Meditatie

En dUe kastijding, als die tegentcoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid degenen, die door dezelve geoefend zifn. Hebreen 12 : 11

Geen oorzaalc van vreugde.

Dat begeert de natuurlijlce mens immers we]. Voorspoed en geluk, vreugde en Mijdsehap moeten zijn leven vullen, vol maken. Als een 'bii dartelt de mens van de ene bloem naar de andere, om er de heerlijke honing uit te puren. Plulc de (lag! Verberg uw onrust achter een zonnig gezicht en een blijde lach. „Tob niet, 't komt toch anders!" is de lijfspreuk van de doorsnee twintigsteeeuwer. Want er regeert blijlabaar geen zorgend God, geen kastijdende Vader van de hemel uit, over de stervelingen. Maar het blinde lot zou je kunnen treffen, en daarom: leef je maar uit. Geniet maar. Lach en vergieet! (Kent ge die wereldse praat? ).

En daar opent de vorst der duisternis — op zijn hoge ibergen van genot en vreugden der wereld u rondleidend — uw oog voor alle schittering en klatergoud, dat hij te bieden heeft. Hij biedt aan en.... hij néémt aan: uw hart; zo vervoert hij de kinderen der ongehoorzaamheid tot een eeuwige rampzaligheid.

Christus heeft deze verzoeking van satan, die schijnbare lichtengel, met zijn donkere begeerten, doorleefd en deze vuurproef doorstaan. „Looft de iHeerel" juicht de kerk, ziende op Hem.

Nu kunnen ze de vreugden missen, en aanvaarden ze de hjdenskelk, en ze zeggen er soms het „Dank U, Vader, voor het lijden!" nog bij. Onbegrijpehjk! Tegen elk redelijk begrip schijnt het in te druisen. En toch gebeurt het. De kerk belijdt het in Jesaja 12: „lic dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweest zijt”.

Droefheid komt dan als een donker floers over de ziel.

Heb mijn tranen onder 't klagen tot mijn spijze, dag en nacht.

Gods kind beweent de 'breuk, die de zonde in alle levensverhoudingen geslagen heeft. Ën als hij niet onder God bukt en onder Zijn kastijding valt, om de roede te kussen, kan hij tegen Gods leiding intomen en klagen: „Waarom ga ik al de dag in het zwart? ” {Psalm 42).

Het awart der rouw siert de vleselijk levende mens niet. De moderne mens kent praktisch geen zwarte kleren, geen rouw-Weren meer. Gods volk wordt het rouw-Meed aangetrokken. Gods kastijding is hun deel. Met deze wijze bedoehng van de Allerhoogste: om in Christus ze zéér vrolijk te doen zijn in de Heere (Psalm 80):

Gij hebt mijn weeklacht en geschrei veranderd in in een blijde rei; mijn zak ontbonden....

Ja, de Heere heeft in Zijn verbondstrouw een Messias, Profeet, Priester en Koning, door Geestes-zalving aan Zijn treurend Sion verbonden. Hij kwam — volgens Jesaja 61 — om alle treurenden te troosten, dat die treurenden Sions zou worden beschikt sieraad voor as, vreugdeohe voor treurigheid, en een gewaad des lofs voor een benauwde geest.

Rijken worden ledig weggezonden, maar armen met heilsgoederen vervuld.

Christus spreekt daarom op Zijn berg zalig die treuren; die arm zijn van geest; die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid; die nu treuren, want hun droefheid zal veranderen in geluk. Ze mogen hopen op God, de God des heils, een God van volkomen zaligheid. Want Hij schenkt uit goedheid, zonder peil, hun 't eeuvidg, zalig leven (Psabn 68).

Maar het tronenbrood blijft in dit Meseeh, in dit baka-dal (= tranendal); het geestelijk vasten om hun zonde en Godverlating is het kenmerk van al Gods kinderen.

Is het, door genade, uw deel? Kenmerkt het uw geestelijke wandel voor God?

Zo hebben we in het voorafgaande reeds mogen uitstippelen wat Gods kastijding in de tweede plaats werkt, namelijk oefening in de Geest. Want de droefheid naar het vlees, en de droiefheid naar de wereld, werkt de dood, maar de Geestesdroefheid naar God werkt een onberouwelijke bekering tot zaligheid.

De oefening tot godzahgheid is zo noodzakelijk. Vlees en wereld zijn daar; zonde en inklevend bederf. Bid maar nooit om bekering van uw vlees en bloed. Neen, daaraan dient ge gekruisigd te worden. Paulus zegt: Ik ben de wereld gekruisigd". Hij is voor de wereld met haar begeerlijkheid, met haar grootsheid des levens en begeerlijkheid des vleses, als het ware dood. Elk kompromis wijst hij af. Geen samenstelling, geen harmonie tussen mammon en de Heere. „De Heere zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen" (Deut. 8, vgl. met Matth. 4 : 8—10). Daarom zucht de Heilige Geest in het herboren zondaarshart. Want het bedenken des vleses is vijandschap tegen God, maar het bedenken des Gestes is vrede en blijdschap door de Heilige Geest. Dit is het waarachtige, het eemvige leven (Rom. 8, vgl. met Joh. 17).

De natuurliike mens oefent zich in het vergaderen van schatten op de aarde; bedenkt zich eer, maoht en aanzien te verwerven; de goddeloze overlegt op zijn leger welke zondepaden hij zal bewandelen om zijn hartewens te verkrijgen, met als einde, als vruc'htgevolg der zonde: de dood, de eeuwige dood naar lichaam en ziel beide.

O gehefde lezer, om hoe grote dingen gaat het! Hoe komt het er op aan voor de eeuwigheid, dat ge het vlees niet verzorgt tot begeerhjkheid, maar dat ge satan wederstaat en u laat oefenen in het Geestes-strijdperk, ziende op Jezus, de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Hebt ge misschien nog niet ten bloede toe gestreden? Spaart ge nog een laatste bolwerk in uw leven, waar ge de Heere in Zijn Woord en Geesteswerldng de weg verspert en niet wenst toe te laten? O, laat af; laat los, en gij 2xilt losgelaten worden. Het kan en mag nu nog, maar de tijd is voorts kort, en ge haast u naar uw eeuwige huis.

De moderne tijd is, evenals die van de Grieken en Romeinen, vervuld met lichamelijke oefeningen. De sportmaniakken worden als helden omkranst en met lauweren omhangen. Het is evenwel een verwelkelijke, verderfelijke kroon. Als ge meer niet hebt, ge zult u eeuwig vervloeken, op zo grote zaligheid, in Christus' kruisverdienste en in Geestes-oefening ons voorgestel dj geen acht te hebben geslagen.

En wie voor hen heeft gebogen, wie meegeklapt heeft, mee-bewonderd, ach, hoe zullen ze beschaamd staan: ant hun afgoden zijn van vlees en bloed. Tie zullen worden tot een eeuwig afgrijzen (Daniël 12 : 2).

Neen, we nodigen u uit tot de oefening des Geestes, tot hemelse gymnastiek. iDie is tot alle dingen nut, daar er aan verbonden is een belofte voor tijd en eeuwigheid geldende.

St.Maartensdijk

Ds. J. v. d. Haar

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen