Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

CCIV.

Sterke tegenwerking van de zijde van het openbaar onderwijs bij oprichting vrije, christelijke scholen.

Hoewel volgens de lager-onderwijswet van 1857 het onderwijs op de openbare school strikt neutraal behoorde te zijn, werd daaraan in verscheidene plaatsen niet voldaan. Zelfs door 'hen, die de aangewezen personen waren om voor een juiste uitvoering dier wet zorg te dragen, werd dit nagelaten met het oogmerk der oprichting van een bijzondere school tegen te werken en zo mogelijk te verhinderen. Zo gebeurde het, dat toen er te Oosterwolde plannen werden gemaakt om aldaar een bijzondere school te stichten, de 'burgemeester aan de onderwijzer deir openbare school de opdracht 'gaf om tweemaal per week les te geven in de Bijbelse geschiedenis. In Friesland werd al evenzeer al het mogehjke gedaan om de oprichting van een vrije, christelijk© school tegen te gaan. Toen nameüj'k het gemeentebestimr van de gemeente Wonsieradeel er kennis van kreeg, dat men te Makkum een bijzondere scliool wilde oprichten, liet het aan de ondenvijzei-s van de tien scholen in genoemde , gemeente weten, dat zij op bijzondere tijden van de week meermalen de Bijbel moesten gebruiken, nadat de roomse kinderen de school verlaten hadden.

Vooral de gemeente Doornspijk levert er wel een frappant voorbeeld van waartoe men in staat was wanneer het er Om ging de bijzondere, christeUjke school af te breken. Het was daar toch vóór 1866 zo gesteld, dat het geven van godsdiensitonderwijs op de openbare school absoluut verboden was. De wet van 1857 werd aldaar dus streng na­ gekomen. Zelfs zó streng en zo van vijandschap tegen Gods Woord getuigend, dat de schoolopziener er sommige schoolboeken had' laten verbranden.

Toen er echter in deze plaats in 1866 een christelijke school werd opgericht, waardoor de openbare school op negen leerlingen na leegliep, draaide hij plot-.seling om als een blad aan de boom. Hij stond nu toe, dat het hoofd der openbare school de Bijbel gebruikte, wat niet zonder succes bleek te zijn, want aan het einde van 1866 was het aantal leerbngen der openbare school er tot twintig toegenomen.

In de gemeente Oldebroek handelde het gemeentebestuur al evenzeer in strijd met de wet. Daar was het sedert jaren de gewoonte, dat de leeaiingen van de openbare school zelf een Bijbel meebrachten. Deze gewoonte was tengevolge van de wet van 1857 blijkbaar verslapt, want 'in 1862 legden de wethouders aan de burgem6es.ter het voorstel voor de Bijbel op de openbare school in te voeren, waarmede deze akkoord ging. Enkele jaren later deed zidi in dezelfde gemeen-te zelfs het verschijnsel voor, dat er door het gemeentebestiuiT voor gebruik op de openbare school dertig Oude en Nieuwe Testamenten verstrekt weiden, waarin elke vrijdagmiddag onder schooltijd gelezen werd. Hierna werd dan bet gelezens door de onderwijzer verklaard.

Nog een ander treffend staaltje van tegenwerking wanneer er sprake was van het oprichten ener bijzondere school levert de gemeente Dokkum in Friesland. Zodra de tegenstanders hiervan de lucht kregen, zonden zij circulaires rond, waarin beweerd werd dat een vrije christelijke school niet nodig was, daar de openbare school een christelijk karakter bezat en ook volgens de wet christelijk mocht zijn. In het vervolg zullen wij zien, dat dit optreden van de voorstanders der openbare school voor Mr. Groen van Prinsterer aanleiding was om er krachtig tegen te protesteren toen hij in 1862 weer deel ging uitmaken van de Tweede Kamer.

Er was echter nog meer wat in het nadeel van de bijzondere school was. Hiertoe behoort onder meer het verstrekken van kosteloos onderwijs. De gemeentebesturen hadden daartoe het recht reeds in de tijd toen er van vrij onderwijs nog geen sprake was. 'Het is dus niet onomstotelijk te bewijzen, dat van dit recht gebruik werd gemaakt om de bijzondere school tegen te werken. Wel echter geeft het te denken, dat het meermalen gebeurde, dat er nauwelijks een bijzondere school met een matig schoolgeld was geopend, of het gemeentebestuur ging er toe over om het schoolgeld op de openbare school te verlagen of het onderwijs op deze school zelfs geheel kosteloos te maken. Ook hiervan bestaan frappante voorbeelden.

Zo hadden in de gemeente Onstwedde voorstanders van het bijzonder onderwijs plannen gemaakt om twee bijzondere scholen te stichten, één te Onstwedde en één te Stadskanaal. Er was reeds een bouwkommissie benoemd, doch wat gebeurde er? Op voorstel van de burgemeester besloot de gemeenteraad het onderwijs op de openbare school kosteloos te maken. Nu was deze burgemeester tevens aangesteld over de gemeente Vlagtwedde. In deze plaats echter was het aantal voorstanders van bijzonder ondervsdjs zó klein, dat daar de oprichting van een christelijke school niet te duchten was. En nu deed zich dit voor, dat deze btirgemeester in de gemeente Vlagtwedde zich vóór schoolgeldheffing verklaarde. Het is te begrijpen dat zulk een t\veeslachtige houding door de voorstanders van het bijzonder onderwijs werd toegeschreven aan opzet.

Ook in de gemeente Lemsterland nam de gemeenteraad het besluit het schoolgeld op de openbare school af te schaffen, ongeveer terzelfder tijd dat daar plannen werden gemaakt een christelijke school te stichten, ofschoon men daardoor 946 gulden aan inkomsten moest missen. En in Aarlanderveen werd hetzelfde door het gemeentebestuur gedaan ruim een jaar nadat aldaar een bijzondere school was opgericht.

Om maar niet meer voorbeelden te noemen, zij tenslotte nog gewezen op de gemeente IHoogeveen. Toen aldaar in 1864 plannen werden beraamd om de bestaande christehjke school uit te 'breiden, dienden de openbare onderwijzers een adres bij het gemeentebestuur in om het onderwijs op de openbare school kosteloos te doen geven, of indien dit geen meerderheid kon vinden, dan in elk geval over te gaan tot het aanmerkelijk verlagen van het schoolgeld. De bedoeling, die hier achter zat, was kennelijk om het bijzonder ondenvijs tegen te werken.

{wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 juli 1960

De Banier | 8 Pagina's