit kabinet ons zou voorschrijven hoeveel geld vsdj aan rookgerei mogen uitgeven. Weg met de beperkingen, zo vervolgde hij, die alleen te verklaren zijn uit de moeilijkheden van dit kabinet.

Een gefrusteerde toto zou, volgens Mr. Vrolijk, een kompromis zijn en Prof. Romme zou daarop aansturen.

U hebt toch niet mijn speech zitten inkijken? — interriunpeerde Prof. Romme met het stellen van een vraag.

Mr. Vrolijk zeide dat dit niet het gevai was, maar hij vroeg zich af of vwj hier te doen hebben met een staatsstuk of een huishoudboekje van een gezinsverzorger.

Maar gouverner cast prévoir (regeren is vooruitzien) — interrumpeerde minister Cals.

Ja, maar dan alleen voor de toto, merkte Mr. Berkhouwer onder gelach op. Toen hij daarna het Rolot-beleid aanviel, betoonde Mr. Beerman zich geërgerd. Wij zitten hier te passen en te meten, te spinïien en te plassen over één of twee gulden per week, terwijl bij de Rolot dat onbeperkt is — zeide Mr. Berkhouwer.

Maar dat is toch bij iedere loterij, merkte 'Mr. Beerman verbolgen op.

Maar dit is een nieuwe loterij, gaf Mr. Berkhouwer ten antwoord.

Ik zal het uitleggen, beloofde Mr. Beerman.

Wij voor ons vinden het Rolotnbeleid van Mr. Beerman allerminst principieel en keuren het ook beslist af.

Dr. I. N. 'Diepenhorst voerde bij deze gelegenheid het woord voor de C.lH.U.fraktie. Hij vroeg waarom de regering hier een wetsontwerp had ingediend, terwijl de materie beter door tijdelijke vergunningen had kunnen geregeld worden. Naast de vele bezwaren zag hij nergens in de Bijbel het kansspel veibodeii. Hij vroeg wel een beperking van de hoofdprijs, al erkende hij dat de meerderheid - van ons volk de toto accepteerde, en hij voegde daar aan toe, dat bet zeker niet etisch is te doen of men alleen in de wereld is.

Dr. Bruins Slot verklaarde zijn stem te zullen uithrengen tegen het wetsontweip, zeggende: schadelijke praktijken moeten niet gekanaliseerd worden, maar moeten verboden worden. Overigens worden de gronden, waarop dit wetsontwerp rust, door zijn partij veroordeeld, hetgeen wel overbekend is.

Ook Ir. van Dis heeft namens de S.G.P. bij dit wetsontwerp gesproken. Op een uitnemende wijze heeft hij daartegen zijn principiële bezwaren uiteengezet. In dit nummer van , jDe Banier" zal ook zijn rede worden weergegeven, daar de toto nog in het brandpunt van veler belangstelling staat.

Aan wederzijdse scherpe, soms wrange opmerkingen en verwijten heeft het in dit debat niet ontbroken. Meermalen is het daarbij op een verre van kalme, maar wel terdege opgewonden wijze naar toe gegaan, waardoor het soms erg rumoerig jn de Kamer was.

Alle mogelijkheden heeft minister Beerman aangewend om zijn wetsontwerp tot wijziging van de Loterijwet in de overvolle Tweede Kamer, waarbij hij een izeer aandachtig gehoor had, aangenomen te krijgen. Hij begon met zichzelf toe te geven, dat de belangstelling voor dit wetsontwerp ongekend groot was. Hij bracht daarbij in herinnering dat de loterijen immer aan banden zijn gelegd en dat wat de voetbaltoto aangaat, niemand eal kunnen ontkennen dat er hier gevaren aan verbonden zijn.

De minister bestreed allereerst de argumenten van de tegenstanders, als zou de toto door en voor de sport zijn. Bij de regering heerst oprechte twijfel, of een grots opgezette tot met hoge maxima niet de essentiële eigenschappen van een goede sportbeoefening vooral onder de jeugd eerder in gevaar brengt dan bevordert.

Daarvoor ging hij terug tot het anti-totostandpunt, zoals de Koninklijke Nederlandse VoeWbal Bond dat tot 1956 verkondigde. Nu is het misschien zo, dat de regering het bestuur van deze bond meer au séiieux neemt dan het zichzelf doet. Het is wel zo gesteld, dat de voorgestelde beperkingen niet de instemming van de gehele Kamer hefcben.

Daarbij keerde hij zich in het bijzonder tegen de P.v.d.A. en tegen Mr. Vrolijk, welke hij een kapitaUstische gezindheid ten laste legde.

Met een beroep op het rapport-Wiarda verdedigde de minister de maximum-inzet.en het toestaan van slechts één toto, waarna hij tot zijn belofte kwam ook charitatieve instellingen nog een kans te geven, tenminste als er daarvoor een breed front bestaat.

Rolot vond hij niets nieuws en ook niet verwerpelijk. Ook bij de toegestane twee Rolot-spelen zijn de maximumprijzen niet hoger dan ƒ 25.000.-.

Aangezien de regering er veel aan gelegen is, dat het wetsontwerp wordt aangenomen, kwam de minister vervolgens tot zijn verdubbeling van de maximumprijs van ƒ 50.000.—, met daarna te verklaren: Als de Staten-Generaal niet medewerkt aan het verschaffen van een wettelijke basis aan de top, dan maakt hij het niet mogelijk om de bestaande toestand te bestendigen. Ik zal de toestand in het vergunningsbeleid dan afstemmen op artikel 3 van de Loterijwet. In zijn dupliek herhaalde Mr. Beerman, dat van een onverminderde voortzetting van het vergunningsstelsel bij eventuele verwerping van het wetsvoorstel geen sprake kan zijn. Hij maakte duidelijk, dat elk amendement, dat uitgaat boven de ƒ 50.000.— als hoofdprijs, een inzet van ƒ 2.— en slechts één toto, zal leiden tot intrekken van het wetsontwerp, met een herzien van het wetsontwerp tot gevolg. Verwerping zou ook politieke spanning met zioh brengen.

Het was stampvol in de Kamer toen het op de beslissende stemmingen aankwam. Eerst kwam het amendement Vrolijk van m, eer dan één toto in stemming. De uitslag van de stemming over dit amendement, dat door minister Beerïnan onaanvaardbaar was verklaard, was dat het met 61 stemmen voor en 83 tegen werd verworpen. De helft van de V.V.D.-fraktie had zijn stem voor het amendement uitgebracht.

Daarna had de stemming plaats over het niet als onaanvaardbaar verklaarde amendement tot verhogen van de maximuminzet tot twee gulden. Alleen de protestants-christelijke partijen stemden hier tegen.

Vervolgens kwam het amendement voor een onbeperkte totohoofdprijs in stemming. De uitslag van de stemming was:08 voor, 76 tegen.

Even later had de stemming over het gehele wetsontwerp plaats. Mr. B. W. Biesheuvel was de enige van de Anti-Revolutionairen, die zich vóór verklaarde, de C.H.U. op twee na, en ook de V.V.D. op Mr. Geertsema na. De uitslag was:76 stemmen voor, 68 stemmen tegen.

Zo is dan de mogelijkheid tot gokken vergroot. Wij 'betreuren dit in hoge'mate. Dit zal er ongetwijfeld aan medewerken dat ons volk nog verder wegzakt in materialisme en stofvergoding, waarin het al zo schrikbarend ver weggezonken is. Wel groot is de verantwoordelijkheid van de regering, die daaraan heeft medegewerkt.

Wij zouden deze verantwoordelijkheid voor geen prijs ter wereld willen dragen.

Want het kan nergens anders toe leiden dan dat het in ons land van kwaad tot erger gaat.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's

De Toto-debatten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's