Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Welke tijden, welke zeden  beleven wij toch!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welke tijden, welke zeden beleven wij toch!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is in hoge mate ontstellend, indien Avij daarop acht slaan. Het verval van zeden openbaart zich op een zeer ontstellende wijze. Daar bestaat een verklaarbare reden voor. Een deel van onze jeugd groeit op zonder enige kennis van God en Zijn geboden. Het gaat hoe langer hoe meer naar de inspraken van zijn verdorven natuur leven. Schaamteloos gaat het zich aan allerlei misdrijven te buiten. Het is wel niet zo, dat deugdelijk onderwdjs een mens kan bekeren, maar toch kan het een middel zijn waardoor hij voor het bedrijven van openbare zonden bewaard wordt. Van een jeugd, welke in bandeloosheid opgroeit, is dit niet te verwachten. In de kringen van die jeugd is de zonde geen zonde meer. Daarin wordt zij niet als het hoogste kwaad, wat zij in het oog van God toch is, aangemerkt.

De gevolgen van zulk een opvoeding vertonen zich op een alleszins verontrustende manier. De jeugdkriminaliteit in de hoofdstad van ons land is in de eerste helft van dit jaar met 25, 1 procent ten opzichte van de overeenkomstige periode van 1959 gestegen. Het cijfer is gemeten naar het aantal door de politie gepakte jeugdige daders van misdrijven. Ook is het aantal aangiften in Amsterdam sterk gestegen, zodat men met alle recht kan spreken van een sprongsgewijze toe-.aeming van de jeugdkriminaliteit.

Dit blijkt op overtuigende wijze uit de laatste cijfers, die het bureau tot vooikoming van misdrijven van de Amsterdamse politie heeft verzameld.

Daaruit komt vast te staan, dat autodiefstal in de eerste helft van dit jaar is bedreven door 105 daders, voornamelijk jeugdigen tussen de 17 en 25 jaar, tegenover 193 in het gehele jaar 1959.

Fietsen en bromfietsendiefstal: eerste helft va« dit jaar 247 jongens, jonger dan 18 jaar, tegenover 277 in het gehele jaar 1959.

Diefstal met braak: eerste helft van dit jaar 84 jongens, jonger dan 18 jaar, tegenover 94 in het gehele jaar 1959.

Winkeldiefstallen: eerste helft van dit jaar 272 meisjes en jongens, jonger dan 18 jaar, tegenover 384 in het g-Jiek-juai 1959.

Hieraan kan nog toegevoegd worden, dat in Velzen de politie er achter is gekomen, dat 40 tot 50 inbraken zijn gepleegd door dertien dadertjes van 13 tot 15 jaar, onder leiding van de hoofdman van de bende, een vijftienjarig knaapje uit IJmuiden-West.

Een jaar lang heeft de gemeentepolitie gezocht om deze onverklaarbare aangelegenheid tot een oplossing te brengen. Hierbij trok dezer dagen een jongetje van 13 jaar de aandacht van de politie, omdat deze grote verteringen maakte. Hij werd geschaduwd en tenslotte heeft de politie een bezoek gebracht aan zijn ouders, waar het knaapje door de mand viel en tot bekentenis van de diefstallen en inbraken werd gebracht.

Dertien knaapjes werden daarna in de loop van de dag naar het politiebuj'eau in Velzen gebracht. Elf zijn er in de loop van de dag op vrije voeten gesteld, maar twee werden opgesloten, omdat zij de leiding in handen hadden, waarna één van hen voor de officier van justitie geleid is.

Totaal twintig tot dertig inbraken hebben zij bekend, waarbij zij honderden guldens gestolen hebben. Zij verdeelden de opbrengst en maakten er een uitgaansdag van.

Voor de ouders van de kinderen was het een volkomen verrassing dat hun kinderen deel van de bende uitmaakten.

Als de kinderen op roof uitgingen, ging dit meestal onder het mom van: even op straat spelen, of naar het strand om te zwemmen. De politie gelooft, dat de sneeuwbal van de bende van dertien in de komende dagen nog verder afgerold zal worden en dat nog meer knaapjes in IJmuiden-West voor een verhoor in aanmertcing zullen komen.

Dit toont wel heel duidelijk aan hoe fu- nest het is indium de jeugd in bandeloosheid opgiaeit. De hekken zijn dan geheel van de dam. iDe jeugd blijkt dan tot het bedrijven van allerlei misdaden in staat te zijci. Was in het oude Gemenebest één van de eerste en voornaamste Eorgen, dat zoveel menselijk mogelijk was, de jeugd in de vreze Gods werd opgevoed, de wijsheid van onze tijd aoht dit een ouderwets begrip, waarmede gebroken diende te worden. Daartoe moest de Bijbel uit de school geweerd worden. Wat een kolf je geheel naar de hand van Rome was, aan wie het dan ook in samenwerking met de liberalen gelukt is. Voortaan zou de jeugd in christelijke deugden worden opgevoed. Dat van zulk een opvoeding niets terecht zou komen, behoeft totaal geen verwondering te wekken. God laat Zich niet 'bespotten. Wie Zijn Woord in het onderwijs verwerpt, venveq> t Hem Zelf,

Wij zijn betreffende het onderwijs gekomen in een toestand van „elck wat vvdls". Allen, die een school willen stichten, kunnen zulks doen, indien zij maar aan de bij de wet vastgestelde eisen voldoen. JDan ibehoort het tot de mogelijkheid een kommiinistisfihe school op te richten. Dit is een toestand, waarmede de S.G.P. geen vrede kan en mag Lebben. Hoe zeer het ook tegen onze tijdgeest indruist en al wordt zij daarom als achterlijk, als drie eeuwen te laat geboren bespot, nodhtans heeft zij krachtens Gods Woord als eis te stellen, dat heel de jeugd, voor zover het naar menselijk v.ermogen mogelijk is, ia de vreze Gods wordt opgevoed. Want het betreft hier een Goddelijk gebod. De Heilige Schrift leert en beveelt toch: , , E)e verborgen dingen zijti voor de 'Heere, onze God, maar de geopenbaarde zijn voor oos en onze kinderen tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet". Daarvan mag geen tittel of jota worden afgedaan.

Nu zou het echter onverantwoord zijn indien men van de zijde van de S.G.P. geen gebruik maakte van de bevoegdheid, welke de huidige wetgeving verleent, om scholen te stichten, waarop de kinderen overeenkomstig de eis van Gods Woord kunnen worden opgevoed. Daarbij mag men met het woord „christelijk" alleen geen genoegen nemen. Er is toch in onze dagen 2» veel, dat als christelijk wordt aangeduid en aanbevolen, wat de toets van Gods Woord niet kan doorstaan, waarop niet toepasselijk is: „Die Mij eren, zal Ik eren”.

Inmiddels kunnen wij waarnemen waar het met een volk heengaat wanneer het zonder enig onderwijs in Gods Woord heengaat en opgroeit. De zo stei'k toegenomen kriminaliteit onder de jeugd, zoals deze zich in Amsterdam vertoont, alsook hetgeen er te Velzen heeft plaatsgevonden, geeft oos dit te zien. Men heeft in het verleden wel heel hoog opgegeven ten aanzien van de gunstige werking van beschaving en verlichting, en thans doet het woord „kuituur" veel opgeld, doch dit heeft niet 'kunnen verhinderen dat de kriminaliteit onder de jeugd in onze dagen op zulk een schrikbarende wijze is toegenomen. Het geldt in deze nog altijd: Wat van de hoge God afivalt, moet zeker vallen! Daar is geen keren of wenden bij machte om dit te weren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1960

De Banier | 8 Pagina's

Welke tijden, welke zeden  beleven wij toch!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 augustus 1960

De Banier | 8 Pagina's